Hierbij een voorproefje van al het moois dat u in september, na het afkuisen van uw zweet, na het opkuisen van uitgespuwde longen en dan zwijgen we nog over de knieën, te zien zal krijgen.
Amai, gisteren en vandaag twee serieuze trainingritjes gemaakt. 't Begint te komen, maar de moyenne moet nog naar omhoog. Als 't niet rap gaat beteren zal ons Lisa werk hebben. Jawel, ik heb een peronal coach gestrikt voor de begeleiding en de verzorging van ons wielerploegje. Meer hierover later! Hou dat spel hier gewoon goed in de gaten.
Dit jaar neem ik u mee naar de Thiérache, de Franse grensstreek die bovenaan tegen onze provincie Henegouwen aankleeft. Dit vochtig, bosrijk gebied ontleent zijn naam aan de Teoracia silva, een uitgestrekt woud tussen de Oise, Samber en Maas dat tussen de tiende en de twaalfde eeuw geleidelijk werd ontgonnen door de monniken die er hun abdijen bouwden. Zo werd in 1129 door de premonstratenzers de abdij van de Sept Fontaines opgericht. De abdij van Signy-lAbbaye werd op haar beurt gesticht door 12 cisterciënzermonniken uit Igny-en-Champagne. Nicolas de Rumigny stichtte in 1152 de cisterciënzeradbij van Bonnefontaine. En zo zijn er nog een trits te noemen, maar die bevinden zich niet in het gebied dat wij zullen doorkruisen.
Voornoemde abdijen werden in deze grensstreek meerdere malen vernield en terug opgebouwd. Van de oorspronkelijke gebouwen blijft weinig tot niets over. Niet verwonderlijk als men weet dat de Thiérache mee in het decor stond van de Honderdjarige Oorlog (van 1337 tot 1453) die bestond uit een reeks langdurige conflicten en wapenstilstanden tussen de koningen van Frankrijk en Engeland. Een hoofdrol in deze oorlogenreeks was weggelegd voor Jeanne DArc, die leefde van 1412 tot 30 mei 1431, datum waarop ze door de Engelsen in Rouen werd verbrand als heks.
Deze periode die we mogen betitelen als late middeleeuwen is de periode waarin de pest haar intrede doet in Europa. De pest was een zeer besmettelijke ziekte, waarover de hedendaagse medici het nog niet eens zijn of zij overgedragen werd door vlooien die parasiteerden op ratten of dat het een vorm van miltvuur was dat door het vee meegedragen werd. Peu importe, ongeveer één derde van de Europese bevolking overleefde deze ramp niet. Pas in de vijftiende eeuw was het bevolkingsaantal weer op peil gekomen.
Die Honderdjarige Oorlog leidde ook tot verschijnsels als de routiers en de coredors. De routiers waren huurlingenbendes die in de perioden van wapenstilstand geen werk meer hadden en dan maar voor eigen rekening gingen roven, moorden en brandschatten. De coredors daarentegen waren bendes die min of meer uit noodzaak gevormd werden door vluchtelingen en ontheemden die samenklitten en op rooftocht gingen enkel en alleen maar om te overleven. Hoe dan ook, de gewone bevolking was telkens weer de dupe.
De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), speelt zich grotendeels af in onze contreien, het is het grote conflict tussen de Nederlanden en Spanje, waarbij het machtige en zeer katholieke Spanje de calvinistische Nederlanden opnieuw probeert te annexeren, zonder succes overigens. Ditmaal is Vlaanderen en toch ook weer diezelfde grensstreek decor voor het strijdtoneel.
In Praag smijt de stadsbevolking in 1618, de afgevaardigden van de katholieke habsburgse keizer Ferdinand II, de slotgracht in. Feit gekend als de Fenstersturz of Defenestratie. Deze opstand luidt de Dertigjarige Oorlog in (ook de godsdienstoorlogen genoemd), die voor de Thiérache in 1643 zal culmineren in de slag om Rocroi. Het Spaanse leger, onder leiding van landvoogd Francisco de Mello (opvolger van Alva), heeft het plan opgevat om vanuit Charleville via de Champagne, Parijs binnen te vallen. Het Franse leger, onder leiding van de hertog van Enghien (later gekend als Louis II Bourbon-Condé of le Grand Condé) maakt zich voor het treffen klaar in Péronne. Op 19 mei 1643 ontmoeten beide legers elkaar 2 km ten zuidwesten van Rocroi aan de rand van een moerasgebied, de rièzes. 50.000 soldaten zijn bij deze veldslag betrokken die voor le Grand Condé eindigt in een verpletterende overwinning op een Spaanse overmacht. Francisco de Mello sneuvelt en de Spaanse macht in het noorden is definitief gebroken. In 1648 wordt de Vrede van Westfalen getekend die een einde zal maken aan deze Dertigjarige Oorlog, die op zijn beurt ongeveer één derde van de bevolking van het Heilige Roomse Rijk zal wegvagen.
Het is in deze tijdsgeest dat de Thiérache zijn zeer specifieke kenmerken zal krijgen. De Thiérache is het Franse landsgedeelte waar men tot op heden het meeste aantal versterkte bouwwerken tegenkomt, versterkte kerken, maar ook versterkte boerderijen. Wegens de verspreide bewoning voelde de bevolking zich voortdurend bedreigd, omdat de landheer in zijn kasteel niet iedereen kon beschermen, begonnen ze kerken, huizen en boerderijen niet in die mate te versterken dat een echt beleg kon doorstaan worden, maar wel voldoende om familie en dieren te verdedigen. In de dikke muren zitten dan ook vooral schietgaten voor haakbussen en niet zozeer kanongaten.
Voilà, in deze streek gaan wij dus 4 dagen rondfietsen.
We nemen in Antwerpen de trein naar Charleroi-Sud van 9u17. In Charleroi stappen we over op de trein naar Couvin, maar daar moeten we die eerste dag niet zijn. We stappen om 11u25 af in Walcourt en fietsen een dikke 60 km naar Rocroi, waar we verblijven in hotel Les Remparts. Op dag twee zitten we middenin de streek van de versterkte kerkjes. Langs diverse mooie exemplaren fietsen we naar Signy lAbbaye waar we verblijven in de Auberge de lAbbaye. Op dag drie fietsen we op het gemakje (58 km) naar Aubigny-les-Pothées waar we logeren op la Domaine de la Faneraie, bij Marie-Hélène en José Lagard.
Op dag 4 fietsen we terug België binnen om in Philippeville opnieuw de trein naar Charleroi te nemen. In Brussel nemen we een boemeltje terug naar Antwerpen, alles liever dan tussen die Hollanders op de IC naar Amsterdam te moeten zitten.
Begin alvast maar te trainen op elke brug en helling die je tegenkomt. Het zal nodig zijn! Helemaal plat is het daar niet!
Het is een open deur intrappen, het staat als een paal boven water, het is een waarheid als een koe, en zo kan ik nog even doorgaan, maar waar het om gaat is: om onze volgende fietstocht doorheen de Franse Ardennen, meer bepaald door de Thiérache, enigszins genietend te kunnen voltooien, zal je moeten trainen, trainen en nog eens trainen! En niet zo van die gezinsritjes waarbij er meer op terrasjes gezeten wordt. Neen! Afzien als de beesten, het snot voor uw ogen, verzuring tot achter uw oren. Ik zeg dit voor uw bestwil. Niet dat ik jullie wil afschrikken hoor. Zelf ben ik al serieus bezig, zij het met wisselend succes.
En dan nu het grote verhaal van ons weekend in De
Panne op 9-10 en 11 juni 2006. Zo eens een andere manier om onze
bezigheden voor het nageslacht te bewaren. .
De echte Dappere Trappers trappelden op vrijdag 9 juni al rond in De Panne, van de bar naar het restaurant en dan de terrassen op.
Om dan op zaterdag 10 juni in alle vroegte, doch na een versterkend
ontbijt, ons klaar te maken voor onze eerste fietstocht. Een
bereidwillige kustbewoonster meldde zich spontaan om een groepsfoto te
nemen. Die neem je steevast best bij het vertrek, ten minste als je
zeker wil zijn dat iedereen er op staat. Onze eerste tocht zal ons naar
de abdij van West-Vleteren leiden, meer bepaald naar De Vrede. De tocht
werd gebudgeteerd op 75 km door uw ervaren gids.
Het weer was schitterend en de roep om terrassen deed ons dra
neerstrijken op een terrasje in Houtem waar net een bloedinzameling
plaatsvond. De plaatselijke cafébaas had duidelijk nog wat te geven.
Na zo'n 50 uitputtende kilometers, zonder terrassen, onder een
brandende zon, een forse tegenwind en enkele cols op het laatst,
belandden we uiteindelijk in De Vrede, waar weldra de 12° en de blonde
trappisten welig onze tafels sierden. De volgwagen, in de persoon van
Hilde had na raadpleging van diverse inboorlingen het etablissement ook
gevonden. Een volgwagen die bij het vertrek kreunde onder het gewicht
van talloze kratjes ambrozijn.
Na nog een terrasje op de terugweg, die we spelenderwijs aflegden, dankzij de meewind en de trappistbaxters van West-Vleteren,
na een rit van in totaal 87 km,
na nog een afsluitertje op het terras van de Wielingen,
na een verfrissende douche,
na het versterken van de innerlijke mens
en na het obligate bezoekje aan de bar,
kregen sommige dames het vermetele idee, ongetwijfeld ingegeven door de
geest uit de fles, om de mannen uit te dagen tot een spelletje petanque
op het strand. Onnodig hier de uitslag te vermelden, ondanks de
handicap van de plastieken ballen die de mannelijke ploeg de eerste
helft van het spel moest dragen.
De athletische houding van onze sterspelers zegt voldoende.
En dan werd het zondag. Onze laatste trip. Nog even de zadels
bewonderen van hen die zonder zadelpijn deze tweede rit alsnog zouden
aanvatten.
En onderweg hebben toch weer een terrasje gevonden zeker, ditmaal in de
oude pastorij van Wulpen, waar we de ongelofelijke chance hadden om in
een schoolfeest terecht te komen. Alles aan 1 , het feest was compleet.
Hieronder vindt u nog enkele filmpjes met alle deelnemers in actie. Bewonder de stijl waarmee zij over uw scherm evolueren!
Eerder schreef ik al op deze blog een verslag
van onze allereerste fietsreis van 8 tot 11 september 2005. U vindt er
al enkele foto's van in de marges. Natuurlijk was dat niet het hele
verhaal. Kom en volg uw verslaggever in een soms huiveringwekkend
verhaal over de heldenmoed en bijwijlen pure doodsverachting van uw
Flandriens.
Zoals eerder al gezegd in ons beknopt verslag, spoorden we naar de
Belgisch-Franse grens om aan ons avontuur te beginnen. Eens de grens
gepasseerd veranderde het landschap. Het kreeg dat typisch Franse
karakter. Glooiende velden, bossen en middeleeuws aandoende dorpjes
zoefden weg onder onze wielen. We genoten van de idyllische sfeer, het
goede weer en vooral van de bergaf.
Hier en daar konden we zelfs een rustpauze inbouwen voor de serieuze
debatten geopend werden.Het zou nodig worden, we moesten de krachten
immers sparen.
En we spaarden. Diegenen die niet goed met één hand konden rijden,
genoten zelfs even van een flinke bergwandeling onder het drinken. Zij
genoten daarbij massale aandacht van de supporters die in grote getalen
vanaf de eerste kilometers de wegen flankeerden.
Naarmate de dag vorderde, de zon hoger klom aan de horizon en een
zinderende hitte het peloton teisterde, werd de nood aan vocht onder
één of andere vorm schrijnender. Van terrasjes doen natuurlijk geen
sprake meer, ook het langzaamaan tempo behoorde ondertussen tot het
verleden, er werd stevig doorgekoerst en als de volgwagen op zich liet
wachten met de drinkebussen, trokken we, zoals het echte Flandriens
betaamd, onze plan.
Met het naderen van het hooggebergte, werd de race bitsiger. De
concurrentie demarreerde slag om slinger en de ploeg deed verwoedde
pogingen om alle vluchters terug te halen. Eens bijgehaald werd de
onverlaat op een diplomatische met de velopomp diets gemaakt dat hij
zich beter in het peloton nestelde alvorens nog van die strapatzen uit
te halen. De hardleersen onder hen moesten maar aan den lijve
ondervinden dat we het meenden. Die dag zouden we niemand laten rijden.
We verdedigden niet enkel de gele trui, we zouden winnen.
Op de flanken van de eerste hoogten speelden we ten volle onze
ploegtactiek uit. We zouden zo'n moordend tempo opleggen dat de lust
tot aanvallen zou vergaan. De eerste die zich voor de ploeg opofferde
was Dirk. Onze man van grote plaat, hij wil zelfs geen klein viteske op zijn fiets, ging tekeer als een beest met als
gevolg dat het peloton uiteenscheurde als een oude schotelvod.
Na Dirk moest normaal de Pol komen, maar die voelde zich niet te best,
te weinig gedronken of iets verkeerd gegeten. Wij wisten het wel, te
weinig gedronken natuurlijk. 's Avonds hield hij zich halsstarrig aan
een colaatje of een watertje, waar wij de mineralen en vitaminen die we
wisten nodig te hebben dapper met wijn en gerstenat aanvulden. Dan maar
de Jan naar voor gestuurd, in tegenstelling tot Dirk, onze man van het
klein verzetje. In een geur van schroeiend asfalt en verbrand
caoutchouc schoof hij naar voor om zijn deel van het werk te doen.
En hij deed zijn werk. Terwijl zijn derailleurolie tot mayonnaise
geklopt werd, dunde de kopgroep verder uit. Sterke beren, kleerkasten
van venten bogen vertwijfeld het hoofd, huilden van onmacht. Tragische
taferelen speelden zich af achter onze rug. Nederigheid werd terug tot
een deugd verheven, de massa moest het hoofd buigen voor deze paus van
de fiets.
Jammer genoeg was er toen het akkefietje met den Algipan. Jan had beter
moeten weten dan met zijn handen het zweet van de dijen te wrijven en
zich dan eens goed te krabben waar het soms wat voos kan worden van het
harde zadel. Da pikt! Gekweld en zeker niet met een monkel om de mond
moest hij de koppositie laten voor wat ze was. En dat betekende dat ik
mijn verantwoordelijkheid moest nemen. Zò ver was het nu ook weer niet
meer. Nog enkele kilometers beulswerk scheidden me van de verlossende
eindmeet en ik zette me met enkele forse pedaalslagen onversaagd aan de
leiding.
Het
tempo ging de hoogte in, enkel de allerbesten van de wereld konden nog
mee en zelfs die waren blij dat ze mochten volgen. Overpakken zat er
niet in en de meet was in zicht. De spurt werd ingezet. De ultieme
inspanning. Complete
verzuring sloeg wild om zich heen. De snottebellen vlogen in het rond,
schuim op de lippen, de blik op oneindig en maar één gedachte: die meet
als eerste overschrijden. Niet afgeven, ik ben de sterkste, de ketting
krijst over de tandwielen, roodgloeiend moet ze staan, ik ben de
sterkste ... of toch niet. Ze komen terug, gehijg achter je, dan naast
je ... een schim. De meet schoot onder me door. Tweede godverdomme, de
luiszak. Wie is het?
'k Had het moeten weten, de wieltjeszuiger, de profiteur, was hij niet mottig, had hij niks verkeerd gegeten.
In de koers zijn er geen vrienden, maar dit is toch om uw
2006 is al een eindje gevordert, onze afspraak van donderdag 9 maart
nadert en onze fietstocht nadert ook. Ik ben alvast met de
wintertrainingen begonnen, en wel met mijn Dappere Trapsters!
Oh, ja, de Jan zit momenteel in Afrika, op bezoek bij Marieke. Klik eens op onderstaande button:
Ik ben zeer verheugd te mogen toetreden tot het wel zeer selecte gezelschap van de 'dappere trappers'. Vooreerst laat ik jullie ter kennismaking een fotoke van mijne velo. Het is wel geen echte 'Reebok' zoals de fiets van de Paul, maar met enkele kleine aanpassingen en herstellingen zal ik deze wel tijdig rijvaardig krijgen. Na lezing van het reisverslag was ik aangenaamd verrast dat er ook talrijke afdalingen in het programma werden opgenomen. Naar beneden rijden is namelijk één van mijn specialiteiten, het terug omhoog rijden gaat echter iets minder vlot en zal terug wat training vergen. Onze laatste fietsroute passeerde (toevallig) voorbij de abdij van St-Sixtus in West-Vleteren. Nadat ik gezwind terug op de fiets sprong na een korte culinaire stop ter hoogte van de abdij, had ik het gevoel dat ik mijn fietsslot was vergeten los te maken. Het bleek echter om het effect van een artisanaal 12 ° biertje te gaan op mijn iets minder getrainde benen. Ik denk dat wat oefening geen kwaad zal kunnen en ik bedoel niet onmiddellijk op 'trappistengebied'.
Voilà, enkel foto's uit de oude doos er bij gezet,
met dank aan Paul voor het digitale fotografeerwerk. Het zijn foto's
van onze eerste Dexia Tour de France.
Van donderdag 8 tot en met zondag 11 september trokken we een lus door Frankrijk.
Eerst met de trein tot in Marbehan en dan, na een eerste terrasje (dat
we wel verdiend hadden na zo'n lange treinreis) naar Damvillers. Van
Damvillers naar Verdun, langs enkel 1ste Wereldoorlogmonumenten, zoals
het fort van Vaux. Op zaterdag langs de Maas naar Stenay.
Samen goed voor zo'n 225 km.
We hebben genoten van de zon, van de regen, van de terrasjes, van het
eten, van het drinken, van het fietsen, van het rondkuieren, van het
klimmen en van het afdalen. We hebben er zo van genoten, dat op onze
eerst volgende werkdag onmiddellijk plannen gesmeed werden voor een
volgende fietstocht. Wat dat allemaal zou kunnen inhouden, hoort u
zeker op donderdag 8 maart. Hou deze blog in de gaten, langs deze weg
verneemt u meer over uur en plaats.
Onze blog is een feit.
Nu de inhoud nog. Naarmate ik uw email-adressen binnenkrijg, zal ik u
een co-auteurschap toewijzen met de nodige codes om berichten toe te
voegen aan deze blog. De eersten vertrekken vandaag nog.
Nu je hier toch bent, zet even je luidsprekers op, er is voor aangepaste muziek gezorgd.
Noteer nu zeker al donderdag 9 maart 2006 als eerste afspraak in de
voorbereiding van onze fietstocht. Begin nu al na te denken (moeilijk,
'k weet het) over de verschillende opties die dan op de tafel moeten
komen. Het mogen er veel zijn, we hebben de hele avond tijd.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.