|
In bijna elke beleidsnota van
gemeente, provincie of rijk is er, naast een extrinsieke waarde, ook sprake van
een intrinsieke waarde. Dit artikel vormt een zoektocht naar de intrinsieke waarde van kunst en cultuur.
De omgang met de kunst zelf
komt op de eerste plaats. De positieve effecten van kunst zoals economische
groei, toerisme, sociale cohesie, integratie of welzijn komen op de tweede
plaats. De intrinsieke waarde van kunst is dus minstens even belangrijk als de
extrinsieke waarde ervan. Ook de overheid lijkt dit steeds meer te beseffen. In
tal van teksten wordt de intrinsieke waarde van kunst aangehaald en het belang
ervan aangeduid. Maar wat verstaat men
nu onder die intrinsieke waarde?
Op websites en in beleidsnotas
valt geen duidelijk antwoord te vinden op bovenstaande vraag. Van Dale
omschrijft intrinsiek als wezenlijk of tot het wezen behorend. Heel wat
wetenschappers uit verschillende disciplines poogden de essentie van kunst en
de waardevolle effecten ervan te omschrijven. Achteraf moet er echter
geconcludeerd worden dat een eenduidige definitie van kunst niet te geven is.
Ook de effecten van kunst zijn moeilijk objectief te omschrijven. De
intrinsieke waarde van kunst lijkt aan de waarneming van wetenschappers te
ontsnappen.
In opdracht van The Wallace
Foundation in Amerika is enkele jaren geleden een brede inventarisatie
gepubliceerd van onderzoek naar het belang van kunst voor de samenleving.
Volgens hen gaat het bij intrinsieke effecten vooral om de persoonlijke,
subjectieve ervaring van het individu. Hierbij is kunst eerder te beschouwen
als een specifieke vorm van communicatie.
Kunst verruimt de horizon. Het gaat niet enkel om het herkennen van
het bekende, maar vooral om het verkennen van het onbekende. Kunst brengt
mensen in contact met beelden, personages, geluiden, gebeurtenissen, die ze
anders niet of minder snel zouden tegenkomen. Maar ook meer realistische kunst
verruimt je horizon door ervaringen van de ene mens op de andere over te dragen.
Kunst is een voertuig. Een kunstwerk is als het ware een voertuig
waarmee de mens op verkenning, ontdekking en avontuur kan gaan. Hierin schuilt
volgens historica Lea Dasberg de aantrekkingskracht van kunst op kinderen.
Kunst biedt het individu een venster op een andere wereld dan de leefwereld
waarin men zelf leeft.
Kunst slaat een brug. Kunstwerken bieden een inkijk in een
innerlijke wereld. Het menselijk leven roept voortdurend spanningen op, die
niet geheel tot ontlading kunnen komen. Kunstwerken roepen op hun beurt nieuwe
spanningen op, spanningen die echter gerichter en specifieker zijn. De
bestaande spanningen kunnen hierdoor opgaan in deze nieuwe spanningen. Hierin
zou een bevrijdende werking van de kunstbeleving liggen. Kunst kan een oplossing
bieden als uitlaatklep voor opgekropte gevoelens, onvervulde wensen of
onbenoemde gedachten. Zo kan kunst een brug slaan tussen een innerlijke wereld
en de buitenwereld.
Kunst wordt nog steeds als een
luxeverschijnsel gezien waar vooral de elite van zou profiteren. Toch heeft een
kunstloze samenleving nooit bestaan.
In deze tijd is een samenleving zonder musea, theaters of muziekpodia
ondenkbaar. Ook in elke voorbije en bestaande cultuur zijn aanwijzingen te
vinden voor het bestaan van kunst. Kunst is onlosmakelijk verbonden met het
menselijk bestaan. In die zin zou ook de intrinsieke waarde van kunst eenieder
aan het hart kunnen gaan.
Bijlagen: Het raadsel rond de intrinsieke waarde.pdf (242.2 KB)
|