Wat met jouw cultureel kapitaal? Wat kreeg je mee van thuis? Via
school? Via vrienden?
Aan welke vormen van cultuur participeer je? Aan welke niet? Hoe komt
dit? Welke drempels spelen er voor jou?
Als ik eerlijk ben, moet ik
mijn cultureel kapitaal als behoorlijk beperkt omschrijven. Zeker op jongere
leeftijd nam ik zo goed als nooit deel aan kunst of cultuur. Van thuis uit werden we hierin heel
vrij gelaten en zeker niet aangezet of gedwongen. Als kind of puber klinkt kunst
helemaal niet stoer of interessant. Ik voelde me dan ook helemaal niet
aangetrokken tot kunst of cultuur.
Het is pas wanneer we met school naar de bibliotheek gingen,
een toneelstuk gingen bekijken of een museum bezochten dat ik voor een eerste
keer op een noemenswaardige manier in aanraking kwam met kunst. Ik heb nooit
met tegenzin aan die activiteiten deelgenomen. Eenmaal ik daar was, kon wat ik
zag of hoorde mij wel bekoren. Toch zat ik toen nog in een periode waarin sport
het overgrote deel van mijn vrije tijd in beslag nam, waardoor ik zelf niet
verder op zoek ging naar kunstige of culturele activiteiten. Ik maakte er met
andere woorden zelf geen tijd voor, ook al begon ik toen al te beseffen dat het
wel iets voor mij was.
Het is pas sinds ik de
leeftijd heb om zelfstandig op reis te gaan en auto te rijden, dat ik ook uit
mezelf op zoek ga naar dergelijke activiteiten. Wanneer ik op reis ben, ga ik
musea en andere culturele activiteiten zeker niet uit de weg.
Toch is mijn deelname aan
kunst en cultuur nog steeds beperkt en
vooral eentonig. Als ik op reis ben, kies ik voor de toeristische
trekpleisters. Dit doe ik dan meer om de naam zoals Het Louvre dan om wat ik daar onder ogen zal krijgen. Tijdens de
rest van het jaar ga ik bijna uitsluitend naar toneelstukken kijken. Mijn
nonkel regisseert en speelt zelf mee in het jaarlijkse toneel van zijn
parochie. Daar ga ik ieder jaar naartoe. Daarnaast heb ik samen met mijn
vriendin ook een abonnement bij het cultureel centrum van Moorslede. Uit hun
aanbod kiezen we jaarlijks een aantal toneelstukken die we gaan bijwonen. Dit
kunnen doen met mijn vriendin vormt een extra stimulans om dit op regelmatige
basis te organiseren.
Zoals het ondertussen wel
duidelijk geworden is en ik reeds aangegeven heb, is mijn cultureel kapitaal
dus heel beperkt. Toch merk ik de laatste jaren hier een positieve evolutie in. Ondertussen ben ik ook steeds meer boeken
beginnen lezen en ga ik ieder jaar naar meer toneelstukken kijken. Ik sta ook
meer open voor andere vormen van kunst dan vroeger.
Ik was bijvoorbeeld heel aangenaam verrast door mijn
persoonlijke ervaringen bij de twee kunsteducatieve
activiteiten die we moesten bezoeken in het kader van dit
opleidingsonderdeel. Ik ontdekte eens iets anders dan een toneelstuk en het
viel enorm goed mee. De sfeer was veel serieuzer en minder luchtig dan bij een
toneelstuk, maar toch hield ik er een positief en goed gevoel aan over. Ik vond
de combinatie van oorlogsgeschiedenis en kunst bijvoorbeeld enorm fascinerend. Ook
de meer interactieve en filosofische vorming rond stilte is voorbij gevlogen.
Na die vorming bleek niet alleen stilte iets krachtigs te zijn, maar ook kunst
op zich. Deze twee kunsteducatieve activiteiten smaakten naar meer en ik denk
dat ik nu tot het volledig besef gekomen ben dat ik mijn participatie aan kunst
en cultuur mag verbreden.
Als laatste wil ik nog even
stilstaan bij welke drempels ik
allemaal ondervond of nog steeds ondervind. Informatiedrempels speelden vroeger
misschien een rol, maar kan ik al meerdere jaren niet meer inroepen als excuus.
Fysieke, financiële, sociale of geografische drempels zijn er nooit geweest
voor mij. Ik denk dat tijdsgebrek en motivatie de belangrijkste factoren zijn.
De motivatie was er in mijn kinderjaren gewoon niet. Toen ik voor het eerst in
aanraking kwam met kunst en cultuur via school, speelde het tijdsgebrek volgens
mij een grote rol. Mijn motivatie voor en interesse in sport was groter dan die
voor kunst en naast sport en school had ik nog weinig vrije tijd over. Na
verloop van tijd raakte ik wel gemotiveerd om theaterstukken bij te wonen. Tijd
voor andere disciplines van kunst had (of maakte?) ik echter niet, behalve dan
als ik op reis was en er uiteraard wel tijd voor had. Op die manier kon ik ook
de smaak niet te pakken krijgen voor andere kunstdisciplines. Achteraf bekeken
is het best wel jammer dat ik schooluitstappen en opdrachten zoals deze nodig
heb om interesse te krijgen in dergelijke activiteiten. Maar anderzijds is dat
ook de rol van school en opleiding om ons te laten kennismaken met kunst en
cultuur. Ik denk dat ik naar de toekomst toe steeds meer tijd zal maken en zal kunnen
genieten van een kunstige of culturele uitstap. Het is ook iets dat ik later
wil meegeven met mijn kinderen. Ik zou het hen zeker niet opleggen, maar hen er
wel mee laten kennismaken zodat ze weet hebben van het bestaan ervan.
|