Ontworteld
De jonge berken, wit bevreesd, kijken roerloos toe, hoe de wilg zich vastklampt
aan zompige aarde.
Zijn wortels graven dieper, wanhopig op zoek naar houvast. Dit had hij niet gepland. Hij zou de hemel raken.
Nu raakt zijn kruin ijskoud water. Hij treurt om verloren glorie, laat zijn takken dieper hangen.
De hoge eik ziet en grijnst.
Door christina ceuppens
|