Mijn 42ste verjaardag werd de gedenkwaardigste tot nu toe. Net op het moment dat we de taart gingen aansnijden, begon ik hevige pijn in buik en rug te krijgen en tegen de tijd dat de taart netjes verdeeld was in acht gelijke porties, smeekte ik om me naar de spoedafdeling te brengen. Om even te illustreren hoe erg de pijn dan wel was, moet ik vertellen dat ik ooit vier dagen beleefde in een hoek van 90 graden omdat ik weigerde naar een dokter te gaan en dat ik eens rondliep met een blindedarmontsteking tot deze open barstte
Ondersteund door vriend, zoon en stiefzoon werd ik zo goed mogelijk in de auto gepropt en reden we naar het ziekenhuis. Daar sprong mijn zoon, nog voor we volledig stilstonden, uit de auto en kwam even later terug met een rolstoel. Hij rolde mij op een drafje tot voor het loket. Daar werd het feit dat ik er ondertussen grauwgroen uitzag en kreunde van de pijn genegeerd, tot de dienstdoende verpleegkundige mij vrolijk vroeg wat er scheelde. Ik vertelde haar dat ik vermoedelijk een niersteentje had, dat het boeltje daar beneden blokkeerde. Aangezien het niet mijn eerste keer was en ik me maar al te goed herinnerde hoe dat voelde, vond ik het geoorloofd om mijn deskundige opinie met hen te delen.
Mijn huisgenoten werden verbannen naar de wachtzaal, terwijl de verpleegster mij gezwind afvoerde.
Nog voor ik twee keer met mijn ogen had kunnen knipperen, lag ik al volledig ontkleed en voorzien van de nodige slangetjes op de onderzoekstafel. Nou, ze zijn hier wel efficiënt, dacht ik. Minder dan een kwartier later hadden vier dokters zich al zorgelijk over me heen gebogen. Ieder van hen stelde dezelfde vragen en kregen van mij dezelfde antwoorden. Uiteindelijk, drie uren en vier onderzoeken later kwam een enthousiaste assistent me meedelen dat ik een niersteentje had. Eureka! Ik beet op mijn tong en keek hem verwijtend aan. Aan het glunderende gezicht van de assistent merkte ik dat mijn blik zijn doel had gemist. Ik besloot het over de cynische boeg te gooien. Proficiat, zei ik, dat u en uw collegas dat zo snel gevonden hebben
Maar ook mijn cynisme ontging hem volledig. Misschien was het te wijten aan mijn belabberde toestand. Of misschien zijn de ontelbare uren die deze dokters in een steriele ruimte doorbrengen er de oorzaak van dat zij een beetje wereldvreemd zijn. De assistent was ondertussen druk bezig met het opschrijven van god-weet-wat op het patiëntenstatus aan het voeteneinde van mijn bed. Ik wachtte geduldig af. Toen hij plots met wapperende witte jas verdween, riep ik hem nog na : En wat gaan jullie aan dat steentje doen, dokter? Hij keerde zich om en verkondigde opgewekt : Dat zal de professor morgenochtend met u bespreken. Maar we zullen u alvast de nodige pijnmedicatie geven. Godzijdank. Dat is pas efficiëntie
door Christina Ceuppens
|