Ik ben Christina Ceuppens
Ik ben een vrouw en woon in Aalst, Oost-Vlaanderen (den Belgique) en mijn beroep is doeternietoe.
Ik ben geboren op 29/09/1968 en ben nu dus 56 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: schrijven, lezen, UK /Ierland-reizen.
Ik heb 3 kinderen : Jesse (22), Gilles (18) en Jaimie Marie (6), een partner : Yvan Mertens en een paar 'stief'kinderen : Björn en Chloë. Onze huisdieren vervolledigen het plaatje : Tinka (een Tervuerense herder), Skye en Lewis (2 katten met een identiteitscrisis) en véél spinnen ...
Soms word ik horendol van mijn gezin dat vaker manisch is dan depressief. Alsof ik nog niet genoeg heb aan mezelf, leef ik samen met een cynische vriend, twee chaotische tieners, een 6-jarige wijsneus, een hond met de allures van een beer én twee katten met een identiteitscrisis.Op tijd en stond heb ik dus behoefte aan wat alleen-tijd. Zoals vandaag.
Maar waarom is het zodat, telkens als ik besluit om eens rustig te gaan shoppen de helft van de stad en omstreken hetzelfde idee heeft?? Mensen die me kennen weten dat het niet mijn gewoonte is om vrolijk neuriënd op straat te lopen, maar vandaag doe ik dat dus wel. Ik sla het hoekje om, dat leidt naar mijn favoriete winkelstraat, om prompt halt te houden bij het aanschouwen van de massa. Mijn glimlach bevriest clichématig op mijn gezicht. Elk keikopje van de straat lijkt bezet te zijn. Luid kakelend lopen ze rond als kiekens zonder kop. Op zoek naar iets. Nog iets meer om hun overvolle kasten vol te stouwen. Zo ben ik niet. Ik koop alleen wat ik wérkelijk nodig heb. Of denk nodig te hebben. Dat nieuwe plantenboek heb ik echt nodig. Stel je voor dat er een plant in staat die onbekend is in mijn andere negen plantenboeken! Wie weet wat ik dan zou missen? Bij het mijmeren over de tuin, die ik ooit eens zal aanleggen, zou deze specifieke plant dan geen plaats kunnen hebben in het plaatje. Ondenkbaar! En ik zweer je, dat 13 paar warme kousen echt niet voldoende is. Wat als het eens 14 dagen na elkaar vriest? Dan ben ik of verplicht om één dag vuile kousen te dragen of één dag koude voeten te hebben, of om vaker de was te doen Ik kreun inwendig terwijl ik de mensenmassa aanschouw. Is de stad niet groot genoeg? Is op zijn minst de aardbol niet ruim genoeg? Als er zoveel mensen elk jaar ervoor kiezen om in ons muizengrijze landje te komen wonen, dan kan het toch net zo goed andersom? Maar dat is mijn mening. En zolang duizenden anderen die mening niet me delen, blijven er dus mensen voor mijn voeten lopen, hier in ons belgenlandje. Ik wil het hier echter niet hebben over delicate onderwerpen. Ik wil niemand op zijn ziel trappen. Niet omdat ik dat niet graag doe, maar gewoon omdat ik niet te ver wil afdwalen. Tot overmaat van ramp bemerk ik dat in mijn favoriete boekenwinkel een actie loopt : 2 + 1 gratis. Meer heeft de doorsnee Vlaming niet nodig om acuut zin te krijgen om een boek te lezen. Of op zijn minst te kopen. Niet dat ik de doorsnee Vlaming van iets wens te betichten. Volgens mij is het gewoon typerend gedrag van onze kapitalistische samenleving. Maar laat ik ook daar niet over uitweiden. Het resultaat is dus - waarschijnlijk tot grote vreugde van de eigenaar - dat de kleine onaantrekkelijke winkel een zwerm van kooplustigen aantrekt en bijna uit zijn voegen barst. Plots voel ik woede. Dit is verdorie mijn winkel. Ik heb hem net gekozen omdat hij zo onaantrekkelijk en onoverzichtelijk is. Dit garandeert mij meestal dat ik mij in alle rust kan bezig houden met hetgeen ik het liefst doe. In stapels boeken neuzen op zoek naar een interessant boek om vervolgens met een vrachtlading boeken naar de kassa te gaan. Hoe durft de eigenaar al dat volk, nét vandaag, naar mijn winkel te lokken?! Ik merk dat mensen rondom me mij vreemd beginnen aan te staren het is waarschijnlijk een verontrustende aanblik, iemand die schuimbekkend en handenwringend op de hoek van een winkelstraat staat en sjok gelaten verder. Ik besluit om de toestand eens van naderbij te gaan bekijken. Dichterbij was géén goed idee. Het ziet er nog erger uit dan op afstand. De rekken en uitstaltafels zijn amper zichtbaar en voor de kassa staat een ellenlange file, met een nerveuze en rood aangelopen kassierster. Ik vermoed dat zij het initiatief van haar baas evenmin op prijs stelt. Ik ken haar. Het is het blonde meisje dat steeds onverschillig kauwgumbellen-blazend mijn boeken afrekent, de boeken vervolgens oneerbiedig in een plastic zakje propt en haar mobieltje al controleert nog voor ik mij van de kassa verwijderd heb. Ik voel leedvermaak bij het zien van haar penibele situatie. Blijkbaar voelt ze iemand naar haar kijken, want plots kijkt ze mijn richting uit. Bij het zien van haar verwilderde blik voel ik toch een ietsiepietsie medelijden, maar overweeg even om het nog wat te verergeren. Ik zou die rij voor haar kassa nog wat langer kunnen maken. Maar de voldoening om haar nog meer te laten lijden, weegt niet op tegen het onaangename vooruitzicht om mij in die hysterische mensenmassa te begeven. Ik besluit dus maar op zoek te gaan naar mijn 14de paar warme kousen. Nadat ik mij zuchtend en puffend enkele kledingwinkels in en uit heb gewurmd, kom ik tot de vaststelling dat hartje zomer vermoedelijk niet de beste tijd is om op zoek te gaan naar winterkousen. Toegegeven, dat had ik kunnen weten maar aangezien ik toch naar de stad moest voor dat plantenboek
Zonder plastic zakjes keer ik dus terug naar de relatieve rust van mijn huisje. Relatieve rust is dat uiteraard, want thuis wordt nog steeds bewoond door mijn cynische, chaotische en eigenwijze gezin met dito huisdieren.