Na dit examen van de tien geboden werd me het 'Boek van het Leven' getoond. Heerlijk, ik wou dat ik woorden had om het te beschrijven.

Het 'Boek van het Leven' begon van bij de conceptie van zodra een cellenpaar van mijn ouders zich verenigde. Er ontstond een vonkje en mijn ziel was gevormd!

Mijn ziel, gecreëerd door de Hand van God. Wat een Goede God heb ik daar leren kennen. Het was zo prachtig!

Hij droeg 24 uur op 24 zorg voor ons. Zijn Liefde was mijn 'lot'. Er was niets anders dan Zijn Liefde want Zij keek niet naar mijn lichaam maar naar mijn ziel. En ik zag hoe ik mettertijd afdwaalde van mijn heil.

In het 'Boek van het Leven' zag men alles zoals het was en wat er omging in mijn gedachten en in mijn ziel. Mijn leugens werden getoond zodat elkeen ze kon zien. Hoe vaak heb ik niet gespijbeld omdat mijn mama me verbood ergens heen te gaan? Ik maakte haar dan wijs dat ik een schoolopdracht had waarvoor ik opzoekingen moest doen in de bibliotheek maar in werkelijkheid ging ik naar de bioscoop naar een pornofilm kijken of ging ik in een bar drinken met mijn vrienden.

Als ik bedenk dat mijn mama nu mijn hele levensloop heeft kunnen zien zonder één detail te missen ...

Het 'Boek van het Leven' is zo bijzonder. Mijn ouders gaven me als lunchpakket een banaan mee naar school. In die tijd waren mijn ouders zo arm dat een lunchpakket bestond uit bananen, broodjes of melk. Ik at de banaan op en gooide de schil om het even waar zonder er bij stil te staan dat er bijvoorbeeld iemand over zou kunnen uitglijden en zich kwetsen.

De Heer liet me zien hoe mensen waren uitgegleden over bananenschillen die ik had weggegooid.

Ik had zo iemands dood kunnen veroorzaken door mijn gebrek aan bekommernis en medelijden.

Het tiende gebod: “Begeer nooit iemands goed.”

De enige keer in mijn leven dat ik oprecht en met schaamte gebiecht heb was toen een dame me 4.500 pesos te veel teruggaf in een kruidenierszaak in Bogotá. Mijn vader had ons op het hart gedrukt eerlijk te zijn en nooit, al was het maar 1 centavo[1] te nemen van wie dan ook. Toen ik in de auto op weg was naar mijn consultaties realiseerde ik me dat ik 4.500 pesos te veel had teruggekregen.

Ik dacht: “Die 'domme oude' heeft me 4.500 pesos te veel teruggegeven en nu zou ik terug moeten rijden en er voor in de file gaan staan. Ik keer niet terug. Niemand heeft haar gevraagd om zo dom te zijn.”

Maar het bleef aan me knagen. Waarom had mijn vader zo nadrukkelijk gezegd dat we eerlijk moeten zijn? Ik kreeg spijt en 's zondags ging ik biechten dat ik 4.500 pesos gestolen had, die ik niet had teruggebracht naar die mevrouw. Maar ik luisterde niet naar wat de biechtvader zei.

En weet je wat de Heer me nu zei? “Het is omwille van je gebrek aan naastenliefde dat je zonde niet is goedgemaakt. Voor jou is 4.500 pesos maar wat zakgeld maar voor die vrouw, die een minimum verdient, is het een bedrag waar ze drie dagen van leeft.” en de Heer liet me zien dat deze vrouw en haar twee kleine kinderen meerdere dagen honger hebben geleden. Zo toonde de Heer me dat wanneer ik iemand tekort deed, dit een bijkomende weerslag had op andere mensen.

God vroeg me: “Welke zijn de geestelijke schatten die je me kan aanbieden?” Wat betreft geestelijke schatten, stond ik absoluut met lege handen voor mijn Heer. “Waartoe dient het dan twee appartementen te bezitten, verschillende huizen te bezitten en kantoren te bezitten en dat je jezelf met veel ophef beschouwt als professioneel, terwijl je niet meer te bieden hebt dan een beetje steenstof in je handen waarmee je voor Mij staat.” en Hij vroeg me: “Wat heb je gedaan met de talenten die Ik je heb gegeven?” Talenten? Ik had een opdracht! De opdracht om het Koninkrijk van de Liefde te verdedigen!

Het Koninkrijk van God! Ik was vergeten dat ik een ziel had. Hoe kon ik me dan bewust zijn van mijn talenten, die een verlengstuk moesten zijn van Gods Handen?

Al dat goeds dat ik verzuimd heb zodat ik God kwetste. De Heer sprak me steeds over mijn gebrek aan liefde en zorg voor de naaste.

Hij sprak me ook over mijn spirituele dood ...[2] . Naar aardse normen had ik geleefd, maar in werkelijkheid was ik dood. Als je eens zou weten wat het is, 'spirituele dood': Het is als een hatende ziel, een verschrikkelijk verbitterde en geërgerde ziel die iedereen kwetst en vol van zonde is. Mijn ziel was van buitenaf heerlijk geurend en prachtig gekleed, maar binnenin stinkend als een bewoner van de diepste afgrond, depressief en verzuurd.

En de Heer zei me: “Jouw spirituele dood is begonnen met je ongevoeligheid voor je medemens.” Ik heb je aandacht getrokken door je het lijden van je naasten te laten zien. Toen je de televisiebeelden zag van moorden, ontvoeringen of de situatie van vluchtelingen, zei je: “Ocharme, hoe erg!” Maar in werkelijkheid had je geen medelijden met hen, je voelde niets in je hart. De zonde heeft je hart en jezelf versteend.

Je kan je voorstellen wat een droefheid en pijn me overviel toen het 'Boek van mijn Leven' zich sloot, omdat ik me zó had misdragen tegenover mijn Goddelijke Vader. Ondanks al mijn tekortkomingen, mijn zonden, mijn schandelijke gevoelens en mijn onverschilligheid, heeft de Heer mij tot op het laatste ogenblik gezocht en me steeds mensen gestuurd die een goede invloed op mij gehad hebben, die met me spraken, die me terechtwezen. Hij heeft me beschermd tot op het einde. Weet je wie God de Vader is? Hij is het die 'strafvermindering' verleent aan ieder van ons die zich bekeert. Het mag duidelijk zijn dat ik Hem niet kwalijk kon nemen dat Hij me veroordeelde want door mijn eigen wil koos ik satan als mijn vader, in plaats van God.

DE TERUGKEER

Toen ik dus het 'Boek van mijn Leven' sloot zag ik in gedachten hoe verward alles werd: Ik ging naar een groot gat waarin zich een luik opende. Naarmate ik er in afdaalde begon ik alle heiligen in de Hemel te aanroepen om me te bevrijden. Je kan je niet voorstellen hoeveel namen van heiligen mij – als slechte katholieke - toen voor de geest kwamen! Ik riep op Sint Isidoor de arbeider, Sint Franciscus van Assisi en vele anderen. Toen mijn inspiratie uitgeput raakte, ... viel er een stilte ... Ik ervoer een enorme leegte en een zeer diepe pijn. Ik dacht bij mezelf dat iedereen op aarde geloofde dat ik was gestorven in een geur van heiligheid. Misschien verwachtten sommigen dat ik voor hen zou bemiddelen bij God. En zie ... waar ik ben terechtgekomen! Ik sloeg de ogen op en mijn blik kruiste die van mijn moeder. Met een intense pijn riep ik haar toe: “Mama, ik schaam me zo! Ik ben veroordeeld, mama. Waar ik heenga zal ik je nooit meer weerzien!”

Mijn ziel bevond zich aan de rand van de afgrond (de hel) waar ik het oordeel van God heb meegemaakt. Ik besef dat ik eigenlijk de hel verdiend heb door mijn vele grote zonden.

Plots zag ik de heilige aartsengel Michaël. Hij was het die me vasthield zodat ik niet weer in de afgrond stortte.

De duivels wisten dat hij dit deed omwille van het klein beetje licht dat nog in mijn ziel overgebleven was en ze werden woedend en stortten zich als bloedzuigers op mij om ook dat laatste beetje licht in mij te doven. Ik brandde van pijn en angst in die afgrijselijke, levende duisternis.

Maar dan werd me een bijzondere genade verleend. Ik bleef onbeweeglijk maar mijn vingers gingen zich strekken en wezen naar boven. Twee schellen vielen op pijnlijke wijze van mijn ogen: mijn spirituele blindheid. Ik zag een ogenblik een vroegere patiënte van mij, toen die me zei: “Dokter, ik heb medelijden met je want je bent zo materialistisch ingesteld en op een dag zul je dit nodig hebben: In geval van grote nood of gevaar - wat het ook moge zijn - vraag dan aan Jezus Christus om je te vergeven en je te beschermen met zijn bloed want Hij zal je nooit of te nimmer in de steek laten. Hij heeft de prijs met zijn bloed betaald, voor jou.” Uit diepe schaamte begon ik te wenen en te bidden: “Heer Jezus heb medelijden met mij! Vergeef mij! Geef mij een tweede kans!”

Toen bood zich het mooiste moment van mijn leven aan. Er zijn geen woorden om het te beschrijven: Jezus boog zich over mij trok me uit de ellendige diepten naar boven. Hij haalde me op en alle afgrijselijke creaturen die ik had gezien vielen plat ter aarde. Toen Hij me weer neerzette zei Hij met Zijn liefdevolle Stem: “Je zal terugkeren, en je zal je tweede kans krijgen ...” Maar Hij voegde er aan toe dat het niet was omwille van het gebed van mijn familie want “Het is maar normaal dat zij voor je bidden en over je weeklagen. Het is door de gebeden van alle personen die voor jou vreemden zijn en die om je geweend hebben. Zij die hun hart verheven hebben met een diepe liefde voor jou.”

Plots zag ik miljoenen kleine lichtjes beginnen branden als witte liefdesvlammetjes en ik zag de mensen die voor mij aan het bidden waren. Daar heb ik de grote kracht van het gebed voor anderen ervaren en begrepen. Ik zag miljoenen kleine vlammetjes die naar boven opstegen naar de Heer. Vlammetjes, prachtig om te zien, vol liefde. Dat waren de gebeden van vele, vele mensen die in hun hart geraakt waren toen ze mijn ongeluk vernamen door televisie en kranten. Zij baden voor mij en lieten zelfs Heilige Missen opdragen.

DE GROTE KRACHT VAN HET GEBED VOOR OF DOOR ONBEKENDEN

Maar er was één vlam die veel groter was, die me meer licht gaf, die straalde van liefde. Ik trachtte te zien wie zo veel van me hield en de Heer zei: “Degene die zoveel van je houdt, kent jou zelfs niet.” De Heer vertelde me dat de man een arme boer was die aan de voet van de Sierra Nevada de Santa Marta (in het noordoosten van Colombia) woonde. Hij had nog amper iets te eten. Zijn boerderijtje was geplunderd door de guerrillatroepen die zelfs zijn kippen hadden meegenomen.

Ze dreigden ook de oudste zoon mee te nemen.

Hij was nu naar het dorp afgezakt om daar de H. Mis bij te wonen. Tijdens de H. Mis dankte hij de Heer voor zijn gezondheid, voor het behoud van zijn kinderen en voor alles wat de Heer hem gaf. Hij besloot zijn gebed met: “Heer, ik hou van U; U zij lof en eer.” Ondanks zijn miserie was zijn gebed enkel dankbaarheid en lof. In zijn jas had hij nog een paar muntstukken en hij stak er één van in de offerblok. Na de H.Mis ging hij wat rietsuiker kopen. De suiker was in een stuk krantenpapier gewikkeld van de vorige dag. (de krant: 'El Espectador' )[3].

Hij zag de foto van mij waarop ik totaal verbrand was. Toen de man de foto zag, zelfs zonder het artikel te lezen viel hij spontaan op de knieën en begon te wenen en met een diepe liefde zei hij: “Heer heb medelijden met mijn zusje. Heer red haar, Heer kijk toch eens Heer. Als je mijn zusje redt dan beloof ik dat ik op bedevaart ga naar "Santuario de Buga"[4], ik beloof het je. Alstublieft red haar.”

Stel je eens voor!

Die straatarme man klaagt niet of kankert niet omdat hij honger heeft maar is zo vol van liefde dat hij bereid is om een heel (groot) land te doorkruisen voor de genezing van iemand die hij niet eens kent.

En de Heer zei: “Dit is ware naastenliefde!”, en Hij voegde er aan toe: “Je zult naar de aarde terugkeren om van dit alles getuigenis af te leggen, geen duizend maal, maar duizend maal duizend maal! En wee degenen die hierdoor niet veranderen want zij zullen geoordeeld worden met meer strengheid dan anderen, net zoals jij wanneer je eens hier zal terugkomen! Hetzelfde geldt voor mijn gezalfden, de priesters, want er zijn geen groter doven dan zij die niet horen willen en geen groter blinden dan zij die niet zien willen.”

EUTHANASIE

Mijn lichaam lag een hele tijd in diepe coma; longen en nieren werkten niet meer en ik was aangesloten aan een hele batterij apparaten die mijn lichaam kunstmatig in leven hielden. Ik was klinisch dood. De dokters hadden mij opgegeven en wilden mij laten sterven. Daarom bereidden ze mijn familie reeds voor op het ergste. Maar mijn zus, die ook dokter was, stond er op dat ik aan de apparatuur aangesloten bleef en zei hun dat ze God niet waren en niet het recht hadden om over leven en dood te beslissen.

Terwijl ik zelf altijd euthanasie had verdedigd; en het recht om 'waardig te sterven'!!.....

Omdat ze arts was mocht ze over mij waken en bij me blijven. Zodoende kon ze euthanasie op mijn lichaam verhinderen.

WORDT  VERVOLGD.

NEGENDE DAG

Woorden van Onze Lieve Heer.

"Breng Mij vandaag de zielen die lauw zijn geworden en dompel ze  in de peilloze diepte  van Mijn Barmhartigheid. Deze zielen brachten Mijn Hart de pijnlijkste wonden toe. Zij waren het die Mij in de Hof van Olijven de grootste afkeer inboezemden en Mij deden uitroepen: "Vader neem deze kelk van Mij weg!" Dat betekent echter dat er uiteindelijk slechts redding is voor hen, indien Uw wil geschiedt en niet de Mijne. (Lukas. 22, 42) Voor hen is hun laatste hoop dat zij zich op Mijn Barmhartigheid beroepen."

Laten wij bidden voor de lauwe zielen.

Zeer Barmhartige Jezus, U zijt de goedheid zelf, verleen toegang tot Uw Hart aan de lauwe zielen, maar verwarm hen aan het vuur van Uw zuivere Liefde. Goedertierende Jezus, wend Uw Almachtige Barmhartigheid aan om ook deze zielen tot U te trekken. En mogen zij aan de haard zelf van Uw liefde, in nieuwe ijver ontsteken en U steeds ten dienste staan.

Onze Vader… Wees Gegroet … Glorie zij…

Eeuwige vader, zie met erbarmen neer op de lauwe zielen, want ook zij zijn dierbaar aan het Hart van Jezus Uw Zoon. God van Barmhartigheid en vertroosting (2 Cor. 1, 3), wij smeken U door de verdienste van Jezus' bitter lijden en van Zijn urenlange doodsstrijd op het kruis, dat ook de lauwe zielen in liefde ontsteken en steeds Uw Barmhartigheid prijzen in alle eeuwen. Amen

Zeg nu het Rozenhoedje op.

GEBED TOT DE BARMHARTIGE JEZUS

O Jezus, vriend van mijn hart, U bent mijn haven, mijn vrede, mijn redding, mijn kalmte in ogenblik­ken van strijd en temidden van een oceaan van twij­fels, U bent de heldere straal die mijn levenspad verlicht, U bent alles voor een eenzame ziel. U be­grijpt de ziel ook als ze stil blijft. U kent onze zwak­heid en, als een goede geneesheer, troost en geneest U ons en bespaart ons pijn omdat U ons zo goed kent. Amen.

TOEWIJDING AAN DE BARMHARTIGE JEZUS

Allerbarmhartigste Verlosser, ik wijd mij volledig en voor altijd aan U toe. Maak van mij een gewillig instrument van uw Barmhartigheid. O Bloed en Water, die uit het Hart van Jezus stroomden als Bron van Barmhartigheid voor ons,  ik vertrouw op U.

ROZENHOEDJE  TOT DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID [1]

Het Kroontje wordt gebeden op een gewone paternoster.

Begin met: Onze Vader – Wees Gegroet – Geloofsbelijdenis

Op de grote kralen :  “Eeuwige vader, ik offer U het Lichaam en het Bloed, de ziel en de goddelijkheid van Uw geliefde Zoon, onze Heer JEZUS CHRISTUS, tot eerherstel van onze zonden en die van de hele wereld.”

Op de kleine kralen:  “Door Zijn smartelijk Lijden, heb medelijden met ons en met de hele wereld.”

Om te eindigen (drie maal) : “Heilige God, Almachtige God, onsterfelijke Heilige God, heb medelijden met ons en met de hele wereld.”

Op 28 januari 1938 zegt Jezus tot de heilige Faustina:

«Meisje, spoor de zielen aan het rozenhoedje te bidden zoals Ik het heb aangegeven. Het behaagt Mij hen alles te geven wat ze Mij zullen vragen door dit gebed. Als de verstokte zondaars het bidden, zullen ze de vrede voor de ziel vinden en het uur van hun dood zal zacht wezen. Schrijf dat, wanneer men dit rozenhoedje bidt bij een stervende, Ik mij, zoals de Barmhartige Verlosser, zal stellen tussen de Vader en de ziel van de stervende ».

De  eerste  christenen  geloofden  net  als  de  joden  dat  God  via  de  Schrift  sprak.  In  2  Petrus  1  vers  21  staat ;  (..)  nooit is  een  profetie  voortgekomen  uit  menselijk  initiatief ;  mensen  die  namens  God  spraken  werden  daartoe  altijd  gedreven  door  de  heilige  Geest.’  Dit  gold  zowel  voor  de  joodse  Bijbelboeken  als  het  Nieuwe  Testament,  en  de  christenen  die  de  ideeén  van  de  gnostici  en  Marcion  afwezen,  beweerden  dat  de  God  die  het  Nieuwe  Testament  bezielde,  ook  het  zogenaamde  Oude  Testament  had  geïnspireerd.  De  christenen  lazen  het  Oude  Testament  altijd  in  een  Griekse  vertaling  die  bekend  stond  als  de  Septuaginta,  die  in  de  tweede  of  derde  eeuw  v. C.  door  joodse  geleerden  in  Alexandrié  was  gemaakt.  Dit  betekende  dat  er  onder  de  christenen  minder  twijfel  bestond  over  welke  boeken  er  behoorden  tot  het  Oude  Testament  vergeleken  met  het  Nieuwe  Testament,  aangezien  de  Septuaginta  een  standaardvertaling  was  van  een  bepaalde  reeks  boeken ;  de  Pentateuch,  de  Profeten  en  andere  oude  joodse  werken.  Dit  was  echter  een  knelpunt  tussen  de  christenen  en  de  joden.  Zoals  we  in  het  vorige  hoofdstuk  zagen,  was  tijdens  de  bijeenkomst  in  Jamnia  besloten  dat  de  joden  hun  geschriften  in  het  Hebreeuws  moesten  lezen  en  sommigen  beschouwden  de  Septuaginta  als  een  onbetrouwbare  vertaling.  Ook  kwam  de  canon  die  in  Jamnia  was  vastgesteld  niet  overeen  met  de  boeken  in  de  Septuaginta.  Deze  bevatte  enkele  extra  boeken  die  de  kerk  bleef  gebruiken,  maar  sommige  christenen  beschouwden  die  eerder  als  een  soort  aanvulling  op  het  Oude  Testament  dan  als  deel  ervan.  Origenes  ging  hierover  ten  rade  bij  joodse  rabbijnen  en  concludeerde  dat  de  extra  boeken  -  bekend  als  ‘deuterocanoniek’  of  ‘van  de  tweede  canon’ -  niet  helemaal  canoniek  waren,  hoewel  ze  nog  steeds  gebruikt  mochten  worden.  Eind  vierde,  begin  vijfde  eeuw  besloten  de  pausen  Damasus  en  Innocentius   I  dat  de  deuterocanonieke  boeken  volledig  deel  uitmaakten  van  de  canon  van  het  Oude  Testament.  Vanaf  die  tijd  tot  in  de  middeleeuwen  werden  de  boeken  over  het  algemeen  gezien  als  deel  van  de  canon,  hoewel  er  altijd  mensen  waren  die  er  moeite  mee  hadden  om  ze  te  gebruiken,  omdat  ze  ontbraken  in  de  joodse  canon.  Let  wel,  de  volgorde  van  de  teksten  in  het  christelijke  Oude  Testament,  dat  eindigt  bij  de  dreigende  profetie  van  Maleachi  over  een  vloek  op  hen  die  niet  willen  onderkennen  dat  de  profeet  Elia  terugkeert  ( Maleachi  3,23-24 ),  verschilt  van  die  van  de  Hebreeuwse  Bijbel,  die  besluit  met  2  Kronieken  36  vers  23  met  een  oproep  om  naar  de  tempel  van  de  Heer  in  Jeruzalem  te  gaan.

Wordt  vervolgd.

Doden bij aardbevingen Afghanistan

Foto

Tell A Friend

Print

Tip De Redactie

 

Zoals je ziet buiten in de natuur.
De een keer word het vernietigd door de mens, de andere keer door water en vuur.
Het was toch niet goed als het water en vuur, elkander niet kon verdelgen.
Maar dit was toch ook in een Maria boodschap vermeld.

Want wat gaven de zieners de mensheid aan.
De wereld zal een ogenblik stil blijven staan.
Dat is de dag van de splitsing van het goed en kwaad.
Als men dit mee zou maken, dan wist je met jezelf echt geen goede raad.

Dat deze dag maar nooit aan zal gaan breken.
Breng dan je licht naar de Goddelijk Vrede.
Anders komen we er niet onderuit.
Je zult zeggen waarom die angst doorgeven aan jong en oud.

Wil de mens zich wel buigen, en dit wel aannemen.
Indien niet, die mens raakt in grote problemen.
Aanvaard daarom de Goddelijke wereld.
Dan ben je een en al liefde, ook als het leven zodanig verandert.

Dan ben je als martelaar opgenomen door het licht, als het toch een aanvang aan gaat nemen.
Als je niet meer op tijd kunt nemen de benen.

Lieve Moeder Maria,

Omdat U door God bent aangesteld tot Koningin van de laatste tijden, en in U de macht is gelegd om de grondvesting van het Rijk Gods op aarde te voltooien, stort ik het zaad van mijn gaven, talenten en vermogens voor Uw voeten uit. Wil het bekrachtigen met het zegel van Uw oneindige verdiensten, opdat ik dit zaad langsheen mijn levenspad moge uitstrooien om zieleakkers te bevruchten met de kiemen der heiligheid.

Machtige Meesteres van de zielen, wakker toch in mij het vuur aan dat mij dag na dag op tocht zal zenden, brandend van verlangen om U en de God van het Heil te dienen met de vurige inzet van al mijn werken.

Leer mij, mijzelf te verloochenen in de offerande van al mijn dagen aan U, want al mijn handelingen worden tot zuiver goud wanneer zij door U bezield zijn.

Zie, ik werp mij in totale overgave aan Uw voeten neer opdat al mijn wereldse verlangens door U getemd zouden worden en ik nog slechts zou leven tot bevrediging van Uw wil en tot verwezenlijking van Uw intenties voor Gods Rijk.

Wil mij sterken door de diepe vrede van mijn eenheid met Uw Hart, opdat ik geen ander verlangen meer zou kennen dan de begroeting van het uur waarin al het geschapene aan Uw voeten ligt in de voltooiïng van Gods Plannen en Werken.
AMEN.

O Jezus, enige Messias van God,

Door U is Gods Licht in de wereld neergedaald, maar de wereld heeft het niet aangenomen.

Zalig de zielen die hun hart voor U hebben geopend om de duisternis uit zich te laten verbannen, want hen behoort het Rijk der Hemelen. Zij zullen het Land van Liefde, Vrede en Gelukzaligheid erven.

Daarom belijd ik vandaag dat ik voor altijd Uw volgeling wil zijn.

Wil mij tekenen met Uw Kruis, opdat de duisternis moge zien dat ik een kind van het Licht ben.

Ik wijd mij toe aan Uw Goddelijk Hart, opdat de oneindige verdiensten van Uw Heilige Wonden en Uw Kostbaar Bloed mij mogen bevrijden uit de ver-woestende greep van het kwaad en de zonde.

O Lam Gods, wil U over mij ontfermen, alle dagen van mijn leven, opdat ik niet zou dwalen en nooit de weg naar de Schaapsstal moge verliezen.

Goddelijke Verlosser van de mensheid, ik vertrouw mijn levensweg aan U toe, opdat hij zoals Uw Kruisweg moge leiden naar mijn verheerlijking bij de Eeuwige Vader, en ook ik een kleine verlosser van zielen moge worden. Dan zal ook mijn graankorrel worden tot zaad voor het Rijk van Jezus Chris-tus op aarde.
AMEN.

Hemelse raad III

Uit Profetische Stemmen nummer 66 van juni 2002

Gebed ter ere van Jezus' Heilige Wonden

1. Zeer krachtig is het volgende gebed ter ere van al de Heilige Wonden van Jezus. Men bidde dit bij voorkeur dagelijks. Het gebed leent zich er goed voor om in de nacht te worden gebeden, vooral dan als men wakker ligt. Het is extra krachtig, als het > s-nachts om drie uur wordt gebeden, dat is immer het uur van de duivel. Behalve de bekende vijf kruiswonden, worden daarin óók de andere wonden van Jezus ge-noemd, dat zijn al de wonden, welke Hij in zijn stil en openbaar leven, en tijdens de lijdenstijd, heeft gedragen. Ook andere vormen van Jezus = lijden worden vermeld. Deze wonden en vormen van lijden zijn door Hem zelf aan diverse zieners bekend gemaakt, en werden hier in één gebed bijeengeplaatst.

2. Er bestaan een korte en een lange versie van dit gebed. De vermeldingen van de wonden zijn bij beide gebeden hetzelfde, echter bij de lange vorm worden bij elke aanroep een Onze Vader en een Weesgegroet toegevoegd. Om Onze Lieve Vrouw te eren als Moeder van Smarten en als Medeverlossenares kan men tevens telkens een aanroeping tot Haar toevoegen. Komt men echter in tijdnood, dan kan men het Onze Vader en het Weesgegroet, en/of de aanroepingen tot Onze Lieve Vrouw, weglaten, en alleen de aanroepingen van de Wonden bidden.

Heer, omwille van Uw Heilige Besnijdenis, red de zielen.

[Onze Lieve Vrouw van Smarten, bid voor de zondaars].

[Onze Vader, Weesgegroet].

Heer, omwille van de wonden ontstaan in de moestuin, en door de handzaag, red de zielen.

Heer, omwille van de Heilige Wonde aan Uw rechterhand, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilig Bloedzweet, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Wonden, ontstaan toen Gij door het zand werd gesleept, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Geselwonden, red de zielen.

Heer, omwille van Uw heilig lijden als gevolg van de grove beledigingen en vernederingen, die Gij hebt ondergaan, red de zielen.

Heer, omwille van de miskenning van Uw Koningschap, en de vele Heilige Wonden ontstaan door de Doornenkroon, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Wonden onder Uw voetzolen, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Schouderwonden, red de zielen.

Heer, omwille van de pijnen en de wonden aan Uw knieën, red de zielen.

Heer, omwille van Uw geschonden gelaat, red de zielen.

Heer, omwille van Uw heilig lijden door de schimpscheuten, die U werden toegevoegd, red de zielen.

Heer, omwille van de Heilige Wonden ontstaan toen Uw klederen werden losgerukt, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Nagelwonden en de verschrikkelijke gewrichts- en zenuwpijnen, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Verlatenheid en Uw geestelijk lijden, red de zielen.

Heer, omwille van de grote benauwenissen van Uw heilige kruisdood, red de zielen.

Heer, omwille van Uw Heilige Zijdewonde en Uw gebroken Hart, red de zielen.

3. Opmerking: Men kan de aanspreking > Heer = naar wens variëren. Men zegge bijvoorbeeld: > Goede Jezus, Heer, Meester, ... = , of: > Meester, Heer, lieve Jezus, ... = , of: > Jezus, lieve Heer, ... = Men weze creatief, en bidde wat het eigen hart ingeeft.

Een mogelijk slotgebed is: A Heer Jezus, Meester, omwille van al Uw Heilig Bloed, dat Gij uit zo vele wonden hebt gestort, wees toch barmhartig, laat de zondaars zich bekeren, vooral de meest verstokte uit onze omgeving; en laat de zielen, nu in het vagevuur, bij U in vrede mogen rusten, vooral de meest verlaten zielen uit onze omgeving, waar niemand meer voor bidt. Dank U, Heer ! A

Enige bijzondere gebeden

4. Uit de Herinneringen van de zienster Lucia van Fatima komt het volgende: Opeens namen zij boven de bomen ... een licht waar, ... in de vorm van een jongeling, ... Toen hij bij ons aankwam, zei hij: 'Wees maar niet bang. Ik ben de Engel van de Vrede. Bidt met mij'. En terwijl hij neerknielde, boog hij zijn hoofd tot diep op de grond. Door een bovennatuurlijke kracht bewogen, volgden wij hem na, en herhaalden wij de woorden, die wij hem hoorden uitspreken:

Mijn God, ik geloof in U, ik aanbid U, ik hoop op U, ik bemin U. Ik vraag vergiffenis voor degenen, die niet geloven, die U niet aanbidden, die niet hopen, en U niet beminnen.

Nadat hij dit driemaal had gezegd, kwam hij overeind en zei: 'Bidt dit op de aangegeven manier. De Harten van Jezus en Maria zullen naar uw smeekbeden luisteren'. Toen verdween hij.

5. Dit gebed werd uitgebreid met woorden van eerherstel en luidt dan:

Mijn God, ik geloof in U, ik hoop op U, ik bemin U, ik aanbid U. Heer, vermeerder mijn geloof, versterk mijn hoop, geef mij steeds meer liefde, en laat mij U toch steeds vuriger aanbidden.

Ik vraag vergiffenis voor al degenen, die niet geloven, die niet hopen, die U niet beminnen, en die U niet aanbidden.

Moge mijn gebed dienen tot eerherstel voor de beledigingen u aangedaan, en moge het als plaatsvervangend gelden, zodat degenen, die U niet willen kennen, noch willen aanbidden, gered mogen worden van de eeuwige dood. Amen.

6. Het volgende gebed is gegeven door Onze Lieve Vrouw onder haar titel van "Vlam van de Goddelijke Liefde." Men bidde dit gebed voorafgaand aan de Heilige Mis, vóór de persoonlijke individuele biecht, voorafgaand aan het Rozenhoedje, en als men in twijfel over iets verkeert.

O, Heilige Geest, Ziel van mijn ziel, ik aanbid u. Ik smeek u, O Licht van de Vlam van Goddelijke Liefde, wek in mijn hart een altijdbrandend verlangen naar het vuur van de goddelijke liefde in het Onbevlekt Hart van Maria, mijn Moeder, Hulp der Christenen.

O, Heilige Geest, ontsteek deze vlam in mijn hart, opdat ik zal smachten en streven naar de goddelijke liefde van het Allerheiligst Hart van Onze Heer Jezus Christus. En door deze liefde zal ik mij willen vernederen voor de Almachtige God, zodat ik de moed zal vinden om boete te doen voor mijn zonden door te streven naar een heilig geloof en een heilige liefde, en ik voor God en de mensen zal leven in een heilige liefde.

O Heilige Geest, Ziel van mijn ziel, Licht van de Vlam van Goddelijke Liefde, verlicht, geleid, sterk en vertroost mij, zodat ik een waar en gehoorzaam kind van God zal zijn, door het Onbevlekt Hart, door de Medeverlossenares, door de Middelares van Alle Genaden.

Ik vraag u dit altijd, in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.

7. Over de derde verschijning van de Engel aan de kinderen van Fatima bericht Lucia als volgt: ... terwijl hij een Kelk in zijn hand droeg, met daarboven een Hostie, waaruit enige druppels Bloed in de Kelk dropen. Toen liet hij Kelk en Hostie in de lucht zweven, boog zich tot op de grond, en sprak drie maal het [volgende] gebed: 

Allerheiligste Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilige Geest, ik aanbid U met de grootste eerbied, en ik offer U op het allerkostbaarste Lichaam en Bloed, de Ziel en de Godheid van Jezus Christus, tegenwoordig in alle tabernakels op aarde, tot eerherstel van de beledigingen, de heiligschennissen en de onverschilligheid, waardoor Hij wordt beledigd.

En door de oneindige verdiensten van Zijn Allerheiligst Hart, en van het Onbevlekt Hart van Maria, bid ik U om bekering van de arme zondaars. [Amen.]

Dagelijks gebed tot de H. Maagd om bescherming

<3>8. Het volgende gebed, waarin de Heilige Maagd wordt aangeroepen onder de titel van Koningin van de Engelen, heeft al vele mensen degelijke bescherming gegeven:

Verheven Koningin des Hemels, hoogste Heerseres der Engelen, Gij hebt van den beginne van God de macht en de zending ontvangen om de kop van de helse slang te verpletteren. Wij smeken U nederig, zend Uw hemelse legioenen, zodat zij, onder Uw bevel en door Uw macht, de boze geesten zullen vervolgen, en ze overal zullen bestrijden, hun duistere gangen zullen beschamen, en hen in de afgrond zullen terugwerpen.

Hoogverheven Moeder Gods, breng Uw onoverwinnelijke strijdmacht in de weer tegen de afgezanten van de hel, die zich onder de mensen bevinden. Verstoor de plannen der goddelozen en beschaam allen, die het kwade willen. Verkrijg voor hen de genade van het goede inzicht en de bekering, zodat zij de Drieëne God en U de verschuldigde eer zullen brengen, en bewerk, dat overal de waarheid en het recht mogen zegevieren.

Machtige Beschermvrouwe, behoed met Uw vlammende geesten Uw heiligdommen en genadeplaatsen over de gehele wereld. Bewaak, O Lieve Vrouwe, Onze Toevlucht, door deze geesten de godshuizen en alle geheiligde plaatsen over de ganse wereld. Verhinder elke ontwijding en verguizing van het Heilig Sacrament des Altaars, zo bidden wij vol vertrouwen, en Gij zult ons zeker verhoren. De Engelen, die in Uw dienst staan, zijn immers bereid U op elk moment op Uw wenken te gehoorzamen. Zij branden van verlangen Uw bevel op te volgen, en Uw wensen te vervullen.

Hemelse Moeder, bescherm ook ons eigendom, onze woning, tegen alle aanvallen van zichtbare en onzichtbare vijanden. Laat Uw Heilige Engelen er in verblijven, en laat Uw vrede en Uw vreugde er wonen in onderwerping aan u.

Quis ut Deus ? [Wie is als God ?] Wie is als Gij, o Maria ! Gij, Koningin der Engelen, en overwinnares van Satan. O goede en zoete Moeder Maria. Gij vlekkeloze Bruid van de Koning, in wier aanschouwing de reine geesten zich verheugen, Gij zijt voor altijd onze hulp, onze liefde, en onze hoop, en Gij zult voor immer onze roem en bijstand blijven.

Heilige Aartsengel Michaël, alle Heilige Engelen en Aartsengelen, verdedigt en beschermt ons ! Amen.

9. Van bovenstaande gebed bestaat ook een wat kortere vorm, of minstens is het een korter gebed met dezelfde kenmerkende elementen.

Verheven Koningin der hemelen en heerseres over de Engelen, Gij, die van God de macht en de zending hebt ontvangen de kop van Satan te verpletteren, wij smeken U nederig hemelse legioenen te zenden om, onder uw bevelen, de duivelen te vervolgen, hen overal te bestrijden, hun driestheid in te tomen, en ze naar de afgrond terug te drijven.

Wie is aan God gelijk ?

O goede en tedere Moeder, Gij zijt immer en eeuwig onze liefde en onze hoop. O Moeder van God, zend de Heilige Engelen om ons te verdedigen en de wrede vijand verre van ons te verdrijven.

Heilige Engelen en Aartsengelen, verdedigt ons, en beschermt ons. Amen.

Eenvoudige duivelsbezwering

10. Iedere gelovige kan het volgende eenvoudige gebed, dat naar aard de boze geesten bezweert, bidden. Op de plaats van het kruisje make men een kruisteken met wijwater. Men kan deze duivelbezwering voor zichzelf, of voor een ander - ook voor hen, die ver weg zijn - uitspreken. Men kan dit doen in tijden van zware bekoringen, bij grote schrik en verwarring, bij angsten, in vlagen van wanhoop, voor het nemen van een gewichtige beslissing, of voor het aanvatten van een belangrijke taak, voor het spreken over belangrijke zaken. Men kan dit gebed bidden voor vijandig gezinde mensen, en in het bijzonder aan het ziekbed van vriend of vijand, en als iemand in stervensgevaar verkeert.

In de naam van Jezus en Maria, beveel ik u, boze geesten, verlaat mij/hem/haar/ons/hen, en deze/gene plaats, en waagt het niet terug te komen om mij/hem/haar/ons/hen kwaad te doen en te verleiden. Jezus ! Maria ! Jozef !

Heilige Aartsengel Michaël, strijd voor ons ! Heilige Engelbewaarders, bevrijdt ons van alle valstrikken van de boze vijand !

Zegening

De zegen van de Vader, de liefde van de Zoon, de kracht van de Heilige Geest, de moederlijke hulp van de Koningin des Hemels, de bijstand van de Heilige Engelen, en de voorspraak van de Heiligen, moge altijd met mij/hem/haar/ons/hen zijn, en geleide mij/hem/haar/ons/hen altijd en overal. Amen.

Redding en bescherming door de Rozenkrans

11. Onze Lieve Vrouw van de Kaap: Ik vraag eveneens aan Mijn kinderen, dat zij in kleine groepjes tezamen zouden komen om de Heilige Rozenkrans samen te bidden, tenminste één maal per week. Mijn Goddelijke Zoon zal speciale zegeningen en bescherming zenden naar die gebieden, waar dit wordt gedaan.

Franz Joseph Keiler, U. S. A., 10 mei 1990

12. Dit moet bijzonder belangrijk zijn, want Onze Heilige Moeder vroeg dit destijds door meer dan 45 zieners [verspreid] over de [gehele] wereld. Dit betekent, dat u uw familie en vrienden moet verzamelen om (tenminste) eens per week te bidden thuis, of in de kerk, met de intentie, dat uw streek beschermd zou worden.

13. Jezus: Welnu kinderen, ga nu verder met jullie gebeden ter boetedoening. En bedenk wel, één Rozenkrans per dag is het minste, Ik herhaal, dat is het minste, wat moet worden gebeden in de woning, die gespaard zal moeten worden.

Een begenadigde ziel, New York, 14 april 1984

14. Onze Lieve Vrouw: Ik vertel u nu, dat de huizen, die zullen worden gespaard, die huizen zullen zijn, waar Mijn Heilige Rozenkrans dagelijks met eerbied wordt gebeden. Ik beloof Mijn moederlijke bescherming aan die huizen, waar ten minste vijf tientjes van de Heilige Rozenkrans dagelijks worden gebeden met liefde en vol eerbied.

Een begenadigde ziel, Louisiana, U. S. A., 11 juli 1984

15. Citaat uit een artikel over Hiroshima 1945: Toen Hiroshima werd vernietigd door de eerste atoombom, werd er slechts één huishouden gespaard. Tot op de dag van vandaag (1980 ?) zijn alle 16 leden van die huishouding in leven, terwijl elke andere persoon, binnen een gebied van een mijl (ongeveer 1850 meter) van het centrum van de explosie, dood is !

Een van deze 16 mensen is Pater Hubert Schiffer. Pater Schiffer zei, dat in de loop der jaren honderden deskundigen en onderzoekers hebben onderzocht, wat er verschillend was aan dat ene huis ten opzichte van alle andere huizen, een woning, die slechts 8 straten van het middelpunt van de atoomontploffing was gelegen. En hij bevestigt, dat er slechts één ding anders was, niet meer dan één ding: In dat ene huis werd elke dag in de familiekring de Rozenkrans gebeden. In dat huis leefde men in overeenstemming met de boodschap van Fatima. 

16. Onze Lieve Vrouw: Ik vraag al onze kinderen het te proberen en [vanaf] nu [dagelijks] de Rozenkrans met 15 tientjes te bidden, vóór de komende [Grote] Waarschuwing, en Ik beloof, dat al degenen, die de volledige Rozenkrans zullen bidden, hun gezinnen zullen redden.

Veronica Lueken, Bayside, New York, 22 januari 1986

Het Doopsel der ongeborenen

17. Onze Lieve Heer heeft gevraagd, dat wij de kinderen, die in de moederschoot werden gedood, zouden dopen, en óók de kinderen, die zijn gestorven zonder te zijn gedoopt. Zo vaak als gij hen doopt - en gij kunt dit niet vaak genoeg doen - zo vaak zullen deze kleine zielen, voor wie gij het hemels koninkrijk hebt geopend, aan u worden gegeven. Dit laatste betekent, dat deze zieltjes bidden voor degenen, die hen naar de hemel deden gaan.

18. Het Doopsel der Ongeborenen

Allereerst bidde men uit Psalm 33(32),11;19:

Maar God's raadsbesluit staat in eeuwigheid vast: Wat zijn hart heeft bedacht, van geslacht tot geslacht. Om hen te redden van de dood, hen in het leven te houden bij hongersnood.

Daarna zegge men de Geloofsbelijdenis der Apostelen (De Twaalf Artikelen van het Geloof).

Dan bidde men:

Gij allen, die dood werd geboren, en die nog dood zult worden geboren, overdag en 's-nachts, gij allen, die werd gedood in de schoot van uw moeder, en nog zult worden gedood, opdat aan u allen het eeuwige leven bij Onze Heer Jezus Christus zal worden gegeven, doop ik u [men geve de dopeling een der namen Maria, Jozef, Johannes, of de naam van de heilige van de dag, terwijl men wijwater sprenkelt, en zegt] in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.

Vervolgens bidde men: Isaias 43,1:

Maar nu spreekt de Heer God, die u heeft geschapen, ... En bij uw naam heb Ik u geroepen, gij zijt de mijne !

Psalm 98(97),1:

Zingt een nieuw lied ter ere van God de Heer, want wonderen heeft Hij gewrocht.

Psalm 89(88),2:

Uw barmhartigheid, O Heer God, wil ik eeuwig bezingen.

Tenslotte bidde men:

Alleluia. Alleluia. Alleluia. O, Liefde. O, Allergrootste Liefde. O, Oneindige Liefde van God. Alleluia. Alleluia. Alleluia.

19. Als men zich rijdend in de auto bevindt, of op reis is, in bus of trein, kan men een verkorte en vereenvoudigde versie bidden, en het sprenkelen van wijwater achterwege laten. Men bidt dan éénmaal:

O Heer, ik geloof alles wat Gij hebt geopenbaard, en door de Heilige Kerk te geloven voorhoudt.

Vervolgens zegt men talloze malen:

O goede Jezus, omwille van Uw Heilig Bloed, laat heel veel zieltjes van de omgebrachte (of: onnozele, of: afgedreven, of: vermoorde) kindertjes gedoopt mogen zijn met de namen van de Heiligen van de dag, in de naam van de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest. Amen.

terwijl men tegelijkertijd met het uitspreken van de triniteitsformule met de rechterduim een kruisje maakt op de ondergrond, waarop de hand toevallig rust (bijvoorbeeld op het stuur van de auto, of op de voering van een jaszak).

Men kan aan het begin toevoegen:

Wees barmhartig, Jezus, Lieve Heer, let niet op mij, maar slechts op de liefde van Uw Heilige Moeder voor de kleintjes, omwille van ...

20. Men kan de hulp van de zieltjes, die door dit gebed naar de hemel gingen, bijvoorbeeld als volgt inroepen:

Lieve onschuldige(B) onnozele(NL) kindertjes, indien gij mede door ons gebed in de hemel zijt gekomen, zorgt/bidt er dan voor, dat .... [vul vervolgens uw intentie in].

BIJZONDERE GEBEDEN IN TIJDEN VAN NOOD

Gebed tot Sint Benedictus voor land en streek

21. Het volgende gebed tot Sint Benedictus is te bidden door alle gelovigen die het hoofd moeten bieden aan de rampen en de verschrikkelijke paniek van een ontwrichte wereld. Allen, die dit gebed met geloof en vertrouwen zullen bidden, zullen worden beschermd, en geen enkel kwaad zal hen treffen. Zij zullen onoverwinnelijk zijn door de kracht van God, die hen zal beschermen en hen voor alle onheilen zal bewaren.

22. Gebed tot de Heilige Benedictus, Patroon van Europa, te zeggen in apocalyptische tijden:

Ik smeek u, Sint Benedictus, zeer heilige en zeer grote beschermer van Europa: bescherm mijn vaderland, mijn geboortegrond, en mijn lievelingsstreek tegen alle aanvallen van Satan en zijn helse stoet.

Moge toch uw zo machtige voorspraak bij God de schrikwekkende vijandelijke scharen doen terugtrekken, de scharen, tegen dewelke wij zullen strijden met de moed van degenen, die weten, dat zij bemind en beschermd worden door de Almachtige. Amen.

Gebed tot Sint Jozef om te mogen leven

23. In oude documenten leest men:

Het onderstaande gebed [tot Sint Jozef] werd gevonden in het vijftigste jaar Onzes Heren.

Dan gaat het verder:

In 1500 werd het door de toenmalige Paus aan Keizer Karel gezonden, toen deze ten strijde trok. Al wie dit gebed leest, of het hoort, of het bij zich draagt, zal nooit een plotselinge dood sterven, noch zal hij verdrinken, noch zal vergif hem kunnen schaden. Hij zal niet in handen van de vijand vallen, noch in enig vuur verbranden, noch zal hij in een veldslag verslagen worden.

O, Heilige Jozef, Gij, wiens bescherming voor Gods troon zo groot, zo krachtig en zo stipt is, ik vertrouw U al mijn belangen en verlangens toe.

O, Heilige Jozef, sta mij toch bij door Uw machtige bemiddeling en verkrijg voor mij van Uw Goddelijke Zoon alle geestelijke zegeningen. Geef, door Jezus Christus Onze Heer, dat ik, na hier beneden op aarde Uw machtige hemelse hulp verworven te hebben, de liefderijke Vader mijn dank en mijn eerbetoon kan aanbieden.

O, Heilige Jozef, ik word niet moe U, met het slapende Kindje Jezus in Uw armen, te beschouwen. Ik durf niet te naderen terwijl Hij tegen Uw [zeer zuiver] hart rust.

Druk Hem liefdevol tegen U aan in mijn naam, kus Zijn heerlijk Hoofdje namens mij, en vraag Hem deze kus terug te willen geven, wanneer ik de laatste adem uit blaas.

Heilige Jozef, patroon van de verscheiden zielen, bid voor ons. Amen.

Gebed van de Heilige Benoît-Joseph Labre om bescherming van woning en erf

24. De Heilige Benoît-Joseph Labre ging eens heen van zekere goede mensen, die hij kende. Hij schreef een gebed in het Latijn en liet dat bij hen achter, terwijl hij hen verzekerde, dat als zij dit gebed met geloof zouden bidden, hun woning en de aanpalende huizen zouden worden beschermd tegen de bliksem, tegen brand en tegen aardbevingen. Later bleek dit gebed inderdaad de toegezegde bescherming te verlenen. Hier volgt een zo getrouw mogelijke vertaling:

Eeuwige Vader, door het Bloed van Jezus Barmhartigheid, betoon ons Uw barmhartigheid. Teken ons met het Bloed van het Geslachtofferd Lam, zoals Gij eertijds het volk van Israël hebt getekend, om het te vrijwaren van de dood. En Gij, Moeder van Barmhartigheid, O Maria, bid voor ons, verzoen ons met God, en verkrijg voor ons de genade, die wij afsmeken.

(Eer aan de Vader, Wees Gegroet).

Eeuwige Vader, door het Bloed van Jezus Barmhartigheid, betoon ons Uw barmhartigheid. Red ons van de ondergang van de wereld, zoals Gij Noë van de algemene zondvloed hebt gered. En Gij, Ark van het Heil, O Maria, bid voor ons, verzoen ons met God, en verkrijg voor ons de genade, die wij afsmeken.

(Eer aan de Vader, Wees Gegroet).

Eeuwige Vader, door het Bloed van Jezus Barmhartigheid, betoon ons Uw barmhartigheid. Verlos ons van de geselingen, die wij hebben verdiend, zoals Gij Lot hebt gered uit de brand van Sodom. En Gij, onze Voorspreekster, O Maria, bid voor ons, verzoen ons met God, en verkrijg voor ons de genade, die wij afsmeken.

(Eer aan de Vader, Wees Gegroet).

Eeuwige Vader, door het Bloed van Jezus Barmhartigheid, betoon ons Uw barmhartigheid. Troost ons in de beproevingen en in de tegenwoordige angsten, zoals Gij Job, Anna en Tobías in hun diepe smart hebt getroost. En Gij, Troosteres der Bedroefden, O Maria, bid voor ons, verzoen ons met God, en verkrijg voor ons de genade, die wij afsmeken.

(Eer aan de Vader, Wees Gegroet).

Eeuwige Vader, door het Bloed van Jezus Barmhartigheid, betoon ons Uw barmhartigheid. Gij wilt niet de dood van de zondaar, maar dat hij zich bekere en zal leven. Schenk ons door Uw barmhartigheid voldoende tijd om boete te doen, opdat wij, ons afgekeerd hebbende van de zonde, die oorzaak is van alle kwaad, en vol berouw zijnde, zullen leven in het heilige geloof, in de hoop en de liefde, en in de vrede van Onze Heer Jezus Christus. En Gij, Toevlucht van de Zondaars, O Maria, bid voor ons, verzoen ons met God, en verkrijg voor ons de genade, die wij afsmeken.

(Eer aan de Vader, Wees Gegroet).

O kostbaar Bloed van Jezus, die wij beminnen, vraag met nadruk aan Uw Hemelse Vader om barmhartigheid, vergeving, genade en vrede voor ons en voor de gehele wereld.

(Eer aan de Vader).

O Maria, onze Moeder en onze Hoop, bid voor ons en voor de gehele wereld, en verkrijg voor ons de genade, die wij vragen en ook de levenskrachtige genade van de vrede. Zo smeken Uw ongelukkige kinderen u vol angst, maar ook vol vertrouwen.

(Wees Gegroet).

Heilige Aartsengel Michaël, Sint Jozef, Sint Jan de Doper, Heilige Petrus en Paulus, alle Engelen en Heiligen in het Paradijs, helpt ons door uw machtige tussenkomst: verkrijgt voor ons de vrede, gij allen, die de eeuwige vrede geniet.

[Door Christus Onze Heer, en door Zijn Lieve Moeder, de Heilige Maagd Maria]. Amen.

Gebed tot het Heilig Kruis bij rampen en gevechten

25. Gedurende grote rampen, zoals aardbevingen, maar ook gedurende zware gevechten, kan men het volgende gebed tot het Heilig Kruis bidden [terwijl men, indien mogelijk, een kruisbeeld met corpus aanschouwt]:

Ik groet u, ik vereer u, ik omhels u, o beminnelijk Kruis van mijn Verlosser. Bescherm ons, bewaar ons, red ons. Jezus heeft u zo veel bemind. Zijn voorbeeld volgend bemin ik u. Uw heilige beeltenis kalmeert mijn angsten. Ik gevoel slechts vrede en vertrouwen.

Gegeven door:

Marie-Julie Jahenny, Blain, 17 januari 1922

Gebed tot Jezus de Heer bij hevige onweders

26. Tijdens hevige onweders kan men het volgende gebed, dat door Onze Lieve Heer is geopenbaard, bidden:

O Crux, ave, spes única ! Et verbum caro factum est.

O Jesu, victor mortis, salve nos !

O Kruis, onze enige hoop, wees gegroet ! En het Woord is vlees geworden. O Jezus, overwinnaar van de dood, red ons !

Gebed bij zwaar weer

27. Het is een zeer oude kerkelijke traditie om tijdens zwaar weer, zoals hevige onweders, het begin van het Evangelie van Sint Jan (de proloog of voorrede 1,1-14;16-18), te bidden:

In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alles is door Hem geworden, en zonder Hem is er niets geworden, van hetgeen er geworden is. In Hem was leven, en dit Leven was het licht der mensen. En dat Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan.

Er kwam een mens, door God gezonden, Johannes was zijn naam. Deze kwam om te getuigen, om getuigenis te geven van het Licht, opdat allen door hem zouden geloven. Niet hijzelf was het licht, maar hij moest getuigen van het Licht.

Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Het was in de wereld, en de wereld was door Hem ontstaan, maar toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen ontvingen Hem niet. Allen echter, die Hem ontvingen, stelde Hij in staat kinderen Gods te worden, hen, die in zijn Naam geloven. En zij zijn niet uit bloed, noch uit de begeerte van het vlees, of de wil van een man, maar uit God geboren.

[Men make een kniebuiging] En het Woord is vlees geworden, en Het heeft onder ons gewoond ! En wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, de heerlijkheid van de Eniggeborene des Vaders, vol genade en waarheid.

Uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade. Werd de wet door Mozes gegeven, de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus. Niemand heeft ooit God gezien. De Eniggeboren Zoon, die in de schoot des Vaders is, Hij heeft Hem doen kennen.

Gebed uit het Romeins Missaal bij hevige stormen

28. Boodschap aan Doornstruikje bij de grot van l'Avenir, Québec, Canada.

Onze Lieve Heer: Ook zal speciale bescherming worden verkregen iedere maal, dat het Heilig Gebed tegen stormen met vroom vertrouwen wordt gebeden. Ik vraag mijn kinderen dit Heilig Gebed iedere dag te bidden, te beginnen met het feest van mijn Kostbaar Bloed (1 juli 1994), en tot aan het feest van de Heilige Zuivering (Maria Lichtmis - 2 februari 1995).

Ik heb dit gebed op een bijzondere wijze gezegend: a a a

Onze Lieve Heer zegende het gebed driemaal en, door mijn gebedenboek heen, toonde Hij mij het gebed zonder het boek te openen. 

Doornstruikje, l'Avenir, Québec, Canada, 23 juni 1994

29. Uit het Romeins Missaal van 1962 bij hevige storm:

Gebed. Mogen de geesten der boosheid, vragen wij, Heer, verwijderd worden van uw huis; en moge het onheil van de stormwinden worden verdreven. Door Christus onze Heer. Amen.

Orátio. A domo tua, quæ´sumus, Dómine, spiritáles nequítiæ repellántur: et aëriárum discédat malígnitas tempestátum. Per Christum Dóminum nostrum. Amen.

Satan markeerde elke zonde in mijn blanke ziel met een zwarte vlek. Alleen bij mijn eerste Heilige Communie heb ik een goede biecht gehad. Sindsdien heb ik de Heer nooit meer op een waardige manier ontvangen.

Mijn godslasterlijk gedrag ging zover dat ik zei: “Wat is dat voor onzin, het Allerheiligste Sacrament? Stel je voor dat God zich bevindt in een stukje brood of in een kelk.” Zover ging mijn godslastering.

Nooit voedde ik mijn ziel en, om het nog erger te maken, ik had constant kritiek op de priesters.

Je had moeten zien hoeveel pijn me deze confrontatie deed.

Sinds mijn prilste jeugd hoorde ik in mijn familie, te beginnen met mijn vader, kritiek uiten op de priesters. Men zei dat ze rokkenjagers waren die meer geld hadden dan wij. En wij, kinderen, herhaalden dat.

En de Heer zei: “Wie zijn jullie dat jullie mijn gezalfden veroordelen?” “Voor de gezondheid van een priester moet worden gebeden door de gemeenschap. Men moet van hem houden en hem steunen. Als een priester in zonde valt, is zijn gemeenschap daarvoor verantwoordelijk, en niet de priester.”

En de Heer toonde me hoeveel kwaad ik aanrichtte toen ik op een dag over een priester rondvertelde dat hij homoseksueel was. Het was ronduit beschamend. Daarom vraag ik nu lever geen kritiek maar: BID ! ! !

Het vierde gebod: 'Vader en moeder zult gij eren.'

Zoals ik al gezegd heb toonde de Heer mij reeds mijn ondankbaarheid ten aanzien van mijn ouders. Ik deed er mijn beklag over dat ze mij vele dingen niet konden geven; dingen die mijn vrienden wel hadden. Ik was ondankbaar tegenover hen voor al wat ze voor mij gedaan hadden en ik erkende mijn moeder niet omdat ze niet van mijn niveau was. De Heer toonde me hoeveel redenen ik had om dit vierde gebod in praktijk te brengen. In feite had ik wel de dokters en apotheekkosten voor mijn ouders betaald toen die ziek werden maar, gezien ik alles uitkiende in functie van geld, had ik hen zodanig gemanipuleerd dat ze niets meer te zeggen hadden en ik hen kon uitbuiten. Het geld was mijn afgod. Het geld maakte mij verwaand en ik minachtte mijn ouders.

Het maakte me nu angstig mezelf te zien als vrouw zonder God en te zien hoe ik alles rondom mij vernietigde en bovendien toch nog dacht dat ik een heilige was.

Ik zag ook hoe mijn vader weende want niettegenstaande hij een goede vader was die me geleerd had hard te werken, ondernemend en eerbaar te zijn - want enkel wie werkt kan vooruitkomen - had hij een belangrijk detail vergeten: dat ik een ziel had en dat hij mij moest evangeliseren door zijn getuigenis. Zijn slecht voorbeeld echter deed mijn leven beginnen kantelen. Hij rookte, hij dronk en liep de vrouwen na. Mijn mama verborg haar tranen elke keer hij over andere vrouwen begon te spreken. Ik begon me op te winden van woede en wrok. Wrok leidde me naar de 'spirituele dood'.

Het wekte een beangstigende woede op, te zien hoe hij haar vernederde in het bijzijn van iedereen.

Ik kwam er niet toe mama te begrijpen en ik werd opstandig. Ik zei tegen mijn mama: “Ik zal nooit doen zoals jij want daardoor worden vrouwen beschouwd als waardeloos, zonder zelfrespect, zonder trots en laten ze met zich sollen door de mannen.” Ik zei tegen mijn vader: “Als ik groter was zou ik zulks nooit toelaten.

Nooit zou ik toelaten dat een man mij zou vernederen zoals jij mijn mama vernedert. Als een man mij ontrouw zou zijn, dan zou ik wraak nemen.” Mijn papa greep me vast en vroeg: “Hoe zou je dat doen?” Mijn vader was heel erg 'macho' en ik zei hem dat, als ik zou trouwen, en mijn man mij ontrouw zou zijn, al zou die me vastgrijpen en al kost het mij me mijn leven, ik wraak zou nemen opdat mannen zouden begrijpen hoe een vrouw lijdt als haar man haar ontrouw is.

Op een bepaalde dag suggereerde ik aan mama om papa te verlaten: “Je moet niet langer verder doen met zo'n man als hij. Kom op voor jezelf, laat hem voelen dat je iets waard bent.” Kan je je dat voorstellen; ik wou dat mijn ouders scheidden.

Maar mama antwoordde: “Neen mijn liefje, ik heb het moeilijk maar ik offer mezelf op want ik heb zeven kinderen en tenslotte toont je vader dat hij een goede vader is; Ik zou niet weg kunnen gaan en jullie scheiden van jullie vader.

Met zijn verdorvenheden die hem trots maken weet hij niet eens of het verdorvenheden zijn of deugden.

Bovendien, als ik zou vertrekken, wie zou dan bidden voor zijn gezondheid? Ik ben de enige die dat kan doorheen alle lasten en kwetsuren die hij me aandoet. Ik verenig ze met het lijden van Christus op het Kruis. Elke dag zeg ik tot de Heer: “Mijn pijn is niets in vergelijking met uw Kruis. Ik vraag je om ook mijn man en mijn kinderen te verlossen.” ”

Dat kon ik niet begrijpen. Ik werd rebels en begon de verdediging op te nemen van de vrouw in de maatschappij. Ik ging abortus, euthanasie, samenwonen en echtscheidingen verdedigen. Ik promootte de 'vergeldingswet'. “Wie me wat aandoet zal er voor boeten.”

Zelf ben ik nooit ontrouw geweest maar ik heb met mijn adviezen bij vele mensen veel schade berokkend.

Het vijfde gebod: “Dood niet, geef geen ergernis.”

        De Heer liet me de gruwelijke moord zien waaraan ik had deelgenomen; De meest verschrikkelijke misdaad in de ogen van de Heer: abortus. De macht die ik verkreeg door mijn financiële rijkdom had ik aangewend om voor verschillende vrouwen hun abortus te betalen. Ik verkondigde dat een vrouw het recht had te kiezen wanneer ze in verwachting wou zijn of wanneer niet.

        Ik kon nu in het 'Boek van het Leven' kijken en ik voelde me zelf sterven van spijt en schaamte want ik had onder andere een meisje van 14 jaar aanbevolen om haar kind te aborteren.

Enkele meisjes, waaronder drie van mijn nichtjes en de verloofde van een neef pleegden abortus.

Ik liet ze met mijn zus naar mij thuis komen. Ik had geld, zodat ik ze kon uitnodigen om te praten over mode, glamour en over hoe ze met hun lichaam konden pronken. Hoe heb ik ze toch uitgebuit! Minderjarigen die daarna andere zonden hebben begaan zoals de verschrikking van abortus, omdat ik hun zei dat ze geen 'simpele zielen' moesten zijn door te doen wat hun moeder hen wou aanpraten zoals, maagdelijkheid en kuisheid en nog zo van die dingen die 'voorbijgestreefd' zijn, die ingegeven zijn vanuit een Bijbel die tweeduizend jaar oud is en door priesters die weigeren zich aan te passen. Die moeders hadden het over wat de paus zei, maar de paus is zelf ook voorbijgestreefd.

Stel je voor, mijn vergiftigde ideeën die ik overdroeg aan die meisjes dat ze van hun lichaam moesten 'genieten' en 'plannen'.

Ik leerde hen 'methodes' om hun leven te organiseren om een zogenaamde 'perfecte vrouw' te worden.

Het meisje van 14 waarover ik sprak was het vriendinnetje van mijn neef. Op een dag kwam ze bij mij in mijn tandartspraktijk. Ze weende en zei: “Gloria, ik ben zelf nog een kind en ik ben in verwachting” Ik vroeg haar botweg of men haar niet geleerd had te 'plannen'. Ze zei: “Ja, maar het heeft niet gewerkt.”

De Heer zond me dit meisje opdat ik haar zou helpen en niet om haar in de afgrond te storten door abortus te plegen. Abortus is als een zware keten die zo zwaar weegt dat ze sleept en verplettert, het is een pijn die nooit ophoudt, het is de leegte die blijft na het plegen van een moord. Het is het ergste wat een kind kan overkomen.

Maar weet je wat het ergste was met dit meisje? In plaats van haar over God te spreken gaf ik haar geld om een abortus te laten plegen, ergens waar men daar 'goed' in was zodat er geen latere 'schade' zou overblijven. Op deze manier heb ik meerdere abortussen gefinancierd. Elke keer dat bloed wordt vergoten van een baby is het als een offer aan satan. Een dergelijk offer pijnigt God en doet Hem telkens huiveren.

Ik zag in het 'Boek van het Leven' hoe onze ziel gevormd wordt.

Als de zaadcel binnendringt in de eicel onstaat er een schitterend vonkje, een lichtstraal van de Zon van God de Vader. Van zodra de moederschoot bevrucht is, wordt hij verlicht met het licht van deze nieuwe ziel.

Maar wanneer deze ziel geaborteerd wordt huilt ze en kermt ze van pijn ook al heeft ze geen ogen en geen vlees.

Deze schreeuw is te horen tot in de Hemel en doet de hemel huiveren.

In de hel hoort men dezelfde schreeuw maar daar klinkt het als gejubel. Hoeveel babytjes worden er elke dag niet geaborteerd? Dat is een overwinning voor de hel.

Bij het vergieten van dit onschuldig bloed worden vanuit de hel onmiddellijk demonen naar de aarde gestuurd om de mensheid te kwellen. Zij maken de mensheid blijvend slaaf van het vlees en onderwerpen haar aan kwellingen die we elke dag erger zien worden.

Ik heb van dit bloed aan mijn handen kleven en mijn ziel die ooit zo blank was is er totaal door verduisterd. Bij de abortussen heb ik nooit zondebesef gehad. Ik vond dit goed.

Het ook triest te zien hoeveel babytjes ik gedood heb door het spiraaltje dat ik gebruikte! Ik 'plande' met het spiraaltje en het is pijnlijk te beseffen hoeveel babytjes hadden kunnen leven maar door mij uiteengespatte zonnetjes zijn geworden die met een schreeuw uit de handen van God de Vader zijn gerukt.

Het is niet te verwonderen dat ik altijd verbitterd, gefrustreerd en depressief was. Ik had mezelf omgevormd tot een moordmachine voor babytjes.

Ik werd nog somberder bij de gedachte dat ik durfde zeggen nog nooit iemand te hebben gedood.

En zeggen dat ik me over iedereen druk maakte, ik misprees iedereen, ik haatte, ik hield van niemand.

Daar was ik reeds een moordenares want iemand vermoorden doe je niet enkel met een geweerschot.

Men kan ook iemand doden door te haten en ander kwaad te doen, door iemand op stang te jagen of jaloersheid.

Het zesde gebod: “Doe nooit wat onkuisheid is.”

Mijn echtgenoot was de enige man in mijn leven; ik ben hem altijd trouw gebleven. Men toonde mij nu hoe ik steeds diep gedecolleteerd was en uitdagende panty's droeg om andere mannen te provoceren, ze op slechte gedachten te brengen en ze tot zonde aan te zetten. Meer nog, ik adviseerde vrouwen die door hun man bedrogen werden, hetzelfde te doen. In plaats van tot verzoening te komen en te vergeven propageerde ik echtscheiding. Ik besefte dus eigenlijk wel dat de zonden van het vlees verschrikkelijk waren en veroordeeld moesten worden. Ook al worden ze in de hedendaagse wereld aanvaard. Ze leiden tot dierlijk gedrag.

Jammergenoeg liet ik de hand van de Heer los, want zonden zijn in de gedachten, in de ziel en in de daden.

Het is vooral pijnlijk hoe mijn vaders' ontrouw schade toebracht aan ons, zijn kinderen. Mijn drie broers traden in de voetsporen van hun vader: macho's, vrouwenlopers, dronkaards, ... Mijn broers waren zich niet bewust van het leed dat ze bij hun kinderen veroorzaakten. Mijn vader weende bitter bij het besef dat zijn kinderen die slechte gewoonten hadden overgeërfd.

Het zevende gebod: “Vlucht het stelen en bedriegen.”

Ook hier dacht ik goed geleefd te hebben. Maar de Heer toonde me hoe verkwistend ik was omgegaan met eten, terwijl er overal in de wereld zoveel honger wordt geleden.

En God zei: “Ik had honger ... en zie wat je gedaan hebt met wat ik je heb gegeven, je hebt het verkwist; Ik had het koud en kijk wat je gedaan hebt met je verslaving aan mode en uiterlijk vertoon. Je hebt veel geld verspild aan afslankdiëten, verslaafd aan je lichaam. Je hebt je lichaam verafgod!”

Hij gaf me het gevoel dat ik medeschuldig was aan de armoede in mijn land. Hij toonde me ook dat, telkens ik kwaad sprak over iemand, hem beroofde van zijn/haar eer en dat het moeilijk is om daar op terug te komen; dat het gemakkelijker is om iemand een gestolen bankbiljet terug te geven dan iemand zijn goede naam terug te bezorgen.

Ik ontnam mijn kinderen de genade van een moeder die thuis was, teder en liefdevol, een mama die van hen hield in plaats van een mama die hen met papa achterliet bij de televisie of aan de computer met videospelletjes terwijl ze zelf naar buiten ging om 'een vrouw van de wereld' te zijn. Om mijn geweten te sussen kocht ik hen merkkledij. Verschrikkelijk was dat mij zo te zien als twijfelachtige moeder en dat terwijl mijn eigen moeder die zowat een heilige was, ons corrigeerde en van ons hield. Wat een pijnlijke ervaring.

Ik schaamde me want in het 'Boek van het Leven' zag ik alles als in een film en de kinderen zeiden: “Laat ons hopen dat mama later thuis komt en dat er files zijn want ons mama is echt irritant en ze maakt voortdurend opmerkingen.” Hoe erg, een jongetje van drie jaar en een meisje dat iets ouder is, die zoiets zeggen. Eigenlijk heb ik hun moeder gestolen en de vrede gestolen van een thuis die ik hen had moeten geven. Ik heb hun de liefde van God en de liefde tot de naaste onthouden die ze door mij hadden moeten leren kennen. Als ik mijn naaste niet bemin, bemin ik God niet.

Als ik niet barmhartig ben tegenover mijn naaste dan heb ik niets van doen met God. Want God is Liefde ...

Het achtste gebod: “Ook de achterklap en het liegen.”

Nu ga ik jullie wat vertellen over de valse getuigenissen en de leugens waarin ik een experte was geworden. Er zijn geen onschuldige leugens, alle leugen komt van satan die de vader van de leugen is. De zonden die ik bedreef met mijn tong waren werkelijk verschrikkelijk.

Als God Liefde is en ik ben haat; Wie is dan mijn vader? Dat is niet zo moeilijk. Als God mij spreekt over vergeving en liefde ten aanzien van hen die me kwaad hebben gedaan, terwijl ik zei: “Wie me wat doet zal er voor boeten” Wie was dan mijn vader? Als God Waarheid is en satan is leugen; Wie is dan mijn vader? Er zijn geen verschoningen voor leugens. Leugens zijn leugens en satan is hun vader. Ik heb gezien hoe vaak ik mensen heb gekwetst met mijn tong.

Het negende gebod: “Wees steeds kuis in uw gemoed.”

Telkens ik roddelde of kwaad vertelde over iemand of iemand een denigrerende bijnaam gaf, kwetste ik die persoon. Hoe dikwijls heb ik niet bijgedragen aan het minderwaardigheidscomplex van mensen wanneer ik bijvoorbeeld een vrouw bespotte of een bijnaam gaf omwille van haar zwaarlijvigheid ... ? Wat voor kwaad heb ik niet aangericht door dergelijke woorden kracht bij te zetten met gebaren of daden?

Nu men me examen liet afleggen over de manier waarop ik naar de tien geboden had geleefd en me mijn tekortkomingen toonde, veroorzaakt door mijn hebzucht, voelde ik me slecht. Ik dacht gelukkig te worden door veel geld te verzamelen. Rijk worden werd een obsessie. Spijtig genoeg werd het moment dat ik veel geld had vergaard, het meest ongelukkige in mijn leven, in zoverre dat ik aan zelfmoord heb gedacht. Al mijn geld maakte me innerlijk leeg, verzuurd en gefrustreerd.

Mijn inhaligheid en mijn hang naar geld was de weg die me leidde naar verdwaling en vervreemding van de weg van de Heer en me liet ontglippen uit Zijn Handen.

ACHTSTE DAG

Woorden van Onze Lieve Heer.

"Breng vandaag de zielen die in het vagevuur opgehouden worden  bij mij en dompel hen  in de afgrond van Mijn Barmhartigheid, opdat hun lijden zou gelenigd worden door de stroom van Mijn Bloed. Ook deze zielen, die aan de Goddelijke Gerechtigheid voldoen, heb Ik bovenmatig lief. Het ligt in Mijn macht hun lijden te verzachten, de Kerk biedt u daartoe een schat van aflaten en boetedoeningen. O,  indien u wist welke kwellingen zij ondergaan, dan zoudt ge voortdurend geestelijke aalmoezen voor hen willen opdragen en hun schuld aan Mijn rechtvaardigheid willen afbetalen.

Laten wij bidden voor de zielen in het vagevuur.

Zeer Barmhartige Jezus, U hebt gezegd:"Hebt medelijden zoals uw Vader medelijden heeft" (Lukas. 6, 36). Wij smeken U, verleen toegang tot Uw Barmhartig hart, aan de zielen uit het vagevuur, die U dierbaar zijn en die thans aan Gods Gerechtigheid voldoen. Moge het Water en het Bloed die uit Uw zijde vloeiden, de vlammen van het vagevuur doven, opdat ook daar de volheid van Uw Barmhartigheid wordt geopenbaard.

Onze Vader… Wees Gegroet … Glorie zij…

Eeuwige Vader, zie met erbarmen neer op de zielen die lijden in het vagevuur. Door de verdiensten van Jezus' bitter lijden en omwille van de droefheid die Zijn Goddelijk Hart toen vervulde, heb medelijden met hen die thans de straffen van Uw Gerechtigheid ondergaan. Wij weten dat Uw Goedheid en Uw Barmhartigheid grenzeloos zijn, daarom smeken wij U: wees de wonden van Uw welbeminde Zoon indachtig wanneer U Uw blikken naar deze zielen keert. Amen.

Zeg nu het Rozenhoedje op.

Door  dit  soort  manuscripten  en  zelfs  oudere (  hoewel  minder  complete )  exemplaren,  kunnen  wetenschappers  er  zeker  van  zijn  dat  de  tekst  van  de  Bijbel  die  wij  vandaag  kennen,  dezelfde  is  als  die  van  de  vroege  kerk.  Waarom  vond  men  deze  geschriften  zo  belangrijk ?  Eigenlijk  benaderden  de  kerkvaders  het  Nieuwe  Testament  op  twee  manieren.  De  boeken  waren  gezaghebbend,  omdat  men  geloofde  dat  ze  door  de  apostelen  waren  geschreven.  Met  andere  woorden ;  ze  maakten  deel  uit  van  de  ‘geloofsregel’  die  kon  worden  geraadpleegd  samen  met  de  gangbare  leer  van  de  apostolische  kerken.  Daarom  beweerde  Tertullianus  in  zijn  Proces  tegen  de  ketters,  dat  ketters  niet  enkel  de  geschriften  verkeerd  interpreteerden ;  ze  mochten  deze  helemaal  niet  lezen,  omdat  ze  ze  niet  lazen  conform  de  leer  van  de  kerken.  De  geschriften,  concludeert  Tertullianus  halsstarrig,  waren  het  eigendom  van  de  kerken  en  van  orthodoxe  christenen  als  hijzelf,  en  de  ketters  maakten  hier  misbruik  van.  Deze  houding  kon  worden  opgemaakt  uit  het  Nieuwe  Testament  zelf,  want  2  Petrus  1  vers  20  vermeld  dat  ‘geen  enkele  profetie  uit  de  Schrift  een  eigenmachtige  uitleg  toelaat’ ,  oftewel ;  Je  kunt  niet  zomaar  de  Bijbel  lezen  en  je  eigen  conclusies  trekken.  Je  moet  hem  lezen  in het  licht  van  de  leer  van  de  kerk,  waarmee  hij  een  eenheid  vormt.  Op basis  van  dit  begrip  kregen  de  geschriften  van  het  Nieuwe  Testament  hun  inherente  gezag  door  hun  verbinding  met  de  apostelen,  en  het  criterium  of  een  boek  deel  zou  moeten  uitmaken  van  de  canon  was  dat  het  daadwerkelijk  was  geschreven  door  een  apostel  of  naaste  discipel.  Er  bestond  bijvoorbeeld  veel  onenigheid  over  het  boek  Openbaring,  zelfs  nog  in  de  vierde  eeuw.  Sommigen  geloofden  dat  dit  het  werk  was  van  de  apostel  Johannes  en  zij  namen  het  op  in  de  canon ;  anderen  ontkenden  dat  het  van  hem  was  en  zij  lieten  het  erbuiten.  Dionysius,  in  de  derde  eeuw  bisschop  van  Alexandié,  bestudeerde  de  taal  en  de indeeén  van  Openbaring  en  vergeleek  ze  met  Het  Evangelie  volgens  Johannes.  Hij  concludeerde  dat  het  niet  van  dezelfde  auteur  was -  een  conclusie  waar  de  meeste  hedendaagse  geleerden  het  mee  eens  zijn,  veelal  om  dezelfde  reden -  en  daarom  nam  hij  het  niet  op  in  de  canon.  Toch  werd  deze  tekst  uiteindelijk  opgenomen  als  het  laatste  boek  van  het  Nieuwe  Testament.  De  anonieme  brief  aan  de  Hebreeen  was  ook  een  probleem.  Sommigen  geloofden  dat  Paulus  deze  had  geschreven,  maar  hier  bestond  geen  consensus  over.  Daarom  stond  men  argwanend  tegenover  dit  boek  en  werd  het  slechts  zelden  gebruikt  in  de  westerse  kerk  tot  na  de  vierde  eeuw,  toen  het  alsnog  de  canon  wist  te  bereiken.  Naast  deze  ‘geschiedkundige’  aanpak  bestond  er  een  soort  ‘spirituele’  benadering  van  het  Nieuwe  Testament.  Veel  christenen  geloofden  dat  het  niet  alleen  verslagen  betrof  van  de  overtuigingen  van  de  eerste  christenen,  maar  aantekeningen  van  God  zelf.

Wordt  vervolgd.

Niet Gods arm is te kort om ons te redden,
niet zijn oor is te doof om ons te horen.
Maar onze misdaden verduisteren het licht.
Wij plegen geweld, wij zaaien verwoesting,
de weg van de vrede kennen wij niet.
Wij wachten op licht, maar het blijft donker,
op het licht van de zon,
maar wij dolen in duisternis.
Als blinden tasten wij langs de wand,
als mensen die geen ogen hebben.
Wij struikelen op klaarlichte dag,
in de bloei van ons leven zijn wij als doden.
Scheur dan de wolken uiteen en kom,
zoals de morgenlicht het duister verdrijft.
Maak ons open voor U, de komende
en wees ons genadig.
Amen.

Meerderheid christenen gelooft niet dat satan bestaat

Bijna zes op de tien christenen in Amerika gelooft niet dat satan bestaat. Satan is, denken zij, ‘een symbool van het kwaad’, maar niet een echt bestaand wezen. Ook menen zij dat de Heilige Geest alleen maar een ‘symbool van Gods kracht’ is en niet echt bestaat. Dat blijkt uit het jongste onderzoek van de Barna Groep, een christelijk onderzoeksbureau in de Verenigde Staten. Van de ondervraagden christenen zegt 40 procent zeker te weten dat satan niet bestaat, terwijl 19 procent dat ‘vrijwel zeker’ weet. Bovendien zegt 59 procent ervan overtuigd te zijn dat de Heilige Geest in werkelijkheid niet bestaat. Van de ondervraagden wijst niet meer dan 26 procent de gedachte dat satan slechts een ‘symbool’ is, van de hand. Nog eens 9 procent neigt er toe om die gedachte af te wijzen, maar weet het allemaal niet zeker. Tegelijk zegt 64 procent van de ondervraagden dat ze van mening zijn dat christenen wel onder invloed kunnen raken van satan of van demonen. Bijna de helft (49 procent) van de ondervraagden geeft aan dat ze van mening zijn dat de Bijbel ‘van kaft tot kaft’ waar is.

Lieve Moeder Maria,

Stille Burcht van Liefde en zachtmoedigheid, Koningin van het rijk van het hart, waar de onvergankelijke Liefde woont en slechts de stilte fluistert. Als een geruisloze beek holt Uw zachte liefdegave elke rots van zelfzucht en haat uit.

Uw stilte overstemt de schreeuw van de bekoring voor al wie luistert met de oren van het hart.

O Moeder, in stille inkeer beschouwt mijn innerlijke blik U in Uw zo verheven eenvoud.

In stille toewijding huwde U met de Geest om het Woord te baren dat slechts de zuiveren zouden horen.

In de stilte van Uw Moederhart leed U onder het Kruis de smarten die geen sterveling doorgrondt, terwijl het Woord in Gods Mond terugkeerde om voor eeuwig in de stille diepte van kleine harten wortel te schieten.

In stille overgave waste U de Wonden van Hem die zweeg opdat kleine onmondigen de eeuwige Waarheid zouden verkondigen.

In stille ontboezemingen spreekt U nu in mijn hart. In een tedere blik of zacht gebaar ontvloeien U duizend woorden. Onze harten verenigen zich in de taal van de Hemelse Liefde. U leert Uw kind, Uw stille Aanwezigheid te beluisteren die de gelukzaligheid ademt die alle woorden tart en het begrip van dove zielen te boven gaat.

O Moeder, slechts in deze wereld van liefdeloosheid roepen de monden en zwijgen de harten. Doch waar harten geopend zijn, worden zielen één en laven zij zich aan dezelfde Bron.

Hoe zou ik U NIET kunnen begrijpen, U wier Bloed mijn hart bevloeit in golven van het meest onuitspreekbare gemoed dat de Vader in de tedere stilte vóór alle tijden heeft gekneed.

Lieve Moeder, wil Uw kind leiden op de eenzame weg der stille beschouwing van de eeuwige schoonheid. Moge ook mijn mond zich slechts openen om woorden van liefde, voorspraak, troost en gebed te fluisteren tot verdoofde harten die nog niet klaar zijn om de zoete stem van de Koningin van de Stilte te horen.
AMEN.

God vindt U slechts in de stilte. Stilte staat voor inkeer, rustige beschouwing in de beslotenheid van het eigen hart. Maria spreekt in de stilte, want slechts in de stilte kan vrede in Uw hart heersen. Een vredige ziel is zachtmoedig.

Hemelse raad II

Uit Profetische Stemmen nummer 65 van mei 2002

VERKEERDE INVLOEDEN TEGENGAAN

Televisie en radio

1. Zie er op toe, dat er zo weinig mogelijk televisie wordt gekeken. Het is het beste het tv-apparaat uit de woonkamer(NL) of living(B) te verwijderen. Plaats het op zolder, of in een onverwarmde, niet gebruikte, kamer op de bovenste verdieping, en kijk slechts naar het journaal, als er werkelijk belangrijk nieuws is, of doe het toestel weg, en besteed de kijktijd aan gebed. Blokkeer minstens voor iedereen het televisiekijken bij ongodsdienstige en onzedelijke programma's (de overgrote meerderheid tegenwoordig). Let op waar kinderen naar kijken. Ook zg. goede programma's over de natuur, of educatieve programma's, of mooie concerten, kunt u best missen. Onze Lieve Vrouw heeft gezegd, dat men wel het nieuws moet volgen, omdat men op de hoogte moet zijn van de lopende gebeurtenissen, maar dat geldt niet voor zg. achtergrond- en duidingsprogrammas. Omdat het nieuws door elke televisiezender sterk wordt gekleurd, kan men het beste twee of drie journaals op meerdere zenders volgen. Bedenk: Alle aandacht, die naar de tv gaat, gaat niet naar God.

2. De Heer spreekt: Je televisie en Ik zijn niet te verenigen. 

Heer, indien men zijn evenwicht wil bewaren, heeft men toch behoefte(NL) of nood(B) aan een beetje ontspanning ?

De televisie is geen ontspanning, maar het geschikte middel om zich door het verderf van ziel en geest uit zijn evenwicht te laten brengen. 

Een zienster uit de streek van Brussel, 28 juli 1973

3. Let op de radio. Want ook dat massamedium spuit heel wat ongodsdienstig en moreel vuil in uw oren, en in de oren van uw huisgenoten. Laat dit apparaat niet de ganse dag aanstaan. Het uren lang heel of half aanhoren van loos gepraat, en krijs-, jengel- of stoempmuziek is slecht voor ieders zieleheil. Ook de ganse dag naar klassieke muziek luisteren is niet aan te bevelen. In de stilte kan men met God spreken. Is er te veel geluid, en te veel afleiding, dan gaat dat niet.

Lectuur

4. Zorg er voor dat er geen slechte lectuur in uw huis kan komen. Verwijder kranten, weekbladen, maandbladen en alle tijdschriften met ongodsdienstige verhalen en onzedelijke foto's en voorstellingen. Abonneer u daar niet op. Haal die niet in huis. Zie er op toe welke tijdschriften kinderen lezen. Men hoeft echt niet alle kranten en bladen bij te houden om op de hoogte te zijn van wat in God's ogen belangrijk is. Bedenk, dat ook tijdschriften, die het materialisme bevorderen door slechts zuiver materiële zaken en overdreven luxe aanprijzen, zoals bijvoorbeeld vele bladen voor woninginrichting en buitenlandse reizen, niet gewenst zijn.

5. Verwijder ook alle zedelijk slechte en anti-godsdienstige boeken en tijdschriften, die misschien nog ergens in huis liggen. Let er op welke boeken en tijdschriften de kinderen bewaren. Beoordeel alles naar de maatstaven der christelijke zedelijkheid, en naar het nut voor het heil der zielen. Alles wat de ongodsdienstigheid, het materialisme, het werelds gedrag, en de overdreven luxe, bevordert, is verwerpelijk vanuit traditioneel katholiek oogpunt.

Wandversieringen

6. Verwijder uit uw huis alle onzedelijke, aanstootgevende en ongodsdienstige schilderijen, foto's, platen, posters, beeldjes, beelden, e.d. Bezie kritisch alle schilderijen, prenten, platen en posters aan de muren, ook en vooral op de kamers van kinderen en jongeren. Beoordeel alles naar de maatstaven der christelijke zedelijkheid en wellevendheid.

7. Of een fotograaf, schilder of beeldhouwer een knap vakman is, doet er niet toe; het gaat er om wat deze met zijn gaven heeft gedaan. De Satan is ook knap, maar slechts in het kwade. Houd grote opruiming(NL) of grote kuis (B) in uw woning wat alle afbeeldingen betreft. Let alleen op het godsdienstig karakter en op het nut voor het zieleheil.

8. Hang overal in huis kruisbeelden, plaats overal Mariabeelden en Maria-ikonen, vrome en godsdienstige platen, ikonen van de Heer, de Engelen en de heiligen, plaats of hang overal beelden en godsdienstige afbeeldingen. Zorg er voor, dat al die voorwerpen zijn gewijd door een priester. Zorg dat er in elk vertrek (NL), in elke plaats (B), minstens één vrome afbeelding te zien is. Indien mogelijk voorzie dan elk vertrek ook van een gewijd palmtakje van Palmzondag.

De tijdgeest bestrijden

9. Stel u te weer tegen de heersende tijdgeest van zogenaamde vooruitgang en vernieuwing, van met de tijd meegaan, tegen de jacht naar bezit, genot, eer en macht. Verzet u tegen teugelloze vrijheid. Duld niet zwijgend de zonde in uw omgeving. Sluit uw ogen niet voor de zonden van uw kinderen of familieleden. Blijf goed noemen, wat goed is, en kwaad, wat zonde is. Zwijg niet, als u zou moeten spreken. Maar als gij spreekt, doe dit dan met liefde en zachtmoedigheid. Oordeel niet over het innerlijk van anderen, oordeel niet over de intentie of de bedoeling van uw naasten, maar benoem slechts de zondige daad als zondig.

10. Vermijd bezoek aan bioscoop, theater, vergaderingen, bijeenkomsten, e.d., waar men godsdienstige zaken bespot, het geweld predikt, de teugelloosheid bevordert, sexuele vrijheden opeist, de mensen opzweept, enz. Dat gebeurt heden vrijwel overal, dus heel vaak zult gij niet van huis behoeven te gaan. Wees geen lid van verenigingen, vakbonden, groeperingen, e.d., die al dergelijke, in feite onchristelijke, zaken nastreven en bevorderen.

Bedenk verder, dat vele films, op de televisie en in de bioscoop, ook zg. mooie oude films, opnieuw werden bewerkt (met subliminale programmering, waardoor er vreemde extra beeldjes tussen in werden geplaatst, die de kijker onbewust opneemt), waardoor deze bewerkte films een funeste invloed hebben op de menselijke geest. Kijk er niet naar, koop geen video's, ook niet van oude films, want u haalt het satanisme in huis zonder dat u het weet.

11. Laat doemdenken en pessimisme nimmer de overhand krijgen. Overtuig uw omgeving ervan, dat de Heer de zijnen zal bewaren en hen zal redden, zoals Hij het immers vaak heeft beloofd. Wijs twijfelenden en tobbers op de grote aantallen hemelse boodschappen, waarin goede raad wordt gegeven om alle moeilijkheden, zelfs zware besmettelijke ziekten als de pest, te boven te komen.

Matigheid en zelftucht

12. Wees matig in het gebruik en het genot van voedsel, drank, en allerlei dingen. Bestrijd genotzucht en verslaving. Die bestaat overal waar men niet vrijwillig zonder kan. Rook niet, eet en drink met mate, wees voorzichtig met bier en wijn (vrouwen maximaal 1 à 2 glazen bier of wijn per dag, mannen maximaal 2 à 3 glazen bier of wijn per dag, minder is beter), en vermijd alle sterke alcoholhoudende dranken (sterker dan zeg 20 %). Drink ook eens enige dagen achtereen niet.

13. Bestrijd het gebruik van soft èn van hard drugs (lichte en zware ver dovende middelen) wanneer en waar u maar kunt. Van verdovende middelen valt werkelijk niets goeds te zeggen. Ook zg. soft drugs leiden tenslotte tot verslaving en geestelijke aftakeling. Hard drugs zijn op termijn altijd dodelijk, en de resulterende geestelijke ontworteling is beschamend om te zien.

14. Oefen uzelf en uw gezin in (zelf)tucht en offervaardigheid. Wees ordelijk en netjes. Bestrijd alle ongeregelde begeerten en alle wanorde. Oefen u ook af en toe in het echte vasten, dat is afzien van een flink deel (zeg een kwart of de helft) van uw normale hoeveelheid eten en drinken. Ons staan harde tijden te wachten, en men zal door de omstandigheden worden gedwongen met steeds minder genoegen te nemen. Enige oefening vooraf maakt het straks gemakkelijker.

GEBEDEN EN DEVOTIES

De gewone christelijke gebeden

15. Bidt 's-morgens bij het opstaan het morgengebed. Bidt 's-avonds voor het slapen gaan het avondgebed. Bidt steeds vóór èn ná het eten. Men vindt deze gebeden in catechismus, missaal, kerkboek, of gebedenboek (van vóór 1965). Een kort gebed of schietgebed is beter dan in het geheel geen gebed. Schietgebeden lenen zich zeer goed voor gebruik onder het werk en door de dag. Bidt zo veel mogelijk samen met uw huisgenoten, en bidt vooral samen met de kinderen. Het gebed van kinderen kan wonderen bewerken.

16. Bidt dagelijks in het gezin, in de familiekring, of met de buren, dus met zo veel mogelijk mensen verenigd, het Rozenhoedje (dat is 5 maal 10 Weesgegroeten). Het is een oude traditie om thuis in gezin of familie dagelijks een Rozenhoedje te bidden. Een goede tijd is 's-avonds na het eten, of voor het (niet te laat) slapen gaan. Gepensioneerden, bejaarden en zieken, die veel tijd hebben, kunnen drie Rozenhoedjes per dag, dat is een gehele Rozenkrans (van 3 maal 5 maal 10 Weesgegroeten) bidden, verdeeld over de dag. Raffel dit repeterende gebed niet af, maar bidt het met aandacht en met liefde. De hemel vraaagt om met het hart te willen bidden, niet slechts met de mond. Vroeger zei men: Bid met aandacht en met goede manieren; de hemel voegde er aan toe: en met het hart !

17. Bidt drie maal per dag de Engel des Heren, en in de Paastijd het Koningin des Hemels. De traditionele tijden daarvoor zijn 6 uur tot 9 uur 's-morgens, rond 12 uur 's-middags, en rond 6 uur 's-avonds. Echter, slechts één maal per dag dit gebed bidden, is beter dan helemaal niet. Doe dit dan liefst op de middag om 12 uur. Of tweemaal per dag, bijvoorbeeld 's-morgens en op de middag.

18. Bidt ook dagelijks tot Onze Lieve Vrouw, tot geliefde heiligen, tot uw patroonheilige, tot uw naamheilige, tot een heilige, die gij vereert. En bidt, liefst meermalen per dag, tot de Engelen, vooral tot uw Engelbewaarder.

19. Onze Lieve Heer: Ik zegen u, kinderkens, opdat gij hulp en vertroosting zoudt zoeken bij het Onbevlekt Hart van mijn Moeder. Klemt u vast aan haar Rozenkrans, het grote wapen door haar gegeven voor uw redding en heil, en om u sterkte te brengen. Daarmede worden alle harten tot een keten van gebed verbonden. Bidt toch haar Heilige Rozenhoedje, kinderen. Streef er naar om heilig te zijn. Houdt een smeekbede om barmhartigheid voortdurend op uw lippen, door voortdurend te bidden:

The Trumpeter (de Bazuinblazer), Verenigde Staten,

7 november 1991

Schietgebeden

20. Bidt in de loop van de dag, voorafgaand aan uw werk, en op reis of op weg naar uw werk, en onder uw werk, voortdurend schietgebeden, dat zijn korte verzuchtingen, zoals:

Mijn Jezus barmhartigheid.

Heer, laat de zondaars zich bekeren.

Geloofd zij Jezus Christus (in alle eeuwigheid). Amen.

Heer, ik bemin U.

Heer, ik aanbid u.

Adóro te, Christe, et amo te.

Ik aanbid u, o Christus, en ik bemin u.

De kerk voorbijgaand, of binnen biddend voor het Allerheiligste kan men hier aan toevoegen:

sub spécie panis.

onder de gedaante van brood.

Benedíctus Deus in sæ´cula.

Geprezen zij God in eeuwigheid.

Adóro Te, o Sancte Pater Ætérne, et amo Te.

Ik aanbid u, o Eeuwige Vader, en ik bemin u.

Adóro Te, o Sancta Trínitas, unus Deus, et amo Te.

Ik aanbid u, o Heilige Drievuldigheid, en ik bemin u.

Goede Jezus, red de zielen.

Jezus, Maria en Jozef, redt de zielen.

Als men langs een katholieke kerk komt, of deze binnengaat:

Heer, ik aanbid u onder de gedaante van brood

Heer, laat de zielen bij U mogen rusten in vrede.

Fidélium ánimæ per misericórdiam Dei requiéscant in pace. Amen.

Dat de zielen van de overleden gelovigen door de barmhartigheid van God in vrede mogen rusten. Amen.

Sint Jozef, Patroon van de stervenden, laat hem/haar een zalige dood sterven.

Goede Jezus, sta mij/ons/hen/hem/haar bij.

Heer, snel mij/ons/hen/hem/haar te hulp.

Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto, sicut erat in princípio, et nunc, et semper, et in sæ´cula sæculórum. Amen.

Eer aan de Vader, en de Zoon, en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

Tibi laus, Tibi glória, Tibi gratiárum áctio, o béata et benedícta et gloriósa Trínitas, Pater, et Fílius, et Spíritus Sanctus.

Aan U de lof, aan U de eer, aan U alle dank, o zalige en gezegende en roemvolle Drievuldigheid, Vader, Zoon, en Heilige Geest.

Als men een kapelletje of Mariabeeld voorbijgaat:

Ave, Maria.

Gegroet, Maria.

Wij groeten U, dochter van God de Vader, Moeder van God de Zoon, en Bruid van (God) de Heilige Geest.

Onze Lieve Vrouw, bid voor ons, zondaars.

Lieve Vrouwe, bescherm ons onder Uw mantel.

Lieve Vrouwe, sta mij/ons/hen/hem/haar bij.

Heilige Maagd Maria, Moeder Gods, help ons.

Benedícta tu es, Virgo Maria, Sancta Dei Génitrix.

Gezegend zijt gij, Maagd Maria, Heilige Moeder Gods.

De namen van Jezus, Maria en Jozef zijn gezegend van nu af tot in eeuwigheid.

Sint Jozef, sta ons/mij bij.

Sinte Jozef, Patroon van de reizigers, doe ons behouden in onze woning wederkeren.

Sint Jozef, Patroon van de Heilige Kerk, geef ons talrijke heilige priesters.

Heilige Engelbewaarder, help mij.

Heilige Engelbewaarder, sta mij/ons/hen/hem/haar bij.

Heilige Aartsengel Michaël, verdedig mij/ons/hen/hem/haar tegen de duivel.

Heilige Aartsengel Raphaël, geleid ons op deez' weg en op de weg des Heren.

Adiúva me, sancte Ángele.

Sta mij bij, heilige Engel.

Vigiláte super nos, sancti Ángeli.

Waakt over ons, heilige Engelen.

Heilige Benedictus, Patroon van Europa, bescherm ons.

Sancte Pater Benedícte, ora pro nobis.

Heilige Vader Benedictus, bid voor ons.

Heilige Vader Benedictus, bescherm mij/ons/hen/hem/haar.

Sint Joris, bescherm mij/ons/hen/hem/haar tegen de Satan.

Heilige Christophorus, bescherm ons onderwege, en geef, dat wij behouden in onze woning mogen wederkeren.

Heilige Pastoor van Ars, geef ons talrijke heilige priesters.

Alle heilige priesters van de Lage Landen, geef ons vele heilige priesters, laat onze kerken weer Gods huis mogen zijn, en laat onze volken weer het ware geloof mogen belijden.

Enz., enz., enz.

Opmerking: In plaats van mij/ons/hen/hem/haar kan men natuurlijk een of meer namen noemen of denken.

21. Eventueel kan men zelf andere combinaties maken. Er zijn honderden van deze korte gebeden, ook gericht tot andere heiligen. De bovenstaande zijn als voorbeeld bedoeld. Zie oude gebedenboeken en missaals. Wees creatief, en maak zelf nog andere schietgebeden. Laat uw christelijke en liefdevolle hart spreken.

De Sacramenten ontvangen

22. Ga veelvuldig naar de Heilige Mis, dat is naar een geldige Heilige Mis, niet alleen 's-zondags, maar liefst dagelijks, zolang dit nog gaat. Ga dáár waar de Heilige Mis waardig en (zo veel mogelijk) volgens de officiële liturgische boeken wordt opgedragen.

Communiceer vaak. Dagelijks als het mogelijk is. Ontvang de communie uitsluitend van de priester, en slechts op de tong, liefst geknield als dit gaat, niet op de hand, nooit uit de handen van een leek. Biecht regelmatig, liefst minstens één maal per twee à drie maanden, maar zeker met Kerstmis, met Pasen, en met Maria-Hemelvaart.

23. Onze Lieve Vrouw: Bidt, kinderkens, en brengt offers, doet boete voor uw zonden en de zonden van anderen. Doet boete voor de godslasterlijke onverschilligheid en de misbruiken ten opzichte van de Goddelijke Tegenwoordigheid van mijn Zoon, Onze Heer, in de Allerheiligste Eucharistie. Lieve kinderen, maakt dit gebrek aan liefde goed. Brengt eerherstel voor de ontwijding van zijn Goddelijke Tegenwoordigheid. Draagt uw heilige sacramentaliën, kinderen [vooral medailles]. Gaat naar de Heilige Mis zo dikwijls gij maar kunt. Bidt dagelijks het Rozenhoedje, lieve kinderen. Alle 15 tientjes, want gij zijt tot mijn kinderen uitgeroepen, gij moet meer doen [dan de gewone gelovigen].

The Trumpeter (de Bazuinblazer), Verenigde Staten,

13 mei 1992

Een moederlijke raad

24. De Moeder Gods: Bidt iedere dag een gebed van algehele toewijding tot het Heilig Hart van Jezus, tot de Heilige Geest, en tot Mijn Onbevlekt Hart. Vergeet niet een gebed tot de Engelen. Gaat, toegerust met deze gebeden, aan het werk, op weg, of wat u ook gaat doen, en waar dan ook. Vergeet niet, dat ieder kind van Maria tenminste één Rozenhoedje per dag moet bidden.

Bidt en dankt vóór èn ná het eten, en óók wanneer u [tussendoor] een appel eet, of een stuk brood, of iets eet tussen de maaltijden. Maakt dan tenminste een kruisteken over uzelf, voordat u het voedsel in uw mond steekt. Een klein kruisteken op de mond maken, is ook voldoende.

Zegent uw vijanden, bidt voor hen, dan ontwapent u ze. Wanneer u zich bedreigd voelt door de duivel, bidt dan korte en vurige gebeden, roep de Heilige Namen aan, en de Heilige Aartsengel Michaël. 

Een ware zienares (Nowra 301)

Bij duivelse bekoringen

25. Bidt tenminste één maal per dag het klein exorcisme (duiveluitdrijvingsgebed) van de Heilige Aartsengel Michaël (Nederlandse versie):

26. In tijden van bekoringen en beproevingen, waarbij men de invloed van de duivelen voelt, of vermoedt, kan men in het bijzonder en met voordeel de volgende heiligen aanroepen :

De Heilige Jozef, de schrik der duivelen.

De Heilige Aartsengel Michaël, de vorst van de Engelen, die tegen de duivels strijden, degene ook, die de duivel in God's opdracht moet binden.

De Heilige Benedictus, van oudsher bekend om zijn bijstand bij duivelse bekoringen

De Heilige Joris, die de draak versloeg, wordt door de hemel aan-geraden.

27. Een combinatiegebedje is:

Lezing uit de Handelingen der apostelen 3,11-26.
Psalmen 8,2.5.6-7.8-9.
Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 24,35-48.

Lezing uit de Handelingen der apostelen 3,11-26.

En daar hij Petrus en Johannes bleef volgen, liep al het volk verbaasd naar hen toe in de zuilengang van Sálomon.
Toen Petrus dit zag, richtte hij het woord tot het volk: Mannen van Israël, wat staat gij hierover verbaasd, of wat staart gij ons aan, als hadden wij hem door eigen kracht of vroomheid doen gaan?
De God van Abraham, van Isaäk, en Jakob, de God onzer vaderen, heeft Jesus zijn Dienaar verheerlijkt, dien gij hebt overgeleverd en voor Pilatus verloochend, toen deze besloot, Hem in vrijheid te stellen.
Gij hebt den Heilige en Rechtvaardige verloochend. Gij hebt het als een gunst verzocht, dat een moordenaar genade ontving;
maar den Leidsman ten leven hebt gij gedood. Maar God heeft Hem opgewekt uit de doden; daarvan zijn wij de getuigen.
En om het geloof in zijn Naam heeft Hij dezen man, dien gij ziet en herkent, weer krachtig gemaakt. Zijn Naam en het geloof dat Hij heeft verleend, heeft hem voor uw aller oog de volkomen genezing geschonken.
Broeders, ik weet het wel, dat gij uit onwetendheid hebt gehandeld, en uw leiders eveneens.
God heeft vervuld, wat Hij door de mond van alle profeten voorzegd had: dat zijn Christus zou lijden.
Doet boete nu en bekeert u, opdat uw zonden worden uitgewist;
opdat de tijden mogen aanbreken van ‘s Heren verkwikking, en opdat Hij Jesus doet komen, die u als de Christus is voorbestemd,
en die nu in de hemel moet blijven wonen tot aan de tijden van het herstel aller dingen, waarvan God van ouds heeft gesproken door de mond zijner heilige profeten.
Moses toch heeft gezegd: "God, de Heer, zal voor u uit uw broeders een profeet doen opstaan, aan mij gelijk; naar Hem moet gij luisteren in alles wat Hij u zegt.
En iedereen, die niet luistert naar dezen profeet, zal worden uitgeroeid uit het volk."
En al de profeten, allen, die van Sámuël af en na hem hebben gesproken, hebben ook deze dagen voorspeld.
Welnu, gij zijt de zonen van de profeten en van het Verbond, dat God met uw vaderen sloot, toen Hij tot Abraham sprak: "En in uw zaad zullen al de geslachten der aarde worden gezegend."
Tot u het eerst heeft God dus zijn Dienaar gezonden, dien Hij verwekt heeft, om u allen te zegenen, zo gij u van uw boosheid bekeert.


Psalmen 8,2.5.6-7.8-9.

Jahweh, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde! Laat mij uw glorie bezingen hoog aan de hemel:
Wat is dan een mens, dat Gij hem zoudt gedenken, Een mensenkind, dat Gij acht op hem slaat?
Toch hebt Gij hem haast tot een godheid gemaakt, Hem met glorie en luister gekroond.
Gij hebt hem gesteld over het werk uwer handen, En alles aan zijn voeten gelegd:
Al de schapen en runderen, En de beesten in het wild;
De vogels in de lucht en de vissen in zee, Al wat de paden der zeeën bewandelt.


Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 24,35-48.

Nu verhaalden ook zij, wat er onderweg was gebeurd, en hoe ze Hem hadden herkend door het breken van het brood.
Terwijl ze nog daarover spraken, stond Hij zelf in hun midden, en zeide hun: Vrede zij u.
Ze werden van schrik en vrees bevangen, en meenden een geest te zien.
Maar Hij sprak tot hen: Waarom zijt gij ontsteld, en waarom komt er twijfel op in uw hart?
Beziet mijn handen en voeten: Ik ben het zelf. Betast Mij, en ziet toe; want een geest heeft geen vlees en geen beenderen, zoals gij ziet, dat Ik heb.
En bij die woorden toonde Hij hun zijn handen en voeten.
En toen ze van blijdschap het nog niet geloofden, maar vol verbazing waren, zeide Hij hun: Hebt gij hier iets te eten?
Ze gaven Hem een stuk gebraden vis.
Hij nam het, en at er van voor hun ogen.
Hij sprak tot hen: Dit is het, wat Ik tot u heb gesproken, toen Ik nog bij u was: "Alles moet worden vervuld, wat in de Wet van Moses, in Profeten en Psalmen van Mij staat geschreven".
Toen verhelderden Hij hun inzicht, zodat ze de Schriften konden verstaan.
En Hij zeide hun: Zó staat er geschreven: dat de Christus zou lijden en op de derde dag uit de doden verrijzen;
en dat in zijn Naam bekering tot vergiffenis der zonden zou worden gepreekt aan alle volken, te beginnen bij Jerusalem.
Gij zijt de getuigen hiervan.

Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling

De Stem ondervroeg me over de tien geboden. Ze toonde aan dat ik enkel ZEI dat ik van God hield, maar dat ik eigenlijk satan aanbad. Op een dag kwam er een dame in mijn tandartsenpraktijk die me 'magische geluksbrengers' aanbood. “Ik geloof daar niet in”, zei ik haar, “maar laat ze toch maar hier, voor alle zekerheid.” In een hoek waar geen patiënten komen had ik een hoefijzer gelegd en een cactus gezet, om negatieve energieën op afstand te houden.

Wat een schande! Het deed me de balans opmaken van mijn hele leven aan de hand van de tien geboden. Het toonde me hoe mijn gedrag was geweest ten aanzien van mijn naaste. Hij toonde me hoe ik voorhield van God te houden terwijl ik me van Hem distantieerde. Voor ik atheïstisch werd zei ik: “Mijn God, ik hou van je!” Maar met dezelfde tong waarmee ik God loofde, bekritiseerde ik Hem voor de hele mensheid.

Ik had op iedereen kritiek en wees iedereen met de vinger, ik 'de heilige Gloria'. Hij toonde me dat ik zei dat ik van Hem hield maar tegelijkertijd was ik afgunstig en ondankbaar. Nooit toonde ik erkenning of liefde voor mijn ouders om wat ze voor mij gedaan hadden, voor de offers die ze gebracht hadden om mij op te voeden en mij naar de universiteit te laten gaan. Toen ik mijn diploma haalde beschouwde ik hen als minderwaardig ten aanzien van mijzelf, in zoverre dat ik me schaamde voor mijn moeder omwille van haar nederigheid en armoede.

En mijn gedrag als echtgenote; wat was me dat! De gehele dag snauwde ik mijn man af. Als hij “Goedemorgen” zei, antwoordde ik met “Waarom zou het een goede morgen zijn, het regent buiten.”

Ik ging ook de hele tijd tekeer tegen mijn kinderen. Nooit had ik medelijden getoond met mijn medemens.

En de Heer zei me: “Nooit heb je medelijden getoond met de zieken. Je hebt ze nooit bezocht, ondanks hun eenzaamheid. Je hebt geen medelijden getoond met de weeskindjes, met zovele ongelukkige kinderen.” Ik had een hart van steen!

Op het examen van de tien geboden haalde ik niet eens de helft.

Het was vreselijk onthutsend. Ik leefde in een ware chaos. En ik zei nog: “Men kan niet beweren dat ik iemand vermoord heb.” Ik deed, bijvoorbeeld, af en toe boodschappen voor behoeftigen maar dat was niet uit liefde maar omwille van mijn imago en omwille van het genoegen dat ik er aan beleefde hen te kunnen manipuleren. Ik zei hun dan bijvoorbeeld: “Je mag deze dingen hebben maar ga dan in mijn plaats naar de vergadering van de ouders en leerkrachten want ik heb geen tijd.” En zo gaf ik aan iedereen dingen om te kunnen manipuleren. Bovendien vond ik het aangenaam een heleboel mensen achter me te hebben die goed spraken over mij, de heilige die ik was. Ik bouwde een imago op.

De stem zei: “Als je een god had dan zou deze god het geld zijn! Je bent veroordeeld door het geld! Voor de 'geldgod' stort je jezelf in de afgrond en verwijder je jezelf van de ware God.”

Wij zijn inderdaad rijk geweest maar op het einde werden we insolvabel, en bedolven onder schulden.

Het tweede gebod: “Zweer niet ijdel, vloek, noch spot.”

Wanneer Hij me sprak over het tweede gebod, keek ik bedroefd naar mijn jeugd hoe ik snel begrepen had dat de leugen een excellent middel was om de straffen van mijn mama te ontlopen.

Zo begon ik hand in hand te gaan met de 'vader van de leugen' (satan) en ik werd een echte leugenaarster.

Mijn zonden namen toe in gelijke tred met de toename van mijn leugenachtigheid. Ik zag hoeveel eerbied mijn moeder had voor de Heer en zijn zeer Heilige Naam. Dus zag ik dat als een perfect wapen dat ik op godslasterlijke wijze gebruikte. Ik zei dan: “Mama, ik zweer op de Lieve God ...” en zo werd ik niet gestraft.

Stel je voor, ik betrok de Hoogheilige Naam van God voor mijn leugens, mijn gemene streken, in mijn schandalen, want ik was zo vol van zonde ...

En zie, broeders en zusters, woorden zijn nooit zonder gevolg want, als mijn moeder me niet geloofde, had ik de gewoonte om halsstarrig te zeggen: “Mama, als ik lieg, mag ik hier ter plaatse neergebliksemd worden.”

Al waren de woorden vervlogen met de tijd, de bliksem was mij niet vergeten, hij heeft me werkelijk zwaar getroffen en mij half verkoold. Enkel dank zij de Goddelijke Barmhartigheid ben ik hier.