Foto
TOESPRAAK VAN PATER PETAR
  • Deel 1
  • Deel 2
  • Deel 3
  • Deel 4
  • Deel 5
  • Deel 6
  • Deel 7
  • Deel 8
  • Deel 9
  • Foto
    Foto
    Het  logo  van  het  Bisdom  Gent  van  MG.  Van  Looy
     
    Origen
    Quantcast
    Met hulp en medewerking van John Pont is dit blog gemaakt
    HOUD UW LAMPEN BRANDEND.
         Image and video hosting by TinyPic
    For this blog to translate into language of your choice? Select your language below.
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
     2 prachtige pps-jes hierboven van Godelieve en ook Mama rechts heeft ze gemaakt
    Klik op de banner en bekijk nog veel meer moois op haar blog
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Klik op de banner hier beneden en ga eens langs bij Lenie voor nog meer moois
    Alle Ave Maria pps-jes hierboven zijn van haar
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Foto
    Wonder

    15-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG GLORIA POLO.

    Toen ik uiteindelijk door deze tunnels was viel ik eerst wanhopig op een soort van platform. Ik heb altijd gezegd dat ik een ijzeren wil had, dat niets me kon imponeren, maar mijn aardse moed heeft me tot niets gediend.

    Ik wou terug naar boven maar ik begon weer verder te dalen, dieper en dieper. Op zeker ogenbik zag ik de bodem opengaan als een gigantische, wijd opengesperde muil met daarin een immense leegte, een onpeilbare donkere afgrond.

    Het meest beangstigende van dit gapende gat was dat het in mij geen enkel gevoel van de liefde van God toeliet, geen sprankeltje hoop.

    Het had een soort van zuignappen en trok me naar beneden zonder dat ik weerstand kon bieden en ik schreeuwde verschrikkelijk.

    Ik werd bij mijn voeten gegrepen en ondanks mijn afkeer werd ik naar binnen getrokken.

    Ik wist dat als ik daarin geraakte, er geen weg terug was; mijn ziel zou er in sterven. Het was een buitengewoon pijnlijk en afschuwelijk moment.

    Mijn atheïsme verdween uit mij en ik begon naar de zielen in het vagevuur om hulp te roepen. “Zielen in het vagevuur alstublieft, haal me hier weg!” Terwijl ik zo riep voelde ik een moment van intense pijn door het besef dat er duizenden en duizenden personen in dit gat terecht waren gekomen, vooral jongeren. En met pijn realiseerde ik me dat ik opnieuw tandengeknars hoorde en verscheurend gehuil, gebrul en gekerm dat doordrong tot in het diepste van mijn wezen. Maar ook hier was de grootste kwelling de afwezigheid van God. Men kon hier niets van Gods Liefde voelen.

    Het heeft me jaren gekost om mijn tranen te leren bedwingen telkens ik terugdacht aan die ogenblikken van onbeschrijflijk lijden van die personen. Ik begreep dat de zielen van de mensen die in een wanhoopsmoment zelfmoord hadden gepleegd zich midden in deze gruwelen bevonden. Mijn God, zovele arme mensen, meestal jongeren, zo velen, wenend, vreselijk lijdend. Als deze hadden geweten wat hun wacht na hun zelfmoord, zouden ze liever een gevangenisstraf hebben ondergaan, dan deze kwelling ...

    Daarenboven werden ze geconfronteerd met het leed, de gewetenstwijfel, schuldcomplexen en de schande die over hun nabestaanden komen. Deze confrontatie is voor de gezelfmoorde zielen een nog grotere kwelling maar voor de demonen is het een genoegen de mentale pijn te verscherpen door hen extra te confronteren met het verdriet van de nabestaanden, en vooral dat God vaak verantwoordelijk wordt gesteld. Deze zielen worden het meest geholpen wanneer hun familieleden een beter leven beginnen, werken van naastenliefde verrichten, en zieken bezoeken, en vooral Heilige Missen laten opdragen voor de overledenen. Deze arme zielen in het vagevuur kunnen niets meer voor zichzelf doen. Niets, helemaal niets. Maar God kan hun lijden verlichten en verkorten door de Heilige Mis. Zo moeten wij ze helpen.

    Ik realiseerde me dus dat ik van deze zielen geen hulp kon verwachten en ik begon te schreeuwen: “Ik ben bijna een heilige; ik heb nooit gestolen, niemand gedood, ik heb voedsel gegeven aan de armen, ik heb gratis tandverzorging verstrekt aan behoeftigen; Wat doe ik hier? Ik ging 's zondags naar de H. Mis ... Ik heb in mijn hele leven niet meer dan vijf keer de zondagsmis overgeslagen! Waarom ben ik hier? Ik ben katholiek, Ik smeek jullie haal me hier uit! ! !” Iemand heeft zich vergist! ! Alstublieft, haal me hier uit. Ik verdien het om recht naar de Hemel te gaan!” Bij deze kwelling ben ik beginnen huilen: “Wie heeft toch zo'n vergissing kunnen begaan?”

    Terwijl ik zo schreeuwde dat ik katholiek was, zag ik een flauw lichtschijnsel en ik kan je vezekeren dat op die plaats, het geringste lichtschijnsel het mooiste geschenk is dat je kan krijgen. Ik zag enkele treden boven het gat een persoon staan en ik herkende mijn vader (die vijf jaar eerder overleden was).

    Er vlakbij, vier treden hoger, herkende ik mijn moeder, in gebedshouding, haar voorzijde badend in het licht. En ik begon te huilen: “Papaatje, mamaatje, alstublieft, haal me hier uit deze foltering, haal me hieruit ! ! !” Wat een pijn voelden zij toen ze mij hier zagen. Mijn vader begon te wenen en hield zijn handen trillend van verdriet voor zijn ogen“Mijn dochter, mijn dochter ...! !” Mijn moeder begon te bidden maar ik had het gevoel dat ze me hier niet uit konden halen. Mijn wanhoop werd des te groter.

    Ook begreep ik dat het door mij was dat ze hier waren om aan de Heer rekenschap af te leggen over de opvoeding die ze mij hadden gegeven en over de manier waarop ze Gods opdracht hebben volbracht om de gaven en genaden die ik van Hem had gekregen te helpen ontwikkelen. Het was hun taak geweest mij te beschermen tegen de listigheid van de duivel. Ouders zijn de hoeders van de talenten die God hun kinderen heeft toevertrouwd.

     

     

    DE TIEN GEBODEN


     

    Toen ik voor de tweede maal de hulp van mijn ouders inriep hoorde ik een stem, een lieve, zachte Stem, een Stem die, wanneer je ze hoort je hele ziel doet trillen en ze helemaal verdrinkt in liefde en vrede, en ze gaf me vrede. Die zo lieve Stem zei: “Heel goed, als je katholiek bent, noem me dan eens de tien geboden van God.” Wat schaamde ik me toen! Ik wist dat er tien geboden waren maar verder wist ik het niet, wat moet ik nu doen? Mijn moeder sprak me steeds over het eerste gebod van liefde. Uiteindelijk heb ik me bediend van het 'stokpaardje' van mama, om te zien of ik ermee uit deze toestand kon geraken.

    Vroeger dacht ik steeds de situatie onder controle te hebben met het perfecte excuus, en ik kon me altijd uit de slag trekken, zonder dat iemand merkte dat ik iets niet wist, maar hier ...

    Het eerste gebod: “Bovenal bemin één God. Daarmee gelijkgesteld: Bemin uw naaste als uzelf.”

    Hier was het helemaal anders. Ik probeerde dus: “Het eerste: bovenal bemin God en uw naaste als uzelf” “Heel goed!” en de Stem vroeg me: “En heb je van Hem gehouden?” Ik antwoordde: “Ik, ja; ik, ja; ik, ja ...” en de stem zei me: “Neen, kijk.” Wanneer de stem zei “neen” voelde ik weer de pijn van de bliksem die mijn lichaam had getroffen en ik realiseerde me dat ik totaal ontmaskerd was. De stem hernam: “Neen! ! ! Je hebt God niet boven alles bemind, en je naaste veel minder dan jezelf! Jij hebt een god gecreëerd op maat van je eigen leven, enkel wanneer je hem echt nodig had! Je knielde voor Hem, toen je arm was, toen je familie nog eenvoudig was, toen je tandarts wou worden! Toen bad je wel elke dag, en knielde je gedurende lange tijd en urenlang bad je tot God! Je smeekte Hem je uit deze armoede te halen en je te helpen tandarts te worden, om iemand te worden! Wanneer je geld nodig had, greep je direct naar de rozenkrans, “Heer, stuur mij een beetje geld”. Dat was de relatie die je had met God

    Ik moet inderdaad toegeven dat ik God zag als een geldautomaat, waar ik een rozenkransgebed in stopte en er moest maar geld in de plaats komen. Al gauw maakte de Heer het voor mij mogelijk dat ik mijn beroep kon uitoefenen en dat ik naambekendheid kreeg. En ik begon genoeg geld te verdienen en God betekende niet veel meer voor me. Naarmate ik meer op mezelf ging vertrouwen, verloor ik zelfs de minste uitdrukking van liefde voor de Heer. Dankbaar zijn? Nooit! Ik sloeg zelfs mijn ogen niet op om te zeggen: “Dank u Heer voor deze dag die U me gegeven hebt, dank U voor mijn gezondheid, voor het leven van mijn kinderen en omdat ik een dak boven mijn hoofd heb.

    Heb medelijden met hen die geen huis hebben, en zelfs geen eten, Heer!” Niets daarvan, ik was heel erg ondankbaar! Bovendien plaatste ik Hem zo laag, dat ik meer in het geluk van Mercurius en Venus geloofde dan in Hem.

    Ik was zo afgeleid door de astrologie die me wijsmaakte dat de sterren mijn leven leidden en verdwaalde in alle wereldse doctrines. Ik begon te geloven dat ik zou sterven en dat alles opnieuw zou beginnen. Ik vergat de Genade van God en dat ik de Heer bloed gekost heb.


    WORDT  VERVOLGD.

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GODS WOORD VOOR VANDAAG. ( LOURDES ).
    H. Anastasia van Rome (gedachtenis) ,   H. Basilissa van Rome (gedachtenis) ,   H. Paternus van Llanbadarn ,   NOVEEN: 6e dag Goddelijke Barmhartigheid

    Lezing uit de Handelingen der apostelen 3,1-10.
    Psalmen 105(104),1-2.3-4.6-7.8-9.
    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 24,13-35.


    Lezing uit de Handelingen der apostelen 3,1-10.

    Eens gingen Petrus en Johannes naar de tempel tegen het negende uur, het uur van het gebed.
    Daar was een man, die verlamd was van de schoot zijner moeder af, en gedragen moest worden; iedere dag zette men hem bij de tempelpoort neer, die de Schone werd genoemd, om aan de tempelbezoekers een aalmoes te vragen.
    Toen hij Petrus en Johannes zag, die juist de tempel wilden ingaan, vroeg hij hun een aalmoes.
    Tegelijk met Johannes zag Petrus hem aan, en sprak: Kijk ons eens aan.
    Hij keek hen aan, in de hoop, dat hij van hen iets zou krijgen.
    Maar Petrus sprak: Zilver of goud heb ik niet; wat ik wèl heb, geef ik u: In de naam van Jesus Christus van Názaret, sta op en ga.
    Hij nam hem bij de rechterhand, en richtte hem op. Terstond kwam er kracht in zijn voeten en enkels;
    hij sprong op en stond overeind; hij liep, en ging met hen de tempel binnen; stappend en springend verheerlijkte hij God.
    Al het volk zag hem lopen en God verheerlijken.
    Zij herkenden in hem den man, die gewoonlijk bij tempelpoort, de Schone, zat te bedelen; en ze waren heel verbaasd en ontzet, om wat er met hem was gebeurd.


    Psalmen 105(104),1-2.3-4.6-7.8-9.

    Halleluja! Looft Jahweh, verkondigt zijn Naam, Maakt onder de volken zijn daden bekend;
    Zingt en juicht Hem ter ere, En verhaalt al zijn wonderen!
    Roemt in zijn heilige Naam: Vreugd moet er zijn in de harten der Jahweh-vereerders!
    Wendt u tot Jahweh en zijn macht, Houdt niet op, zijn aanschijn te zoeken;
    Gij kinderen van Abraham, zijn dienaar; Gij zonen van Jakob, zijn vriend!
    Hij, Jahweh, is onze God; Voor heel de aarde gelden zijn wetten!
    Hij blijft zijn verbond voor eeuwig indachtig, En zijn belofte in duizend geslachten:
    Het verbond, met Abraham gesloten, De belofte, aan Isaäk gezworen.


    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Lucas 24,13-35.

    En zie, diezelfde dag waren er twee van hen op weg naar een dorp, Emmaus genaamd, dat zestig stadiën van Jerusalem ligt.
    Ze spraken met elkander over al wat er gebeurd was.
    Terwijl ze met elkander spraken en van gedachten wisselden, kwam ook Jesus er bij, en ging met hen mee.
    Maar hun ogen waren gesloten, zodat ze Hem niet erkenden.
    Hij zei hun: Wat bespreekt gij zo druk met elkaar onderweg? Verdrietig bleven ze staan;
    en een van hen, die Kléofas heette, gaf Hem ten antwoord: Zijt Gij dan vreemdeling in Jerusalem, dat Gij alleen niet weet, wat daar dezer dagen gebeurd is?
    Hij zei hun: Wat dan? Ze zeiden Hem: Het betreft Jesus van Názaret, die een profeet was, machtig in werk en in woord, voor God en voor het hele volk,
    en dien onze opperpriesters en oversten ter dood hebben overgeleverd en gekruisigd.
    Wij zelf hadden gehoopt, dat Hij het was, die Israël zou verlossen; maar met dat al is het nu reeds de derde dag, sinds dat alles gebeurd is.
    Toch hebben enige vrouwen, die bij ons behoren, ons doen ontstellen. Ze waren in de vroegte bij het graf gekomen,
    en hadden zijn lichaam niet gevonden; maar ze zijn komen zeggen, dat ze een verschijning van engelen hadden gehad, die zeiden, dat Hij leeft.
    Daarop zijn sommigen van ons naar het graf gegaan, en hebben alles bevonden, zoals de vrouwen het hadden verteld; maar Hemzelf hebben ze niet gezien.
    Nu sprak Hij tot hen: O onverstandigen en tragen van hart, dat gij niet beter gelooft aan al wat de profeten hebben gezegd.
    Moest de Christus dit alles niet lijden, en zó zijn glorie binnengaan?
    En te beginnen met Moses en al de profeten, verklaarde Hij hun, wat in heel de Schrift over Hem was voorspeld.
    Toen ze bij het dorp waren gekomen, waar ze naar toe gingen, hield Hij Zich, alsof Hij verder wilde gaan.
    Maar ze drongen bij Hem aan, en zeiden: Blijf bij ons, want het wordt avond, en de dag is al voorbij. Hij ging dus naar binnen, om bij hen te blijven.
    Nadat Hij Zich met hen aan tafel had aangelegd, nam Hij het brood, sprak een dankgebed uit, brak het, en reikte het hun toe.
    Nu gingen hun de ogen open, en herkenden ze Hem. Maar Hij verdween uit hun gezicht.
    Ze zeiden tot elkander: Brandde ons hart niet in ons, toen Hij onderweg tot ons sprak, en ons de Schriften verklaarde?
    Onmiddellijk stonden ze op, en keerden naar Jerusalem terug. Ze vonden er alle elf met hun gezellen bijeen,
    die hun zeiden: De Heer is waarachtig verrezen, en is aan Simon verschenen.
    Nu verhaalden ook zij, wat er onderweg was gebeurd, en hoe ze Hem hadden herkend door het breken van het brood.

    Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOVEEN VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID. ( DAG 6 ).

    ZESDE DAG

    Woorden van Onze Lieve Heer.

    "Breng Mij vandaag de nederige, de zachtzinnige zielen en ook de kinderzielen en dompel hen  in de oceaan van Mijn Barmhartigheid. Zij gelijken het meest op Mijn Hart, zij sterken Mij in Mijn bittere doodstrijd. Ik zag hen toen, als aardse engelen over Mijn altaren waken. Daarom stort Ik over hen overvloedig genaden uit, want alleen de nederige zielen,  in wie Ik Mijn betrouwen stel, kunnen ten  volle Mijn gaven ontvangen."

    Laten we bidden voor de kinderen en de nederigen van hart.

    Zeer Barmhartige Jezus, U hebt gezegd: "leert van Mij dat ik zacht en nederig van hart ben" (Matth. 11, 29). Verleen toegang tot Uw Barmhartig Hart aan de nederige en zachtzinnige zielen en ook aan de kinderzielen. Zij zullen met geweld de hemel inpalmen. De Hemelse Vader heeft hen op een heel bijzondere wijze lief. Zij zijn als een geurige bloementuil voor Gods troon, en de zoete geur van hun deugden is aangenaam aan God. Mogen zij steeds even dicht bij Uw Hart verblijven en onophoudelijk het hooglied van Gods liefde en Barmhartigheid zingen.

    Onze Vader… Wees Gegroet … Glorie zij…

    Eeuwige Vader, zie met erbarmen neder op de nederige en zachtzinnige zielen en ook op de kinderzielen, die bijzonder dierbaar zijn aan het Hart van Uw Zoon. Door hun aard zelf zijn zij zo gelijkend aan Jezus dat hun voorspraak bij God, "de Vader van alle troost",  onzeglijk machtig is. Dus smeken wij U, goede en Barmhartige Vader, uit liefde tot deze zielen in dewelke U al Uw welbehagen stelt, dat U heel de wereld zou zegenen, opdat allen eeuwig Uw barmhartigheid zouden prijzen. Amen.

     

    Zeg nu het Rozenhoedje op.

     


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    De  waarborg  voor  correct  geloof  was  dus  de  echtheid  van  de  traditie  van  Jezus  via  de  apostelen.  Irenaeus  was  het  hiermee  eens.  In  zijn  Tegen  Ketterijen,  stelde  Irenaeus  dat  bepaalde  kerken  deze  apostolische  traditie  heel  duidelijk  uitdroegen.  In  zijn  ogen  was  de  kerk  van  Rome,  waar  zowel  Petrus  als  Paulus  had  onderwezen,  de  allergrootste  en  hij  verklaarde  dat  ‘het  noodzakelijk  is  dat  elke kerk  het  eens  is  met  deze  kerk,  vanwege  zijn  hoogste  gezag’.  Wat  de  apostelen  hadden  overgeleverd  werd  soms  de  ‘geloofsregel’  of  de  ‘canon’  ( een  Grieks  woord  dat  ‘maatstaf’  betekent )  genoemd.  Overtuigingen  konden  worden  vergeleken  met  deze  maatstaf.  Het  gnosticisme  in  al  zijn  verschillende  vormen  doorstond  die  test  niet,  omdat  het  niet  overeenkwam  met  de  doctrines  die  werden  verkondigd  in  de  kerk  van  Rome  en  andere  apostolische  steunpunten  zoals  Jeruzalem  (  Jakobus  de  Rechtvaardige ) ,  Efeze ( Johannes )  en  Antiochié ( Paulus ). 

     

    DE  ROL  VAN  DE  HEILIGE  SCHRIFT.

    Maar  de  geloofsregel  was  niet  alleen  een  mondelinge  traditie.  In  de  tijd  van  Irenaeus  en  Tertullianus  geloofden  de  christenen  dat  zij  ook  geschriften  van  apostelen  en  hun  naaste  discipelen  bezaten  waarin  de  geloofsregel  was  opgeschreven.  Justinus  Martyr  schreef  dat  de christenen  regelmatig  ‘de  memoires  van  de  apostelen’  lazen  als  ze  bij  elkaar  kwamen ;  kennelijk  geloofden  men  dat  dit  de  gemeente  op  het  rechte  pad  hield.  In  de  tijd  van  Tertullianus  vonden  de  christen  deze  geschriften  net  zo  belangrijk  als  de  joodse  geschriften.  Tertullianus  sprak  over  ‘twee  testamenten  die  goddelijke  geschriften  zijn’ ,  en  zijn  tijdgenoot  Clemens  van  Alexandrié  was  de  eerste  die  het  had  over  ‘het  Nieuwe  Testament’  waarmee  hij  deze  verzameling  apostolische  teksten  bedoelde.  Terwijl de  Hebreeen  gebruik  maakten  van  één  collectie  oude  geschriften,  hadden  de  christenen -  het  nieuwe  Israél -  zoals  zij  zichzelf  zagen -  twee  verzamelingen,  het  Oude  en  het  Nieuwe  Testament.  Samen  zouden  de  twee  de  christelijke  Bijbel  gaan  vormen  (  zo  genoemd  naar  het  Griekse  woord  voor  ‘boek’ ).  Ze  wisten  echter  niet  zeker  welke  boeken  deel  uitmaakten  van  deze  geschreven  canon.  Volgens  Irenaeus  waren  er  vier  evangelién  die  het  leven  van  Jezus  beschreven.  Dit  zijn  de  vier  evangelién  die  wij  kennen  en  Irenaeus  schreef  ze  toe  aan  Mattheus,  Johannes  (  volgelingen  van  Jezus )  en  Marcus  en  Lucas  (  volgelingen  van  respectievelijk  Petrus  en  Paulus.  Deze  toeschrijvingen  vonden  op  zijn  vroegst  halverwege  de  tweede  eeuw  plaats ;  de  teksten  zelf  zijn  anoniem.

     

    Wordt  vervolgd.

     


    14-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIJN HEMELSE MOEDER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen  

    Gij Mijn lief kind.
    Die Mij trouw is en bij velen.
    Door al die liefde die gij geeft aan elkaar.
    Al is uw levenskruis o zo zwaar.

    Gij blijft Mij beminnen, zoals Ik Mijn Zoon steeds bemin.
    Want wie ook liefde stuurt naar een ander mensenkind.
    Zal geprezen zijn voor het Eeuwige Leven.
    Want God heeft u lief en daar blijft gij kind naar streven.

    Om later gelukkig en toch tevreden als een goddelijkmens voor uw dierbaren te mogen staan.
    De Goddelijke wereld zal u niet teleurstellen, want gij zult met Mij het Hemelse Paradijs in gaan.
    Blijf kind het leven door beleven, op de manier hoe gij Mij nu elke dag aanbid.
    Ik weet lief kind dat er innerlijk ook heel veel verdriet in je zit.

    U weet toch ook dat Ik als Moeder hevig heb moeten lijden.
    Door het aanzien van Mijn Zoon in Zijn verschrikkelijke doodstrijd.
    Zijn komende lijden had Ik al jarenlang almaar in Mijn Hart mee gedragen.
    Want Ik wist dat Mijn Zoon Jezus dat lijden op een bepaalde dag had te dragen.

    Als Moeder is dat alsof er met een dolk in je Hart wordt gestoken.
    Die pijnen wat je dan ondervind is, alsof de vlies van een geboorte opnieuw wordt doorbroken.
    Daarom kind, hef je op en blijf Mij steeds vertrouwen.
    Want ook Ik zal aan Mijn Goddelijk Woord houden.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GODS WOORD VOOR VANDAAG. ( LOURDES ).
    H. Lidwina van Schiedam (gedachtenis) ,   H. Petrus Gonzalez (gedachtenis) ,   H. Tiburtius van Rome en gezellen (gedachtenis) ,   NOVEEN: 5e dag Goddelijke Barmhartigheid

    Lezing uit de Handelingen der apostelen 2,36-41.
    Psalmen 33(32),4-5.18-19.20.22.
    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 20,11-18.


    Lezing uit de Handelingen der apostelen 2,36-41.

    Heel het huis van Israël zij er dus van doordrongen, dat God dienzelfden Jesus, dien gij hebt gekruisigd, tot Heer en Christus heeft gesteld.
    Toen ze dit hoorden, werden ze diep getroffen; en ze zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Mannen broeders, wat moeten we doen?
    Petrus zei hun: Bekeert u allen, en laat u dopen in de naam van Jesus Christus, tot vergiffenis uwer zonden; dan zult gij de gaven ontvangen van den Heiligen Geest.
    Want voor u is de belofte; ook voor uw kinderen, en voor allen die van verre zijn: voor allen, die de Heer onze God Zich zal roepen.
    Met nog veel andere woorden legde hij getuigenis af; ook vermaande hij hen, en sprak: Redt u toch uit dit bedorven geslacht.
    En zij, die zijn woord aanvaardden, ontvingen het doopsel; die dag traden er ongeveer drie duizend mensen toe.


    Psalmen 33(32),4-5.18-19.20.22.

    Want Jahweh’s woord is waarachtig, Onveranderlijk al zijn daden.
    Gerechtigheid en recht heeft Hij lief; Van Jahweh’s goedheid is de aarde vol.
    Maar het oog van Jahweh rust op hen, die Hem vrezen, En die op zijn goedheid vertrouwen:
    Om ze te redden van de dood, Ze in het leven te houden bij hongersnood.
    Onze ziel blijft opzien tot Jahweh: Hij is onze hulp en ons schild;
    Uw genade, o Jahweh, dale over ons neer, Naarmate wij op U blijven hopen!


    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 20,11-18.

    Maar Maria bleef buiten bij het graf staan wenen. Onder het wenen bukte ze zich voorover naar het graf,
    en zag er twee engelen zitten in witte gewaden, de een aan het hoofdeind, de ander aan het voeteneind van de plaats, waar Jesus’ lichaam gelegen had.
    Ze zeiden tot haar: Vrouw, waarom weent ge? Ze zei hun: Omdat men mijn Heer heeft weggenomen, en ik niet weet, waar men Hem heeft neergelegd.
    Toen ze dit had gezegd, keerde ze zich om, en zag Jesus staan; maar ze wist niet, dat het Jesus was.
    Jesus sprak tot haar: Vrouw, waarom weent ge; wien zoekt ge? In de mening, dat het de tuinman was, zeide ze Hem: Heer, zo gij Hem hebt weggehaald, zeg me, waar ge Hem hebt neergelegd, dan zal ik Hem wegdragen.
    Jesus zei haar: Maria! Ze keerde zich naar Hem toe, en zei in het hebreeuws: Rabboni; dat wil zeggen: Meester!
    Jesus sprak tot haar: Houd Mij niet vast; want nog ben Ik niet naar den Vader opgestegen. Maar ga naar mijn broeders, en zeg hun: Ik stijg op naar mijn en uw Vader, naar mijn en uw God.
    Maria Magdalena ging aan de leerlingen zeggen: Ik heb den Heer gezien; en wat Hij tot haar had gezegd.

    Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOVEEN VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID. ( DAG 5 ).

    VIJFDE DAG

    Woorden van Onze Lieve Heer.

    "Breng Mij vandaag de zielen van de afgescheiden broeders en zusters en dompel hen in de oceaan van Mijn Barmhartigheid. Tijdens Mijn bitter lijden  hebben zij Mijn lichaam en Mijn Hart verscheurd. Dat is Mijn Kerk. Maar zodra zij zich met Mijn Kerk verzoenen, genezen Mijn wonden en verlichten zij Mijn lijden.

     

    Laten wij bidden voor allen die dolen in het geloof.

    Zeer Barmhartige Jezus, U zijt de goedheid zelf, nooit weigert U het licht aan wie er om vraagt. Verleen toegang tot Uw Barmhartig Hart aan de zielen van ketters en afvalligen [1], van allen die dolen in het geloof.  Dat Uw licht hen terug tot de ene, ware Kerk brengt. Verstoot hen niet. Maar behoed hen en laat ook hen de edelmoedigheid van Uw Barmhartigheid ervaren.

     

    Onze Vader… Wees Gegroet … Glorie zij…

     

    Eeuwige vader, zie met erbarmen neer op de zielen van ketters en afvalligen, die volhardend in hun dwaling, uw gaven verspild en Uw genaden versmaad hebben. Wend Uw blikken af van hun boosheid en gedenk enkel het bitter lijden van Uw Zoon, die met zoveel aandrang tot U bad "opdat allen één zouden zijn" (Johannes  17, 21). Mogen zij zonder dralen tot die eenheid terugkeren en samen met ons Uw barmhartigheid prijzen  door alle eeuwen heen. Amen.

     

    Zeg nu het Rozenhoedje op.

     



    [1] Dit waren de oorspronkelijke woorden van Jezus.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VERVOLG GLORIA POLO.

    Op dat ogenblik hoorde ik de stem van mijn echtgenoot; hij weende en smeekte me snikkend “Gloria! Gloria! Wat is er toch gebeurd? Gloria kom terug, de kinderen, Gloria.” Ik heb hem aangekeken en ik heb zijn groot verdriet en huilen niet alleen gezien maar ook gevoeld.

    Op dit punt liet de Heer mij terugkeren naar mijn lichaam. Maar ik wou niet terug want waar ik was heerste zo’n zaligheid, wat een vrede, wat een vreugde.

    Toen begon ik toch zachtjes aan te dalen, op zoek naar mijn lichaam; dat ik levenloos zag liggen op een draagbaar in de infirmerie van de Nationale universiteit van Bogotá. Ik zag mijn lichaam omgeven door dokters die elektroschokken toedienden aan mijn hart in een poging het terug op gang te krijgen. Het duurde zeker twee-en-een half uur. Totdat het lichaam ontladen was van elektriciteit kon men niets meer doen. Het is pas daarna dat men kon beginnen met de echte poging tot reanimatie.

    Ik hield me op vlakbij mijn hoofd en ik voelde iets als een schok die me brutaal terug in mijn lichaam drukte. Ik was terug in mijn lichaam. Het had me veel pijn gedaan om terug binnen te gaan door de vonken die er van alle kanten af spatten.

    Ik voelde me zó benauwd en ingesloten en ik voelde de pijn in mijn vlees, mijn gekneusd en verbrand lichaam. Toen hoorde ik de dokters roepen: "Ze is tot bewustzijn gekomen!"

    Zij waren verheugd, maar mijn pijn was hevig.

     

    Maar de meest pijnlijke kwetsuur was die van mijn ijdelheid. Ik was een vrouw van de wereld, een kaderlid, een intellectuele, een studente, verslaafd aan haar lichaam, aan uiterlijke schoonheid en aan de mode.

    Ik turnde vier uur per dag om een slank lichaam te hebben; massages, therapieën, diëten allerhande, enzovoort.

    Het was mijn leven en routine die me vastketenden aan een cultus van lichamelijke schoonheid. Ik zei bij mezelf ”Als ik mooie borsten heb dan is dat om ze te tonen. Waarom zou ik ze verbergen?”

    Hetzelfde geldt trouwens voor mijn benen want ik was ervan overtuigd dat ik supermooie benen had en mooie borsten. De liefde voor mijn lichaam stond centraal in mijn bestaan.

    Maar nu, nu had ik geen lichaam meer, geen borsten meer, niets dan gruwelijke gaten. Mijn linkerborst was quasi helemaal verdwenen. Maar het ergste waren mijn benen die nog slechts open wonden waren, zonder vlees, totaal verbrand en zwart verkoold.

    Men had me overgebracht naar het ziekenhuis waar ik naar de spoedafdeling van het operatiekwartier werd gebracht en waar men de brandwonden begon af te schrapen en te reinigen.

     

     

    TWEEDE UITTREDING

     

    Toen ik onder narcose was is mijn ziel terug uit mijn lichaam getreden en zag ik wat de chirurgen met mijn lichaam deden. Ik was vooral bekommerd om mijn benen.

    Plotseling beleefde ik een verschrikkelijk gruwelijk moment: Heel mijn leven was ik een “dieet”-katholiek geweest. Mijn relatie met de Heer bleef beperkt tot de zondagsmis, niet meer dan 25 minuutjes. Waar de homilie het minst lang duurde ging ik want het beklemde me en ik hield het niet langer uit. Dat was mijn relatie met God.

    Allerhande aardse stromingen lieten me meedraaien met de wind. Het ontbrak mij aan geloof en daardoor ontbeerde ik de bescherming van het gebed.

    Tijdens mijn tandartsstudies hoorde ik eens een priester zeggen en bevestigen dat de hel en de duivels niet bestaan, terwijl mijn schrik voor de duivel(s) nog het enige was dat me ertoe bracht naar de kerk te blijven gaan. Toen ik die priester dat hoorde zeggen was dat voor mij een opluchting.

    Als dat waar is gaan we allemaal naar de Hemel, om het even hoe we geleefd hebben. Ik begon totaal te vervreemden van de Heer.

    Ik begon ongepaste taal uit te kramen want ik kon het kwade niet meer onderdrukken. Ik begon aan iedereen te vertellen dat de duivel niet bestond en dat hij een uitvinding was van priesters om mensen te manipuleren …

    Toen ik uitging met mijn studiegenoten verloochende ik het bestaan van God en verkondigde dat de mens het product is van de evolutie.


    Maar nu ik daar in het operatiekwartier lag werd ik echt bang. Toen zag ik uit de muren van de operatiezaal talrijke menselijke figuren opdoemen. Op het eerste zicht leken ze normaal maar ze hadden hatelijke, zielloze, angstaanjagende gezichten. Door een inzicht dat me op dat ogenblik werd gegeven, realiseerde ik me dat ik hun toebehoorde omdat de zonde een prijs heeft: Ik was hun beloning omdat ik op hun verleiding tot zonde was ingegaan. De grootste schande is de leugen die zegt dat de duivel niet bestaat en mensen doen geloven dat hij niet bestaat.

    Dat is precies de strategie van satan: mensen doen geloven dat hij niet bestaat zodat hij ongehinderd zijn kwaad in hen kan bewerken. Ik zag deze demonen naar mij komen en rond mij cirkelen om mij te komen halen. Stel je mijn schrik eens voor! …

    Mijn intellectueel en wetenschappelijk brein kon mij niet helpen.

     

    Ik wou terug in mijn lichaam maar ik botste telkens terug want mijn lichaam liet me niet meer toe.

    Ik vluchtte dus de operatiekamer uit, in de hoop mij te kunnen verbergen in één of andere hoek van het ziekenhuis maar uiteindelijk maakte ik een sprong in het niets. Ik kwam terecht in een stelsel van tunnels die naar beneden leidden. In het begin was er licht van lampen in de vorm van honingraten.

    Het was als een moeras dat krioelde van allerlei mensen. Ze zagen er verwilderd uit, ze riepen en schreeuwden, ... Er was geween en tandengeknars ... Al gauw kwam ik terecht in een tunnelstelsel waar het licht verdween tot ... het helemaal beangstigend donker werd. De donkerste plaats op aarde was daarmee vergeleken als het middaglicht. Het was een onvergelijkbare, 'bewegende' duisternis. Het was pijnlijk, gruwelijk, horror, schandelijk, en... er heerste een walgelijke stank.

    Om van te huiveren ...


    WORDT  VERVOLGD.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    DE  GRONDBEGINSELEN  VAN  DE  ORTHODOXIE.

    Velen,  zowel  christenen  als  heidenen,  gruwden  van  dit  soort  ideeén.  Irenaeus,   een  christen  uit  Anatolié  die  later  naar  Lyon  verhuisde  in  het  huidige  Frankrijk,  ging  er  tegenin.  In  Lyon  werd  hij  geconfronteerd  met  het  gnosticisme  en  rond  180  scheef  hij  een  zeer  lijvig  boek  waarin  hij  het  beschreef  en  aanviel.  Irenaeus  haatte  zo’n  beetje  alles  wat  te  maken  had  met  gnosticisme.  Hij  haatte  de  manier  waarop  gnostici  afgaven  op  de  stoffelijke  wereld,  waarin  God,  naar  zijn  idee,  zeer  geïnteresseerd  was.  Hij  haatte  de  manier  waarop  ze  Christus  splitsten  of  zijn  ware  menselijkheid  weigerden  te  erkennen.  Hij  haatte  de  manier  waarop  ze  onderscheid  maakten  tussen  de  God  van  het  Oude  Testament  en  die  van  het  Nieuwe  Testament ;  ze  zagen  het  belang  van  de  geschiedenis  niet  in.  Hij  vond  dat  het  christendom  geworteld  moest  zijn  in  zijn  joodse  verleden.  God  had  gehandeld  in  oudtestamentische  tijden  en  de  kerk  was  de  belichaming  van  zijn  beloften  aan  Abraham  en  diens  familie.  Irenaeus  vertegenwoordigde  wat  wij  het  ‘toonaangevende’ ,  niet – gnostische  christendom  kunnen  noemen.  In  tegenstelling  tot  gnostici,  met  hun  geheime  traditie  die  slechts  werd  overgeleverd  aan  ‘ingewijden’ ,  stelde  Irenaeus  dat  de  overtuigingen  van  de  kerk  voor  iedereen  toegankelijk  waren.  Door  deze  bewering  stelde  Irenaeus  de  norm  voor  wat  later  de  orthodoxie  zou  worden.  Tertullianus,  die  een  paar  jaar  later  leefde,  deed  hetzelfde,  hoewel  niet  uit  verzet  tegen  de  gnostici.  Irenaeus  en  Tertullianus  waren  het  erover  eens  dat  het  christelijk  geloof  was  begonnen  bij  Jezus.  Hij  had  de  waarheid  aan  zijn  volgelingen  onderwezen,  met  name  de  twaalf  apostelen.  Na  Pinksteren  hadden  deze  apostelen  en  andere  discipelen  het  goede  nieuws  over  de  wereld   verspreid,  onderweg  kerken  stichtend.  In  die  gemeenten  onderwezen  zij  het  evangelie  zoals  Jezus  het  hen  had  geleerd  en  ze  stelden  predikanten  en  bisschoppen  aan  om  het  werk  te  continueren  na  hun  dood.  Sindsdien  was  dat  zo  doorgegaan.  Daarmee  bestond  er  een  onafgebroken  traditie  vanaf  Jezus.  Dit  idee,  ‘apostolische  principe’ ,  was  een  hoofdzaak  voor  de  kerkvaders  en  zou  in  latere  eeuwen  uitermate  belangrijk  blijven.  Dit  betekende  dat  er  een  richtlijn  was  waaraan  overtuigingen  konden  worden  getoetst.  Zoals  Tertullianus  het  in  zijn  Proces  tegen  de  ketters  stelde ;  Het  is  duidelijk  dat  alle  doctrines  die  stroken  met  de  apostolische  kerken -  deze  mallen  en  oorspronkelijke  bronnen  van  het  geloof -  als  waar  moeten  worden  beschouwd,  aangezien  ze  ongetwijfeld  bevatten  hetgeen  die  kerken  ontvingen  van  de  apostelen,  de  apostelen  van  Christus,  Christus  van  God.  En  alle  doctrines  die  de  waarheid  van  de  kerk  en  de  apostelen  van  Christus  en  God  tegenspreken,  moeten  als  vals  worden  gezien.

     

    Wordt  vervolgd.

     

     

     


    13-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GOD BESCHERMT ZIJN VOLK MET EEN DOEL. ( WILKERSON ).
    God beschermt zijn volk met een doel Afdrukken
    God beschermde zijn volk Israël en beschermt ook in deze tijdzijn volk over de hele aarde. David Wilkerson vertelt over Gods bescherming. Hij doet dat niet zonder reden, maar met een specifiek doel. God beschermt ons op de lange reis naar onze eindbestemming: het Beloofde Land.

    "David bad: "Behoed mij, God, ik schuil bij u (Psalm 16:1)." Dit is wat hij eigenlijk zegt: "Zet een heg om mij heen. Een muur van beschermende doornstruiken. Bewaar mij en bescherm mij. Zie iedere beweging, al mijn komen en gaan." Beschermer
    David gelooft dat God de rechtvaardigen behoedt. De Bijbel zegt dat David op al zijn wegen werd geholpen en bewaard. Deze gezegende man zegt: "Nee, hij sluimert niet, hij slaapt niet, de wachter van Israël. De HEER is je wachter, de HEER is de schaduw aan je rechterhand: overdag kan de zon je niet steken, bij nacht de maan je niet schaden. De HEER behoedt je voor alle kwaad, hij waakt over je leven (Psalm 121:4-7)."

    Opnieuw spreekt David over Gods goddelijke heg, een bovennatuurlijke muur van bescherming. Hij garandeert het ons dat God zijn oog op je gericht houdt, overal waar je gaat. Inderdaad, de Heer is met ons op alle plaatsen: op het werk, in de kerk, tijdens het winkelen. Hij is met ons in de auto, bus of metro. En al die tijd houdt God ons van het kwade af.

    Mozes
    Keer op keer noemt onze God zichzelf een beschermer van zijn volk. Maar wat is het doel? Waarom beschermt de Heer ons? Dit zegt Mozes: "Daarom gebood de HEER, onze God, ons al deze wetten na te komen en ontzag voor hem te tonen. Dan zou het ons goed gaan en zou hij ons leven sparen, zoals hij tot nu toe heeft gedaan (Deuteronomium 6:24)." Mozes zegt dat God de geboden gaf om ze te bewaren en ze na te komen. Om diezelfde reden wil God ons beschermen.

    Denk aan al de manieren waarop God zijn uitverkoren volk, Israël, beschermt. Hij beschermde ze met de tien plagen in Egypte. Hij vernietigde Farao's leger in de Rode Zee. Hij genas hen van dodelijke slangenbeten in de woestijn. De mensen getuigden van de macht die God geeft aan zijn kinderen en kleinkinderen. De Heer heeft ons van al onze vijanden verlost. Hij gaf ons voedsel , water en kleding. Hij bewaarde Israël dwars door alles heen.

    Beloofde Land
    Maar waren deze mensen bewaard en beschermd om uiteindelijk te sterven in de woestijn? Mozes zegt: "Maar ons leidde hij weg uit Egypte, om ons hierheen te brengen en ons het land te geven dat hij onze voorouders onder ede had beloofd (Deuteronomium 6:23)." Mozes vroeg aan Israël: "Waarom denk je dat dit alles nodig was? Waarom denk je dat Hij koos voor jullie? Waarom heeft Hij jullie verlost van de slavernij. Waarom zegende Hij jullie, terwijl jullie het verdienden om verlaten te worden?"

    De Heer beschermt u met een doel. De Heer bewaarde Israël en zette een muur om hen heen met een specifiek doel: om ze te leiden naar een plaats. Hij leidt hen naar het Beloofde Land, de eindbestemming."



     

    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MARIA MIJN LIEFDE WIL IK U GEVEN.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen  

    Voor het Weesgegroet Moeder Maria, daar staat mijn hart open voor U.
    Maar wel gezongen door een kerkkoor gade geslagen door Uw Zoon Jezus.
    Om de liefde verder te mogen verspreiden door U Lieve Vrouwe die mijn Voorspreekster is.
    Gij die dit kind gehaald heeft uit de duisternis.

    Daar zal dit kind Uw eeuwig dankbaar voor zijn.
    Uw liefde zit nu diep in mijn hart, zo zal dit kind voor ieder blijven teder en klein.
    Mijn hart jubelt en juicht zo van verlangen.
    Om nog meer geleid te mogen worden door Uw mooie gezangen.

    Elke dag gaat Uw Rozenkransgebed liefdevol door mij heen.
    Dat dit ook de harten mag openen voor degene die bedolven zijn onder de maatschappelijke steen.
    De steen van het leven dat zwaarder en zwaarder weegt wat brengt al dat verdriet en pijn.
    Door Uw liefde kunnen ze hun harten openen, wat U als Voorspreekster doorstuurt naar mij.

    En heel deze liefde dat komt doormiddel van de Almachtige God.
    Zonder Zijn liefde blijft de ziel steken in het zware onmenselijke lot.
    Laat daarom je tranen maar eens vloeien, opdat er positieve energie er voor terug mag komen.
    Dat zal vele zielen gaan helpen, om het leven opnieuw op te kunnen bouwen.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PRIESTERSCHAP.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen  

    Wat dit kind al eerder vroeg.
    Om een oplossing te verkrijgen, al wist hij al genoeg.
    Het gegeven kwam door de Goddelijke wereld.
    Die roept mij, opdat  dit  kind  werkelijk  verandert.   

    Hij zal de liefde van God wel anders gaan beschrijven.
    Op de manier hoe de Goddelijke wereld  het mij  hebben aangewezen.
    In deze Eeuw van Christus zal dit  kind  zijn levenstaak als priester in gaan invullen.
    Maar dan door het Levensboek met een God, zo wil hij zijn levenswerk vervullen.

    Door over Zijn liefde te spreken zal Hij zeggen er is geen dood.
    Want de dood is er niet, wel zie je in de Hemelen het avondrood.
    Het leven gaat verder, daarom zal dit  kind  deze liefde verder gaan vertellen.
    Zo zullen de hellen door de liefde niet voller geraken, het zal de pijnen helen.

    Als de mens dit zal willen aannemen.
    Zal langzaamaan verdwijnen het geweld  en  zo ook opgelost worden de grote wereldse problemen.
    Jezus, Maria, zo ook Goddelijke wereld die sturen deze liefde naar mij.
    Door het verkregene, nadat hij las over Pater Pio en Medjujorge was hij ineens heel erg blij.

    Mijn tranen rolden uit mijn ogen op de grond.
    Over de liefde hoe God zich met mij verbond.
    Overweldigend kwam dit over, het voelde innerlijk aan licht en glorievol.
    En zei Maria Onze Lieve Moeder bedankt voor het verkrijgen van dit mooie gevoel.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ER WERD MIJ GEVRAAGD OM HET VERHAAL VAN MEVROUW Dra. GLORIA POLO.

    HET FASCINERENDE GETUIGENIS VAN MEVROUW Dra. GLORIA POLO

     

    Eerst dodelijk getroffen door de bliksem,

    daarna door God getroffen om het ware leven te verkondigen.

     

     

    Het begon op vrijdag 5 mei 1995 bij de Nationale Universiteit van Bogotá, Colombia,

    rond 16.30 ’s middags…..Gloria vertelt:

     

    Lieve mensen, het is werkelijk een genoegen voor mij om bij jullie te zijn en jullie deelgenoot te mogen maken van de wonderbare genade die de Heer mij heeft geschonken. De gebeurtenissen waarover ik jullie ga vertellen zijn ongeveer een twaalftal jaar geleden gebeurd in de Nationale universiteit van Bogotá (Colombia). “Ik ben tandarts en was toen 30 jaar. Ik werkte met mijn neef van 23 jaar, eveneens tandarts, aan ons proefschrift.

    Op deze regenachtige vrijdagnamiddag gingen we samen met mijn man in de richting van de universiteit om enkele boeken op te halen, die we nodig hadden.

    Mijn neef en ik liepen onder een kleine paraplu. Mijn man had een waterdichte jas en liep langs de muur van de ‘grote bibliotheek’, om zich tegen de regen te beschermen, terwijl wij twee steeds probeerden de plassen te ontwijken.

    Toen we bij een rijtje bomen kwamen en net over een grote plas sprongen werden we beiden door de bliksem getroffen. Mijn neef was op slag dood.

    De bliksem had zijn inwendige organen verbrand. Hoewel hij zo jong was, leefde hij vol overgave aan God en had hij een bijzondere verering voor het Kindje Jezus.

    Hij droeg steeds een medaille van het Kindje Jezus in een kristal van kwarts op zijn borst. Volgens de autopsie was de bliksem op de kwarts ingeslagen, had vervolgens zijn hart verkoold om dan zijn lichaam te verlaten via zijn voeten.

    Uiterlijk was er aan hem geen enkel spoor van verbranding te merken.

    Bij mij ging de bliksem door mijn arm naar binnen en verliet mijn lichaam langs mijn rechtervoet. Ik was op gruwelijke wijze verbrand over heel mijn lichaam, zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant. Bijna al mijn vlees was weggebrand, mijn borsten waren weg, en vooral aan de linkerkant had ik een groot gat; er was geen vlees meer op mijn onderlichaam, noch op mijn benen noch op mijn ribben, mijn lever was deels verkoold, mijn nieren waren sterk verbrand evenals mijn longen enz…

    “Het lichaam, dat u nu ziet, is een reconstructie door de Barmhartige God!”

     

    Ik gebruikte een spiraaltje als voorbehoedmiddel. Dat is van koper, en koper is een uitstekende elektrische geleider. Daarom waren ook mijn eierstokken verkoold. Ik had een hartstilstand en ik was praktisch levenloos. Mijn lichaam schokte zo sterk van de elektriciteit, dat men mij enige tijd niet kon aanraken.

     

     

    EERSTE UITTREDING

     

    Terwijl mijn lichaam verkoold was, had mijn ziel de mooiste en meest bijzondere ervaring: Ik, mijn ziel dus, bevond me op dat ogenblik in een prachtige tunnel van onbeschrijflijk mooi wit licht; het was genieten, een vrede, een zaligheid waarvoor geen menselijke woorden zijn om de grootsheid ervan te beschrijven; het was een buitengewone extase.

    Ik was overgelukkig, ik was gewichtloos in deze tunnel. Op het einde zag ik iets als een zon, een prachtig schitterend licht. Ik noem het 'wit' om er een kleuraanduiding aan te geven maar geen enkele aardse kleur is vergelijkbaar met dit heerlijk licht. Ik voelde de bron van alle liefde, van alle vrede…

    Terwijl ik omhoog ging realiseerde ik me dat ik gestorven was. Op dat ogenblik dacht ik aan mijn kinderen en zei: “Oh, God, mijn kinderen! Wat gaan ze denken van mij? Een moeder die zo druk bezet was dat ze nooit tijd besteedde aan hen.” Hier zag ik hoe mijn leven werkelijk was geweest en het maakte me droevig. Ik ging elke dag mijn huis uit om de wereld te veranderen en ik was zelfs niet in staat om mijn kinderen een thuis te bezorgen.

    Op dit moment dat ik de leegte ervoer voor mijn kinderen, zag ik iets moois: Mijn lichaam maakte geen deel meer uit van tijd en ruimte en ik kon iedereen gelijktijdig zien, zowel de levenden als de doden.

    Ik kon mijn overgrootouders en mijn overleden ouders omhelzen. Het was een zalig moment. Ik zag mijn grootvader en mijn overgrootvader overal. Ik omhelsde hen en iedereen die ik in mijn leven gekend had, overal en op hetzelfde ogenblik.

    Alleen wanneer ik mijn negenjarig dochtertje omhelsde schrok ik. Het was alsof zij mijn omarming voelde op de aarde.

    Er was geen notie van tijd bij dit heerlijke, mooie, onlichamelijke, moment. Toen realiseerde ik me ook dat ik de fout gemaakt had te geloven in reïncarnatie, een visie waarvan ik fervent verdedigster was geworden.

    Mijn kijk op de wereld was totaal veranderd. Op aarde maakte ik onderscheid tussen dikke mensen, magere mensen, slecht geklede mensen, lelijke mensen, enzovoort. Kortom ik had allerhande vooroordelen. Ik zag nu het innerlijke van de mens. Hoe mooi was het om het innerlijk van de mensen te zien! In de gedachten en gevoelens van mensen te kunnen kijken, terwijl ik ze omarmde.

    Ik omarmde ze allen tegelijk en intussen bleef mijn ziel hoger en hoger gaan, vervuld van vreugde. Toen voelde ik dat ik prachtig zicht kreeg over een achtergrond met een buitengewoon prachtig meer, omgeven door wondermooie bomen en bloemen. Er ging een heerlijke geur uit van deze adembenemende tuin die mij vervulde met een gevoel van liefde. Het leek nauwelijks op wat wij op aarde gewoon zijn te zien, zo innig mooi. Er waren twee bomen die een soort toegang schenen te omsluiten. Ik zag hoe mijn neef, die met mij verongelukt was, deze schitterende tuin binnenging.

    Ik wist en voelde dat het mij niet gegeven was er ook binnen te gaan...

    WORDT  VERVOLGD.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NOVEEN VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID. ( DAG 4 ).

    VIERDE DAG

    Woorden van Onze Lieve Heer.

    "Breng Mij vandaag hen, die nog niet in Mij geloven en  die Mij nog niet kennen. [1] Tijdens Mijn bitter lijden was ik ook met hen begaan, mijn Hart werd getroost door de liefde die zij in de toekomst voor Mij zouden opvatten. Dompel hen onder in de oceaan van Mijn Barmhartigheid."

     

    Laten wij bidden voor de (heidenen en de) ongelovigen.

    Zeer Barmachtige Jezus, U zijt het licht van de wereld, verleen aan de hen die nog niet in  U geloven en U nog niet kennen, toegang tot Uw Barmhartig Hart. Laat de stralen van Uw genade hen verlichten, zodat zij samen met ons, eeuwigdurend de wonderen van Uw Barmhartigheid bezingen.

     

    Onze Vader… Wees Gegroet … Glorie zij…

    Moge het licht van Uw liefde

    de zielen die in duisternis zijn verlichten.

    Geef dat deze zielen U zullen kennen

    en samen met ons Uw barmhartigheid zullen verhogen

    Eeuwige Vader, zie met erbarmen neder op de zielen (der heidenen) en van al diegenen die U nog niet kennen. Ook om hen is het Allerbarmachtigste Hart van Uw Zoon Jezus Christus bekommerd. Mogen zij geraakt worden door het licht van het Evangelie, opdat zij zouden beseffen welk groot geluk het is om U te beminnen. Mogen ook zij door de eeuwen heen de heerlijkheid van Uw Barmhartigheid prijzen. Amen

    Zeg nu het Rozenhoedje op.

     



    [1] De oorspronkelijke woorden van Jezus waren : ”de heidenen”. Vanaf Paus Johannes XXIII hebben alle pausen de omschrijving goedgekeurd.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM.

     

    Waarschijnlijk  kwam  deze  grondgedachte  voor  een  groot  gedeelte  voort  uit  het  zoroastrisme  en  mogelijk  ook  enigszins  uit  het  platonisme.  Dit  geloof  bracht  een  aantal  andere  kenmerkende  doctrines  met  zich  mee.  Ten  eerste  moesten  ze  verklaren  hoe  zo’n  slechte  wereld  kon  ontstaan ;  de goede  God  kon  hem  niet  hebben  geschapen.  Daarom  geloofden  sommigen  in  een  mindere,  een  onkundige  of  slechte  God  die  ‘Demiurg’  of  ‘Schepper’  werd  genoemd  en  de  natuurlijke  wereld  vorm  gaf.  Sommigen  ontwikkelden  een  uitgebreide  mythologie  om  te  verklaren  hoe  deze  schepper  en  de  materie  oorspronkelijk  waren  ontstaan.  Valentinus,  een  zeer  invloedrijk  gnosticus  die  leefde  in  de  eerste  helft  van  de  tweede  eeuw,  geloofde  dat  de  spirituele  wereld  eenendertig  godheden  kende,  gerangschikt  in  een  hierrarchie  van  de  allerhoogste  God,  ‘Bythos’ of  ‘Diepte’ ,  aflopend  naar  ‘Sophia’ of  ‘Wijsheid’ .  Sophia  was  ontevreden  met  haar  plaats  onderaan  de  goddelijke  ladder  en  kwam  in  opstand ;  ze  werd  gerehabiliteerd  maar  haar  ‘Passie’  werd  haar  ontnomen  en  verbannen.  Uit  deze  ‘Passie’  ontstonden  materie  en  de  Demiurg  die,  zich  niet  bewust  van  de  spirituele  wereld,  geloofde  dat  hij  God  was  en  de  fysieke  wereld  schiep.  Deze  onwetende  Schepper  was  de  ‘God’  van  het  Oude  Testament,  een  ander  wezen  dan  de  liefdevolle  Vader  van  het  Nieuwe  Testament.  Dit  zijn  inderdaad  bizarre  verhalen,  maar  ze  waren  bedoeld  om  de  waarheid  te  vertellen  over  de  menselijke  aard.  Wij  zijn  geschapen  uit  de  onvolmaakte  ‘Passie’  die  uit  de  hemel  werd  verstoten  en  dus  zijn  ook  wij  niet  volmaakt,  maar  bezitten  we  nog  steeds  een  vonkje  van  onze  hemelse  oorsprong.  Gnostici  als  Valentinus  geloofden  dat  verlossing  bestond  uit  het  ontsnappen  aan  de  slechte,  fysieke  wereld  en  die  spirituele  vonk  teruggeven  aan  het  goddelijk  rijk.  Dit  kon  pas  na  de  dood,  maar  veel  gnostici  geloofden  dat  ze  het  proces  al  konden  beginnen  door  een  ascetisch  en  sober  leven  te  leiden  met  zo  min  mogelijk  materiele  zaken.  Anderen  beredeneerden  dat,  als  de  stoffelijke  wereld  slecht  is,  het  er  niet  echt  toe  doet  wat  je  ermee  doet,  en  dus  leefden  zij  als  losbollen  zonder  enige  morele  regels.  Het  woord  ‘gnosticus’  betekent  ‘hij  die  weet’  en  gnosticisme  had te  maken  met  geheime  kennis.  Valentinus  geloofde  dat  slechts  enkele  mensen  de  spirituele  vonk  bezaten  en  daarmee  een  kans  op  verlossing  hadden ;  de  doctrines  konden  dus  alleen  aan  hen  onderwezen  worden.  Het  gnosticisme  was  een  geheime  religie  met  esoterische  kennis  en  een  belangrijke  kring  van  ingewijden ;  wederom  kan  dit  de  invloed  zijn  geweest  van  de  mysteriereligies.  Enkele  gnostici  geloofden  dat  deze  geheime  leer  van  Jezus  afkomstig  was.  Maar  wie  was  hij ?  In  ieder  geval  niet  zowel  God  als  mens,  omdat  de  goede  God  geen  slechte  materie  kon  aanraken.  Sommige  gnostici  waren  daarom  docetisten  en  beweerden  dat  Jezus  totaal  niet  stoffelijk  was.  Anderen  maakten  onderscheid  tussen  de  mens  Jezus  en  het  spirituele  wezen  Verlosser  dat  via  hem  sprak.  Jezus  was  als  Messias  gezonden  door  de  God  van  het  Oude  Testament,  de  ontwetende  Schepper.  Maar  als  je  goed  naar  hem  luisterde,  kon  je  de  boodschap  van  de  goddelijke  Verlosser  horen,  gezonden  door  de  ware,  hogere  God. 

     

    Wordt  vervolgd.

     

     


    12-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AAN ALLEN EEN ZEER PRETTIG PASEN TOEGEWENST.





    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.LATEN WE BIDDEN VOOR DE SLACHTOFFERS VAN DE AARDBEVING.







    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AARDBEVINGEN.
    AARDBEVINGEN Afdrukken
    ImageDe Wereld is opgeschrikt door aardbevingen in Italië. Cynische is dat een wetenschapper die aangaf wanneer de bevingen zouden komen, niet serieus werd genomen, werd genegeerd.

    David Wilkerson schrijft in zijn boek HET VISIOEN EN VERDER dat er een toename zal zijn van aardbevingen.
    We zien helaas door de geschiedenis heen dat waarschuwingen vaak niet ter harte worden genomen en dan is het te laat. Rampen zijn vaak aankondigingen, boodschappers van Gods oordeel. Woorden die velen wellicht niet prettig in de oren klinken. Veel gelovigen horen liever over vrede, over ervaringen, over fijne dingen. Berichten over rampen, over lijden, over vervolging worden domweg genegerd. Een soort van struisvogelpolitiek.

    In Jesaja wordt onder meer gesproken dat de aarde waggelt en wankelt. Zowel letterlijk als figuurlijk. De mens is zo verstrikt in zijn zelfgerichtheid, in zijn streven naar kennis, macht en geluk dat hij blind is voor Bijbelse feiten, blind voor de eindtijd die echt is aangebroken.

    Zelf ervoer ik heel duidelijk dat God zei: “Er komt veel turbulentie, het oude vertrouwde komt niet meer terug. Wees waakzaam, de tijden zullen snel veranderen.”

    In Amerika worden nu met rasse schreden antichristelijke wetten aangenomen en is Israël niet meer de vast vriend van weleer. Er breken weldra tijden van vervolging aan, ook voor ons hier in Europa, in Nederland.

    Laten we waakzaam zijn en heel dicht bij Hem schuilen en werken zolang het dag is want er komt een dag dat niemand werken kan.


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GODS WOORD VOOR VANDAAG. ( LOURDES ).
    H. Julius I (gedachtenis) ,   H. Zeno van Verona ,   Pasen, Verrijzenis van de Heer ,   NOVEEN: 3e dag Goddelijke Barmhartigheid

    Lezing uit de Handelingen der apostelen 10,34.37-43.
    Psalmen 118(117),1-2.16-17.22-23.
    Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Kolossenzen 3,1-4.
    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 20,1-9.


    Lezing uit de Handelingen der apostelen 10,34.37-43.

    Toen opende Petrus de mond, en sprak Nu zie ik waarachtig, dat er bij God geen aanzien van personen bestaat;
    Gij weet, wat er na het doopsel, dat Johannes gepreekt heeft, van Galilea af door heel Judea is gebeurd.
    Hoe God Jesus van Názaret met den Heiligen Geest en met kracht heeft gezalfd hoe Hij weldoende rondging en allen genas, die door den duivel werden beheerst, omdat God met Hem was.
    En wij, wij zijn getuigen van alles wat Hij gedaan heeft in het land van de Joden en in Jerusalem. Hem hebben ze aan het kruis geslagen, en gedood;
    maar God heeft Hem de derde dag opgewekt en Hem laten verschijnen:
    niet aan heel het volk, maar aan de getuigen, door God voorbeschikt: aan ons, die met Hem gegeten hebben en gedronken na zijn verrijzenis uit de doden.
    En ons heeft Hij de opdracht gegeven, aan het volk te prediken en te getuigen, dat Hij door God is aangesteld als Rechter van levenden en doden.
    Van Hem getuigen al de profeten, dat ieder. die in Hem gelooft, vergiffenis van zonden verkrijgt door zijn Naam.


    Psalmen 118(117),1-2.16-17.22-23.

    Halleluja! Brengt Jahweh dank, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig!
    Laat Israël herhalen: Zijn genade duurt eeuwig!
    Jahweh’s rechter overwint!
    Neen, ik zal niet sterven, maar leven, Om Jahweh’s daden te melden!
    De steen, die de bouwlieden hadden verworpen, Is hoeksteen geworden;
    Jahweh heeft het gedaan: Een wonder was het in onze ogen!


    Lezing uit de brief van de apostel Paulus aan de Kolossenzen 3,1-4.

    Zo gij dan met Christus verrezen zijt, zoekt dan ook naar wat hierboven is: waar Christus is, gezeten aan Gods rechterhand.
    Weest bedacht op wat daarboven is, en niet op het aardse.
    Want gij zijt dood, en uw leven is met Christus verborgen in God.
    Maar wanneer Christus, ons leven, wordt geopenbaard, dan zult ook gij geopenbaard worden in glorie, tezamen met Hem.


    Heilig Evangelie van Jezus Christus volgens Johannes 20,1-9.

    Op de eerste dag der week kwam Maria Magdalena ‘s morgens vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf, en zag de steen van het graf afgerold.
    Ze snelde daarom vlug naar Simon Petrus heen, en naar den anderen leerling, dien Jesus liefhad, en zei hun: Men heeft den Heer uit het graf genomen, en we weten niet, waar men Hem heeft neergelegd.
    Toen gingen Petrus en de andere leerling op weg, en begaven zich naar het graf.
    Ze waren samen op weg gegaan, maar de andere leerling liep sneller dan Petrus, en kwam het eerst bij het graf.
    Hij bukte zich voorover, en zag het lijnwaad liggen; maar hij ging er niet binnen.
    Nu kwam ook Simon Petrus achter hem aan, ging het graf binnen, en zag het lijnwaad liggen,
    met de zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt; deze lag niet bij het lijnwaad, maar afzonderlijk opgerold op een andere plaats.
    Nu ging ook de andere leerling binnen, die het eerst bij het graf was gekomen. En nu hij het zag, geloofde hij ook;
    want ze kenden de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan.

    Bron : Petrus Canisius bijbelvertaling



    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SPECIALE AFLATEN DIE WORDEN VERLEEND OP DE BARMHARTIGHEIDS - ZONDAG ( BELOKEN PASEN ).

    DE APOSTOLISCHE PENITENTIARIE

    DECREET

     

    AFLATEN VERBONDEN AAN DE GODSDIENSTIGE OEFENINGEN

    TER ERE VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID[1]

     

    “Uw barmhartigheid, o God, kent geen grenzen en de schat van uw goedheid is oneindig.. “(Gebed na het Te Deum) en “0 God, die uw almacht in het bijzonder openbaart door uw barmhartigheid en vergevingsgezindheid...” (Gebed van de XXVIste Zondag door het jaar), zingt nederig en getrouw onze Heilige Moeder de Kerk.

    Inderdaad: de oneindige welwillendheid van God, hetzij ten opzichte van de hele mensheid, hetzij ten opzichte van elke mens afzonderlijk, schittert op een bijzondere wijze wanneer diezelfde almachtige God de zonden en morele fouten vergeeft en wanneer de schuldigen opnieuw vaderlijk worden genoemd in zijn vriendschap, die ze terecht hadden verloren.

                    De gelovigen, wier ziel een diepe genegenheid mag ervaren, worden er om deze redenen toe opgeroepen de mysteries van de goddelijke vergeving te herdenken en ze voluit te vieren. Zij begrijpen duidelijk de grote nood, of liever de plicht om, als Godsvolk, de Goddelijke Barmhartigheid te loven met bijzondere gebedsformules en om tezelfdertijd, nadat ze met een dankbare ziel de gevraagde oefeningen hebben volbracht en aan de gestelde voorwaarden voldaan, de geestelijke voordelen te bekomen die voortvloeien uit de Schatkamer van de Kerk. “Het Paasmysterie is het hoogtepunt van deze openbaring en van de toepassing van de barmhartigheid, die in staat is de mens te rechtvaardigen, gerechtigheid te herstellen als uiting van de heilsorde die God van bij de aanvang in de mens had gewild en, via de mens, in de hele wereld.”

    (Encycliek Dives in Misericordia, nr. 7)

                    In werkelijkheid kan de Goddelijke Barmhartigheid zelfs de zwaarste zonden vergeven, maar daartoe nodigt ze de gelovigen uit tot het voelen van een bovennatuurlijke, dus niet enkel zuiver psychologische pijn over hun eigen zonden, zodat ze, steeds met de hulp van de goddelijke genade, het sterke voornemen maken om niet meer te zondigen. Deze zielsgesteltenis laat inderdaad het vergeven van doodzonden mogelijk wanneer de gelovige op vruchtbare wijze het Boetesacrament ontvangt of berouw over zijn zonden toont door een akte van volmaakte liefde met de intentie om zo vlug mogelijk het Boetesacrament te ontvangen. Inderdaad: de parabel van de verloren zoon leert dat de zondaar zijn spijt aan God moet belijden met de woorden: Vader, ik heb misdaan tegen de Hemel en tegen u; ik ben niet meer waard uw zoon te heten (Lc 15, 18-19), terwijl hij aanvoelt dat dit het werk van God is: (Hij) was dood en is levend geworden; hij was verloren en is teruggevonden (Lc 15, 32)

                    Het is daarom dat onze Opperherder Paus Johannes Paulus II met een vooruitziende pastorale gevoeligheid en met de bedoeling om de voorschriften en leerstellingen van het christelijk geloof diep in de harten van de gelovigen te planten en, gedreven door de tedere eerbied voor de Vader van de Barmhartigheid, heeft gewild dat de Tweede Zondag van Pasen zou zijn gewijd aan de herdenking, met bijzondere aandacht voor deze gaven van genade en “Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid” zou worden genoemd. (Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Leer van de Sacramenten, Decreet Misericors et miserator, 5 mei 2000)

                    Het Evangelie van de Eerste Zondag na Pasen verhaalt wonderbare dingen die door Christus werden gedaan op de dag zelf van de Verrijzenis, tijdens zijn eerste verschijning in het openbaar: in de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats van de leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij u’. Na dit gezegd te hebben toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: ‘Vrede zij u. Zoals de Vader mij gezonden heeft zo zend ik u.’ Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ‘Ontvangt de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven. (Joh 20, 19-23)

                    Opdat de gelovigen die viering met een intense godsvrucht zouden beleven, heeft de Opperherder zelf beslist dat die zou worden verrijkt met een volle aflaat, zoals hierna zal worden omschreven, opdat de gelovigen nog voller de gave van de troost van de Heilige Geest zouden kunnen ontvangen en aldus voedsel geven aan hun groeiende liefde voor God en hun naaste, en opdat deze laatsten, na vergeving van God te hebben bekomen, op hun beurt de drang zouden voelen om hun broeders dadelijk vergeving te schenken.

                    Aldus zullen de gelovigen op nog volmaakter wijze de Geest van het Evangelie volgen, door in hun binnenste de vernieuwing van het Tweede Vaticaans Concilie te aanvaarden en zich het woord van de Heer herinneren: “Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart” (Joh 13, 35), zullen de christenen geen vuriger wens hebben dan dienst te bewijzen. aan de mensen van hun tijd...

    “Want het is de wil van de Vader dat wij in elke mens Christus, onze broeder herkennen en dat we iedereen beminnen, in woord en daad”. (Past. Const. Gaudium et Spes, nr. 39)

                    Tijdens de audiëntie van 13 juni 2002 voor de verantwoordelijken van de Apostolische Penitentiarie, hierna genoemd, heeft de Opperherder, bezield door het vurige verlangen om deze gevoelens van Godsvrucht tegenover de Goddelijke Barmhartigheid zoveel mogelijk te bevorderen bij het Christenvolk en omwille van de zeer rijke spirituele vruchten die men ervan mag verwachten, aflaten willen toekennen volgens de hiernavolgende voorschriften:

    -          Een Volle Aflaat wordt verleend, volgens de gewone voorwaarden (Sacramentele Biecht, Eucharistische Communie en gebed voor de intenties van de Opperherder) aan de gelovige die op de Tweede Zondag van Pasen, dat wil zeggen de zondag van de “Goddelijke Barmhartigheid”, in elke kerk of kapel, met een ziel die vrij is van zonden, zelfs dagelijkse zonden, deelneemt aan de godvruchtige praktijken ter ere van de Goddelijke Barmhartigheid, of die tenminste, in aanwezigheid van het Allerheiligste Sacrament van de Eucharistie, openbaar uitgestald of in het tabernakel aanwezig, het Onze Vader en het Credo uitspreekt, en daar een godvruchtige aanroeping tot de Barmhartige Heer Jezus aan toevoegt (bijvoorbeeld “Barmhartige Jezus, ik heb vertrouwen in U”).

    -          Een Gedeeltelijke Aflaat wordt verleend aan de gelovige die met een berouwvol hart tot de Barmhartige Heer Jezus één van de godvruchtige aanroepingen richt die wettelijk werden bekrachtigd.

    -          Bovendien wordt op de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid een Volle Aflaat verleend aan personen die op zee werken en hun plicht doen op haar oneindige uitgestrektheid; aan onze ontelbare broeders die van hun vaderland zijn verwijderd door de rampen van de oorlog, politieke gebeurtenissen, onherbergzaamheid van de streek, of andere dergelijke oorzaken; aan de zieken en de personen die hen bijstaan, en allen die voor de goede zaak hun huis niet kunnen verlaten of die ten voordele van de maatschappij een taak uitoefenen die niet kan worden uitgesteld, als ze elke vorm van zonde weigeren, zoals hoger omschreven, en met de intentie om zo snel als ze dat kunnen de drie gewone voorwaarden te vervullen, en als ze tegenover een godvruchtige beeltenis van onze Barmhartige Heer Jezus het Onze Vader en het Credo uitspreken en er een godvruchtige aan roeping tot de Barmhartige Heer Jezus aan toevoegen (bijvoorbeeld “Barmhartige Jezus, ik heb vertrouwen in U”).

    -          Als ook dat niet zou kunnen gebeuren zal het mogelijk zijn om op diezelfde zondag een Volle Aflaat te verdienen voor al wie zich in de geest verenigt met hen die op de gewone wijze de oefeningen doen die nodig zijn voor het bekomen van de aflaat, en die tot de Barmhartige God een gebed richten en tezelfdertijd het lijden van hun ziekte en de moeilijkheden van hun leven opofferen, waarbij ook zij de intentie moeten hebben om zo spoedig mogelijk de drie voorgeschreven voorwaarden voor het bekomen van een volle aflaat te vervullen.

    De priesters die hun pastorale dienst uitoefenen, in het bijzonder de pastoors, moeten hun gelovigen op een passende wijze op de hoogte brengen van dit heilzame besluit van de Kerk, zij moeten met een beschikbare en grootmoedige ziel hun biecht horen en op de zondag van de Goddelijke barmhartigheid moeten zij, na de viering van de Mis of de Vespers, met de eerbied die daartoe is vereist, het opzeggen van de bovengenoemde gebeden leiden; met name Zalig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden (Mt 5, 7); bij het uitoefenen van hun geloofsonderricht moeten zij de gelovigen met zachtheid aansporen om zo vaak mogelijk goede werken of werken van barmhartigheid te verrichten, daarbij het voorbeeld en het mandaat van Jezus Christus volgend, zoals het staat aangeduid in de tweede generale concessie van het “Enchiridion indulgentiarum”. (Handboek der aflaten)

    Het huidige decreet heeft eeuwigheidswaarde, zelfs ondanks tegengestelde beschikkingen.

    Mgr. Luigi De Magistris,

    Titulair aartsbisschop.

    P. Gianfranco Girotti, o.f.m. conv.,

    Regent.

     

    Feestdag van de Goddelijke Barmhartigheid: Tweede Zondag van Pasen.



    [1] uit Positief, april 2003, nr 331




    Foto

    Getuigenissen van de jongeren van Cenacolo
  • Deel 1
  • Deel 2
  • Deel 3
  • Deel 4
  • Deel 5
  • Deel 6
  • Deel 7

  • Foto

    Foto

    Foto

    Godelieve heeft voor mij
    deze prachtige pps gemaakt
    waarvoor mijn dank





    Foto

    Schrijft u wat in mijn gastenboek
    klik dan op het boek boven




    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Klik op het plaatje en krijg een prachtige rondleiding door het Vaticaan
    Ieder nummertje is weer iets moois
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Image and video hosting by TinyPic
    Image and video hosting by TinyPic
    Image and video hosting by TinyPic
    Foto

    Een interessant adres?


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs