Drie dagen gefietst, twee bushcamps en nu een hotel in Ayacucho. Het tweede bushcamp was op zijn minst gezegd heel speciaal. Op het eerste zicht leek het een mooie plaats langs een wild kronkelende rivier,
die we reeds twee dagen volgden. In werkelijkheid was het een plaats die we niet zo vlug zullen vergeten door een boel ongemakken. De volledige oppervlakte was bedekt met een fijne laag korzelig zand, best
aangenaam om je tent op te zetten. Waar we niet met gerekend hadden was de plots opstekende wind. Op een gegeven moment begon het werkelijk te stormen. Het fijne zand blies overal in en om je heen.
Je moest alles wat los op de grond lag vasthouden of je was het kwijt voor altijd. Je ogen, oren, neusgaten en mond vlogen vol met dit venijnige fijne zand. Je tent en je sportzak werden omgeschapen tot
een ware zandbak. Tijdens het eten proefde je nog de restanten van deze zanderige ondergrond. Dit was echter nog niet voldoende, toen de wind was gaan liggen werden we door een andere plaag bestookt.
Heelder zwermen zandvlooien doken uit het niets op en probeerde ons en onze warme maaltijd te verorberen. Iedereen sloeg als een gek om zich heen om van deze vervelende insekten verlost te geraken.
Tot het donker werd voerde menigeen een gevecht tegen een vijand die onverslaagbaar was. Resultaat, warm eten met extra proteinen, die niet gewenst waren, en een massa rode bultjes overal op je huid.
De nacht bracht terug rust en kalmte over het camp. Iedereen lag in zijn tentje zijn insektebeten te verzorgen. Slapen is één van de belangrijkste dingen tijdens een fietsexpeditie. Als je niet kan slapen ga je
zienderogen achteruit. Gelukkig werden we die nacht van verder ongemakken gespaard en kon iedereen ' s anderendaags uitgeslapen van zijn ontbijt genieten, zei het wel met de aanwezigheid van.....
zandvlooien.
|