Reisverhaal Cambodja
Een reis door Thailand en Cambodja

Foto

www.laathi.be

  • Voorwoord.
  • Hoofdstukken.
  • 1. Het animatie-team doet echt zijn best.
  • 2. De koninklijke sauna.
  • 3. Onze voltallige groep : wij tweetjes en Haricot.
  • 4. Wat is die hoop stenen achter die kudde toeristen?
  • 5. Jungle Book.
  • 6. De export van Godje Sushi.
  • 7. Eindelijk alleen!
  • 8. Reddingsaktie.
  • 9. Kwik, Kwek en Kwak luisteren de maaltijden op.
  • 10. Ei-nstein.
  • 11. Het begin van het einde.
  • 12. Lichte doch voedzame maaltijden.
  • 13. En wijle weg!
  • 14. Zij.
  • 15. Een stad en een kop als een hekseketel.
  • 16. Madam Onassis in hoogsteigen persoon.
  • 17. The Man with the Golden Arm.
  • 18. Kontentement.
  • 19. Als een balleke in een flipperkast.
  • 20. Het hotel van de sierwijven.
  • 21. Tebbetáááá!
  • Mijn andere sites
  • Laathi
  • Mijn Jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Van Bangkok tot Chiang Mai
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma's blog
  • Blog als favoriet !
    31-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4. Wat is die hoop stenen achter die kudde toeristen?

    Donderdag 31 oktober 2002 - 5.55u Godbetert.
    Angkor Hotel, Siem Reap, Cambodja.

    4. Wat is die hoop stenen achter die kudde toeristen?

    Pffffffft. Dat komt toch zo mijn strot uit dat zo vroeg moeten opstaan voor niks. Ik zou veel liever om 7 uur aan de bezoeken beginnen, maar door Paul moeten we dan al om 5 uur opstaan en dan voel ik me helemaal geen mens. Ik heb vannacht eens uitgerekend dat ik gemiddeld 2,5 uur op hem moet wachten per dag. (Nu ik Pandorake, mijn laptopke, gekregen heb is dat vanzelfsprekend véél minder erg en kan ik gezellig mijn reisverhaaltjes typen. Maar stel u efkes voor hoe ik, een enthousiast, actief, popelend-van-verwachting-mens, de uren heb afgeteld voordien! Niet te verstaan eigenlijk dat ik geen ongelukken gedaan heb!)
    Bij ons is het dus kompleet de omgekeerde wereld. Normaal spenderen vrouwen uren in de badkamer. Ik pak 's avonds mijn boeltje klaar, wip 's morgens uit mijn tram, doe een kattewas, plof mijn lensjes in, ontbijt, poets mijn bieterkes, en ik ben op pad - klaar om weeral helemaal bestoft en bemodderd te geraken - en dat alles kan op minder dan een uurke.
    Voor ik op reis vertrek laat ik mijn wimpers kleuren, zodat de enige make-up die mee moet een mini-lipstickje is, in een kleur die ineens ook als oogschaduw te gebruiken is. Dus de weinige avonden dat ik er "eens werk van wil maken" is dat ook op 3 minuten gedaan.
    Gisterenavond vertelde die Dominique (hij is met een, zeer mooie), Cambodjaanse getrouwd, dat hij voor haar een schoonheidssalon/kapperszaakje opgezet had. Zijn simpele redenering is : in plaats van pakken geld naar zo'n ding te brengen kon ze er nu ook uren zitten, en bracht ze nog geld mee naar huis. Slim gezien wel. Maar hij vertelde dat op de typisch macho-manier zo van : "Ja, ge weet hoeveel tijd en geld die onnozele vrouwen aan zo’n stomme dingen spenderen,…" En toen dacht ik, ge moest eens weten. Mijn wimpers kleuren kost 300 fr. per jaar, Lut knipt mijn haarpuntjes, dat is op 10 minuutjes gedaan en klaar is Kees. Paul verliest uren per jaar aan een kapper alleen al. Mannen kunnen toch zo stom aan dat rollenpatroon vasthouden, en blijven denken dat het geslacht bepalend is voor de graad van ijdelheid van een mens. Mannen zijn kiekens.

    Gisterenavond in een internetcafé gevraagd om te mailen, en dat zou gegaan zijn moest zijn serverke niet kapot geweest zijn. Dus misschien lukt het vanavond wel en is er nog rapper een briefke (allée-"ke", zie hier juist dat ik weeral aan 9 bladzijden zit) dan verwacht!

    Zou dringend een lapke stof moeten vinden, want Haricot loopt hier nog altijd rond in zijn zwembroek en dat vind ik hoogst ongepast. Vrees dat er een zakdoek van Paul gaat moeten sneuvelen.


    20.45u

    Angkor is de steen geworden nachtmerrie van de fotograaf, het vagevuur en de hel van Dante, op één plek verenigd.
    Het allereerste beeld dat we zagen was Angkor Wat die daar achter zijn gigantische slotgracht opdoemt, en de "brug" over dat water is ingepakt in blauwe en groene plastic waarop rode verkeerskegels staan. Need I say more?…
    Het tweede beeld was Angkor Thom. Indien mogelijk nog een grotere verschrikking. Over die prachtige brug omzoomd met zittende beeldjes die een reuze slang torsen, met aan weerszijden allemaal koppekes van goden en demonen, die naar de indrukwekkende toegangspoort van het complex leidt, rijden : auto's, brommers, bussen, riksja's, olifanten met toeristen in bakskes op hun rug… Allemaal door die schitterende poort! Wilt ge een foto nemen van midden op die weg, is het een kwestie van heel rap opzij te kunnen springen.


     
    In het centrum van de site van Angkor Thom (147 hectaren groot!) staat centraal een tempel die denkelijk bij momenten heel mooi moet zijn. Naar 't schijnt zaten onder de honderden felgekleurde Fransen, Japanners, Duitsers, Chinezen, Hongkongolezen de grijze oude stenen van de Bayon-tempel…
    Enfin, we hadden geen keuze dus we moesten ons wel mee in de maalstroom storten…
    Gelukkig telt “onze groep” maar twee leden, dus hadden we tenminste nog een beetje vrijheid.

    In de zijwanden van de torens zijn 54 metershoge hoofden uitgehouwen. Op zich een heel indrukwekkend iets. Maar als daar honderden toeristenkopkes met klakskes tussenkruipen is dat al heel wat minder indrukwekkend…
    Elke keer als ge een foto wil nemen, moet ge achter een "voorgrond" kruipen, goed bukken dat de massa erachter verstopt blijft, zien dat ge er aan de zijkant nog een paal en een vuilbak afknipt, opletten dat de stelling die aan de zijkant van de tempel hangt niet in beeld komt en dan bidden dat er net geen groep begint voorbij te stappen. Elke foto moet dus wel een paar keer genomen worden… Thank Boeddha for the videocamera! Is hier al gewist geworden! Echt niet prettig.

    Sokhoeun zijn Engels is heel grappig, de helft van de tijd onverstaanbaar, maar daar maken we ons allang niet meer druk over. Elke keer sukkel ik in blijde verwachting als hij begint over de elfde eeuw, “the eleventh century”. Want telkens denk ik dat we dan naar een "elephant sanctuary" gaan. En of de tempels hier nu gebouwd werden door Ramakrama, of Rama-sarma, voor mijn part Rama-priba, 't is toch halverwege kapot of uiteen aan ’t vallen, veel maakt dat niet meer uit. Alles is in een erbarmelijke staat. Iedereen mag dan ook zo ongeveer overal opklefferen. De enige plekken waar verbodsplaatjes staan, is op plaatsen waar alles al zo kapot is dat het ook levensgevaarlijk is om er nog op te kruipen. Ze zijn dapper aan 't restaureren, dat wel, maar al die stellingen maken het zicht er nu niet aantrekkelijker op.
    De tempel van Baphun kunnen ze momenteel beter Tempel Echaffaudage noemen. En Phimeanakas is nog authentiek maar begint wel intens af te takelen. Het is een hoge, steile, pyramidevormige tempel, en ge moogt er à volonté langs alle kanten opklimmen… Aangezien hij uit zandsteen opgetrokken is, is dat wel problemen zoeken natuurlijk, aan dit tempo blijft er over 10 jaar nog een molshoopke over. 't Is echt triestig wat ze hier laten gebeuren.
    Maar ja, ze hebben zelf tijdens hun burgeroorlog ook wel een en ander naar de botten geholpen. Drieëntwintig jaar met landmijnen zitten prutsen is ook niet direkt gezond voor uw “national heritage”…



    De bas-reliefs zijn prachtig. Vooral heel goed gerestaureerd… Heelder muren van stripverhalen, duizenden ventjes, echt schoon. Maar ge staat daar wel met een ander duizendtal échte ventjes voor te drummen dus. Ik weet niet hoe ge dat hier in een groep moet doen, want ik zou konstant mijn bende kwijt zijn. Dan kunt ge helemaal niet achter blijven en een plek zoeken van waar ge toch nog een iets of wat een zinnige foto kunt nemen.
    Het is ook allemaal zo oneindig groot en onoverzichtelijk. Ge staat dan op het zogenaamde “elephant terrace”, zoekt de reliëfs van de olifanten, en dan blijkt dat terras wel honderd meter groot maar ge vindt amper een olifant. Vandaar hadt ge dan wel weer een uitzicht op mooie kleine torentjes maar dat werd dan weer kompleet verknald door stellingen aan de ene kant en toeristenkraampjes aan de andere… Ondertussen waren we gebakken en gekookt…

    Op de middag bij de Belg gaan eten. Alweer heel lekker. Daarna in ons zwembad gaan plonzen. Ook heel lekker! Vervolgens de fotoos van de video op de computer gesaved, en o wonder, ik ben er toch weer in geslaagd! De mensen gaan weer denken dat we helemaal alleen in Angkor waren… Duizenden toeristen zijn door een slimme cadrage naast de foto gevallen! Dus hoop en al nog redelijk kontent over het resultaat.
    Tijdens de pauze ook nog snel een "Cambodjaans" kledingstuk voor Haricot gemaakt uit een sjaal die ik bij aankomst in het hotel gekregen had. Kwestie dat hij toch niet altijd in zijn blauwe zwembroek moet poseren middenin de Cambodjanen hun cultureel erfgoed. En dan snel op weg naar Banteay Srey…

    Eigenlijk is dat een tempel die het meest tot zijn recht komt in de voormiddag, omdat dan de lichtinval het beste is, maar aangezien we die mensenkudde's zo moe waren hadden we het programma laten aanpassen, en alles zo omgegooid zodat we op de “slechte uren” gingen kijken om niet tussen de drommende massa’s zoiets moois te moeten bekijken. Ook een maat voor niets, zou even later blijken…

    Aan 't zwembad had ik al gemerkt dat er flinke, dikke grijze wolken kwamen aanzetten. Ik vreesde een serieus buitje en wou een set reserve kleren en enkele handdoeken meenemen voor 't geval we kompleet doorweekt zouden geraken. Paul vond dit een absurd idee. En ik, kieken, laat me weer doen natuurlijk. Dus géén grote handdoeken mee. Eén kleintje, nota bene een nat, om zich te "verfrissen" vond hij wel nuttig… Ook een maat voor……

    Onderweg naar Banteay Srey (35 km van hier) komen we dus in een gutsende, plonsende, spuitende bui terecht. Alles wat leeft wordt nat tot op zijn ziel! Het is een prachtig zicht!
    Al de huizen die al speciaal op hoge palen gebouwd zijn voor gelegenheden als deze, worden schuilplaats voor mens en dier. Iedereen kruipt bijeen onder het huis. Mensen draperen zich in een hangmat, de koeien zetten zich er gemoedelijk naast, een kip verzamelt al haar kuikens grootmoedig onder haar opengezette vleugels, de honden huppelen door de plassen naar huis. En de buffels zijn kontent : nog meer water! De kinderen amuseren zich een kriek en spelen in de beekjes van bruin water. Sommige mensen profiteren ervan om een douche te nemen. Een vrouw staat zich heerlijk te wassen, haar poep achteruit gestoken onder de spuitende afvoer van haar dak. Kompleet doorweekte kindjes hoeden hun even natte koeien, en loodsen heel de bende soppend over de weg. Enfin, 't is allemaal prachtig.
    Ik probeer dus de driver uit te leggen om af en toe te stoppen voor een foto. Ik zie een jongen met een grijze, aan zijn lijf plakkende, t-shirt enkele grijze buffels verdertrekken, op een grijze weg, onder een grijze hemel. Alle tinten grijs, en allemaal zo verschillend!
    De chauffeur anwoordt doodgemoedereerd dat ik seffes nog veel "koeien" zal zien. In de zon.
    Maar verdomme het gaat mij niet om koeien! En nog minder om de zon! Het ging mij om die 47.000 grijstinten in die foto! Maar zoiets begint ge natuurlijk niet tegen zo'ne mens uit te leggen.
    Dus inderdaad, na enkele kilometers stopt het efkes met regenen, en komt er een kudde rosse koeien over de makadam gelopen, en meneer vraagt of dat nu geen goei koeien zijn… Gelukkig dat onze Paul sliep want die zou met zijn missionarissennatuur weer aan een oeverloze uitleg begonnen zijn om die mens de zaak duidelijk te maken. (Zo heeft hij tegen beter weten in in Bangkok ook al een stadsplan onder de neus van een taxichauffeur die niet kon lezen geduwd. Was dat toch weer een pijnlijk moment! Maar ja, ik heb ooit een kam als kado aangeboden aan een kale monnik, dus ik zal maar zwijgen.)



    Na bijna een uur kwamen we in de spetterende regen bij het tempeltje aan. Dit is er echt een kleintje. Hij is tegoei een honderd meter lang, terwijl de anderen terreinen zijn van hectaren groot.
    En het tempeltje zat alweer vol volk, ondanks het “slechte uur” van de dag, het tegenlicht dat fotograferen zo hopeloos maakt. Maar opeens werd de regen zo erg dat al de stromen toeristen allemaal tegelijk uit de stenen poortjes geperst werden. Iedereen ging er soppend vandoor, de meesten zonder jasje of paraplu. Heel mooi om zien, en dit was uiteindelijk wat we gevraagd hadden : een tempel zonder volk.

    De tempel was uit roze zandsteen opgetrokken, en heel de aarde rondom veranderde in roze en oranje plassen die in een mum van tijd vrolijk beekjes werden. De bas-reliëfs werden donkerder door het vocht en dat maakte hen nog mooier. We sprongen van steen tot steen door heel het tempelcomplex. Ik met een lange rok (elke keer als ge neerhurkt om een foto te nemen ziet ge uw rok voorbijdrijven), een paraplu die lek was, en mijn camera met de groothoeklens, die er regelmatig op en af moest. Een gesukkel!!! Ge kunt het u niet voorstellen! Ik ben er bijna in gebleven van 't lachen. Temeer dat die paraplu te breed was om door al die deuropeningen te geraken, en er nergens een plafond of dak was waar ge efkes kon schuilen. En op zo 'n moment moet ge dan juist een batterij gaan wisselen. Paul sprong vrij grimmig achter mij aan, hij had zijn basketters aan en was nog in de fase om krampachtige pogingen te doen ze niet doornat te laten worden. Ik zat allang in de laatste fase : we laten alles maar vlotten, behalve de camera, die beschermen we ten koste van alles door er een paar dubbele kinnen over te draperen.
    Sokhoeun hotselde mee door de plassen en de regen, en ik zag hem twijfelen aan ons gezond verstand. Maar ik was toch zo blij eens ergens helemaal alleen te zijn!!!



    De lucht rook heerlijk naar de frisse regen, en wij stillekesaan een beetje naar "natten hond". Het regenseizoen moet een ramp zijn voor de mensen in de paalwoningen hier, ze krijgen nooit hun kleren echt 100% droog. Een angstaanjagend idee. Vooral voor uwe neus…

    En mijn Haricot maakte dat allemaal mee veilig met zijn nieuwe kleren in een plastic zakske. En nergens, maar dan ook nergens vond ik een droog plekje om er een foto van te nemen…

    Het resultaat van de hoogst prettige uitstap was wel dat ik doorweekt tot op mijn vel terug aan de auto kwam. Paul wou zo lief zijn zijn halfnat mini-handdoekske aan mij te geven…
    En ik maar knorren dat hij mij mijn droge kleren en twee grote badlakens had moeten laten meenemen. Enfin, 't was te laat. Heb mijn kleddernatte wikkelrok dan maar uitgetrokken en dat piepkleine halfnatte doekske over mijn schoot gelegd.
    De leukere momenten waren dan wel als ik de chauffeur onverwachts vroeg om te stoppen, (om eindelijk dan toch een grijze buffel in de grijze modder te kunnen fotograferen) en dat ik over Paul moest kruipen om door zijn raam te filmen, terwijl Paul dan zo goed en zo slecht het ging dat mini-handdoekske over mijn achteruitstekende poep gedrapeerd moest houden. Hilarische momenten.

    Onderweg naar Siem Reap nog efkes tot boven op de Pre Rup tempel geklommen om toch nog een piepklein zonsondergangeske te kunnen zien. De namen van de tempels zijn voor onze, nog steeds overvolle hersenen, niet te onthouden. Dus hebben we deze tempel nu al minstens tien verschillende namen gegeven, en ze worden altijd maar obscener, dus in 't vervolg noemen we hem gewoon de Schoonselhof-tempel, want er zijn zogezegd twee lijkverbrandingskamers in. (Vanzelfsprekend zijn de wetenschappers het er nog altijd niet over eens dat die kamers ooit dat doel gediend hebben. Comme toujours. Maar allé, 't is ne schonen uitleg, en dat telt ook.)  Alles was er moesnat en Sokhoeun begon zelfs stenen te zoeken om in de plassen te leggen als stapstenen om Paul te helpen met zijn onmogelijke projekt om zijn schoenen alsnog te redden. Héél schoon!
    (En zo worden die tempels altijd maar lager natuurlijk…)
    Hier dan eindelijk toch een foto van Haricot genomen, met zijn schoon sarongske, bovenop die tempelberg in het ondergaande zonlicht…

    Thuis direkt in heet bad gedoken, want ik was doorkoud (a ja, die gasten kunnen niet in een auto zitten zonder de airco op vollen bak te zetten, ik denk dat ze anders vrezen dat hun auto niet rijdt ofzo.) En hier blijven eten. O jee. Wel een heel domme beslissing. Onverteerbare, taaie, half rauwe Chinese kost.
    Vanmorgen bij 't ontbijt waren een fritjes, en vanavond was er op heel 't buffet geen patatje te vinden. En de kok vond dat nog heel logisch ook : “In morning are potatoes In evening no.” Ben er maar niet verder op in gegaan.
    (Het ontbijt was hier anders heel goed meegevallen. Naast de eierbakker stond een meisje Chinese noedelsoep te maken, en ge mocht zelf uw ingrediënten kiezen. Maar in tegenstelling tot het rijtje voor de eierbakker stond er geen mens bij haar barakske aan te schuiven, dus hebben we haar maar iets voor ons laten brouwen, en dat was echt heel lekker.)

    ‘k Vraag me nu wel af hoe we morgen onze toer moeten gaan aanpakken. De richting van de toeristenkudde volgen, of tegenstroom gaan? De kudde is een marteling. Maar met het tegenlicht valt echt niet te fotograferen, het was vanavond al zo moeilijk en toen was het nog kompleet bewolkt. 't Is echt kiezen tussen de pest en de cholera… Zal er eens een nachtje over slapen. Paul is daar al lang mee bezig…




    30-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3. Onze voltallige groep : wij tweetjes en Haricot.

    Woensdag, 30 november 2002 - 21u.
    Ankor Hotel, Siem Reap, Cambodja.

    3. Onze voltallige groep : wij tweetjes en Haricot.

    Als een sufdag begonnen. Doordat ik die lange broek had moeten opdiepen voor het bezoek aan dat koninklijk paleis (helemaal onderin de valies natuurlijk. Ah ja, in België draagt Paul korte broeken tot half november, en hier in 40° moet die dan ineens een jeans gaan dragen!), en mijn neuspil uit mijne MASH had moeten opgraven (helemaal onder in de reiszak) was heel onze bagage toch uitgeladen en over de vloer verspreid geraakt… Dus alles opnieuw kunnen gaan inpakken.
    Eerst maar wat arbeidsvitaminen gaan opslaan. Nogal veel, en lekkere…

    Na 't onbijt toch maar besloten om naar die hoge Bayoke-toren (309m) in’t centrum van Bangkok te wandelen. Het is een van de hoogste gebouwen van de wereld. Ik vreesde wel door de smog niet al te ver te kunnen zien, maarin ’t hotel aan 't zwembad liggen was ook een hoogstongezonde onderneming voor neus en longen, dus toch maar gekozen voor het "panorama".
    Op straat weer direkt aangesproken door tuk-tuk-kerel. Waren akkoord, zetten ons in zijn bakske, en daar begint de miserie dus weer … "Ikke gratis liter naft als gijle efkes bij de kleermaker binnengaat, ge moet zelfs niks kópen…" Keihard terug uit tuk-tuk gekropen en ’t te voet afgebold.

    Veel kunst om die toren te vinden was er ook niet aan, want die steekt echt wel overal bovenuit. Eerst geprobeerd de hoofdstraat te volgen, maar door de vervuiling (van de lucht. Van de straat kunt ge eten, daar ligt geen peukje of blikje rond te slingeren!) en het oorverdovend lawaai van de auto's was dat niet te harden. Dan maar wat achterafstraatjes genomen en dat was veel prettiger, wel was ‘t daar ook ineens een heel stuk viezer. Maar soit, liever vuil dan doof en gestikt. Het uitzicht van boven (op de 84ste étage) viel dik tegen, ik denk dat ge hooguit 10 km ver kon zien, zoveel rotzooi hangt er in de lucht.
    Ofwel allemaal grijze droefgeestige woonkazernes in lamentabele staat, ofwel wolkenkrabbers van het zeer ongeïnspireerde soort, helemaal niet gelijk in Hong Kong. Van de flikkerende tempels was niks te zien. Te ver weg, te veel smog? Ik weet het niet. Misschien pakken ze ze 's morgens gewoon binnen.

    Op de terugweg als troostprijs wel enkele t-shirts met opdruk van grappen van de Far Side gevonden. Hilarisch!
    Met een supersonische tuk-tuk terug naar hotel gevlamd. De kerel had jammergenoeg een beetje kamikaze-neigingen. Hebben onze knieën en ellebogen maar veilig binnenboord gehouden. Maar 't ging wel lekker vlug. Bizar, Bangkok lijkt een stuk kleiner als ge niet persé eerst langs een kleermaker of juwelier moet…Omdat we nog een uur moesten wachten op onze airport-transfer maar wat aan ons zwembad zitten vegeteren. Echt niet boeiend, zo midden in die hekseketel van getoeter en stank.

    Op de luchthaven Haricot een heel uitstalraam met mooie bereninnekes in alle maten laten zien. Het moet het Patpong voor een beerke geweest zijn! Maar hij was niet geïnteresseerd, hij keek er amper naar.
    Ons vluchtje naar Cambodja had een beetje vertraging, maar voor de rest ging alles heel vlotjes. Het was een redelijk klein, oud machien, iets voor een 50 man, maar nog in heel goeie staat. We hebben al met heel andere knarren gevlogen.Vlak voor Siem Reap stond alles onder water. Het zijn hier wel allemaal rijstvelden, maar toch, ik vond het verdacht véél water…

    Het aankomen ging vlot. Gelukkig had ik als lid van de vooruitziende vrouwen 2 extra pasfotoos bij, want die hadden we direkt nodig voor het visum. Nen hele schone moment. Acht politiemensen die op een rij achter een balie zitten, elk paspoort moet dus door die zestien handen passeren. Allemaal zetten ze dan hun stempelke en geven het boekske door aan de volgende. Prachtig. En dat allemaal met de grootste serieux, dus ik kon daar zelf ook niet beginnen rollen van ‘t lachen. Vervolgens naar een andere comptoir, en die gast begint ook nog wat stempelkes te zettten. Dat was dus een gloednieuw paspoort hé jongens, dat moest nog tot 2007 mee gaan, en nu staat het ineens al half vol!

    Een jonge gast, Sokhoen, kwam ons ophalen, en bracht het heugelijke nieuws dat "onze groep" bestond uit : ons. Wannes Van de Velde heeft het altijd al gezegd hé : "Ne zanger is ne groep". Awel, 't is waar! We hadden kunnen beginnen rondspringen van plezier! Nen auto, ne gids en ne chauffeur, helemaal voor ons alleen!!! Hij spreekt zelfs redelijk Engels en 't is een vriendelijk manneke. Het hotel is dik in orde. (Ze schieten hier als paddestoelen uit de grond! Binnenkort hebben ze meer hotels dan ruïnes, en dan kunnen die beginnen vervallen door leegstand, en hebben ze nieuwe ruïnes voor potentiële toeristen. Goe bezien van de mannen!)

    Sokhoeun ging ons vervolgens mee naar "het agentschap" nemen. Wij dus in de auto naar Siem Reap (dat volgens hem een "klein" stadje was met maar 200.000 inwoners. Bleek later dus wel een nul af te mogen.) En waar komen we terecht? In het café-restaurant van een Belg!!! Die man blijkt alle praktische toestanden voor Best Tours af te handelen. Wij dus weer chance! Gezellig zitten klappen, en ik vroeg naar de prijzen van de riksja-ritjes, waarop die Dominique antwoorde : "Hebt ge niet vandoen. Ge moogt de auto (met chauffeur dus wel) gebruiken zoveel ge wilt tot 10 uur 's avonds!".
    We hebben dan 10 minuutjes over de markt gewandeld als aperitief en een heel degelijke reisgids (illegaal gekopiëerd natuurlijk, ge kent ze!) gevonden, enkel over Angkor.

    Het stadje is goddelijk! Eindelijk terug iets authentiekt! Allemaal putten en plassen, en houten barakskes. Weinig auto's, meer brommerkes, en heel sympathieke risksja's (OK weliswaar al aangedreven door een brommerke…). Beetje een oude hippiesfeer. Maar ook hier al gerinkel van GSM's en minstens 4 internetcafés. 't Is inderdaad heel hoog tijd om dit te bezoeken, want aan het tempo dat hier gebouwd wordt gaat de lol er rap af zijn. Zeker nu iedereen afgeleid wordt naar Thailand omdat Indonesië te gevaarlijk bevonden wordt. De mensen doen hier gouden zaken, en dat ziet ge ook aan hun snuitjes. Waarschijnlijk is dit het enige plekje in heel het land waar een zekere welstand is, en waar de vooruitzichten rooskleurig zijn. En ze beseffen het zelf heel goed dat ze dat aan het toerisme te danken hebben.



    Avond in Siem Reap.

    Super lekker gegeten bij de Belg. Paul zeboe-steak (au poivre, mét frieten, én mayonaise!) en ik een goddelijkke Khmerse kipcurry met cocosmelk en citroengras, geserveerd in een kokosnoot. Fantastisch!!! Schitterend decor ook. Al die lichtjes, de riskja's, de restaurantjes…
    't Enige mindere zijn de bedelaars. Dominique had ons gezegd zeker geen geld te geven, maar als we persé toch iets wilden doen om dan de overschot van de maaltijd te laten inpakken en aan de dienster aan de bedelaar te laten afgeven. Heb dat dan maar gedaan, maar ik voelde me er nogal onwennig bij. Vooral omdat ze het dan nog niet aan mijn favoriet gaf, maar aan een klein meisje. Enfin, ne mens mag niet kieskeurig zijn, miserie is miserie.
    Ge stelt u dan natuurlijk vragen hoe gelukkig dat ge zijt dat ge zelf naar de andere kant van de wereld kunt trekken om alle mooie plekken te bezoeken… Maar Paul troost me dan door te zeggen dat we het toch ook niet allemaal voor niks hebben gekregen, en dat we er hard genoeg voor werken. Hij redeneert ook : "De collega's kopen elk jaar een nieuwe Mercedes, en wij doen dat nu eenmaal niet." Waardoor ik helemaal gelanceerd geraakte en begon te verkondigen dat wij dan tenminste nog ontwikkelingshulp deden, en de sukkelaars nog eten bezorgden. Enfin, de typische wartaal die elke gegeneerde toerist uit zijn botten begint te slagen om zijn geweten te sussen dus. Ondertussen kwam er weer een gloednieuwe “4x4 de luxe” van Unicef voorbijgezoefd…

    Momenteel draait Jean-Jacques Annaud, de regisseur van "La guerre du feu" en "L'Ours",( ge weet wel die berenfilm van lang geleden), hier in Angkor zijn nieuwe film. Een verhaal over twee tijgers. Hij heeft voor zijn crew vanzelfsprekend zijn eigen kok meegebracht, en die chef zat gisteren ook in het eethuis van den Belg. (Hij heeft er waarschijnlijk nog iets bijgeleerd ook…)

    Met zeer volle buik, en wreed goed gezind door al de meevallers van de namiddag, door Sokhoeun naar het hotel gebracht en in bad geplonst! Paul ligt alweer een dik uur in coma. Zal hem hopelijk eindelijk eens leren zich in de week vóór de reis eens niet kompleet op te leven, zodat hij toch nog wat kan genieten van de eerste dagen zonder altijd overal voor pampus te vallen.

    Dit is hier wel heel zalig. Heb mij stillekes (op het gekrekel na, en de horribele brom van de waterzuiveringsinstallatie) terug getrokken aan het zwembad. Met één van mijn laatste opgespaarde sigaretjes… ’t Stoppen zal weer moeilijk worden… 'k Ga nu ook maar nestwaarts trekken, want morgen staat mijn wekker om 6 uur aangezien Paul veel tijd nodig heeft voor zijn ochtendrestauraties… (en… híj heeft geen wekker bij…) Sokhoeun komt ons om 8 uur ophalen om naar Angkor Thom te vertrekken. Hoe vroeger op de dag hoe mooier. En misschien een paar honderd toeristen minder?…




    29-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2. De koninklijke sauna.

    Dinsdag (nog altijd, ongelofelijk maar waar), 29 oktober 2002.
    21.30u.
    Century Park Hotel, Bangkok, Thailand.

    2. De koninklijke sauna.

    Wat een dag! Zoveel te vertellen en zo moe.

    De rest van de vlucht is goed verlopen. Ik zat naast twee West-Vlaamse kwebbelende homootjes en heb maar proppen in mijn oren gestoken en een tentje van mijn Vietnamese sjaal gemaakt en ben voor een paar uur onder zeil gegaan. Gewekt met een plastieken roerei. Typische vliegtuigfluf. De kok is ondertussen een ster verloren.

    Nu boeken we voor een keer eens een georganiseerde reis, en dan komt de pipo die ons moet ophalen aan de luchthaven niet opdagen! Enfin, op de duur hebben we mekaar dan toch gevonden, en het bleek een heel geestige madam te zijn, met een geweldige talenknobbel. Ze doorspekte haar Engels, met Vlaamse woorden als "loemperik" en "dikke nek". Heel lollig, we hebben haar dan nog maar een paar woordjes bijgeleerd. Kaartlezen kon ze totaal niet, ze wist zelfs het hotel niet te vinden.
    Hoe ik ooit de charme van Bangkok ga moeten ontdekken ik weet het niet. Ik haat de stad nog altijd even erg als voordien. Niks dan auto's, lawaai en smog. Tien miljoen Bangkokolezen, en 1 miljoen Birmese vluchtelingen waar ze hier totaal niet mee opgezet zijn. Naar 't schijnt vier miljoen auto's, en dat kan best waar zijn, want ik denk dat ik ze vandaag ook allemaal gezien heb.

    Het hotel is een gigantisch ding midden in de stad. Dik in orde qua comfort, een badkamer met bad en aparte douchekabine enzo, en het eten is fantastisch. Na 't aankomen maar direkt in een serieus ontbijtbuffet gevlogen : Japanse misosoep en wat dim sum gerechten. Heel lekker, al weet ik totaal niet wat ik binnengespeeld heb. De smaak was wat vreemd als ontbijt, maar 't kon ook evengoed een midnight-buffet zijn, we waren toch kompleet alle besef van tijd kwijt. Dus who cares. De tekstuur van de gerechtjes was alleszins al heel plezant.

    Het meisje had ons aangeraden het Royal Palace en de bijhorende tempels eens te gaan bekijken, want dat zou het hoogtepunt van de stad zijn. Ze vertelde er gelukkig wel bij dat het zeer zedig gekleed moest gebeuren. Lange broek of rok, lange mouwen, gesloten schoenen (of sandalen met een riempje langs de hiel. Héél belangrijk blijkbaar…Stel u voor : een hiel zonder een riempje!!! Nen bloten hiel!! Shocking!!!) Ze drukte ons ook nog op ’t hart om goed op onze uitspraak te letten als we een taxi terug naar ’t hotel namen. Nadrukkelijk vragen naar het "Centuly Palk Hotel", en nooit proberen aan een taxichauffeur een naam te laten lezen.

    Wij dus goed ingepakt op weg… en het bleek een zeer hete dag te worden… alhoewel ze ons vanmorgen gezegd hadden dat het koele seizoen begonnen was.
    Op straat werden we direkt opgevist door een taximan, die ons voor een prikje naar de tempel ging brengen. Hij loodste ons naar zijn gammele taxi, die vastgeparkeerd stond tussen andere auto's. Ik dacht efkes dat dat een probleem was, maar zo zit dat hier helemaal niet ineen. Iedereen parkeert waar hij wil, blokkeert iedere andere geparkeerde auto, maar is zo lief zijn handrem niet op te zetten. Dus als iemand weg moet begint die gewoon efkes de andere auto's wat opzij te duwen. Simple comme bonjour, en het bespaart heel veel parkeerruimte.
    Maar 't had natuurlijk weer te mooi geweest moest die gast ons echt ineens naar onze bestemming gebracht hebben… Eerst maoevreerde hij ons onderweg bij een kleermaker en een juwelier binnen. Bleek dat elke keer als hij er een potentiële klant dropte dat hij een liter benzine gratis kreeg van die winkeliers. Heel bangelijk. Staat ge daar ineens bij ne kleermaker, suf van de jetlag, bleek van moeheid, en ge hebt dan nog geen kostuum nodig ook niet. Erger nog, ge weet zelfs amper hoe ge daar terechtgekomen zijt…

    Onderweg zag ik een "eethuisje" dat volgens de tekeningen op zijn uitstalraamke reclame maakte voor kip, eend en … kat. Eens gecheckt bij die chauffeur, en ja daar serveerden ze kattesoep…
    Klassiek, de eerste vraag die die kwibo ons stelde was weer hoeveel kindjes we hadden. Zes dus. (Ik pak simpelweg mijn katten als kinderen, dat voorkomt heel veel verdere vragen over potentie, egoïsme, en pensioensproblemen). Hij schrok, want hij had er maar vier! Waarschijnlijk voor de eerste keer in zijn leven dat hij outnumbered werd door een Europeaan. Paul zat te gniffelen, en wij maar onnozel doen hoe blij we toch wel waren dat ons zestal bij de bomma's en de bompa’s verbleef, en dat wij eens een week weg waren zonder kindergezeur aan onze kop. Ik zei tenandere dat als ze te ambetant gingen worden ik ze wel in de pot zou steken. "A ja, kannibalisme", antwoordde Paul daar direkt op refererend naar dat kattesoeprestaurant. Allez 't was weer schoon, we lagen daar op die achterbank bijna te rollen van ‘t lachen.
    Totdat we dus bij die juwelier gedropt worden, en die verkoopster tegen Paul zegt, "Maar als ge dan niks wilt kopen voor uw vrouw, koopt dan toch iets voor haar of uw ouders!". Waarop Paul heel triestig : "Die zijn al allemaal dood". Doet die vrouw nog de moeite om heel lief te zeggen "Koop dan een juweel voor uw kinderen!”  En wij in koor : "Die hebben we ook niet!". Enfin, wij begonnen daar bijna samen "Ciske de Rat" te zingen, of iets te citeren uit "Alleen op de wereld". Goddelijke moment, moeten gieren van 't lachen terwijl dat het allemaal toch eigenlijk wel triestig was.

    Het Koninklijk Paleis en de tempels waren prachtig! Heel kleurrijk. Die stonden letterlijk te blinken en te schitteren in de zon. Allemaal kleine gekleurde mozaïkskes, toppunt van kitsch, maar heel sprookjesachtig. Iets minder was dat we zo ondertussen ongeveer uit onze kleren dreven van de hitte… Paul vond ik regelmatig groggy terug in een hoekske op de vloer kompleet gaargekookt in zijn eigen sop. Het was ook echt heel bangelijk heet, en dan met een dikke jeans, en een hemd met lange mouwen…

    Stiekum een paar plezante berefotoos genomen. Lekker in onzedige klederdracht, met alleen zijn zwembroek aan, in hunnen heiligen tempel waar ge nog niet met een blote hiel moogt rondlopen. Yes!… Mijn beer was cool! Dat kon van ons echt niet meer gezegd worden.



    Haricot schaamteloos in zwembroek  in 't Koninklijk Paleis.

    In een overdekte galerij die helemaal rond het gigantische komplex liep was de hele Ramayama uitgebeeld in fresco's! ONGELOFELIJK! Een prachtig stripverhaal, vol met schitterende details. Monsterkes die uit de wolken komen, de waanzinnigste vissen duiken op uit de zee, heelder apenlegers die liggen te roefelen onder leiding van apenkoning Hanuman, landschappen met de fijnste details… Enfin, ge had er uren naar kunnen staan kijken. Gesteld dat ge niet verder gedreven waart op het zweet uws aanschijns, rug, poep, billen en voeten. En we moesten er nog wel even blijven rondhangen, want er was een eredienst bezig en tot die gedaan was mochten we de hoofdtempel van de “Emerald Boeddha” niet in… Dus sopten wij maar wat verder. Enfin, 't was stijf de moeite. De tempels waren in een kompleet andere stijl dan wat we in de buurlanden gewoon waren.

    Voortgedobberd langs de koninklijke paleizen. Eén woord : sprookjesachtig!
    En als bloemmekee staat daar een caféke met een terraske, en ze verkopen daar vanalles met IJS! Zelfs gekoelde handdoekskes! Dus wij vliegen er in! Paul de gelukkigste mens van de wereld : onder een ventilator, met zijn frisco, zijn ijsthee, en zijn bevroren handdoekske in zijn nek! Op de duur heb ik de resterende ijsblokjes in een plastic zakske gedaan en heb daar dat voddeke rondgewikkeld dan kon hij dat ook nog in zijn pollekes houden. Ge hebt zelden ne mens zo gelukkig gezien! Ondertussen had hij dus ook al een beker met ijs onder zijn oksel gekneld. 't Spijtige was dat ik me ook efkes liet gaan, en daar bij een vlotte 40° onmiddellijk een snotaanval kreeg… Heel vervelend als ge maar 1 papieren zakdoekske bij hebt… en geen winkels in zicht. (En WC-papier is er vanzelfssprekend niet, dat krijgt ge als toerist gelimiteerd mee als ge naar 't toilet gaat. Twee vellekes de vrouw. Tenandere, ik spreek uit ervaring nu, ge kunt er ook uw neus niet in snuiten, ge toetert er los door!)

    In dat cafeetje verkochten een bloedmooi boek over al die fresco's kompleet met heel het verhaal van de Ramayama in 't Engels en in 't Thais, maar het boekske woog vlot drie kilo. Heb het dus met veel spijt in 't hart maar laten liggen…

    Alhoewel Paul er vóór zijn ijsbad kompleet onderdoor zat, wou hij nu ineens verder trekken naar een volgende tempel waar een 46m lange Boeddha lag. (Pff, so what, we hebben er zo al tientallen weten liggen). Enfin, wij op pad, door de stovende, klammige hitte pal op de middag. Komen we toch voorbij een reeks winkeltjes… En ik had me nochthans voorgenomen geen olifanten te kopen, aangezien ik er toch geen meer vind die ik nog niet heb.
    Jawadde, nog geen vijftig meter verder was ik zes olifantjes rijker. Allemaal originele. Vijf heel kleine koperen, en 1 grotere (maar een lichtgewicht) door een oud madammeke uit touw gemaakt. Ondertussen opgevist door een tuktuk-rijder die ons voor 20 fr. (1 bath is 1 frank, ferm gemakkelijk) naar die liggende Boeddha ging brengen. Ikke blij : niet meer te voet verder moeten soppen en snotteren! En Paul zag het gelukkig ook zitten. Dus wij kruipen achterin dat bakske, kop in kas als twee gieren, want dat tentzeil hing als gewoonlijk veel te laag voor grote mensen. En wat is de eerste vraag : "En? Hoeveel kindjes hebt ge?" Maar Paul is me deze keer net iets te vlug af en zegt keihard : "Geen". Kerel heel geshockeerd natuurlijk. Daar begon het spelleke dus weer… Iets mis met de potentie? Wie gaat er later voor u zorgen?... Heb zijn gevraag in de kiem gesmoord door maar met onze Paul te beginnen argumenteren : dat ik het toch écht niet schoon vond dat hij me met zes kinderen had laten zitten. Gelukkig dat die chauffeur heel die uitleg niet kon volgen… Hilarische momenten, ware het niet geweest dat mijn snot waanzinnige proporties begon aan te nemen, door de luchtvervuiling (veel mensen lopen hier met een doekske voor hun mond en neus) en door de wind vanachter op die zijn brommer dus. In een winkel het laatste pakske WC-papier gaan kopen, want papieren zakdoeken hadden ze niet. Mens wat een gesukkel toch weer.
    Enfin, in plaats van ons naar de liggende Boeddha te rijden wist hij er ook nog ne grote rechtopstaande staan, en die moesten we volgens hem echt eerst zien, maar nog "eerster" werden we alweer in een juwelier geduwd… Ellendig. Die airco, mijn neus! En dan weer terug achterin die tuktuk in de wind en de autodampen! Ik begon gewoon leeg te lopen. En Paul nog altijd in de weer met al zijn zorgvuldig gekoesterde ijsblokjes, natte voddekes en koude flessen water.

    Die staande Boeddha was weliswaar een meter of 18 hoog, maar ik ben echt niet meer gefascineerd door hoge, lange of dikke Boeddha's. I've seen them all. Het enige dat er geestig aan was, was dat tussen zijn reuze-tenen een paar poezen lagen te slapen, en dat de tempeltjes rond het beeld ook vol poezemannen zaten met alle mogelijke staartlengtes.

    Een van de vele redenen waarom ik altijd al zo'n bloedhekel heb gehad aan Bangkok heeft te maken met de hondenmiserie die ge hier ziet. Maar dat is iets verbeterd. Al de echte sukkels zijn denkelijk overreden, weggeteerd of vergiftigd, en de overblijvers (meestal ook niet in al te denderende staat, vol wondjes en kale plekken) zijn nu gepromoveerd tot "huisdier", ze hebben een koordje rond de hals. Ik heb zelfs een hond met 1 oog en oude afgesleten tanden achter in een pick-truck zien meerijden. Dus die had zelfs een Thai zijn hart weten te vermurwen. Of 't moest zijn dat hij onderweg was naar zijn restaurant natuurlijk…

    Uiteindelijk dus toch bij de "liggende" geraakt, en die bevondt zich in een prachtig, reusachtig tempelcomplex. Weer allemaal daken van flikkerende steentjes die schitterden in het zonlicht. Maar al de energie is in de buitenkant gestoken, de interieurs vallen overal nogal tegen.
    Aangezien we nog grootse plannen hadden voor de avond : een driehonderd meter hoog gebouw beklimmen en daar gaan dineren (voor Al Quada dat ook platvliegt), moesten we wat voortmaken.

    Dus wij een taxi genomen en nadrukkelijk gevraagd naar het Centuly Palk Hotel. De kerel mummelde wat, naar goede Aziatische gewoonte kunnen ze niet zeggen dat ze het niet kennen en de weg niet weten, want dan lijden ze gezichtsverlies… Dus wij op weg. Heel Bangkok doorkruist maar die vond dat hotel dus niet, en hij kon het ook aan niemand vragen wegens … gezichtsverlies alweer. Op de langen duur maar betaald en uitgestapt en te voet op pad gegaan. In den donkere langs de drukste banen… Een echt wonder dat we niet overreden zijn. Als ik alleen was geweest zou ik nu nog aan de rand van die weg gestaan hebben, want het oversteken is echt iets voor kamikazes. Na twee kilometer stappen, moe, hongerig, nijdig, plakkerig, snotterig, toch thuisgeraakt.

    Direkt maar uit mijn MASH (een oude créme-glace doos vol pillen en drankjes en spuiten en zalfkes) de strafste neuspil opgediept en in een warm bad in slaap gesukkeld. Toen de neus wat bekomen was van de doorstane ellende maar besloten niet meer buiten te komen en in ons eigen hotel te blijven eten. Fantastisch buffet gevonden met allerlei Japans spul. Ons ernstig te buiten gegaan aan sushi en sashimi, en de zaak netjes afgerond met wat vreemde, maar lekkere dessertjes. Een stuk of zes.

    Het enige minpuntje was toen ik mijn vakantiesjakoske voor de eerste keer opende ik er een fax in vond … van ons ma. Was efkes een moeilijke moment. Want vroeger pikten we altijd haar schrijfsel aan de receptie op voor we aan tafel gingen en lazen we die tijdens het avondmaal.
    Tijdens het filmen 's namiddags heb ik ook dikwijls aan haar gedacht. Omdat ge dan altijd denkt : "Oh dit gaat ze na de vakantie leuk vinden om te bekijken…".
    In Zaventem had Paul zijn moeilijke moment, toen hij haar voor 't vertrek gelijk gewoonte nog efkes rap wou opbellen… Tja, zo'n ogenblikken zullen we nog wel meer hebben, dat is onvermijdelijk.

    Hondsmoe op bed gesukkeld. Paul ligt al een dik uur in coma. Ga dat nu ook doen. Haricot, mijn beertje, zit met een dromerige blik tussen de olifantjes op mijn nachtkastje.




    28-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1. Het animatie-team doet echt zijn best.

    Dinsdag, 29 oktober 2002 - onwezenlijk vroeg.
    In 't vliegtuig van Frankfurt naar Bangkok.

    1. Het animatie-team doet echt zijn best.

    In plaats van om 8 uur stond de chauffeur die ons naar de luchthaven ging rijden er natuurlijk weer een kwartier te vroeg. Ik zat nog volop met mijn kop in mijn vijver naar dorre blaadjes te vissen toen hij aanbelde. Ik heb me toch weer wat gewenst ja… Zaterdagnamiddag vraag ik aan hierboven of het eens grondig zou willen waaien want dat ik toch zó graag de dode bladeren zou kunnen opruimen zodat ze de putjes niet gaan verstoppen terwijl we weg zijn. En wat krijgen we : de ergste storm sinds 12 jaar en op zee een orkaan. Dat had ik weer helemaal niet gevraagd hé!
    “Precisie-wensen” is nog niet mijn sterkste kant.

    Dus op de allerlaatste moment in vliegende vaart nog wat toiletgerief in de handbagage gegooid en maar vertrokken want die chauffeur stond alweer ongeduldig te trappelen.

    Zaventem is flink uit de kluiten gewassen, en ze hebben het deze keer mooi gedaan. Alles heel ruimtelijk opgevat, licht, veel aluminium, handig groot, en het ziet er echt goed uit. Heel wat anders dan de stofnesten van Schiphol of de ultieme vergroezing van het gepasseerd futurische decor van Charel de Gool.

    Tijdens het wachten las ik in de krant over de bevrijding van de gijzelaars in het theater van Moskou. Amaai, dat ziet er niet best uit, hoeveel van hun "geredden" gaan er uiteindelijk nog "overleven" ook? 'k Weet ook wel dat ge geen omelet kunt maken zonder eieren te breken. Maar én de eieren, én de pan, én het gasvuur, enfin eigenlijk heel de keuken naar de bliksem helpen, vind ik precies toch ook niet efficiënt meer. Zal maar aan mijn holiday beginnen en stoppen met kranten te lezen. Ne mens wordt daar toch niet beter van.

    Het vliegtuig naar Frankfurt steeg wat te laat op, en het rammelde ook een beetje. Landen deed het zo te zien ook al tegen zijn goesting want het blééf maar rondcirkelen. De landing zelf was heel ongelukkig, iedereen hing dubbelgeplooid vooraan in zijn veiligheidsgordel. (Precies zo'n verkoopuitzending op TV over een sensationeel nieuw fitnessprodukt. Ik hoorde in gedachten die Hollander al blaten : "U krijgt binnen de 14 dagen een platte buik met deze geweldige nieuwe uitvinding : de ‘super-shape-form-buikriem’ voor slecht 199 euro! Bestel nu dan krijgt u er nog een gratis vliegtuig bij!")
    Ik dacht : “Amai die piloot is niet echt goed gezind, hij zal zijn favoriet stewardesske niet hebben mogen meepakken zeker.” Maar ineens komen daar een tiental brandweerwagens, ambulances en auto’s van de technische dienst aangereden. Toen dacht ik : "Haha, sensatie, er gaat er hier ene landen die in de pattaten zit!" Maar toen bleken die gasten allemaal halt te houden aan ónze vlieger begot! De pompiers zetten zich in aanslag, de slang gericht op een van de motoren. Enfin, meer dan dat is er, dat ik weet, niet gebeurd want wij zijn met enkele busjes opgehaald en afgevoerd. Allez, wel lief dat ze zo bekommerd om ons waren. Alhoewel. Misschien niet zo bekommerd om óns. Want ze hebben ons wel lang in de lucht gehouden, ze waren toch misschien nog meer in de weer om hun luchthaven niet te laten abimeren.
    Alleszins als entertainment was het niet slecht en 't had het voordeel dat we niet oeverloos lang moesten zitten wachten op onze vlucht naar Bangkok. En dat vliegtuig steeg perfekt op tijd op.

    De zetels kunnen lekker plat, en het eten was buitengewoon. Echt van het voorgerecht tot Paul zijn Cognacske na de koffie, alles tot in de puntjes verzorgd. Ik denk het beste wat we al in de lucht verorberd hebben. En service, én moeite doen, én snel! Paul zei nog : "Die mensen werken hier begot gelijk wij in onze winkel", maar toen ik hem zo eens zijdelings aankeek, voegde hij er wel direkt aan toe : "Allez hoe we het zouden móeten doen. Die onthechte, verlichte glimlach is er bij ons nog niet echt bij…"

    Door het succulente eten is mijn schapraai grotendeels onaangeroerd gebleven. Dus ik heb nog vrachten chocolade, M&M's, marsepeinen patatjes, cent waferskes over…  'k Geef toe 't was inderdaad een vrij ruime voorraad, maar ja de laatste tijd begint men zich onbewust al een beetje op een kaping te voorzien nietwaar?

    De voorstelling van het vluchtplan was ronduit spannend te noemen : Armenië, Azerbeidzjan, Afghanistan, Pakistan, India en Bangladesh. Eén voor één plaatsen waar ik niet wil neerstorten want waar ik niet geloof in de goede wil van de mensen mét hoofddoek tegenover de neergestorte mensen zonder. Trouwens als ge neergestort zijt hebt ge misschien nóg minder aan dan een hoofddoek?... Ik wil ’t niet weten. Ik klap mijn Pandorake dicht en ik ga een dutje doen. Ze zullen me wel wekken als 't ontbijt er aan komt. Of welke maaltijd dan ook...




    27-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorwoord.

    Op dit blog heb ik mijn reisverhaal over Cambodja geplaatst. Maar je krijgt nog veel meer te zien dan alleen maar Angkor Wat.
    De reis begint met een weekje genieten in Khaolak (Thailand), eens uitgerust (nou ja...) trekken we enkele dagen door Zuid-Cambodje om af te sluiten met een zeilcruise langs de Andaman-eilanden met een echte Viermaster!
    Kom maar mee genieten!

    Het verhaal is te lang om in 1 keer uit te lezen. Daarom heb ik alle hoofdstukken bereikbaar gemaakt via de links hiernaast in de zijkant van mijn blog, dan kan je steeds makkelijk terugvinden tot waar je 't al gelezen hebt. Dit blog is steeds eenvoudig terug te vinden : onthou gewoon
    www.laathi.be. Dan kom je terecht op mijn home-site en daar in de kantlijn vindt je alle links naar mijn reisverhalen.




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs