Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Wie zijn wij ?
Peter (42) & Mireille (39), Kevin (17) en Michael (14) Wonen : Antwerpen, België Laten thuis : Pica (3, chihuahua), Pitouche (8) en Pommeke (5), onze twee je-weet-wel-katers
18-08-2008
Grand Canyon in the sun en Monument Valley, the 8th Wonder of the World...
hallo iedereen,
Gelukkig scheen deze ochtend bij het opstaan de zon opnieuw volop ! Gelukkig, want we hadden (zonder dat de boys hiervan wisten) een helicoptervlucht boven de Canyon geboekt... En dat was fenomenaal ! Het kost je een rib uit je lijf, maar het is het volledig waard De fotocamera klikte vlotjes, en de filmcamera snorde erop los (al kan dat ook het geluid van de helicopter geweest zijn). Al is zo'n half uurtje wentelen voorbij voor je 't weet, de indrukken die je opdoet als je echt de Grand Canyon van bovenaf ziet zijn met niets te vergelijken.
Daarna werd de auto ingeladen en uitgecheckt, en reden we langs de volledige South Rim van de Canyon oostwaarts, richting onze volgende bestemming : Mexican Hat in Utah. Op de verschillende viewpoints bij de Grand Canyon die we nog passeerden, werden er uiteraard opnieuw de nodige digitale beelden geschoten, de regendag van gisteren was dan ook vlug vergeten. Eenmaal de Canyon uit, schoten de Indiaanse stalletjes met sieraden en aardewerk als paddestoelen uit de grond. Daar moest uiteraard wat geshopt worden ! Het werd een lange rit (alweer zo'n 5,5 uur rijden), dus halverwege werd er lekker geluncht bij de Cameron Trading Post, een zaak met alweer prachtige Native American souvenirs, sieraden, kledij, en kitsch, maar bovenal met een dining room in Indiaanse stijl en zalig eten.
Opnieuw de weg op dan maar, want "the road is long and winding". De mijlen werden vlotjes gevreten door onze Buick, en op het eind van de middag naderde een nieuw hoogtepunt van de dag : het werkelijk prachtige -op Indiaans grondgebied gelegen- Monument Valley Tribal Park. Wie kent niet de bekende affiches van Marlboro met de cowboy en de rode monolieten op de achtergrond ? Da's Monument Valley. Of de vele westerns en andere Hollywood-films die hier werden opgenomen ? Monument Valley. Onze pas aangeschafte Annual Pass voor de Nationale parken telt hier niet, maar in ruil voor 5 dollar per persoon mogen we het park in. Daarvoor krijg je een A4-tje met daarop een scenic route van 17 mijl, die wordt afgeraden aan mensen met een gewone personenwagen. De rit gaat volledig over "unpaved" roads, en dat is zacht uitgedrukt. Een weg vol putten, kuilen, stenen en rood zand, waar onze hoog-op-de-poten-staande Enclave eens goed mee moest lachen uiteraard. Toch zagen we velen met gewone auto's en zelfs laag geveerde Mustangs de weg over sukkelen... Door het late uur en de snel ondergaande zon hebben we niet de volledige 17 mijl kunnen afwerken, maar dat mocht de pret niet drukken. De leuke off-road ervaring en werkelijk f e n o m e n a l e foto's nemen ze ons niet meer af.
Tijdens de laatste etappe naar Mexican Hat ging de zon onder, wat alweer onbeschrijflijke beelden van de omgeving opleverde. Dit is echt het indrukwekkendste landschap wat we al ooit hebben gezien, eigenlijk schieten woorden tekort om het te omschrijven.
Bij aankomst in het hotel was het dus al flink aan het schemeren. Mexican Hat is echt maar een zakdoek groot (3 hotels, 1 benzinestation, een drietal restaurants en 88 inwoners), dus er valt buiten slapen en eten echt niets te beleven. Het plaatsje dankt zijn naam aan de rotsformatie even buiten het centrum, waar men met wat fantasie een omgedraaide sombrero in kan herkennen. We trokken dus onze stapschoenen aan en begaven ons naar het Swinging Steaks restaurant, waar we na een half uurtje wachten een tafeltje konden bemachtigen. Nog een goed uur later (!) werden onze steaks (met Pinto beans, Salad & Texas toast) aan tafel geleverd... De steaks werden op een schommelend rooster boven een open vuur geroosterd, spectaculair om te zien en zeer lekker. Zoals ze hier zeggen : "It was worth the wait" !
Maar voor nu... : slaapwel ! Morgen wacht ons alweer een lange rit.
over Goosenecks, Glen Canyon & Capitol Reef... door Kevin
Vandaag stond er ons een lange verbindingstocht van Mexican Hat naar Torrey te wachten. Gelukkig viel er heel wat moois te bezichtigen op de lange weg.
De dag begon vrij moeizaam, mede omdat we gisteren zo laat gegeten hadden, en omdat onze nacht een uurtje korter was door het tijdsverschil in Utah. Wanneer we dan uiteindelijk gewassen, aangekleed en ingepakt waren, stonden we al voor de eerste tegenslag van de dag: in het hotel was geen ontbijt voorzien, en een winkel om wat eten te kopen was ook niet te vinden in Mexican Hat en omstreken. We begonnen dan maar aan onze tocht, en deze leidde ons al meteen langs het Goosenecks State Park: een reeks meanders in de San Juan River, enkele honderden meters onder ons. Een prachtig uitzicht, en weer een van de wonderlijke natuurverschijnsels voor op ons lijstje. Het volgende natuurverschijnsel waren de Natural Bridges, rotsformaties waar lang geleden een rivier zich een weg onderdoor had gebaand. Daarna zetten we onze weg verder, en gingen voor het eerst echt klimmen met onze Enclave. Langs de smalle, stijle unpaved roads de berg op, die ons opnieuw enkele uitzonderlijke en spectaculaire panoramas voorschotelden. Na nog enkele tientallen mijlen gereden te hebben kwamen we tot de ontdekking dat ook ver buiten Mexican Hat geen eten te vinden was. Ondertussen was het al half twee, en buiten een appeltje uit onze coolbox hadden we nog niets gegeten. We waren bijna de wanhoop nabij, we dachten dat onze tijd gekomen was, we zouden omkomen van de honger. Maar plots dook de verlossing aan de horizon op: een bord dat een servicestation op 4 mijl aangaf. In de shop van het tankstation in Hite in Glen Canyon konden we heerlijke diepvrieshamburgers, burritos en chicken wings eten; als men honger heeft smaakt alles! Na het eten volgde het langste stuk rijden tot aan Capitol Reef National Park, maar onderweg kregen we nog enkele prachtige uitzichten voorgeschoteld. Binnen 10 minuten reden we soms van het ene landschap het andere binnen. Zo zat je in de woestijn, en zo zat je weer in het bos, nog geen 10 minuten later rezen de rotsen weer torenhoog naast je op. Eens aangekomen in Capitol Reef had de rit voor enkelen onder ons al wat lang geduurd, en daar hebben we helaas niet de tijd kunnen nemen die nodig was om al dat moois en spectaculairs uitgebreid te bewonderen. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat we niet vaak genoeg aan de rand van de rotsen hebben gestaan om alles op foto vast te leggen. Voor ons avondmaal trokken we ditmaal naar het restaurant van ons hotel (de Wonderland Inn in Torrey), en daar hebben we heerlijk kunnen dineren. Geroosterde kip, lasagna en cowboysteak was onze bestelling voor vanavond, en alles smaakte weer wonderwel. Nu hopen dat de bedjes lekker zacht zijn, en dan kunnen we er morgen weer tegenaan, dan leidt de weg ons richting Bryce Canyon.
Aangezien het gewicht van onze koffers alarmerend begon te dalen, had Mireille gisteren in de plaatselijke Laundromat van Torrey wat wasmachientjes en droogkastjes ingestoken om onze vuile was weer enigszins toon- en draagbaar te maken. We wisselden wat muntjes en voor het fijne prijsje van $ 4,75 was alles gewassen en gedroogd. Probeer dat maar eens in Europa ! En het toffe is dat ze voor vanavond ook alweer een bezigheid heeft want een en ander moet ook gestreken worden natuurlijk .
Na de marathonetappes van de twee voorbije dagen, was het vandaag tijd voor een ietwat kortere rit tussen Torrey (Capitol Reef) en Bryce Canyon. Eenmaal het ontbijt achter de kiezen, de cooler gevuld met verse ijsblokjes, en de Buick opgevuld met kerosine, waren we er volledig klaar voor.
De rit voerde ons langs een van de allermooiste "scenic byways" van de States, de Utah-12. Deze tweebaansweg gaat niet alleen door het Dixie National Forest, maar bevat ook een stuk van 29 mijl dat met niet minder als adembenemend omschreven kan worden. Tussen Boulder en Escalante gaat de weg eerst flink omhoog en op de top is er enkel aan beide kanten de afgrond met fantastische uitkijkpunten. Eenmaal over de summit van 7.600 feet slingert de weg zich opnieuw naar beneden door een vuurrode canyon. De Utah-12 is erkend als "All-American Road", wat zoveel wil zeggen als dat deze landschappen nergens anders in de VS voorkomen. Ik geloof het graag.
Iets na de middag al arriveerden we bij Bryce Canyon, waar we onze intrek zouden nemen in Ruby's Inn, wat ik me herinnerde als een hotelletje en een RV-campground. Groot was dan ook mijn verbazing toen bleek dat op de plaats waar ooit het kleine hotelletje had gestaan een heel dorp was verrezen. Het kleine Ruby's Inn is overgenomen door de Best Western-keten en bestaat nu uit een waar resort met een 5-tal lodges met verschillende verdiepingen, twee zwembaden, een supermarkt, tankstation, restaurants, een reusachtige souvenirshop, en... oh ja : een RV-campground. Om een onduidelijke reden had men ons bij Jetair voor dit hotel een kamer geschikt voor minder-validen geboekt (?), wat zich uiteraard vertaalde in een zeer ruime kamer met een nog ruimere badkamer. Niet getreurd ! Ook het internet is eindelijk van high-speed kwaliteit, wat de laatste dagen in de boerengaten Mexican Hat en Torrey wel anders was. Het was daar grommen en vloeken om een simpel berichtje op het blog te krijgen met een internet nog trager dan poppenstront. Laat staan foto's !
Na een frisse plons te hebben genomen in het zwembad, waren we voldoende afgekoeld om onze stapschoenen nog eens aan te trekken en gingen we het park in. Het prettige van Bryce Canyon is dat je met de auto eigenlijk bijna het volledige park kunt doorkruisen, om dan op tijd en stond aan een viewpoint te parkeren, en meteen van de mooiste uitzichten te genieten. Bryce is weer helemaal anders dan de Grand Canyon, of Monument Valley, of zelfs Capitol Reef. Het is kleiner, intiemer, beter te bevatten ook. Het bestaat uit prachtige stenen "hoodoos", die door de erosie continu van uitzicht veranderen. Binnen 100 jaar zal Bryce er mogelijk volledig anders uitzien...
Nadat we een 6-tal viewpoints gezien en uitvoerig gefotografeerd hadden, hielden we het voor bekeken en keerden terug naar de nederzetting die Ruby's Inn heet . Terwijl Michael en ik onze SUV van zijn in de woestijnen opgelopen stoflaag afhielpen in de carwash ($ 6, belachelijk gewoon !), amuseerden Kevin en Mireille zich in de souvenirshop. Wat t-shirts, een wintersweater, het kost hier allemaal twee keer niks.
Na het avondeten in een van de resto's van Ruby, hebben we nog wat inkopen gedaan in de grocery-shop voor het ontbijt van morgenvroeg, alsook wat snacks voor onderweg (appels, bananen), en als ons Mieke klaar is met de strijk, dan sluiten we de boel hier af en gaan we een stukske slapen.
Morgen hebben we toch weer een pittige rit voor de boeg, die ons eerst naar Zion National Park zal brengen en daarna naar Vegas.
Viva Las Vegas ! Peter.
P.S. : aan de reacties van verschillende mensen merken we dat het adres van ons blog flink wordt "doorgegeven", waarvoor dank ! Het doet deugd te zien dat we goed "gelezen" worden. En ook de reacties (zowel op de berichten als via het gastenboek) vinden we ongelooflijk tof, daar doet een mens het uiteindelijk voor . Dus blijven reageren, mensen !
Hello campers ! Er is (met de snelle internetverbinding die ons hier plots ter beschikking bleek) een begin gemaakt van een "fotoalbum". Natuurlijk proberen we dit de volgende dagen uit te breiden, de link staat hiernaast, onder het archief, en bij deze...
Sorry allemaal voor het late tijdstip van dit bericht, wat ik op donderdagochtend zit te schrijven, ipv van 's avonds voor het slapengaan Ik zal jullie vertellen waarom...
Gisterenmorgen zijn we dus uit Bryce vertrokken naar Las Vegas, onze bestemming voor twee nachten (eindelijk nog eens). Zoals ik al eerder schreef, hebben we in de grocery-store wat spul voor een ontbijt meegenomen, en na een uurtje rijden vinden we een alleraardigst parkeerplaatsje met picknicktafels onder de bomen. Cornflakes, crackers met Philadelphia en confituur, een stukje fruit, het is eens wat anders (er is zelfs geen ei in velden of wegen te bespeuren ), erg prettig. Niet veel later bereiken we Zion National Park, waar onze monden alweer openvallen van zoveel moois langs de weg. Prachtige foto's worden genomen, er wordt wat gefilmd door Kevin vanuit het open dak op de slingerende wegen, maar het blijft natuurlijk jammer dat je zo'n park maar heel beperkt kunt zien op een tocht als deze. Op een uurtje ben je er wel doorheen (door het zuidelijkste puntje van Zion loopt ook een "doorgaande" weg, wat in ons geval wel handig is uiteraard), maar eigenlijk verdient zo'n reusachtig natuurgebied dat je de auto wegzet en de shuttlebus verder neemt, noordelijk het park in. Dat je wandeltochten onderneemt, en zelfs een tentje om op een camping midden in het park je echt een te voelen met de natuur. Ik heb me die bedenking al in verschillende National Parks gemaakt de laatste dagen, misschien komt het er ooit wel van.
Op weg naar Las Vegas dan maar, en een dik uur later rijden we eindelijk nog eens op een échte Interstate, waar je zelfs kunt inhalen en 75 mph mag rijden ! Dat was al geleden van toen we Arizona binnenreden, een week zeker ? De temperatuur gaat gestaag de hoogte in, we gaan naar beneden, de woestijn weer in, en de boordcomputer geeft vlotjes 105°F (41°C) aan. Even lunchen om een uur of twee bij de Burger King (onthoudt dit uur, ik kom er nog op terug ), en tegen 16u zien we eindelijk het silhouet van Vegas opdoemen, met de toren van de Stratosphere als onmiskenbaar herkenningspunt. Waarom we ons hotel Luxor van hieruit nog niet zien wordt later duidelijk, want deze toch enorme piramide valt niet eens echt op (wat grootte betreft toch) tussen de enorme hotels op de Strip.
Inchecken dus eerst, maar waar raak je hier in godsnaam je auto kwijt ? Overal bordjes "valet parking", wat betekent dat een hotelmedewerker je karretje wegparkeert, maar aangezien we niet weten wat dat hier wel niet mag kosten, gokken we op de kleine wegwijzer "self parking". Na twee rondjes rijden vraag ik hulp aan een man die op een scheidsrechter lijkt, met zijn knalgele shirt en strenge blik (enkel zijn fluitje ontbreekt - if you know what I mean). Hij stuurt ons naar de àchterkant van de piramide, waar we na lang zoeken een plekje vinden op het dak van de garage, er moeten hier minstens 3000 auto's staan... Later blijkt overigens dat ook de valet parking gratis is, maar goed. We besluiten de koffers nog maar even in de auto te laten, want ik heb al gehoord dat hier lange rijen kunnen staan om in te checken. De incheckbalies bevinden zich uiteraard helemaal vooraan in de lobby, onze parking achteraan, dus... het hele casino door, en dus was het nog niet zo'n gek idee van die koffers De drukte valt uiteindelijk reuze mee op dit uur van de dag, er zijn dan ook dik 10 incheckbalies (het lijkt de luchthaven wel) en buiten het afwimpelen van een upgrade (omwille van de kleine kamer die we geboekt hebben voor z'n vieren) gaat alles heel vlot. Op de kamer moeten we eens lachen om de voorgestelde upgrade, het is bijna de grootste kamer die we tot nu toe al gehad hebben. Het enige wat we laten veranderen (terug naar de incheckrij, wel wat drukker nu), is dat we wat hoger in het gebouw willen dan de 4e verdieping. Ook dit is geen probleem, en nu genieten we van een schitterend uitzicht op het naastgelegen Mandalay Bay hotel en de opstijgende vliegtuigen, vanaf de 21e verdieping... De bagage uit de auto halen is nog het zwaarst : terug naar buiten in de hitte, en daarna het casino door met 4 zware koffers, de juiste lift vinden (#3 gaat van de 16e tot de 21e verdieping), en daarna de piramide rond, toch een goeie 15 minuten onderweg ...
En dan begaan we de fatale mistake. In plaats van een hapje te gaan eten (want niemand heeft al honger) of een plonsje te pakken in het overvolle zwembad, besluiten we naar het Premium Outlet center te gaan om eindelijk wat te gaan shoppen. Te lang in de woestijn gezeten zeker ? Als het outletcenter om 21u zijn deuren sluit, hebben we pas 4 shops gedaan (Adidas, Nike, Calvin Klein en Ralph Lauren) en zijn we platzak. Bovendien scheurt nu iedereen wél van de honger. We racen over de strip naar ons hotel (NOT, we doen er alweer een uur over - het is inmiddels razend druk), en als we eindelijk de auto weer kwijt zijn kunnen we gaan eten. We schuiven aan bij het Pyramid Café en het is half twaalf als we ons eten krijgen (soepje, Caesar salad, Chicken Pot pie, spaghetti & meatballs, en een California Turkey panini). Het smaakt verrukkelijk en ook de mojito die M en ik naar binnenslurpen is zalig. Kevin mag hier uiteraard nog geen alcohol drinken (zelfs voor een pintje moet hij nog 3 jaar en 2 maanden wachten), en ziet het met lede ogen aan
Uiteraard moet de Strip in "het donker" nog even gemonsterd worden, maar na een uurtje houden we het voor bekeken en vallen we half dood op ons bed neer. Een verslag voor het blog zal moeten wachten...
Vandaar...
Vandaag blijven we in Vegas, ik beloof jullie dat ik opnieuw het oude ritme oppik vanavond. Talk to you later !
Na onze uitspattingen van gisteren, werd er op algemeen verzoek een "uitslaapdag" ingelast. Allemaal goed en wel, de wekker werd uitgelaten, maar yours truly zat natuurlijk toch om 8u deze morgen al vrolijk het vorige (te late) verslag te schrijven. Uiteindelijk was tegen 10u eenieder uit de bedstee en onder de douche geraakt, en kon de Vegas-dag beginnen.
Uren en uren hebben we op Las Vegas Boulevard (de Strip dus) rondgelopen. Casino in, casino uit, er is ook zo ongelooflijk veel te zien... En iedere keer bij het buitenkomen een klop op je kop van de hitte (er werd vandaag 110 Farhrenheit = 43°C gemeten rond de middag, heb ik me laten vertellen)... Van Luxor naar Mandalay Bay, waar Kevin nog een ticket voor de musical Mamma Mia! op de kop wist te tikken voor vanavond. Daarna de straat op naar het MGM Grand, waar echte leeuwen zitten (liggen, eigenlijk, zoals het leeuwen betaamt). Vervolgens naar Planet Hollywood, waar een prachtig winkelcentrum is ingebouwd, met een tropische regenstorm als gratis attractie (verfrissend !). Het Paris, met z'n prachtige replica's van Eiffeltoren en Arc de Triomphe. Het Bellagio, pracht en praal op z'n Italiaans, net zoals het Venetian, waar je zowel buiten als binnen met gondels op kanalen kunt varen en kunt dineren op het San Marcoplein... En natuurlijk Caesar's Palace, waar het aantal fonteinen en beelden niet op twee handen te tellen zijn.
En 's avonds, in het donker terug de Strip op uiteraard, om dit keer alles mét neonverlichting op de digitale plaat vast te leggen. Eerst met de taxi naar het Paris (de voeten wilden niet meer mee inmiddels), alwaar bij Mon Ami Gabi een heerlijke Steak au Poivre kon genuttigd worden (opgediend door échte Franse garçons !) op het terras, met uitzicht op de dansende fonteinen van het Bellagio aan de overkant, iedere 15 minuten... De enige domper op deze fijne twee dagen Vegas, was het feit dat de vulkaanuitbarsting bij The Mirage tot eind 2008 buiten gebruik is, en dat we net een half uur te laat waren voor de Sirens of TI, het piraten-vuurgevecht dat 4x per avond wordt opgevoerd voor het Treasure Island. Een mens kan niet alles hebben in het leven... Gelukkig heeft P zijn talenten op de Roulette-kasten nog eens tentoongespreid, en de dag afgesloten met een keiharde winst van maar liefst 18 dollar ! Als al dat geluk in het spel maar geen ongeluk in de liefde betekent !
Morgen (vrijdag) wacht er ons alweer een zeer lange autorit (ik schat een uur of 7, 8...) die ons door Death Valley naar de Sierra Nevada zal leiden. Over contrasten gesproken...
Het duurde deze ochtend wel even voor we eindelijk in de auto zaten na onze "uittocht" uit het Luxor. Niet alleen moest alle bagage in één keer mee de kamer uit (anders blijft een mens lopen), onze kamer was nu eenmaal het verst mogelijk verwijderd van de lift als maar mogelijk was. Daarna moesten we nog het halve casino doorcrossen met alle koffers en tassen, de parking doorkruisen, en nog voor we goed en wel vertrokken waren was iedereen al bekaf .
Onze TomTom gaf als totale rijtijd maar liefst 8 uur aan, dus ook dat was reuzegoed nieuws. Pappie werd beschimpt en bespuwd om zoveel slechte planning. Bovendien had hij het gepresteerd om op deze rit het beruchte Death Valley National Park te voorzien, en dat nog wel op het heetst van de dag. Stupid Of toch niet
Met een volle tank draaiden we de snelweg op, en al een goeie twee uur later reden we het welkomstbord van het Death Valley NP voorbij. Met één oog op de temperatuur van het koelwater van de auto, en het andere op de weg doken we de vallei des doods in. Ietwat geruststellend was het feit dat we toch af en toe een auto kruisten, en dus niet meteen zouden sterven van ontbering, mocht de pechduivel toeslaan. Bovendien hadden we bij een van de laatste nederzettingen voor het park (Beatty) twee gallons drinkwater ingeslagen (en de Buick nog maar eens volgegooid, you never know). Maar... echt gloeiend gloeiend heet werd het niet in de Valley. Ja, natuurlijk, het werd vlotjes 45°C, maar de 50+ graden die we verwachtten, bleven uit (en gelukkig maar). Bovendien viel het dorre landschap niet echt in de smaak, waarschijnlijk zijn we de laatste week een beetje verwend geweest op dat vlak, en was dit allemaal een beetje minder spectaculair. Toch was het best wel een mooie tocht, met veel stijgen en dalen en opnieuw stijgen, en veel bochtenwerk. De P reed als een verre neef van Tommi Mäkinen (ietwat trager weliswaar)
Eenmaal het park weer uit doemden de bergen van de Sierra Nevada op. Niet dat we'r meteen over moesten, eerder erlangs. En de gevreesde 8 uur rijden werden er uiteindelijk maar 6 (stoeme madam van de TomTom !), want om 15u30 reeds reden we de parking van ons volgende hotel op, het Best Western Creekside Inn in Bishop. Een zeer mooi, net en vooral gezellig hotel. De kamers zijn spotless, uiteraard, maar ook de aankleding (ontvangst met frisdrank en versgebakken cookies, zeer vriendelijk personeel) is top. Bovendien ligt het aan een kreekje met kleine watervalletjes, kwebbelende eendjes, bloemenperkjes, terrasjes langs het water met zithoekjes en een zalig zwembad en spa.
Eenmaal de koffers naar boven gesleurd, sprongen we dan ook in onze zwembroek en werd de rest van de middag en vroege avond (eindelijk !) geluilekkerd aan het zwembad. Wat lezen, wat indommelen, wat plonzen, ..., dit hebben we eigenlijk te weinig kunnen doen deze vakantie. Een pico bello maaltijd in de Whiskey Creek, een stukje further down the road, rondde de avond af. Vakantie kan dus ook écht ontspannen zijn ! Het stadje Bishop (en meer in het bijzonder dit hotel) heeft er op slag 4 fans bij. Als het effe kan, komen we hier graag nog eens terug...
Tot morgen, wanneer we de Tioga Pass aanvallen en het Yosemite park induiken ! Cheerio !
Bij het ontbijt in Bishop deze ochtend, voelde Michael zich niet zo best. Hij klaagde van buikpijn en misselijkheid. Hij zou een groot stuk van de lange rit naar en door Yosemite vandaag slapen in de auto. De vermoeidheid begint duidelijk zijn tol te eisen...
Het was anders een mooie rit. Al snel na het vertrek uit Bishop bereikten we Lee Vining, met het daarbij gelegen Mono Lake. Een groot meer met zeer zout water (2,5 keer zo zout als de oceaan), waaruit grillige kalksteenrotsen omhoog steken die zijn ontstaan door een natuurlijke chemische verbinding tussen het zout en calcium. Indrukwekkend en uniek.
Van het ene natuurwonder, rijden we het naar het andere. Over de Tioga Pass, die van november tot eind mei (en soms langer) gesloten is voor het verkeer door de sneeuw, rijden we langs de oostelijke ingang het Yosemite National Park in. Op deze grote hoogte zijn de uitzichten adembenemend, het gebergte om ons heen, de naaldbossen, de ijskoude meren... Het aantal mensen in het park is wel beduidend hoger dan gisteren in Death Valley , wat niet verwonderlijk is. Het is bovendien een zaterdag in het hoogseizoen, dus dat belooft.
De rit over de volledige Tioga Road naar beneden tot in de vallei duurt makkelijk anderhalf uur. De omgeving verandert van bergachtig in bosrijk. En als we ons eenmaal in de vallei bevinden, waar ook Yosemite Village is, is de drukte die van een Spaanse costa. Volle parkeer- en kampeerterreinen, drukke wegen, niets blijft ons bespaard. Als we uiteindelijk de auto zijn kwijtgeraakt op een parking en een stukje hebben kunnen eten (het is dan inmiddels 16u) komen we tot de constatatie dat de watervallen in het park droog staan... Aangezien we nog wel een flinke rit te gaan hebben voor we in het hotel zijn (in het vorige maand nog door bosbranden geteisterde Mariposa), besluiten we het hier maar bij te laten, en blazen we de aftocht.
Uiteindelijk arriveren we om 18u in het hotel (Best Western Yosemite Way Station), wat maar een slap afkooksel blijkt te zijn van ons topadresje van gisteren in Bishop. Mireille en Kevin zijn nog het frist en zoeken een resto'tje waar we een kleinigheid kunnen nuttigen. Aangezien Michael en ik enkel een soepje willen kiezen we voor de meest "normale" herberg in dit hol midden in redneck-country. Als we er echter binnenstappen botsen we bijna onmiddellijk weer buiten door de vieze geur en walm die er hangt. Niet dus. Dan toch maar een taco en burrito bij een Mexicaanse tent. Veel keuze was er eigenlijk niet, we hoeven in dit gat nooit meer terug te komen
Het wordt een vroege avond. Iedereen is eigenlijk moe, de vele miles beginnen stilaan door te wegen denk ik. Nog één lange rit (morgen, tot Reno) en daarna nog naar Frisco, en dan zijn we waar we moeten zijn...