Niet alledaagse kijk op merkwaardige, dikke of soms eeuwenoude bomen uit eigen streek.In de Polders het Houtland en het Meetjesland.De streek rondom Sijsele,Maldegem en Oedelem.
10-12-2008
Bemerk de twee reusachtige rode beuken bij de oude pastorij van Sijsele.
Niks in het huidige Sijsele laat nog vermoeden dat er in de pastorijtuin in de onmiddelijke omgeving van de Sint-Martinuskerk prachtige linden en beuken stonden. Op deze oude prentkaart bemerken we links van de kerk de twee reusachtige rode beuken (bruine beuken) die destijds de trots van Sijsele waren. Uit een verslag van de negentiende eeuwse dorpsherder Petrus Clauwaert weten we dat beide beuken toen reeds een omtrek van om en nabij de negen meter hadden, bij het kappen van de beuken in 1938 voor de bouw van een nieuw gemeentehuis en aanpalende pastorij, moeten de bomen de indrukwekkende omtrek van tien meter bereikt hebben. De beuken waren toen de grootse van ons land en ondanks het protest van de toenmalige Sijseelnaars die van hun beuken niet wilden scheiden , ging men in het najaar van 1938 over tot de kap van deze twee reuzen, Sijsele zou vanaf dan nooit meer het zelfde zijn.
In het kasteelpark van Ryckevelde te Sijsele, alsook in de omliggende bossen staan merkwaardige, dikke, historisch waardevolle en soms eeuwenoude bomen, solitair of in groep. Deze bomen worden weldra vernoemd en beschreven en voorzien van beeldmateriaal. Eén van deze oude bomen is de "Dikke Bertha" die wellicht de grootste en oudste haagbeuk van onze provincie is, de indrukwekkende verschijning is zo'n 350 jaar oud en draagt te Sijsele het prelaat van oudste burger der gemeente.
Bij het oud kasteel van Ryckevelde en het Neerhof te Sijsele staan zestien eeuwenoude kastanjebomen van zo'n vijf eeuwen oud, de bomen vormen een uitzonderlijke populatie en worden binnenkort hier op deze site uitvoerig beschreven.
Ook Oedelem had haar vrijheidsboom of zeg maar vreiheidsbomen, hier bemerken we voor herberg "De Vrijheidsboom"de vrijheidlinde uit 1815 aldaar geplant na de Franse Revolutie wanneer de slipjassen uit onze streken verdreven werden. De linde was lang de blikvanger op de markt maar verdween tussen beide Wereloorlogen in. Herberg de Vrijheidsboom werd gesloopt in de negentiger jaren van vorige eeuw en hete vroeger nog voor de Franse Revolutie herberg-afspanning "De Noteboom" naar een reusachtige en eeuwenoude walnootboom die stond in de tuin van de aanpalende pastorij, betreffende voorgenoemde bomen is nog onderzoek bezig naar eventuele afmetingen, plantdata en datum van verdwijnen, alsook eventuele verhalen verbonden aan deze bomen. Ook in de Sijseelsestraat bij de vroegere smidse stond een vrijheidsboom die er kwam in het begin van de Hollandse periode, de afmetingen van deze linde waren zo indrukwekkend dat de boom er reeds enkele eeuwen moet hebben gestaan alvorens hij de tittel van vrijheidsboom kreeg. In de boom werd tijdens de Franse Revolutie een Sijseelse dienstweigeraar opgeknoopt, meer hierover alsook het nodige fotomateriaal verschijnt binnenkort op de site.
Enkele boomafbeeldingen die we U niet willen onthouden en die de boom als een sprookjesachtig natuurwonder bestempelen. Let wel deze afbeeldingen zijn niet van mijn hand en deels getrukeerd, maar de moeite waard om te bekijken.
Ietwat afgelegen in het landschap rond het hof van Rostune te Sijsele trof ik deze flink uit de kluitengewassen haaagbeuk. De boom heeft een omtrek van 5m08 en moet zo'n tweehonderd jaar oud zijn. Het is een haagbeuk en haagbeuken zijn geen beuken die aangeplant worden om een haag te vormen zoals hun naam zich laat raden, neen haagbeuken zijn een volwaardige ondersoort uit de familie van beukachtigen en onderscheiden zich van hun soortgenoten door het feit dat hun hout veel harder is en vrijwel rotvrij. Het hout van haagbeuken diende destijds om allerlei duurzaam gereedschap te maken zoals bijvoorbeeld draaiende onderdelen van windmolens (tandwielen, kamwielen, assen en dergelijke), het hout is bijzonder hard en ook rotvrij wat maakt dat de familie der haagbeuken stukken ouder worden dan doorgaans hun broeders de beuken. Haagbeuken worden om die redenen ook wel eens molenaarsbomen genoemd of het hout ervan heet men ijzerhout. De meeste haagbeuken zijn een stuk lager dan hun broeders de beuken die door hun statige lengte terecht de pilaren van het bos worden genaamd, vandaar dat men bij een kerk spreekt van middenbeuk, hoofdbeuk, zijbeuk enz.....de haagbeuken die als solitair opgroeien zijn korter en meer gedrongen en daardoor ook dikker dan de gewone beuk van dezelfde ouderdom. De dikste en oudste boom van Sijsele is de "Dikke Bertha" ook een haagbeuk gelegen aan de westzijde van de Holleweg een honderd meter voor de inrit van het kasteel aldaar. Dikke Bertha gaan we binnenkort uitvoerig beschrijven en bespreken op deze site, Dikke Bertha draagt te Sijsele het prelaat van oudste burger der gemeente, de boom heeft indrukwekkende afmetingen en is ruim driehonderd jaren oud, een parel van een natuurmonument. Deze haagbeuk bij Rostune is in elk geval de tweede grootste haagbeuk van de Damse deelgemeente Sijsele en staat nabij de "Blikkendreef" aldaar. Binnenkort meer gegevens en beeldmateriaal, een inkerving in de boomstam die we als betrouwbaar en voor echt mogen nemen is " Verleye A...é 1938 Sijss...le", meer dan vermoedelijk "Verleye André 1938 Sijsseele" en zou een zoon geweest zijn van de Sijseelse landbouwersfamilie Verleye die sedert mensenheugenis de hoeve van de "Keizerput" of het "Groot Sint-Jansgoed" bij het vroegere Sanatorium (ALMA-Ziekenhuis) te Sijsele-Donk.
Boomcirkel te Ryckevelde ====================== Het domein Ryckevelde gelegen op de gemeenten Assebroek, Sint-Kruis en hoofdzakelijk Sijsele bevat een hoogstmerkwaardige cirkel van bomen, deze cirkel zou een zogenaamde "Twaalf Apostels" kunnen zijn die men vroeger in Vlaanderen, Noord-Frankrijk,Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk aantrof in bossen die lagen op de weg van of naar een bedevaartsoord. Meestal stonden twaalf bomen van de zelfde soort of ook van verschillende boomsoorten in een cirkel of een ovaal al dan niet gelegen op een terp. In het midden stond meestal (niet noodzakelijk) een dertiende boom of dertiende apostel die Jezus moest voorstellen. De dertiende boom of dertiende apostol was meestal een edelere boomsoort dan de omliggende (bijvoorbeeld eik of linde staande in een cirkel van twaalf beuken) deze eik of linde stelde dan ook de eeuwigheid voor vermits deze boomsoorten ouder konden worden dan de omliggende en Christus voorstelde. De boomcirkel van Ryckevelde is nog vrij goed bewaard en zou liggen op de vroegere B-weg of bedevaartsweg van Sijsele naar Ver Assebroek. Ver Assebroek was begin vorige eeuw en in de negentiende eeuw een bekend bedevaartsoord waar de pelgrims of bedevaarders in grote getalle heen trokken ter verheerlijking van Onze Lieve Vrouw van Ver Assebroek. De boomcirkel zal dit najaar grondig onderzocht worden door mijzelf uw nederige dienaar, waarna U grondige informatie en beeldmateriaal moogt verwachten op deze site. Genegen groeten, Ronny.
Deze zeer merkwaardige foto van een lindeboom is niet van mijn hand maar wou ik de geintresseerde leazer niet onthouden. Het gaat hier om een lindeboom van 250 jaar oud ergens in Zeeuws-Vlaanderen waar de speling van het lot en de onnavolgbare grilligheid van moeder natuur, duidelijke contouren van een gezicht te voorschijn heeft gebracht zonder tussenkomst van de mens. Aan dergelijke boom zullen wellicht heel veel sagen, legenden en volksvertellingen verbonden zijn. Volgens een tekst die bij de foto stond durfden onze voorouders 's nachts niet voorbij de boom te gaan en wordt hij door bijgelovige burgers uit de 21ste eeuw 's nachts nog steeds gemeden als de pest. De linde staat bij een eeuwenoude houtenschuur van een nog oudere hoeve en zou volgens de bijhorende tekst geklasseerd zijn om zijn historische, cultureele en landschappelijke waarde.
Tussen het station van Maldegem-Donk en de verder gelegen Veldhoekstraat meer naar het oosten staat aan de oude spoorweg Gent-Eeklo-Brugge deze oude beuk. De beuk is vrij kort van stam maar heeft een indrukwekkende kroon. De stamomtrek bedroeg in de zomer van 2008 een 4m12 wat zou betekenen dat deze boom een goede twee eeuwen oud is, vermoedelijk werd hij vrij lang geleden misschien tijdens de laatste oorlog geknot voor het broodnodige brandhout in de strenge winters van de jaren veertig in de vorige eeuw. Daarna is naar de boom niet meer omgekeken en is hij erg grillig gaan groeien en vergroeien. Duidelijke data gekerfd in de boomstam zijn "R.Delammeilieure 1952" en "RVLR 1958". De boom verkeerd in vrij goede staat en door zijn standplaats ver afgezonderd van de bewoonde wereld is hij mogelijk op weg om er nog vele jaren bij te doen.
Deze merkwaardige beuk van zo'n 160 jaar oud staat in het domein Ryckevelde te Sijsele-Damme nabij de vroegere spoorwegbedding Gent-Eeklo-Brugge. De boom heeft een stamomtrek van 4meter67 en staat in een bosje ten noorden van de vroegere spoorweg die hoofdzakelijk bestaat uit Douglasdennen. Wellicht bestond het bosje oorspronkelijk geheel uit loofbomen zoals : beuk, eik, kastanje enz.....tijdens de beide Wereldoorlogen werden er daar in opdracht van de bezetter veel loofbomen gekapt en kort na de oorlog vervangen door dennen. Deze boom moet een van de laatste overgebleven loofbomen zijn en in de loop der jaren hebben tientallen, zoniet honderden wandelaars hun namen gekerfd in de boomstam, alsook desbetreffende datum en jaartal. Betrouwbare datums die nog leesbaar zijn lopen vele jaren terug in de tijd zoals : "Verleye Pieter 1942", "Vanloo Willy 1956", "Willy Blondeel &Willy Van Landschoot 1967" en Romain & Willy & Eddy & Ronny Van Landschoot 29.08.1976. Deze laatste inkerving werd gemaakt door mijn broers en ik tijdens een wandeling te Ryckevelde in de lange hete zomer van 1976. Heel hoog in de boom op een hoofdtak staat "Sijsele Vermeulen andré 1936.
Een knapperd kunt U deze oude beuk moeilijk noemen, maar lelijk zou ook overdreven zijn. Laat het ons houden bij een "karakterkop", de tand des tijds en weer en wind hebben deze beuk in de bossen achter het Sanatorium (ALMA Ziekenhuis) duidelijk getekend. De boom heeft een omtrek van 4m66 en moet ruim 150 jaar oud zijn.
De Rode Markies. ============== De indrukwekkende Rode Markies in het kasteelpark van Ryckevelde bij de kasteelvijver. Voor beschrijving en afmetingen zie eerder op deze site. We zien de boom hier op een zomeravond wanneer de ondergaande zon zijn machtige kruin in een vuurrode gloed zet.
Drie Koningen. ============ Achteraan het kasteelpark van Ryckevelde te Sijsele-Damme staan drie op zijn minst erg merkwaardige bomen. Het zijn drie enorme beuken van omgerekend 175jaar oud die er een triumvaat vormen. De oude beuken vallen niet enkel op door hun ouderdom en enorme afmetingen, maar de drie bomen hebben ook elk een enorme vergroeiing. De drie beuken worden te Sijsele in de volksmond reeds erg lang de "Drie Koningen" genoemd. Op de foto zie je van links naar rechts met bijhorende afmetingen : Melchior de linkse boom heeft een omtrek van 3m40 en het aanwas meet 4m44 gemeten in 2008 en de afmetingen van Melchior bedroegen in 1995 : omtrek 3m10 en het aanwas 4m20. Gaspard de middenste boom heeft in 2008 een omtrek van 2m51 en het aanwas meet 3m26, de afmetingen in 1995 waren voor Gaspard een omtrek van 3m10 en het aanwas 2m97. Balthazar de grootste en zwaartste boom van de Drie Koningen groep had in de zomer van (augustus 29) van 2008 een omtrek van 4m01 en de vergroeiing 5m29, gemeten in de zomer van 1995 brachten volgende afmetingen voort : als omtrek 3m68 en een aanwas met omterek van 4m99. De bomen werden ook eerder gemeten in 1960 en 1975 door toenmalig pastoor van Sijsele Ceasar Denorme, waarvan we de afmetingen binnen kort publiceren. De bomen springen vooral in het oog door hun enorme vergroeiingen ongeveer allemaal 1m80 boven de grond en over deze vergroeiingen doen drie oorzaken de ronde. Volgens sommigen zou de oorzaak een ingeroeide prikkeldraad zijn, die destijds tussen de bomen gespannen was om een achtergelegen wiede aftesluiten, we weten uit ondervindingen dat ingeroeide ijzerdraad kan leifden tot vergroeiingen bij bomen, maar daarvoor liggen de knobbels op de bomen te hoog, niemand spant schrikkeldraad rond een weide op een hoogte van 1m80, zodat we deze oorzaak zogoed als zeker kunnen laten vallen. Volgens anderen zijn de bomen destijds getroffen door blikseminslag en leide de beschadeging tot deze wildgroei. Een andere mogelijke oorzaak zou kunnen komen door een hovenier van het oud kasteel die er werkte tussen 1850 en 1895 en die de bomen ente door de bovenstammen van de bomen te verwisselen en te plaatsen op de onderstammen, in het park vielen wel meerdere bomen aangetroffen die zonderlinge vormen hadden door enting, maar nooit ging het om bomen van eigen komaf, meestal ging het om kleindere sierbomen buxus, taxus, jasmijn enz... en ook oranjerieplanten.
De Rode Markies... ============== Het Domein Ryckevelde te Sijsele-Damme herbergt veel prachtige soms eeuwenoude bomen. Centraal achter het kasteel op de zuidoever van de grote kasteelvijver staat een prachtige rode beuk. Deze indrukwekkende beuk heeft zijn enorme ontwikkeling mede te danken aan zijn standplaats pal op de oever van de diepe koele vijver waardoor hij zelfs in de warmste zomers en droogste periodes volop kan genieten van het voor een beuk zo noodzakelijke levenswater. De boom verkeerd in uitstekende staat en lijkt mij een mooie toekomst tegemoet te gaan om tot een optimaal wasdom te komen. De oude rode beuk heet in de volksmond te Sijsele de "Rode Markies" , rondom de oude boom zijn tal van sagen en legen verbonden waar we later uitvoerig zullen op terugkomen. De boom heeft heden een omtrek van 4m88, in 1994 bedroeg de omtrek op identiek dezelfde plaats gemeten nog 4m50. De stam is mooi recht en vrij lang en in de loop der jaren vol gekerfd met namen, datums en tekens waarvan de oudste nog leesbare teruggaan tot 1958. Het is een erg mooie boom, de mooiste rode beuk die ik persoonlijk ken en op mijn vele omzwervingen doorheen ons Vlaamse land ben tegengekomen. Hoe oud de boom precies is weten we niet , tot voor enkele jaren leefde er te Sijsele een man die vroeger op het kasteel zowel knecht als hovenier was, hij woonde met zijn gezin tijdens de Eerste Wereldoorlog op het nog onvoltooide kasteel in de westervleugel.en de hoofdtoren. Hij beweerde bij hoog en laag dat hij destijds de "Rode Markies" had geplant in het oorlogsjaar 1914. De boom mag dan als solitair en door zijn erg gunstige ligging een optimale ontwikkeling gekend hebben , toch valt het moeilijk te geloven dat de beuk zich in amper een kleine honderd jaar zou ontwikkelen tot dergelijke reus. Als we zijn omtrek vergelijken met soortgelijke afmetingen van beukebomen waarvan we de leeftijd wel kennen, dan moeten we een leeftijd van 200 a 250 jaar als meer geloofwaardig beschouwen. De boom steekt alle andere meerwaardige bomen naar de kroon en is flink op weg om binnen een tiental jaren niet de oudste boom, maar wel de koning van het bos te worden..
Voor ons volgend boomverhaal stappen we af te Maldegem...........Maldegem één van de groene parels van het Meetjesland telt nog uitgestrekte bossen,beeldmooie parken,merkwaardige pastorie tuinen,ongerepte kasteelparken en opvallend veel eeuwenoude bomen waar we later uitvoerig op terugkomen. Eerst laten we ons meesleuren door een merkwaardige kroniek uit de negentiende eeuw waarin Gravin Contessa de Liaing zijnde Marie-Henriette van Maldeghem een bezoek brengt aan het verloederde landgoed haar voorvaderen en waaruit dat blijkt dat bomen steeds een diepgaande indruk op de mensen maakte. Het landgoed waarvan sprake is het mooie Reesinghe kasteel met prachtig domein en bossen en de donkere put waar de 36 ketellappers destijds levend ingemetseld werden. We schrijven 29 augustus anno 1846.De Gravin kwam speciaal uit het Brusselse terug om het landgoed haar voorvaderen te aanschouwen en aldus haar vroegere thuis met een bezoek te vereren.Daar deed ze echter de desillusie van haar leven op.Het sinistere oord geleek in niets nog op wat ooit het zo kloeke en mooie Reesinghe van haar voorvaderen was. Overal lagen volgens het schrijven ontwortelde bomen en de site straalde dood en verderf uit. Niets getuigde nog van de ongestoorde en onbekommerde gastvrijheid dewelke ze ooit op Reesinghe genoot. Het kasteel was een ruine en het park was een oord des verderf.. Voor de teugels te wenden en haar gevolg te vervoegen die aanstalten maakte om Reesinghe te verlaten wende ze de teugels en dreef ze haar paard schijnbaar moeiteloos door het park waar ze nog wat wilde bezinnen haar ogen zochten bang naar iets waarvan ze vermoede dat ze het nooit meer zou vinden,maar toch daalde ze af bij de twee prachtige eeuwenoude en reusachtige linden die als trouwe wachters haar opwachten. Ze bleef alsof ze niet kon scheiden van de linden en met tranen in de ogen wende ze haar blik van de reuzen die ze nooit meer terug zou zien maar waarvan ze hoopte dat ze over Reesinghe zouden waken tot er ooit betere tijden zouden aanbreken. Zwaar aangedaan keek ze meerde malen om naar de twee kolossen van 't Reesinghepark waar ze nooit of te nimmer nog zou terugkeren. Wel bestede ze nog veel jaren van haar leven om haar wedervaren te Reesinghe op papier te stellen. Er kwamen betere tijden en ook voor Reesinghe kwam alles nog goed.Omstreeks 1858 werd het huidig kasteel opgericht en gaande weg vonden park,akkers,bossen,dreven en landgoed hun luister van weleer terug. De machtige boomvrienden van Gravin de Lalaing maten toen ruim zes meter in de koorde zoals men het vroeger uitdrukte en de bomen werden oud en zeer oud en de tand des tijds en stormen en winden begonnen langzaam maar zeker de linden te vellen dewelke moe gestreden waren door de vele eeuwen. De getuigen van lang vervlogen tijden wierpen hun schaduw ieder jaar minder en minder over de "donkere put"..(ijskelder) hun strijd leek gestreden en het landgoed scheen omstreeks 1960 een deel van haar luister te verliezen. De machtige linden schenen dood en men wilde ze vellen doch om de één of andere reden liet men de machtige stammen staan en was het toeval of een wonder maar de door bliksem en storm geplaagde lindebomen vonden hun tweede jeugd terug en Marie-Henriette zat er misschien wel voor niks tussen;alhoewel je weet nooit maar de koppige linden maakten terug scheuten en uit de oude linden ontsproten nieuwe bomen verweven met de oude en aldus groeien de linden van Reesinghe terug en het zijn ondertussen terug forse bomen geworden. Zoals filosoof Victor De Lille ooit schreef "Linden sterven niet,nooit of ten nimmer........ Reesinghe is een erg mooi landgoed en leverde ondertussen drie burgemeesters voor Maldegem en was tot voor kort eigendom van de adelijke families zoals de Pecsteens en Rotsart de Hertaings.Naast de linden bezit het landgoed Reesinghe nog zeer mooie en oude bomen. Omer Van Landschoot,destijds een bekende volksfiguur in Maldegem en oudere broer van mijn vader Jerome Van Landschoot, wist nog te vertellen dat hij de garde van Maldegem vaak wist te verschalken en tijdens de schooltijd zijn boterhammen opat hoog in de linden en ondertussen het bedrijvig leven op reesinghe gade sloeg,ook de dikke eik van het Sint-Annagoed van Frederic D'hondt was een lievelingsplek van hem om in weg te dromen maar da's weer een ander verhaal.