Niet alledaagse kijk op merkwaardige, dikke of soms eeuwenoude bomen uit eigen streek.In de Polders het Houtland en het Meetjesland.De streek rondom Sijsele,Maldegem en Oedelem.
05-10-2008
Bijzondere Haagbeuk.....
Ietwat afgelegen in het landschap rond het hof van Rostune te Sijsele trof ik deze flink uit de kluitengewassen haaagbeuk. De boom heeft een omtrek van 5m08 en moet zo'n tweehonderd jaar oud zijn. Het is een haagbeuk en haagbeuken zijn geen beuken die aangeplant worden om een haag te vormen zoals hun naam zich laat raden, neen haagbeuken zijn een volwaardige ondersoort uit de familie van beukachtigen en onderscheiden zich van hun soortgenoten door het feit dat hun hout veel harder is en vrijwel rotvrij. Het hout van haagbeuken diende destijds om allerlei duurzaam gereedschap te maken zoals bijvoorbeeld draaiende onderdelen van windmolens (tandwielen, kamwielen, assen en dergelijke), het hout is bijzonder hard en ook rotvrij wat maakt dat de familie der haagbeuken stukken ouder worden dan doorgaans hun broeders de beuken. Haagbeuken worden om die redenen ook wel eens molenaarsbomen genoemd of het hout ervan heet men ijzerhout. De meeste haagbeuken zijn een stuk lager dan hun broeders de beuken die door hun statige lengte terecht de pilaren van het bos worden genaamd, vandaar dat men bij een kerk spreekt van middenbeuk, hoofdbeuk, zijbeuk enz.....de haagbeuken die als solitair opgroeien zijn korter en meer gedrongen en daardoor ook dikker dan de gewone beuk van dezelfde ouderdom. De dikste en oudste boom van Sijsele is de "Dikke Bertha" ook een haagbeuk gelegen aan de westzijde van de Holleweg een honderd meter voor de inrit van het kasteel aldaar. Dikke Bertha gaan we binnenkort uitvoerig beschrijven en bespreken op deze site, Dikke Bertha draagt te Sijsele het prelaat van oudste burger der gemeente, de boom heeft indrukwekkende afmetingen en is ruim driehonderd jaren oud, een parel van een natuurmonument. Deze haagbeuk bij Rostune is in elk geval de tweede grootste haagbeuk van de Damse deelgemeente Sijsele en staat nabij de "Blikkendreef" aldaar. Binnenkort meer gegevens en beeldmateriaal, een inkerving in de boomstam die we als betrouwbaar en voor echt mogen nemen is " Verleye A...é 1938 Sijss...le", meer dan vermoedelijk "Verleye André 1938 Sijsseele" en zou een zoon geweest zijn van de Sijseelse landbouwersfamilie Verleye die sedert mensenheugenis de hoeve van de "Keizerput" of het "Groot Sint-Jansgoed" bij het vroegere Sanatorium (ALMA-Ziekenhuis) te Sijsele-Donk.
Boomcirkel te Ryckevelde ====================== Het domein Ryckevelde gelegen op de gemeenten Assebroek, Sint-Kruis en hoofdzakelijk Sijsele bevat een hoogstmerkwaardige cirkel van bomen, deze cirkel zou een zogenaamde "Twaalf Apostels" kunnen zijn die men vroeger in Vlaanderen, Noord-Frankrijk,Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk aantrof in bossen die lagen op de weg van of naar een bedevaartsoord. Meestal stonden twaalf bomen van de zelfde soort of ook van verschillende boomsoorten in een cirkel of een ovaal al dan niet gelegen op een terp. In het midden stond meestal (niet noodzakelijk) een dertiende boom of dertiende apostel die Jezus moest voorstellen. De dertiende boom of dertiende apostol was meestal een edelere boomsoort dan de omliggende (bijvoorbeeld eik of linde staande in een cirkel van twaalf beuken) deze eik of linde stelde dan ook de eeuwigheid voor vermits deze boomsoorten ouder konden worden dan de omliggende en Christus voorstelde. De boomcirkel van Ryckevelde is nog vrij goed bewaard en zou liggen op de vroegere B-weg of bedevaartsweg van Sijsele naar Ver Assebroek. Ver Assebroek was begin vorige eeuw en in de negentiende eeuw een bekend bedevaartsoord waar de pelgrims of bedevaarders in grote getalle heen trokken ter verheerlijking van Onze Lieve Vrouw van Ver Assebroek. De boomcirkel zal dit najaar grondig onderzocht worden door mijzelf uw nederige dienaar, waarna U grondige informatie en beeldmateriaal moogt verwachten op deze site. Genegen groeten, Ronny.
Deze zeer merkwaardige foto van een lindeboom is niet van mijn hand maar wou ik de geintresseerde leazer niet onthouden. Het gaat hier om een lindeboom van 250 jaar oud ergens in Zeeuws-Vlaanderen waar de speling van het lot en de onnavolgbare grilligheid van moeder natuur, duidelijke contouren van een gezicht te voorschijn heeft gebracht zonder tussenkomst van de mens. Aan dergelijke boom zullen wellicht heel veel sagen, legenden en volksvertellingen verbonden zijn. Volgens een tekst die bij de foto stond durfden onze voorouders 's nachts niet voorbij de boom te gaan en wordt hij door bijgelovige burgers uit de 21ste eeuw 's nachts nog steeds gemeden als de pest. De linde staat bij een eeuwenoude houtenschuur van een nog oudere hoeve en zou volgens de bijhorende tekst geklasseerd zijn om zijn historische, cultureele en landschappelijke waarde.
Tussen het station van Maldegem-Donk en de verder gelegen Veldhoekstraat meer naar het oosten staat aan de oude spoorweg Gent-Eeklo-Brugge deze oude beuk. De beuk is vrij kort van stam maar heeft een indrukwekkende kroon. De stamomtrek bedroeg in de zomer van 2008 een 4m12 wat zou betekenen dat deze boom een goede twee eeuwen oud is, vermoedelijk werd hij vrij lang geleden misschien tijdens de laatste oorlog geknot voor het broodnodige brandhout in de strenge winters van de jaren veertig in de vorige eeuw. Daarna is naar de boom niet meer omgekeken en is hij erg grillig gaan groeien en vergroeien. Duidelijke data gekerfd in de boomstam zijn "R.Delammeilieure 1952" en "RVLR 1958". De boom verkeerd in vrij goede staat en door zijn standplaats ver afgezonderd van de bewoonde wereld is hij mogelijk op weg om er nog vele jaren bij te doen.
Deze merkwaardige beuk van zo'n 160 jaar oud staat in het domein Ryckevelde te Sijsele-Damme nabij de vroegere spoorwegbedding Gent-Eeklo-Brugge. De boom heeft een stamomtrek van 4meter67 en staat in een bosje ten noorden van de vroegere spoorweg die hoofdzakelijk bestaat uit Douglasdennen. Wellicht bestond het bosje oorspronkelijk geheel uit loofbomen zoals : beuk, eik, kastanje enz.....tijdens de beide Wereldoorlogen werden er daar in opdracht van de bezetter veel loofbomen gekapt en kort na de oorlog vervangen door dennen. Deze boom moet een van de laatste overgebleven loofbomen zijn en in de loop der jaren hebben tientallen, zoniet honderden wandelaars hun namen gekerfd in de boomstam, alsook desbetreffende datum en jaartal. Betrouwbare datums die nog leesbaar zijn lopen vele jaren terug in de tijd zoals : "Verleye Pieter 1942", "Vanloo Willy 1956", "Willy Blondeel &Willy Van Landschoot 1967" en Romain & Willy & Eddy & Ronny Van Landschoot 29.08.1976. Deze laatste inkerving werd gemaakt door mijn broers en ik tijdens een wandeling te Ryckevelde in de lange hete zomer van 1976. Heel hoog in de boom op een hoofdtak staat "Sijsele Vermeulen andré 1936.
Een knapperd kunt U deze oude beuk moeilijk noemen, maar lelijk zou ook overdreven zijn. Laat het ons houden bij een "karakterkop", de tand des tijds en weer en wind hebben deze beuk in de bossen achter het Sanatorium (ALMA Ziekenhuis) duidelijk getekend. De boom heeft een omtrek van 4m66 en moet ruim 150 jaar oud zijn.
De Rode Markies. ============== De indrukwekkende Rode Markies in het kasteelpark van Ryckevelde bij de kasteelvijver. Voor beschrijving en afmetingen zie eerder op deze site. We zien de boom hier op een zomeravond wanneer de ondergaande zon zijn machtige kruin in een vuurrode gloed zet.
Drie Koningen. ============ Achteraan het kasteelpark van Ryckevelde te Sijsele-Damme staan drie op zijn minst erg merkwaardige bomen. Het zijn drie enorme beuken van omgerekend 175jaar oud die er een triumvaat vormen. De oude beuken vallen niet enkel op door hun ouderdom en enorme afmetingen, maar de drie bomen hebben ook elk een enorme vergroeiing. De drie beuken worden te Sijsele in de volksmond reeds erg lang de "Drie Koningen" genoemd. Op de foto zie je van links naar rechts met bijhorende afmetingen : Melchior de linkse boom heeft een omtrek van 3m40 en het aanwas meet 4m44 gemeten in 2008 en de afmetingen van Melchior bedroegen in 1995 : omtrek 3m10 en het aanwas 4m20. Gaspard de middenste boom heeft in 2008 een omtrek van 2m51 en het aanwas meet 3m26, de afmetingen in 1995 waren voor Gaspard een omtrek van 3m10 en het aanwas 2m97. Balthazar de grootste en zwaartste boom van de Drie Koningen groep had in de zomer van (augustus 29) van 2008 een omtrek van 4m01 en de vergroeiing 5m29, gemeten in de zomer van 1995 brachten volgende afmetingen voort : als omtrek 3m68 en een aanwas met omterek van 4m99. De bomen werden ook eerder gemeten in 1960 en 1975 door toenmalig pastoor van Sijsele Ceasar Denorme, waarvan we de afmetingen binnen kort publiceren. De bomen springen vooral in het oog door hun enorme vergroeiingen ongeveer allemaal 1m80 boven de grond en over deze vergroeiingen doen drie oorzaken de ronde. Volgens sommigen zou de oorzaak een ingeroeide prikkeldraad zijn, die destijds tussen de bomen gespannen was om een achtergelegen wiede aftesluiten, we weten uit ondervindingen dat ingeroeide ijzerdraad kan leifden tot vergroeiingen bij bomen, maar daarvoor liggen de knobbels op de bomen te hoog, niemand spant schrikkeldraad rond een weide op een hoogte van 1m80, zodat we deze oorzaak zogoed als zeker kunnen laten vallen. Volgens anderen zijn de bomen destijds getroffen door blikseminslag en leide de beschadeging tot deze wildgroei. Een andere mogelijke oorzaak zou kunnen komen door een hovenier van het oud kasteel die er werkte tussen 1850 en 1895 en die de bomen ente door de bovenstammen van de bomen te verwisselen en te plaatsen op de onderstammen, in het park vielen wel meerdere bomen aangetroffen die zonderlinge vormen hadden door enting, maar nooit ging het om bomen van eigen komaf, meestal ging het om kleindere sierbomen buxus, taxus, jasmijn enz... en ook oranjerieplanten.
De Rode Markies... ============== Het Domein Ryckevelde te Sijsele-Damme herbergt veel prachtige soms eeuwenoude bomen. Centraal achter het kasteel op de zuidoever van de grote kasteelvijver staat een prachtige rode beuk. Deze indrukwekkende beuk heeft zijn enorme ontwikkeling mede te danken aan zijn standplaats pal op de oever van de diepe koele vijver waardoor hij zelfs in de warmste zomers en droogste periodes volop kan genieten van het voor een beuk zo noodzakelijke levenswater. De boom verkeerd in uitstekende staat en lijkt mij een mooie toekomst tegemoet te gaan om tot een optimaal wasdom te komen. De oude rode beuk heet in de volksmond te Sijsele de "Rode Markies" , rondom de oude boom zijn tal van sagen en legen verbonden waar we later uitvoerig zullen op terugkomen. De boom heeft heden een omtrek van 4m88, in 1994 bedroeg de omtrek op identiek dezelfde plaats gemeten nog 4m50. De stam is mooi recht en vrij lang en in de loop der jaren vol gekerfd met namen, datums en tekens waarvan de oudste nog leesbare teruggaan tot 1958. Het is een erg mooie boom, de mooiste rode beuk die ik persoonlijk ken en op mijn vele omzwervingen doorheen ons Vlaamse land ben tegengekomen. Hoe oud de boom precies is weten we niet , tot voor enkele jaren leefde er te Sijsele een man die vroeger op het kasteel zowel knecht als hovenier was, hij woonde met zijn gezin tijdens de Eerste Wereldoorlog op het nog onvoltooide kasteel in de westervleugel.en de hoofdtoren. Hij beweerde bij hoog en laag dat hij destijds de "Rode Markies" had geplant in het oorlogsjaar 1914. De boom mag dan als solitair en door zijn erg gunstige ligging een optimale ontwikkeling gekend hebben , toch valt het moeilijk te geloven dat de beuk zich in amper een kleine honderd jaar zou ontwikkelen tot dergelijke reus. Als we zijn omtrek vergelijken met soortgelijke afmetingen van beukebomen waarvan we de leeftijd wel kennen, dan moeten we een leeftijd van 200 a 250 jaar als meer geloofwaardig beschouwen. De boom steekt alle andere meerwaardige bomen naar de kroon en is flink op weg om binnen een tiental jaren niet de oudste boom, maar wel de koning van het bos te worden..
Voor ons volgend boomverhaal stappen we af te Maldegem...........Maldegem één van de groene parels van het Meetjesland telt nog uitgestrekte bossen,beeldmooie parken,merkwaardige pastorie tuinen,ongerepte kasteelparken en opvallend veel eeuwenoude bomen waar we later uitvoerig op terugkomen. Eerst laten we ons meesleuren door een merkwaardige kroniek uit de negentiende eeuw waarin Gravin Contessa de Liaing zijnde Marie-Henriette van Maldeghem een bezoek brengt aan het verloederde landgoed haar voorvaderen en waaruit dat blijkt dat bomen steeds een diepgaande indruk op de mensen maakte. Het landgoed waarvan sprake is het mooie Reesinghe kasteel met prachtig domein en bossen en de donkere put waar de 36 ketellappers destijds levend ingemetseld werden. We schrijven 29 augustus anno 1846.De Gravin kwam speciaal uit het Brusselse terug om het landgoed haar voorvaderen te aanschouwen en aldus haar vroegere thuis met een bezoek te vereren.Daar deed ze echter de desillusie van haar leven op.Het sinistere oord geleek in niets nog op wat ooit het zo kloeke en mooie Reesinghe van haar voorvaderen was. Overal lagen volgens het schrijven ontwortelde bomen en de site straalde dood en verderf uit. Niets getuigde nog van de ongestoorde en onbekommerde gastvrijheid dewelke ze ooit op Reesinghe genoot. Het kasteel was een ruine en het park was een oord des verderf.. Voor de teugels te wenden en haar gevolg te vervoegen die aanstalten maakte om Reesinghe te verlaten wende ze de teugels en dreef ze haar paard schijnbaar moeiteloos door het park waar ze nog wat wilde bezinnen haar ogen zochten bang naar iets waarvan ze vermoede dat ze het nooit meer zou vinden,maar toch daalde ze af bij de twee prachtige eeuwenoude en reusachtige linden die als trouwe wachters haar opwachten. Ze bleef alsof ze niet kon scheiden van de linden en met tranen in de ogen wende ze haar blik van de reuzen die ze nooit meer terug zou zien maar waarvan ze hoopte dat ze over Reesinghe zouden waken tot er ooit betere tijden zouden aanbreken. Zwaar aangedaan keek ze meerde malen om naar de twee kolossen van 't Reesinghepark waar ze nooit of te nimmer nog zou terugkeren. Wel bestede ze nog veel jaren van haar leven om haar wedervaren te Reesinghe op papier te stellen. Er kwamen betere tijden en ook voor Reesinghe kwam alles nog goed.Omstreeks 1858 werd het huidig kasteel opgericht en gaande weg vonden park,akkers,bossen,dreven en landgoed hun luister van weleer terug. De machtige boomvrienden van Gravin de Lalaing maten toen ruim zes meter in de koorde zoals men het vroeger uitdrukte en de bomen werden oud en zeer oud en de tand des tijds en stormen en winden begonnen langzaam maar zeker de linden te vellen dewelke moe gestreden waren door de vele eeuwen. De getuigen van lang vervlogen tijden wierpen hun schaduw ieder jaar minder en minder over de "donkere put"..(ijskelder) hun strijd leek gestreden en het landgoed scheen omstreeks 1960 een deel van haar luister te verliezen. De machtige linden schenen dood en men wilde ze vellen doch om de één of andere reden liet men de machtige stammen staan en was het toeval of een wonder maar de door bliksem en storm geplaagde lindebomen vonden hun tweede jeugd terug en Marie-Henriette zat er misschien wel voor niks tussen;alhoewel je weet nooit maar de koppige linden maakten terug scheuten en uit de oude linden ontsproten nieuwe bomen verweven met de oude en aldus groeien de linden van Reesinghe terug en het zijn ondertussen terug forse bomen geworden. Zoals filosoof Victor De Lille ooit schreef "Linden sterven niet,nooit of ten nimmer........ Reesinghe is een erg mooi landgoed en leverde ondertussen drie burgemeesters voor Maldegem en was tot voor kort eigendom van de adelijke families zoals de Pecsteens en Rotsart de Hertaings.Naast de linden bezit het landgoed Reesinghe nog zeer mooie en oude bomen. Omer Van Landschoot,destijds een bekende volksfiguur in Maldegem en oudere broer van mijn vader Jerome Van Landschoot, wist nog te vertellen dat hij de garde van Maldegem vaak wist te verschalken en tijdens de schooltijd zijn boterhammen opat hoog in de linden en ondertussen het bedrijvig leven op reesinghe gade sloeg,ook de dikke eik van het Sint-Annagoed van Frederic D'hondt was een lievelingsplek van hem om in weg te dromen maar da's weer een ander verhaal.
Deze foto lijkt gemaakt ergens op een verre autoloze zondag maar het zal veeleer een doordeweekse werkdag zijn ergens midden de jaren zestig toen er van files nog geen sprake was.We bemerken de oude herberg en afspanning "De Bokke" of "In den Bokke" op de hoek van de Ruweschuurstraat en Hoogstraat te Oedelem.De "Bokkenboom" was een reusachtige en statige beukenboom dewelke zijn naam dankte aan het oud vlaams voor beuk "Bok" en volgens de legende aan de illustere "Bokkerijders of Duitse Schapers" die destijds dienden op vele westvlaamse hofsteden. De boom was zoals we reeds eerder vermelden een blikvanger voor de streek en had een omtrek van ruim 4m78 gemeten in het jaar 1976 wie iets van bomen afweet rekent en telt tot het jaar 1990 en komt dan te weten dat de boom bij zijn ondergang de vijf meter moet hebben overschreden. Dit maakte de Oedelemse "Bokkenboom" samen met de Sijseelse "Lange Jan' (beuk van meer dan zes meter omtrek in de bossen van Ryckevelde) tot de grootste beuken van het land en zeker van westvlaanderen. De "Bokkenboom" kreeg nog ruim drie jaar na te zijn omgewaaid iedere lente nieuwe groene scheuten, waarop een plaatselijke krant blokletterde "Het is alsof de boom niet sterven wil".Later verwerkte men de machtige stam in een plaatselijk meubelbedrijf en een Sijseels kunstenaar sneed uit een hoofdtak een kunstige "Bok"zie verder. Op de plaats van de illustere boom plante men na de heropbouw van de herberg een nieuwe beuk dewelke afkomstig zou zijn uit een beukennoot van de oorspronkelijke boom.Ooit moet deze jonge beuk de herinnering aan zijn voorganger levendig maken. Rechts van de herberg en de "Bokkenboom" zien we een dreef van honderjarige beuken dewelke opmerkelijk veel kleiner zijn dan hun grote broer die vermoedelijk 250 a 300 jaar oud was, oude Oedelemnaars schatten de boom nog veel ouder en wellicht stond er ooit op dezelfde plaats ongeveer eerder een reusachtige beuk die zijn naam na verdwijning doorgaf aan de gekende bokkenboom. Vermelden we nog dat vele generaties hun naam en datums hadden gekerfd in de bast van Oedelems grootste boom.Een schat aan gegevens of een levende geschiedenisboek die helaas verloren ging.Eén van de oudste datums die in de boom waren gekerfd en waarmee men met zekerheid kan zeggen dat hij audentiek was is "Cher..t..vermoedelijk Cherlet 1878 deze inkerving stond vrij hoog en groot in de boom gekerfd waardoor hij nooit volledig uitgroeide. Later brengen we in deze bomensite nog foto's van deze prachtige beuk en enkele volksvertellingen die aan de boom verbonden waren. (Ronny Van Landschoot-heemkunde&dendrologie). Moesten er onder de lezers iemand zijn die nog foto's of gegevens over deze of andere bomen bezit,dan mogen deze steeds met mij contakt opnemen waarvoor dank.
Aan de Sijseelse Minneweg troffen we tot halfweg de jaren tachtig deze oude en zeer merkwaardige lindeboom aan die in de volksmond gekend was als "Slabaertslinde". De boom was oud tot zeer oud al liet zijn postuur of afmetingen zulks niet direct vermoeden. De bovenboom was in de loop der tijden dikwijls getroffen door blikseminslag en werdt door de plaatselijke landbouwers destijds geknot om de takken te gebruiken voor het maken van gereedschap en de afvol als stoofhout. Op deze oude en zeldzame foto gemaakt in de lange hete zomer van 1976 bemerken we dat de onderboom en het wortelstel enorm en aldus zeer oud was en ons terug bracht tot de tijd dat de Minneweg nog een verbindingsweg was van de Abdij van Spermalie te Sijsele (later volgt meer). De boom is tevens dikwijls door landbouwers en kwajongens in brand gestoken getuige zijn zwart geblakerde voet. Maar linden kunnen tegen een stootje en zolang de wortel leeft hersteld een linde zich keer op keer. Bij het afsterven van de boom wat zeer jammer was gezien zijn landschappelijke en geschiedkundige waarde moet men de wortels gedood hebben met een zeer sterk gif. De boom bleef dood nog enkele jaren overeind totdat een landbouwer de dode boom met wortel en al uittrok. "Slabaertslinde" stond langs de Minneweg aan de oostkant bij de duiker van de beek aldaar en de boom dankte dan ook zijn naam aan "Slabaert" ee, waterduivel die in veel sagen en legenden te Sijsele en omstreken zijn kop opsteekt.
Ook op de wijk "Ter Bolle" of "De Bollewallekes" te Sijsele kwam ik deze toch wel opmerkelijke beuk tegen. De boom dateert wellicht van juist voor Wereldoorlog I en heeft een omtrek van 3m44 niks bijzonders ware het niet dat de boom een geschiedenisboek van ingekerfde data en familienamen draagt dewelke met zekerheid terug gaan tot 1958 ook moet er ooit iemand in de boom geklommen zijn om de boom een gezicht te geven. Verder staat tegen de boom een soort grens kruis uit smeedijzer dewelke langzaam maar zeker in de boom groeit,op mijn trektochten heb ik reeds eerder bomen gezien dewelke op een kerkhof een volledige grafzerk om groeiden zodanig dat de grafzerk in de boom kwam te staan en op andere andere plaatsen trof ik dan weer bomen aan waar zware ijzeren hengsels van een hekken ingroeiden of zelfs volledige grenspalen. Vooral lindebomen zijn daar nogal sterk in om te vergroeien met voorwerpen dewelke in hun onmiddellijke omgeving staan.
Merkwaardige lindeboom op de wijk "Ter Bolle" in de gemeente Sijsele, deze boom is een solitaire boom en staat dan ook helemaal alléén temidden van hectaren weideland en akkers.De linde verkeerd nog in zeer goede staat en is vermoedelijk minstens 250 jaar oud. Wellicht gaat het hier om een grens boom dewelke aangeplant werd als herkenningspunt of scheiding tussen de gronden van twee landeigenaars. De stam omtrek bedraagt op een hoogte van 1m60 ruim 5m12, merken we nog op dat de boom op een soort terp staat dewelke evenwel door machinaal dicht bij de boom te ploegen sterk afgesleten is in vergelijking met pakweg veertig jaar geleden. Het gaat hier ook om een knotlinde die echter volgens mijn inziens niet jaarlijks meer geknot wordt enkel nog om de vier vijf jaar. Hoe dan ook het is een zeer mooie boom die in de volksmond luistert naar de naam van "Verloren Boom" of de "Verloren Linde" wellicht verkreeg de boom haar naam door het feit dat hij zo ver afgelegen staat van alles en doordat er eigenlijk geen paden of wegels heen lopen. Wie de boom wil aanschouwen moet letterlijk over prikkeldraad (schrikdraad) klimmen,over grachten springen en door de akkers ploegen maar het loont zeker de moeite. Het feit dat de boom vrijwel onaangeroerd is gebleven tot op heden heeft hij allicht te danken aan het feit dat hij er eenzaam en verlaten bijstaat. Een plaatselijke landbouwer wist mij nog te vertellen dat er tot in de jaren tachtig een kapelletje met Mariabeeld aan de stam hing,het kapelletje zou gestolen of stukgemaakt zijn. Binnenkort ga ik deze boom zeker nog eens opzoeken om nog meer foto's te nemen en om zijn leeftijd juister te bepalen.