Dit verhaal begint
met moeten we zeggen de meest gekke tweet die de Ekerse districtsvoorzitter
tot nu toe op de wereld losliet: #gemra
Antwerpen 25 agenten, districtsraad #Ekeren 0 agenten. Zelfde stad? #veiligheid
Wacht. Ik zal hem nog eens herhalen: #gemra Antwerpen 25 agenten, districtsraad
#Ekeren 0 agenten. Zelfde stad? #veiligheid
Even terugspoelen. De districtsraad van maandag 26
januari leek eerst te verlopen zoals de mensen ondertussen gewoon zijn. Eerst
een luik bestaande uit het intrekken van beslissingen die de Ekerse meerderheid
vier maanden daarvoor zelf had genomen omdat ondertussen bleek dat ze niet
werkten.
Dan een tweede luik met maatregelen van de stad die het
district Ekeren nog wat bevoegdheden afnemen, al of niet in combinatie met
facturen die de stad doorstuurt naar het district, u weet wel, de stad
bezuinigt, op de kap van de Ekerenaar.
Als laatste gevolgd door een reeks vragen van de Ekerse
oppositiepartijen die klagen dat de Ekerse meerderheid nog altijd niet is
toegekomen aan de letter T in het woordenboek, de letter T van
transparantie. U weet wel wat ik bedoel. Dat leidt altijd tot een woedeaanval
van de districtsvoorzitter, die aan niets en niemand wil toegeven dat hij eigenlijk
niets te zeggen heeft in Ekeren. De Vlaming klaagt dat Bart De Wever alles
beslist in de federale en Vlaamse regering. Wel, in Ekeren is dat niet anders.
Geen zieke boom wordt uitgedaan zonder dat Bart De Wever dat weet. Geen euro
wordt gespendeerd aan een gat in het wegdek, zonder de goedkeuring van Zijne
Hoogheid.
Maar
de 26e januari was er toch iets anders dan
anders
Na de zitting keuvelt de voorzitter graag nog even na met de N-VA
schepenen en raadsleden. Plots klopt de voorzitter zich op het hoofd. Hij
roept: Wie weet waar ik nu aan denk, die mag mij een pint trakteren! De voorzitter bedient zich vaak van deze
uitdaging. Niet tot grote vreugde van de leden, maar tot nu toe heeft niemand het
ooit gewaagd de voorzitter hierover in te lichten.
De eerste hand gaat omhoog. Dat het de schuld is van de
sossen?
Ja! Nee! Zegt de voorzitter geïrriteerd. Natuurlijk is
alles hun schuld, maar daar denk ik niet aan. Volgende! Gaat hij verder: Schiet
op. Ik heb dorst!
Vergeten uw favoriete programma op te nemen? Ja Jan?
Vraagt de benjamin van de groep.
Maar nee gij. Nee, nee. Ik zal een hint geven: Allé, kijk
eens door het raam. Wat zien jullie?
Iedereen rent naar het raam, maar buiten was het pikdonker
en niemand zag iets. Niets, voorzitter, zo zegt de ouderdomsdeken. Ik zie
niets.
Voilà, dat is mijn punt! Zo zegt de voorzitter, zich op de
dijen kletsend. In het Antwerpse stadhuis is het vanavond gemeenteraad. 25 agenten. Ik herhaal, 25 tot de tanden bewapende agenten met kogelvrije vesten,
geweren en gevaarlijke gevechtshonden controleren iedereen die het stadhuis
binnen wil. En dat is nodig! Het zit daar vol met gevaarlijke radicalen!
Iedereen kijkt de voorzitter aan. Hier en daar met
opengevallen mond. Stilte.
En hier in Ekeren? Iemand? Zo probeert de voorzitter.
De schepen voor toerisme doet een poging. Is vanavond een
journalist ontmaskerd als jihadist?
Spijtig, zegt de voorzitter. Jammer, maar niemand wint
vanavond. Mijn punt is: wij hebben geen politie die ons tijdens de districtsraad
verdedigt. Stel je voor dat iemand het districtshuis wil doen ontploffen. Er is
niet eens een wijkagent die ons beschermt. Niemand. Het kasteel ligt zo diep in
de bossen, dat het waarschijnlijk maanden duurt voor iemand hier komt kijken. Wat
zou er met Ekeren gebeuren in de tussentijd? Het zou een ramp zijn.
Maar, zo vraagt de ouderdomsdeken, zouden we Bart De
Wever niet kunnen vragen de wijkagent voor de deur te laten patrouilleren?
Al lang geprobeerd! Onderbreekt de voorzitter hem. Ik heb
gesmeekt, zelfs aangeboden de wijkagent te betalen met districtsbudget, maar
Bart De Wever geeft niet toe. De laatste reserves van de politie zijn ingezet
voor een permanente bewaking van het stadhuis. Dit is echt heel erg voor
Ekeren!
De woorden van de voorzitter worden gevolgd door een lange
stilte.
Maar hoe kunnen wij hier iets aan doen? Hoe kunnen wij onze
veiligheid verzekeren? Zo roept de schepen voor toerisme met enige dramatiek in de stem. Dit is zo erg! Wat
kunnen we doen?
Alsof hij hierop wachtte, breekt een grijns het gezicht van
de voorzitter: Ik heb gelukkig een plan! Ik heb voor iedereen een schop bij en
op het voorplein van het kasteel ligt hout, hamers en nagels. Jullie drie,
wijzend naar een groepje raadsleden dat de hele discussie vanop afstand had
gevolgd, Breek de stenen brug af, en vervang die door een houten ophaalbrug
met de planken die buiten liggen. Het steenpuin van de brug gebruiken jullie om
een tweede defensieve linie te bouwen achter de slotgracht.
En jullie, zich omdraaiend naar de anderen, pak het
breekijzer, breek de vloer open onder mijn voorzittersstoel, en graaf een schuilkelder,
ik heb alles op een plan uitgetekend. We schermen daarna de schuilkelder af met
een luik en zetten mijn stoel daarna erop. Niemand die dat ziet.
En wie gaat ons dan beveiligen? Er is nog altijd geen
politieagent! Zo kwam de ouderdomsdeken gevat tussen.
Daar heb ik ook aan gedacht. Ik de raadzaal staan nog
vlaggen voorzien van een flinke ijzeren punt. We betrekken om beurten de wacht.
Wanneer we iets verdacht zien, geeft de wachter een afgesproken signaal, zodat
we snel via het luik de schuilkelder in kunnen.
Grandioos, zegt de schepen voor toerisme. Wat een strak
plan.
Vier dagen en nachten lang klonk er vanuit het
Veltwijckkasteel het geluid van ijzer op steen en vallend steenpuin. Langzaam
kreeg een nieuwe houten brug vorm. Een nieuwe vestingwal verrees waar eens een
mooi ijzeren hek het kasteel afschermde.
Na vier dagen naderde een inwoner de valbrug. Zijn
identiteitskaart was vervallen en er moest dringend een nieuwe worden
aangevraagd. Toen hij nietsvermoedend het kasteel naderde, weerklonk plots het
geluid van een merel. De houten brug werd razendsnel opgetrokken en een schim
rende gebukt naar het hoofdgebouw. Door de ramen heen klonken verschrikte
geluiden, gevolgd door het schrapend geluid van een stoel, kort erna een bons,
als van een houten luik op een stenen vloer.
En toen werd het muisstil.
De Ekerenaar wist niet goed wat doen, wachtte nog even, maar
keerde toen om en slenterde terug door de dreef. Vanachter een raam gadeslagen door een wantrouwig glurend raadslid, scherpe stok
in de hand. Het is in orde, fluisterde ze, kom maar naar boven. Het was maar
een verkenner.
Een vreemd gekraai weerklonk en was voor de Ekerenaar nog
net hoorbaar. De inwoner draaide zich weer om, maar hij zag nog altijd geen
enkele beweging. Hij haalde schouders op. Een koude wind waaide door de dreef
en bruine bladeren waaiden op. Bijlagen: download (2).jpg (12.7 KB)
31-01-2015 om 18:29
geschreven door 't Bierpruverke 
|