Barbara en ik lopen rond 5 uur in de namiddag op straat richting strand. Alleen al het kleine stukje van bij de VIAVIA tot aan het strand is schitterend om de typische sfeer van Senegal op te snuiven.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We passeren de plaatselijke marchant de fruits die al zijn waar netjes heeft uitgestald, alles mooi op een rijtje. Hij zegt spontaan Bonjour, ça va?, want we zijn er ondertussen vaste klant voor onze dagelijkse portie bananen (energie om s morgens vóór het ontbijt te kunnen gaan joggen). Zijn buurman hakt enthousiast in op een homp vlees. De hakbijl landt telkens vreselijk dicht naast de hand die het vlees vasthoudt. xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />Een beetje verder zoeken een paar geiten naar iets eetbaars tussen de rommel die aan de kant van de weg ligt. Elke taxichauffeur die passeert claxoneert, enerzijds om te waarschuwen dat hij eraan komt (op die manier moeten wij tenminste niet de moeite doen om eerst braaf links en rechts te kijken bij het oversteken), anderzijds omdat hij hoopt dat wij net diegenen zijn die met zijn taxi zullen meerijden en het verschil zullen maken tussen een boterham (baguette) meer of minder. Een aantal kleurrijk geklede vrouwen komt ons tegemoet. Ze praten honderduit en hebben het duidelijk over ons
jammer dat we er niets van verstaan, maar t is blijkbaar wel grappig!
Plots spreekt een man in een auto me aan. Hij zwaait met een zonnebril. Uit gewoonte waai ik hem weg. Het is namelijk niet de eerste keer dat een verkoper een zonnebril of horloge probeert te verpatsen. Uit gewoonte wijs ik naar mijn eigen zonnebril. Het is namelijk typisch dat ze net dat proberen te verkopen, dat je al hebt. Ze zien blijkbaar niet dat je reeds een zonnebril op hebt of dat je een uurwerk draagt
Op het moment dat ik wil wijzen naar mijn zonnebril merk ik echter dat ik zonder rondloop. Je vous ai appelé, zegt de man, mais vous ne lavez pas entendu! Vous avez laissé tomber les lunettes, alors je suis venu après vous! Wauw! Das pas sympathiek! Cest très sympa, ça! Je vous remercie! Dieuredieuf! De rien! en hij zoeft er vandoor.
Sindsdien wuiven we verkopers niet meer weg. Andere mensen ook niet, trouwens, we proberen eerst te luisteren
naar mensen die gewoon een babbeltje willen doen; of mensen die eerst gewoon een babbeltje willen doen, maar dan uiteindelijk iets willen verkopen; naar mensen die geld vragen, of eten; naar iedereen. Het zijn uiteindelijk net deze telkens heel warme contacten (meestal toch) -zelfs ook wanneer je neen antwoordt op de vraag iets te geven- die het zo leuk maken hier te zijn.
|