Als afleidingsmanoeuvre voor onze
kids nemen we wat selfies. We schuilen voor de regen onder een afdak dat zo lek
is als een zeef. Het is wachten op de bus. We hebben al veel en lang moeten
wachten, eerst op een boot, daarna op een taxi en nu dus op een bus. En na deze
bus komen er nog een paar. Het is onderdeel van low budget reizen, dus er wordt
niet gezeurd. Voor de grap doen we echter alsof we het helemaal niet leuk vinden.
We poseren met een serieuze pruillip en moeten achteraf lachen met de zotte
koppen die we trekken. Ook hier nemen we een foto van.
Terwijl we daar zo zitten komt er
een man voorbij met een hele rits bananentrossen in zijn kielzog. We zitten
midden tussen de bananenplantages. Alles gebeurt manueel: het inpakken met een
blauwe plastiekzak van de bananen die zo goed als rijp zijn, het plukken van de
trossen en dus ook het verslepen naar de vrachtwagen. De bananentrossen hangen
met een haak aan een kabel. We hebben geen idee hoeveel zo een tros weegt
waarschijnlijk ettelijke kilos. De man die de trossen voortsleept, stapt langzaam
voorbij. Hij draagt een touw rond zijn middel dat vastgeknoopt is aan de eerste
tros, die vastgemaakt is aan de tweede tros enz. De regen valt met bakken uit
de hemel. De weg is een modderpoel. We tellen de bananentrossen die voor onze
neus passeren. Het zijn er wel 35! We zijn er even stil van. We nemen er dan
ook geen foto van.
Respect! De eerstvolgende keer
dat we nog eens bananen eten, zullen we ongetwijfeld terugdenken aan de mensen
die we hier hard voor hebben zien werken. En als er nog eens een banaan is met
hier of daar een vlekje, gaan we niet zeuren, maar alles mooi opeten!
|