xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We zitten op het strand en slaan een praatje met Amadou en Ibrahim, twee kerels die een aantal zonnehutjes verhuren vooraan op het strand. Zij reserveren steeds een plaatsje voor collegas van Lies van de Via. Toffe gasten, heel joviaal, maar zware aanhangers van de Yoffse rasta-clan die af en toe compleet pottendicht hangen. Dat is ook nu weer het geval.
Omdat op zulke momenten de gesprekken steeds wat aan samenhang beginnen te verliezen, besluit ik nog even langs het opvanghuis te lopen, terwijl Serge gaat voetballen met Thiara, het zoontje van Lies. Ik strompel door het mulle zand terug naar de hoofdweg en overloop in gedachten, met een blik op oneindig, wat er nog moet gebeuren voor het project die dag.
Hey, tsss tssss, yes baby, youre cool!. Ik kijk verstrooid op en schenk weinig aandacht aan de drie jonge snaken die tegen een muur geleund staan en me smalend aankijken. Nog geen tien meter verder word ik opnieuw uit mijn gedachten gehaald. Tu es mariée?. Moi? Ik kijk op en voel me onder de smachtende blikken van het groepje mannen dat er staat net een stuk verse tournedeau dat de vleeskeuring passeert. Ik realiseer me plots dat het de eerste keer is dat ik helemaal alleen, d.w.z. zonder Serge, op straat loop. Lichtjes verward door de toch wel directe vraag en de priemende blikken op mijnen derrière loop ik verder.
In het project is niemand meer aanwezig. Na een paar zaken op orde gebracht te hebben, loop ik door naar de Via, die tweehonderd meter verderop ligt. Ik begroet enkele toeristjes die er gezellig aan een tafeltje zitten, en begin een babbeltje met een Senegalese toerist. Ondertussen is Serge terug van het strand. Hij bespreekt nog enkele zaken met het receptiepersoneel. Onvermijdelijk, na een oppervlakkig maar sympathiek gesprekje met de Senegalese man over het weer in Senegal, komt dan toch weer die vraag Tu es mariée? Où est ton mari? Deze keer wijs ik met een zelfverzekerde blik in de richting van de receptie, nog geen drie meter van waar we op dat moment zitten. Toch gaat hij ongegeneerd verder: Oui, mais je taime quand-même. Je cherche une femme
Gelukkig komt Serge net op dat moment buiten. De man keert zich om, zegt niets meer en negeert me voor de rest van de dag.
Lies vertelt me de volgende dag dat het merendeel van haar vrijwilligers en stagaires, die met de intentie komen om langere periode te blijven, er steeds vervroegd vandoor gaan met een local. Voor haar is dit echt een probleem. Met de ervaringen van de afgelopen dagen in het achterhoofd, kan ik haar hierin volledig volgen. Wie hier single is of een beetje eenzaam rondloopt en gevoelig is voor veel persoonlijke aandacht en complimentjes, zwicht gegarandeerd! Westerse vrouwen staat er voor bekend dat ze makkelijk te veroveren zijn en Europese mannen lopen binnen de korste keren met een jong (donker) groen blaadje rond. Het is misschien een cliché, maar wat we hier zijn bevestigt dit wel telkens opnieuw. Dit past dan ook volledig binnen het actuele plaatje van de Senegalese vluchtelingen, die allen op zoek zijn naar een betere toekomst, en elke kans grijpen om deze droom te realiseren: een blanke man of vrouw is zoals een gratis ticket enkele vlucht naar Europa. Je zult dus maar pech hebben dat je je personeel (zowel Senegalees als Belgisch) voortdurend met de vlieger ziet verdwijnen. Misschien dat ze ons daarom zo graag hier wilde zien beginnen! Met een koppel loop je minder risicos. Op ons kan ze in ieder geval een huis bouwen!
|