Toen ik vrijdagmorgen even in De Standaard bladerde, stootte ik op een artikel over het nieuwe boek van Kristien Hemmerechts.
Het boek waarover het artikel gaat, heet 'De dood heeft mij een aanzoek gedaan'. Het is Hemmerechts tweede dagboek. Het eerste hebben we in de klas besproken en heette 'Een leven als (g)een ander'. In beide boeken gaat ze op zoek naar de betekenis van het/een leven, vooral nu haar man, Herman De Coninck, is gestorven. Toch zijn deze dagboeken volgens Hemmerechts heel verschillend. Dit tweede dagboek is vooral het zoeken naar een antwoord op de vraag waarom ze haar leven wil beƫindigen. Ze heeft het ook opgedragen aan haar vader, Karel Hemmerechts die 3 jaar geleden stierf.
Hemmerechts schreef dit boek niet om een zoveelste debat te veroorzaken. Ze schrijft voorzichtig over de dood. Zo spreekt ze haar voorkeur voor euthanasie duidelijk uit, maar verdedigt die met zeer rationele argumenten. In haar boek bekritiseerd Hemmerechts ook haar eigen doodsverlangen, haar slechte humeur, haar omgang met vrienden en het verleden. Het doodsverlangen ontstaat volgens Hemmerechts uit het verlangen op een weerzien met haar afgestorven familieleden. Ze probeert dat doodsverlangen niet uit de weg te gaan, maar het te aanvaarden. Ze leert ermee leven.
Dit nieuwe boek lijkt me heel mooi om een keer te lezen. Zelf heb ik echter niet veel ervaring met het verlies van een naaste of naasten, maar door dit boek te lezen kan ik het misschien wel beter gaan begrijpen. Ik vind het heel knap dat Kristien Hemmerechts zo openlijk schrijft over haar eigen gevoelens. Dat spreekt lezers meer aan dan een algemene visie die niets te maken heeft met eigen ervaringen.