BOEDDHA ( 563 483 )
STÖRIG : Geschiedenis van de filosofie.
JASPERS : Socrates-Boeddha-Confucius-Jesus DE MAATGEVENDE MENSEN.
___________________________________________________________________________
BOEDDHA
Het ware leven is niet gelegen in het genieten van de goede dingen der aarde, maar ook niet in de ascetische zelfkastijding.
Het eerste is zonder adel, het laatste vol van lijden, geen van beide wegen leidt tot het doel.
<MEDITATIE LOGISCH DENKEN>
HET ENE BEVESTIGT EN VERSTERKT HET ANDERE
De soevereine wil van de mens die is alleen daar waar de mens zichzelf overwint en zich niet gevangen laat nemen, noch door ZICHZELF noch door de TAKEN die hij zich in de wereld heeft gesteld: <De hoogmoed van het eigenzinnig IK te bedwingen is waarlijk de hoogste zaligheid >.
JASPERS
De weg die Boeddha heeft ontdekt, houdt het midden tussen beide
Boeddha wilde de leer op de plaats van de leraar zetten.
Toch bleef hij trouw aan het beginsel van de Indische filosofie dat het heil zelf een weten is. Dat de bevrijding kennis is en dat ze in de kennis al is bereikt.
VERANDERING IN EEN RELIGIE (blz. 73)
Van zelfstandig denken naar volgzaamheid.
Het geloof in eigen kracht verdwijnt.
___________________________________________________________________________
Overdadig genieten = Verheerlijking van het lichaam en vernedering van de geest.
Zelfkastijding = Verheerlijking van de geest en vernedering van het lichaam.
WEDERZIJDSE WAARDERING STAAT BOVEN VERNEDERING MAAR OOK BOVEN VERHEERLIJKING.
_________________________________________________________________________________________
DUMONISME

|