Verslag van ontwikkelingsonderzoek Alexi Moons 3,5 jaar - augustus 2008
We herhaalden het ontwikkelingsonderzoek bij Alexi, nu 3,5 jaar. We zien een actieve en vlotte kleuter die goed babbelt, graag meedoet met opdrachten en laat zien wat hij kan. Alexi gbruikt zijn beperkte visuele mogelijjkheden gericht en doelmatig bij allerlei spel- en werkactivitieiten. Het is vakantie, maarhij heeft er wel zin. We kunnen meteen bevestigen wat we ook uit de verslagen va GON en thuisbegeleiding wisten, nl. dat zijn ontwikkeling in dezelfde gunstige zin voortgegaan is als we zagen bij de vorige observatie, een goed half jaar geleden.
Visuele mogelijkheden
Alexi kan de hoofdkleuren correct benoemen.
We hebben opnieuw aanwijzingen voor een ingeperkt gezichtsveld: moeite om overzicht te hebben, 'vergeten' of niet makkelijk terugvinden van materiaal. Voor een exacte gezichtsveldbepaling is verder gespecialiseerd onderzoek nodig, maar in de praktijk is het aangewezen om alvast rekening te houden met beperkingen.
We deden enkele proefjes ivm gezichtsscherpte dichtbij. De bekomen resultaten zijn onder voorbehoud: het was geen strikt gestandaardiseerde afname, herhaling is dan ook wenselijk. De scores stemmen wel overeen met onze indruk van enerzijds ernstige beperkingen, anderzijds blijvende en goed gebruikte visuele mogelijkheden. De bekomen waarden liggen iets hoger dan wat we terugvinden in het verslag van de oogarts.
BUST-figuren sorteren huis tot 5, vierkant tot 7, appel tot 6 (twijfelachtig), cirkel tot 6 wat overeenstemt met een gezichtsscherpte 0.04 bij een kijkafstand van ongeveer 8 cm
Landoltringen op plusminus 50 cm: goed benoemen van plaats van opening tot 1.58 cyc/cm of visus= ongeveer 0.05
Dichtbij identificeren, discrimineren en herkennen van afbeeldingsmateriaal is mogelijk, zij het met duidelijke beperkingen en onder bepaalde voorwaarden. We horen Alexi regelmatig verkeerde benamingen geven of erg globale, of onvolledige, al dan niet uitgaande vandetails.
Met voldoende tijd kan hij eenvoudige visuele opdrachten uitvoeren die teruggaanop de vermelde functies en vooral op de waarneming van details (andere dan kleur),...
Mogelijkheden en beperkingen konden we ook observeren met ander materiaal. Heel eenvoudige figuren (brunapuzzels) kan hij niet altijd correct benoemen (tafel, spijlenbed, stoel, ...niet) maar op basis van kleur en vorm kan hij identieke puzzelvormen gemakkelijk samen leggen. En met de nodige hulp kan hij de namen correct leren en onthoudt hij die dan ook.
We constateren dat Alexi behoorlijke mogelijkheden heeft om bv afbeeldingen visueel te leren kennen en herkennen en om daarmee op allerlei manieren om te gaan. Afbeeldingen moeten wel bepaade kenmerken hebben om correct te kunnen 'gezien' worden: ze moeten eenvoudig, contrastrijk, eenduidig zijn. Daarnaast zijn er zeker omgevingsvoorwaarden (licht, weinig afleiding, alles dichtbij). Motivatie en inspanning speelt ook een rol, maar dit lijkt ons geen probleem.
Inzichtelijk omgaan met materiaal
Vormwaarneming, matching van vormen, sorteren
Een inlegpuzzel met losse figuren gaat merkelijk vlotter dan vorige keer. Toch werkt hij soms nog gissend en missend - deels doordat hij de omtrek (vorm) niet goed kan waarnemen maar ook omdat zijn oplossingsstrategie nog ontoereikend is: nog te imulsief, nog niet genoeg doordacht. Cf hoger opmerkingen over (moeilijk) herkennen van afbeeldingen, vlotte matching op basis van opvallende overeenkomsten. HIj hoeft niet te weten wàt er afgebeeld is om twee afbeeldingen als identiek te kunnen waarnemen.
Sorteren van materiaal lukt prima op basis van kleur, grootte (groot en kleiner), maar ook van vorm (rond, vierkant, driehoek, ruit) en het lukte zelfs als er abstractie gemaakt moet worden van een derde kenmerk (rond en vierkant in verschillende kleuren).
Visuele analyse en synthese Visuomotorische coördinatie, ruimtelijk inzicht en ruimtelijk handelen
- De inlegpuzzel (van de beer, met zes aaneensluitende stukken) kan hij met inzicht maken, maar hij doet er lang over. vooral om met gissen en missen de oriëntatie van het middelste stuk (romp) te vinden. Va dat laatste stuk weet hij niet wat het voorstelt.
- Helften van lijntekeningen (hond, auto, 'appel' = tomaat) samenvoegen tot een geheel gaat goed en met het nodige inzicht. Maar als er bij het SON-proefje 'helften' uit meerdere alternatieven moet gezocht worden (3 keer twee helften van verschillende plaatjes), dan maakt hij wel nog fouten door samenvoegen van verkeerde helften, hoewel hij de afbeeldingen zelf juist benoemt (hij herkent het geheel doordat hij een deel herkent).
- Twee puzzels (SON) van drie stukken (gezicht, haan) in een vierkant kader maakt hij met wisselend succes (haan wel, gezicht niet) - maar niet zonder demonstratie en niet zonder het aanbieden van het model. Hij kan zich m a w nog niet laten leiden door zijn eigen voorstelling van de dingen en heeft nog nood aan concreten onmiddellijke visuele informatie.
Tekenen: op onze vraag kan hij geen tekening maken, hij toont zich heel onzeker of weet nog niet goed dat je zelf op papier een voorstelling van iets kan weergeven. Van de thuisbegeleidster weten wij dat Alexi totnogtoe nog maar zelden getekend heeft. Met voorbeeld (na demonstratie) kan hij wel lijnen in verschillende richtingen natekenen: verticaal, horizontaal, een cirkel en ook (herkenbaar) een kruis. De potloodgreep moet bijgestuurd worden; je moet ook zijn aandacht vragen om hem te laten kijken naar hoe je bepaalde figuren kan tekenen. Met oefening en aanmoediging zal hij hierin zeker verder geraken.
Patronen namaken (magnetische blokken)
Eenvoudige patronen die bestaat 3 of 4 blokjes in twee kleuren kan hij correct namaken (er wordt telkens een demonstratie gegeven): de blokjes liggen op een rij of vormen een hoek of ze liggen (met 4) in een vierkant. Bij een vierkant kan hij rekening houden met oriëntatie boven/onder en er is beginnende links/rechts oriëntatie. Ook de SON-opdrachten met vijf blokjes kan Alexi visueel analyseren en samenstellen. Hij gaat daarbij bedachtzaam en met inzicht te werk.
Terloops nagegaan: hij kan kleine hoeveelheden (tot 5) synchroon aanwijzen en 'tellen'.
Alexi heeft voor zover we konden nagaan een behoorlijke woordenschat en hij maakt ook zinnen. De verstaanbaarheid is niet altijd goed, we konden binnen de beschikbare tijd niet alle aspecten van de taal beoordelen. De gegevens van de GON- en thuisbegeleiding zijn wat dat betreft geruststellend.
Met fantasiemateriaal (popjes en keukengerief duplo) zagen we Alexi vooral en langere tijd verkennend bezig in functioneel spel. HEt kost hem tijd om alle materiaal te kunnen onderscheiden en te identificeren en ook het gebruik ervan uit te proberen. We vernemen van moeder dat hij met dergelijk materiaal ook thuis lang kan bezig zijn - we zagen hem binnen onze observatie niet tot rollenspel en een 'verhaal' komen. Het vraagt verdere observatie om hierover meer te kunnen zeggen.
Conclusies
Opnieuw zien we dat Alexi in een half jaar flinke vooruitgag gemaakt heeft. Voor sommige vaardigheden toont hij een ontwikkelingsniveau dat overeenstemt met dat van zijn leeftijd; voor andere scoort hij beduidend zwakker. Als er opdrachten moeilijk gaan, kunnen we daarbij vaak de invloed vande visuele beperkingen onderkennen. We zouden kunnen zeggen: als hij het goed gezien heeft, heeft hij meetal ook inzicht en weet hij vaak hoe het moet. Dat is zo bij patronen namaken, materiaal sorteren, hoeveelheden tellen,... Als hij het niet goed gezien heeft, gaat het gemakkelijk fout; bij helften samenvoegen, puzzelen, nieuwe plaatjes herkennen. Vormgeving (bij tekenen) zit daar wat tussen. Globaal bekomen we toch een niveau 3 jaar.
Als onze veronderstelling juist is, (namelijk dat de visuele beperkingen zijn ontwikkeling op bepaalde punten afremt), dan moeten we in de toekomst heel uitdrukkelijk en systematisch blijven werken aan de uitbreiding van zijn visuele ervaringen en mogelijkheden, liefst op een gestructureerde manier, d.w.z. met een zorgvuldige begeleide opbouw van eenvoudig naar meer complex. Allerlei visueel materiaal kan daarbij te pas komen: echt materiaal dat hij kan waarnemen binnen en buitenshuis, boekjes, spelmateriaal, TV, computer, enz. En we moeten blijven zorgen voor compensatie van wat hij mist: door goede verlichting te voorzien, door aangepast (helder, contrasterend) materiaal te kiezen en op een goede manier aan te bieden (met voldoende tijd, gelegenheid voor herhaling, enz.)
Daarnaast is ook stimulatie van de taal en spraak heel belangrijk. Alexi zal een aantal zaken (aanvullend) ook auditief, via taal moeten leren kennen en begrijpen.
Het is af te wachten of hij ook in de toekomst meer systematisch gebruik zal moeten maken van zijn tactiele mogelijkheden. Daar zien we hem nu spontaan weinig gebruik van maken, onze observaties waren daar ook niet op gericht.