Het was weer twijfelen geweest tussen de toertocht van Kampenhout en deze van Tessenderlo.
De Bjeizel-connection had gekozen voor de Vlaams-Brabantse witloofstreek.
Zelf had ik een weekje sunparks achter de rug en met het daarmee gepaard gaande conditieverlies verkoos ik toch maar de zanderige en iets vlakkere Kempengrond.
Het voordeel was ook dat ik de verplaatsing met de fiets kon maken en iets na Averbode kon inpikken op de omloop. Het was alleen nog fingers crossed voor een berijdbare omloop want de regen van de voorbije dagen had ongetwijfeld wel wat sporen nagelaten.
Zo vertrok ik nog bij schemerdonker en een wel zeer kille één graad Celsius voor mijn tochtje naar de Limburgse gouw. Goed ingeduffeld met thermomateriaal gaf ik meer de indruk een poolreiziger te zijn dan een biker, maar ik liet het niet aan mijn hart komen.
Liever warm en belachelijk gekleed dan modieus en kou lijden.
Via het door werken opgebroken Herselt en Blauberg bereikte ik zo Averbode met zijn wereldberoemde Lekdreef.
Er waren (nog) geen ijskarretjes maar wel enkele bikers met dezelfde Looise plannen die mijn weg kruisten.
Zij kozen eveneens voor de Luykse dreef die ons via het toekomstige bike- en avonturenpark van Golazo (de vroegere vijvers) aan de ingang van domeinbos Gerhagen bracht.
Hier was het niet lang zoeken achter het eerste wit-rode pijltje van de organisatie, maar al even snel waren we tevens de weg kwijt. Enkele onverlaten hadden blijkbaar met de pijltjes geknoeid zodat dit stuk van de omloop er al direct hopeloos verknoeid bijlag.
Wat zoekwerk en parcourskennis brachten me terug op het juiste pad zodat ik mij de singletracks deed welgevallen.
Gerhagen is een domeinbos doorweven met ontelbare wandel-, ruiter- en bikepaden waar een kat haar jongen in kwijt raakt. Rode draad is het fietspad dat de Toeristentoren met Averbode verbindt en waar ik me steeds kan op oriënteren. Ook nu kwamen we enkele malen op de fil rouge om vervolgens toch stilletjes af te buigen naar het zuidoosten.
We bereikten in de buurt van Okselaar de zanderige tra waar in het verleden telkens een bevoorrading plaats vond, maar blijkbaar waren de organisatoren even moeten opschuiven naar een weggetje in de buurt.
Als dit maar goed kwam als straks de grote massa hier ongetwijfeld voor een opstopping ging zorgen.
Ik had er geen problemen mee en liet het tentje zelfs links liggen. Ik had amper 3km ter plaatse afgelegd en was bovendien voorzien van gevulde camelback en granny koeken zodat ik verkoos mijn eindelijk wat opgewarmde spieren niet te laten afkoelen.
Ik dook dan ook gulzig de eindeloze bostracks in met als bijkomend doel ook de massaal aanwezige, doch soms moeilijk te detecteren bosbewoners te ontdekken.
We betraden het gebied van de Ganzeberg. De term berg dient met een korrel zout genomen want veel hoogtemeters zijn hier niet te rapen. Veelal leuke singeltjes met scherpe duinen tussen de bomen en één langgerekte klim over een slechtbollende grintweg.
In het Hageland noemen ze dit een overgangsstuk, maar met de Houterenberg en Rodenberg binnen bereik lagen er toch nog een 300tal hoogtemeters te wachten.
We bogen namelijk af naar Engsbergen en met het naderen van de Houterenberg kregen we bovendien ook enkele zeer vettige paadjes voor de wielen geschoven. De zanderige waterpap vermengde zich met mijn ketting en veroorzaakte het krispend, enerverende geluid waar ik een zware hekel aan heb.
Ik krijg dan het doembeeld van fietsslijtage die zoals een benzinepomp de eurootjes in versneld tempo van mijn persoonlijk bezit laat verdwijnen. Met elke pedaaltrap denk ik aan mijn arme kettingschakels die aan verhoogde slijtage onderhevig, hun laatste uur geslagen weten.
Het viel vandaag al bij al nog wel mee. Als ik er zorg voor droeg van niet te bruusk te schakelen bij de eerste beste steile klim zou mijn ketting wel overleven.
Met het bereiken van de Houterenberg was het zo ver. De eerste steile helling van de dag deed mijn ketting krakend het kleinere blad zoeken, maar omzichtig wist ik dit obstakel toch al rijdend te nemen.
Een biker die halfweg zijn poging staakte, verplichtte mij dan ook alles uit de kast te halen en het mannelijke machogedrag te bevestigen. Met een hartslag diep in het rood maar trots als een pauw moest ik toch wel een tijdje bekomen van deze inspanning.
Er werd al snel van de Houterenberg verder oostwaarts getrokken maar met de Rodenberg lag er nog veel meer lekkers te wachten.
Een eerste klim werd opnieuw al rijdend aan de scalp geregen, maar ik moest toch in 2 van de 5 klimmetjes mijn meerdere erkennen. Ik zou het kunnen toewijzen aan de vettige, met bladeren bedekte ondergrond, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat ook de jus in de benen ontbrak.
Desondanks volhardde ik in de boosheid en liet de prachtige bovenvlakte die intussen in de zon baadde, telkens links liggen. Ik wou en zou alle klimmetjes aan een test onderwerpen.
Gevolg was dat ik toch wel een figuurlijk tandje armer mijn opwachting maakte op de zandvlakte en tijd vrijmaakte om mijn getormenteerde rug even rust en ontspanning te gunnen.
Op nu naar de inschrijving die voor mezelf zowat halfweg lag.
Nadat ik voordien toch wel door heel wat bikers op snelheid overspoeld was, trok ik nu in mijn eentje naar één van de mooiste Limburgse gemeenten die ik ken.
Ze hebben er trouwens naast een beroemde petrochemische fabriek ook een Olympische kampioen als inwoonster!
Na een lang asfalt, doch wel stijgend intermezzo (de Russelenberg) bereikte ik zo het Koninklijk Atheneum waar de inschrijvingsformaliteiten nog volop aan de gang waren.
Hoewel het intussen al ongeveer halftien was, moest ik toch nog even aanschuiven om mijn inschrijvingsstrookje te verkrijgen.
De overvolle parkings en vele wagens naast de weg verraadden alleszins dat er een pak deelnemers aan deze, door de MTB-crossers georganiseerde, toertocht deelnamen.
Via een aantal verharde wegen en grindpaden naderden we opnieuw de Houterenberg waarbij we ditmaal alleen over het asfalt nog enkele hoogtemeters uitlepelden.
Ik had intussen een groepje bikers gevonden wiens tempo mij wel aanstond. Ik liet mij hun tempowerk dan ook met plezier opleggen.
Zoals dat echter dikwijls met de kracht van een groep is, rij je ook met een ganse groep verloren.
Aan de grote parking van Gerhagen gingen we namelijk en masse de boer op om een kleine kilometer verder te ontdekken dat er geen pijltjes meer hingen. Mijn wedervaren van 1,5uur eerder indachtig, wees ik het opnieuw toe aan vandalenstreken maar blijkbaar lag de onoplettendheid van onze koploper aan de basis
Verder ging het door de singeltjes van Gerhagen in deze tocht met heel veel bos en weinig herkenningspunten.
Zo bereikten we er toch eentje met de toeristentoren van Gerhagen. Wie merkte hem op ?
Mijn nieuwe vrienden bleven even later achter met mechanisch defect zodat ik er terug alleen voorstond op de Schoterse Heide.
Dit heidegebied staat garant voor mooie brede grindpaden afgewisseld met opnieuw een aantal singletrack om het noorden bij te verliezen.
Je vindt er zelfs de raarste aanwijsborden van bosbeheer !
Mijn kilometertellertje gaf intussen aan dat ik het einde van mijn tocht bereikte en inderdaad .ondanks het mistasten met de bikersgroep bereikte ik reeds na 39km de fil rouge die het begin van mijn tocht begeleidde.
Via de Luyksedreef opnieuw naar Averbode kon ik het niet laten mijn verzuurde benen toch nog eens te plagen en over de Kapelberg te sturen. Een brandende pijn in de beenspieren was mijn beloning.
Toch verliep de terugtocht naar mijn Zuiderkempen erg vlotjes. Eerst de lancering door een wielertoerist die met mij een waaiertje vormde en vervolgens een stevige rugwind en heerlijk zonnetje gaven mij de nodige kracht en souplesse om op een behoorlijk uur mijn opwachting te maken.
Ik zou er warempel overmoedig bij worden, maar de spierkrampen later op de dag deden me denken aan de Jeugd van Tegenwoordig: Deze jongen gaat nog niet zo hard!
Mijn trackske :
Vorige week wist in Langdorp een fotograaf mij nog te vangen voor zijn lens :
Ik had op zaterdag een sms naar Ivo en Gunter van de Bjeizelconnection gestuurd met de boodschap dat ik mijn eerdere afspraak cancelde.
Het was in mijn gezinnetje namelijk een hele week ziektebacillen tellen, waarbij ook de koorts- en griepaanvallen niet ontbraken.
Ikzelf was nog een beetje overeind gebleven, maar met een zware hoest en flanellen benen achtte ik me niet in staat om mijn bikevrienden te volgen.
Maar zoals dat dikwijls gaat gaf de zondagochtend mij een kriebelend gevoel en onweerstaanbare drang om alsnog af te reizen naar de toertocht van de Goorbikers in Aarschot.
Zo vertrok ik toch maar via mijn spoorweg in een rechte lijn naar Aarschot en pikte onderweg in bij Agfa-collega Geert die met enkele vrienden eveneens op weg was.
Zo arriveerde ik stipt om 8u30 aan het voetbalveld van SC Aarschot waar ik zelf tijdens mijn middelbare schooljaren bij de Pikbussen nog een balletje trapte.
Geert en zijn vrienden kozen voor de 40km-afstand, terwijl ikzelf éénzelfde afstand in gedachten had. Ik schreef echter wel in voor de 60km omdat ik wist dat Meetshovenbos in het begin van de rit zou voorkomen. Nadien zou ik dan wel de kortere splitsingen nemen.
De Bjeizelconnection stond ook vertrekkensklaar voor de grote ronde en als 8tal nam ik samen met Theo, Ivo L, Ivo N, Piet, Steven, Bart en Christophe de start.
De 2 Ivos hadden een specialleke in petto want zij hadden voor de gelegenheid een testfiets IDWorks met rohloffnaaf gaan halen.
Wie niet vertrouwd is met het begrip rohloffnaaf : Dit is een achternaaf met 14 inwendige versnellingen. Het hele boeltje van achterderailleur, meerdere tandbladen en pions hoort hierbij tot het verleden.
Volgens Ivo L was dit echt wel iets voor mij aangezien ik dan geen uitvluchten meer moet zoeken als ik weeral eens forfait geef omwille van moddertoestanden.
Ik moest nederig het hoongelach ondergaan bij zoveel waarheid.
Onmiddellijk vielen we al op de eerste splitsing die ons via de parkings van Duracell naar Meetshoven zou leiden.
Het was best wel een verstandige keuze om direct deze lus aan het begin van de grote ronde te leggen. Op deze manier werd vermeden dat de bikers en op zondagvoormiddag massaal aanwezige joggerselkaars pad kruisten. De tragere weggebruikers verschijnen namelijk meestal pas vanaf 10u in het bos en tegen die tijd zouden de bikers wel verdwenen zijn.
Meetshoven, door Ivo L nog steeds steevast het Duracellbos genoemd, werd door al zijn massale singletracks doorploegd. Het was heerlijk biken door de mulle bosgrond die nu onder een dik bladertapijt schuil ging.
Ook het opgelegde tempo was echt wel mijn ding. Als echte sightseers cruisden we door het bos, intussen nog kletsend en rondkijkend naar loslopend wild.
Het moet toch zijn dat de afwezigheid van Gunter aanmaande tot een veel rustiger tempo dan dit anders het geval is.
Vervuld van genot en plezier doken we na een tiental km op aan het Duracell rondpunt.
We zochten even verder de off-road Demerdijk en lieten ons naar Gelrode drijven. Nog steeds voelde niemand zich geroepen om het tempo op te drijven.
Ondanks mijn door ziektekiemen veel te hoge hartslag, genoot ik intens van dit tempo.
Vlak voor het Vorsdonkbos verlieten we de Demerdijk en togen op weg naar de eerste echte hindernis van de dag de Extreme beklimming.
Achter de beroemdste en beruchtste bar van Aarschot ligt nog steeds deze kuitenbijter in ijzerstandsteen. Ik verraste mezelf zowaar door de klim bijna helemaal al rijdend te voltooien.
Alleen een gestrande biker verhinderde net mijn rijdende poging.
Over de kam van de Liederberg zochten we nog wat singletracks op waar de restanten van een Halloweentocht ons toelachten. De kaarsjes in de uitgeholde pompoenen waren intussen wel gedoofd.
Deze tocht van de Goorbikers leverde mij niet echt nieuwigheden op, maar met het betreden van de zanderige tracks van het Kloesebos was het toch weeral genieten.
De lange asfaltklim van s Hertogenheide was de klassieke voorbode voor het kruisen van de ringweg en beklimmen van den talud. Christophe werd door een onbeschofte biker bijna van de sokken gereden en ik troostte hem met de melding dat die biker zich inwendig wel zal verontschuldigd hebben.
Kort nadien vonden we de al even klassieke bevoorrading ter hoogte van de Aurelianstoren.
Tijd om wat bij te praten met mijn Agfa collega Leo die ons even voordien voorbij gestormd was. Ook de eerste evaluaties van de Rohloff-bikes klonken positief.
Ik zorgde intussen dat vooral mijn vochtvoorraad aangevuld werd en had minder oog voor al het lekkers dat ook op de tafels lag uitgestald.
Als enkelen de koude rillingen over de rug voelden bij de aanstekende wind, besloten we onze tocht verder te zetten.
De Leiberg werd afgedaald langs de afgrond en opnieuw beklommen doorheen de verstilde groeve. Door een trage biker konden we deze klim zeer rustig in ganzenpas nemen.
Ik was er niet rouwig om.
Tot onze grote verbazing toonde Theo aan dat hij een geologische opleiding heeft genoten. Vlak voor de top van de Leiberg ging hij namelijk de Diestersiaanse ijzerzandsteen aan een nauwkeurig onderzoek en wel van zeer dichtbij onderwerpen.
Met de neus pal op de feiten was hilariteit weeral ten top.
We volgden nu een tijdje de vaste blosoroute van Aarschot via de Haterbeek en denderden even later Rillaar binnen.
Een asfalt intermezzo deed ons naderen op de Rommelaar, een steile bult die een natuurlijke barrière vormt tussen Rillaar en Langdorp.
Verrassend week men af van het klassieke tracé, waarbij de hoogtemeters niet geschuwd werden. Het was hier oerenddruk in het bos en de tracks waren allemaal verzadigd met bikers.
Bart belandde nogal ongelukkig in het decor maar mijn ca va ? werd met opgestoken duim beantwoord. Gelukkig maar !
Ons groepje was intussen uit elkaar gespat en het was na de Rommelaar even troepen schouwen en terug verzamelen.
In gestrekte draf en met een stevig ruggesteuntje van de wind arriveerden we aan de houten Demerbrug in Langdorp.
Nu kon het echte werk helemaal beginnen.
In tegenstroom met de vaste blosoroute werd vanuit een behaagde holle weg, de technische klim langs de paardenweide genomen.
Zoals verwacht werd er op het einde naar rechts gedraaid om mijn zwarte beest, de Bosberg te bestormen.
Hier vonden we ook de splitsing der afstanden terug en zoals ik me voorgenomen had nam ik afscheid van mijn bikevrienden om de kortere weg naar de aankomst te vinden.
Ik vond hen toch wel moedig want er waren amper 30 van de 60 voorziene kilometers volbracht, zelf voelde ik mijn benen stilaan leeglopen en er lagen toch nog een pak hoogtemeters te wachten.
Terwijl de BC de Bosberg aan zijn achterzijde bestormde kroop ik in mijn tempo op hartslag de hoogtemeters bij elkaar. Op hartslag fietsen is een mooi gegeven, maar als je niet goed zit kan het tempo er serieus onder lijden.
Ik schaamde me dan ook wel dat ik geregeld de oorzaak was van fileleed op de kronkelende Bosbergtracks. Persoonlijk maak ik er nooit een punt van als ik achter een trage biker moet blijven, maar niet iedereen denkt er zo over. Getuige enkele bikers die quasi dwars door het struikgewas hun inhaalmanoeuvres inzetten.
Ik maakte er in ieder geval een erezaak van om ook de meest technische steile passages al rijdend aan mijn scalp te rijgen.
Zo kwam ik na het Bosbergfestival toe aan de 2de bevoorrading die klassiek aan de spoorweg was opgesteld.
Ik vulde mijn vochtvoorraad opnieuw aan met 2 glaasjes water, er weer voor zorgend dat ik de aanlokkelijke zoetigheden onberoerd liet.
De Bosberg had me niet alleen geleerd dat mijn conditiepeil erbarmelijk laag ligt. De oorzaak hiervan ligt niet alleen in een gebrek aan mtb-training en ziekte, maar ook in een aantal overtollige kilogrammetjes die ik de voorbije jaren zorgvuldig gespaard heb.
Daar ligt nog wel een uitdaging
Het ging nu verder via de Molenheide die ik de derde keer op korte tijd in een TT betrad.
De wieken van de Heimolen stonden nu wel roerloos te staren over het grijze hinterland.
Ook de tracks achter gasthof Ter Venne mochten weer niet ontbreken. Kronkelende singletracks mergelden mijn benen volledig uit, maar als er dan toch weer eens een zandduin opdook kon ik voldoende karakter opbrengen om nog maar eens een rijdende klim te nemen.
Slechts éénmaal moest ik in een trappistenberg mijn meerdere erkennen.
Intussen vervlogen wel de kilometers en begon ik me af te vragen of ik eigenlijk wel de juiste splitsing genomen had. Ik zou alvast mijn voorziene 40km sterk gaan overschrijden en was mezelf stilaan choco aan het rijden.
Op weg naar Gijmelberg werden we nog eens getrakteerd op een zeer lange file. Oorzaak was een planken bruggetje dat probleemloos al fietsend kon genomen worden, maar het ontbreken van leuningen deed menig biker het zekere voor het onzekere kiezen.
Het moerassige gebied van Gijmelberg bleek nog perfect berijdbaar en we kregen hier nog meer slingerende singletracks en enkele minder stekelige hoogtemeters voorgeschoteld.
Als ik echter bemerkte dat menig biker het klimmetje achter het voormalige woonwagenpark niet bovenraakte, daagde het me dat ik me niet alleen choco gereden had.
Met intussen 48km op mijn tochttellertje en de nabijheid van mijn spoorweg in Ourodenberg in de buurt, besloot ik afscheid te nemen van deze toertocht en mijn weg naar de Zuiderkempen in te zetten.
Ik prees me gelukkig dat ik gedragen werd door een stevige rugwind. Desondanks werd mijn vrouwtje van afschuw vervuld bij het aanschouwen van mijn lijkbleke gezicht dat in een Halloweentocht niet had misstaan.
Met meer dan 65km in de benen dacht ik in een overvloedig schuimbad terug aan mijn bikegenoten van Bjeizel die nu waarschijnlijk nog op hun bike zaten.
Bleek s avonds dat zij na 40km over de weg binnen gereden waren. Ook choco gereden .?
De voorbije week was eentje van twijfelen of ik mijn bikematen van de Bjeizel connection zou volgen naar de TT van Overijse of de tocht in Westmeerbeek zou gaan biken. Vooral het feit dat in het Brusselse het Zoniënwoud doorkruist zou worden, deed me een dilemma aan de hand.
Uiteindelijk won mijn verstand van het hart en verkoos ik op 2km van mijn deur de organisatie van de Landelijke Gilde in Mjorrebeek te vervoegen.
Ik probeerde buurman biker Gied nog te overtuigen met mij de 44km te biken, maar hij had al een date op de kortere 27km zodat ik me iets na 9uur eenzaam aanbood aan het voetbalveld van de ex-zwarte duivels. Eenzaam was zeer letterlijk te nemen want buiten de medewerkers van de LG was er geen biker in velden of wegen te bespeuren.
Ook de schaarse autos op de parking deden me vermoeden dat er weinig beweging op de tracks zou zijn.
Nu ja, voor mij hoefde het niet druk te zijn. Zo kon ik eens rustig cruisen doorheen mijn Zuiderkempen en Hageland.
Bij windstilte en een kille graad onder nul kon ik maar best wat vaart maken om de inwendige thermostaat wat hoger te zetten.
Ik vertrok dan ook aan een stevig tempo, wetende dat er vandaag niet teveel hoogtemeters zouden gemaakt worden.
Via de grintpaden in het Goor baande ik me een weg naar de provinciebaan N15 om aan dancing Millennium terug het bos in te duiken. Enkele wel erg late feestvierders zochten nog hun weg naar de wagen terwijl ikzelf pas mijn eerste danspasjes plaatste.
De Nete werd bereikt waarbij me een feeëriek spektakel werd aangeboden.
Langsheen de meanderende rivier priemde de laagstaande zon haar stralen doorheen de nevels. Verstilde beemden, krakende want licht bevroren ondergrond en dit lichtspektakel. Wat kan een mens zich op zondagochtend nog meer wensen ?
Ik kreeg enkele gezellen met 2 luchtballons die ongetwijfeld dit spektakel van boven uit ook konden pruimen.
Natuurgebied de Kwarekken in Westerlo werd bereikt en ik stond versteld van de vernielingen die bosbouwers hadden aangericht aan de paden en het kapafval dat ook kriskras was achtergelaten. Vreemd
De traditionele oversteek aan de Marlybrug was voorbode voor het mooiste stukje Netedijk uit de buurt. Aan de rechterzijde heb je het vijver- en moerasgebied, terwijl aan de linkerzijde, over de Nete, een prachtige aanblik op het kasteel van de Merode geboden wordt. Ik passeerde hier reeds ontelbare keren, maar vertraag nog steeds om een steelse blik op deze omgeving te kunnen gooien.
Via het Riet namen we de klassieke doorsteek naar Bergom om daar de vaste blosoroute van Herselt in te duiken.
Doorheen het uitgestrekte, dicht beboste Hertbergdomein liggen nog weinig persoonlijke uitdagingen. Doordat men de groene route in tegenstroom volgde, kreeg ik echter een heel andere kijk op deze tracks en kon ik me best wel verzoenen met dit toerke. Je moet het weten, mogen en durven als organisator.
Zo bereikten we na ca 17km de bevoorrading in Blauberg.
Hier verzamelden toch een tiental bikers voor het buffet van verschillende soorten gebak, fruit en een neutraal sportdrankje.
Ik vulde vooral mijn vochtvoorraad aan in de wetenschap dat we zodadelijk toch enkele hoogtemeters zouden te verwerken krijgen.
Kort na de hervatting verlieten we namelijk de kortere afstand en bogen we af naar de Weefberg in Averbode.
De Weefberg is één van die typische Hagelandse ijzerzandsteenruggen die in de oudheid achterbleven toen de zeeën zich terugtrokken. Het ijzer in de blootgekomen zandbanken oxideerde en leverde de huidige rode ijzerzandsteen waaruit veel kerkelijke gebouwen in de buurt zijn opgetrokken.
Iets recenter werd er ook een mountainbikeroute aangelegd die als aardgaspad vandaag onze gids was. Ik herinner me nog dat we 2jaar geleden het Weefbergbos doorkruisten in al zijn facetten. Vandaag werden alleen de blauwe pijltjes (noodgedwongen?) gevolgd. Jammer
De eerste hoogtemeters maakten me wel opnieuw duidelijk dat fietsconditie niet gelijk staat met bikeconditie. De twee steile hellingen deden mijn longblaasjes fel uitzetten en joegen het bloed versneld door de aderen op weg naar zuurstofsnakkende spieren.
Met het doorsteken naar de Rode Berg in Testelt werd terug een symfonie van singletracks ingezet zoals dat 2 weken geleden in de WOEW-toertocht nog het geval was.
De kronkelende tracks waren lichtjes vettig en eisten mijn opperste concentratie. De hoogtemetertjes deden de rest. Ik voelde me terug op en top biker.
Jammer genoeg was na dit hoogtepunt de pret bijna helemaal opgesoupeerd. Over quasi enkel betonbaantjes werden de volgende 10km overbrugd naar Herselt.
Mooi landbouwgebied en bossen, daar niet van. Maar mijn dikke banden snakten naar een andere ondergrond. Mogelijks speelden de jachtgebieden na de pas geopende jacht een rol want ik ontmoette een bende met lange lopen waarbij zowaar een kind van ca 6jaar met geschouderd (speelgoed?)geweer de bende vervoegde. Brrr .
Even werd nog de vaste rode blosoroute aan Kapittelberg en Molenberg ingedoken en ostentatief de speeltuin van de klokkenputten in Herselt links gelaten. Je hield het niet voor mogelijk.
Gelukkig werd de verbinding tussen Limberg en het Goor nog via de tracks van het Asbroek gemaakt. Dit natuurgebied is in de winter ondoordringbaar vanwege zijn moeraseigenschappen, maar nu vond ik het wel heerlijk op de zelfs voor mij onbekende paden.
Zo werden we na ca 42km met 250 hoogtemeters terug afgezet aan onze startplaats.
De afspuitstand was niet bevolkt zodat ik nog snel mijn bike van wat slijkspatten ontdeed, waarna ik met een dubbelslachtig gevoel huiswaarts reed.
Deze tocht was door het mooie weer, de droge tracks en het hoge bosgehalte best wel leuk geweest. Echter, je kon er niet omheen dat vooral in het tweede deel teveel verharde wegen opdoken.
Aan parcourskennis kon het de organisator niet ontbreken, getuige het mooie intermezzo in Averbode/Testelt zodat ik me alleen maar kan inbeelden dat geweigerde vergunningen aan de basis lagen.
Over het waarom kan je lange discussies opvoeren van de bikers die teveel paden bijmaken in het bos tot de natuurbewegingen die alles in vakjes willen duwen.
Als ik echter zie hoe bosbouwers ongegeneerd paden in een bos mogen vernielen, hoe de gemeenten Aarschot en Westerlo ontelbare bospaden en veldwegen verharden met steenslag, moet er een andere beweegreden zijn.
Misschien moeten wijzelf als recreatieve bikers maar eens voor de spiegel gaan staan en ons minder profileren als racekonijnen die te weinig aandacht schenken aan medebikers en nog minder aan tragere weggebruikers, in casu de wandelaars.
Maar wie gaat zoveel zelfkritiek durven opbrengen ?
Zo kan het alvast niet verder. Enkel nog toertochten op de vaste routes betekent onherroepelijk het failliet van de georganiseerde toertochten.
Het laatste zomerfestival : Singletrack-festival te Langdorp
Het afgelopen jaar was niet echt mijn gelukkigste door enkele tegenslagen op privévlak, maar zoals een kat steeds op haar vier poten valt, komt ook een biker steeds terug op zijn off-road paden terecht.
Ik had verkozen om in Langdorp mijn rentréé te maken in de door WOEW (Wolfsdonk OEp Wielen) georganiseerde toertocht
Daags voordien ontmoette ik Gunter die me meldde dat de Bjeizel connection om 9u aan de start zou staan. Dat leek me wel wat om met mijn oude gabbers terug in lijn te treden.
Wanneer ik s nachts echter wakker werd voelde ik een opkomend keelpijntje een gratis cadeautje van zoonlief die zo al enkele dagen rondhuppelde. De wekker werd dan ook uitgezet en de rentréé met een weekje uitgesteld. Een krachtig ontbijt en het stralende zonnetje verdreven echter de keelpijn zodat ik met een poosje vertraging toch verkoos de verplaatsing naar de deelgemeente van Aarschot te maken. Vrouwlief gaf me nog een knuffel en wijze raad mee om voorzichtig te zijn, want dat een volgende hospitaliserende val ongetwijfeld zou leiden tot de verkoop van een Speci Epic op Ebay.
Als ik me aanmeldde aan het voetbalveld van FC Kapelleke waren de Bjeizelse vogels uiteraard gaan vliegen. Het was trouwens rustig aan de startplaats met het einde van de inschrijvingen in zicht, maar de geparkeerde autos verraadden wel dat er een pak bikers op het parcours ronddwaalden. Ik kreeg een geel controlebandje om de pols en waande me zowaar op het laatste zomerfestival van deze heerlijk lange zomer. Op naar singletrackland....!
Ik stuurde mijn bike met krachtige pedaalslagen de eerste tracks in en haalde gezwind enkele jongedames en papas met hun zoontje in. Dit ging wel goed. De tracks achter gasthof Ter Venne lagen er prachtig bij. Een maand zonder noemenswaardige neerslag had gezorgd voor zandwadden, daar waar hier s winters meestal slijkerige putten liggen te wachten. Mijn enthousiasme werd getemperd als ik op de eerste zandheuvels met de hartslag reeds diep in het rood ging. Het beterde er niet op als men de zwartgele pijltjes richting Bosberg deed afbuigen. De voorbije zomer hield ik me alleen onledig met lange vlakke fietstochten aan lage hartslag met maar één doel : een retourtje naar zee. Nu lagen de accenten echter op explosiviteit en weerstand, twee vrienden die ik al lange tijd niet meer gezien had.
Het dient gezegd : WOEW had een fantastisch WOW-parcours uitgetekend tegen de wanden van de Bosberg. Geen enkele singletrack bleef onberoerd en de hoogtemeters verdwenen achter de kiezen als zoete broodjes. Ik kreeg dan ook af te rekenen met verzurende benen en flirtte regelmatig met mijn maximale hartslag. Regelmatig moest ik voet aan grond zetten als ik (weeral) een helling niet rijdend kon nemen. Een oneer die me sinds lange tijd niet meer was overkomen. Als ik na 13km zwoegen de Bosberg verliet verkoos ik dan ook de kortere afstand van 25km te nemen bij de splitsing. Dat de houten Demerbrug er uitnodigend bijlag kon me amper doen herinneren aan de gouden tijden dat ik de Hagelandse chronorit met de spreekwoordelijke vingers in de neusgaten uitreed.
Kort na de splitsing bereikte ik de bevoorrading waar ik drank, fruit, koekjes en ..de Bjeizel connection aantrof. Uiteraard hadden zij de extra lus (met Rommelaar en Konijnenberg) reeds achter de kiezen en keken ze meewarig toe hoe ik hevig zwetend stond na te hijgen. De lange broek en mouwen die ik thuis bij mijn vertrek had verkozen ontlokten ook de eerste schampere grapjes van wat ik in de winter ging doen tot waar mijn sjaal was. Het was heerlijk terug te zijn .
Het treintje vertrok even later met een extra wagonnetje en ik was maar wat blij dat Ivo L, Olivier en Billy weldra maar stipjes aan de horizon meer waren. Met Ivo N en Gunter dacht ik mijn gelijken wel te treffen, maar als we verdorie opnieuw richting Bosberg trokken besefte ik snel dat ook zij in een iets beter conditiekleedje staken dan ondergetekende. Gelukkig werd mijn zwarte beest nu definitief achtergelaten en trokken we door de Zavelbeemden richting Testelt. Ivo N koos hier voor de kortere weg naar de startplaats terwijl ik Gunter zou vergezellen voor de langere afstand. Het zou me uiteindelijk 35bikekilometers en ca 400hoogtemeters opleveren.
De Rodeberg was de volgende uitdaging waar ik me zou moeten dubbelplooien om mijn bikemakker bij te houden. Een kleine wegvergissing bracht me echter aan kop en zo mocht ik zelf het tempo bepalen op de smalle singletracks die minder venijnige, doch best wel energieslopende hoogtemeters opleverden. Weer werden alle parcoursregisters opengetrokken en we bewandelden paden waar ik het bestaan zelfs nog niet van afwist. Dit was echt wel het betere bikewerk !
Via een lange betonbaan vierden we terug richting Gijmel waarbij ik gretig achter de sterke torso van Gunter schuil ging voor de aanspannende kopwind. Opnieuw doken we de Langdorpse bossen in om in Elsleuken een speeltuin van singletracks, zandwadden en korte stekelige klimmetjes te vinden. Het wheel of fortune zorgde er weer voor dat ik de leiding mocht nemen en ditmaal zorgde ik dat de klimmetjes al rijdend genomen werden. Dat dit bij momenten voor krampen tot achter mijn oren zorgde, kon Gunter op dat moment niet zien op mijn grimassen trekkende face.
Zo kwamen we al bij al nog verrassend snel bij de Heimolen waar de molenaar zijn wieken had bespannen en zorgde voor de grondstof van ons dagelijks brood. Dit mooie tafereeltje betekende ook het einde van een prachtige toertocht die bij de meeste bikers wel met stip zal genoteerd blijven voor volgend jaar.
Ik vatte met Gunter en Ivo N fietsgewijs de terugtocht aan terwijl het snelle part van de Bjeizelconnection met de camionette de weg naar café bij Sandra zou nemen. Begrijpe wie kan !? Terwijl zij in Beerzel van hun eerste colaatjes genoten, zat ik echter al in een rijkelijk gevuld schuimbad mijn krampen te verbijten. De weg naar bikeconditie zal nog lang zijn .
Met de fiets naar zee het is een jongensdroom die ik op jonge wielrennerleeftijd al in vervulling zag gaan. Toentertijd, in de jaren 70 konden wij langsheen een geïmproviseerd fietspad naast de expressweg onze weg tot in Blankenberge nog vinden.
Heden ten dage is dit uitgesloten, maar dankzij wat parcourskennis en opzoekwerk zijn er wel prachtige alternatieven uit te werken.
Het is een zonnige feestdag in augustus als ik strijdvaardig mijn wegfiets opkruip om naar het 200km verder gelegen Middelkerke te fietsen. Het zal tevens onze vakantiebestemming zijn voor een weekje.
De weermannen voorspellen een zwoele 30°C en windkracht 2-4 uit het zuidwesten. Het zijn niet direct de weersomstandigheden waar ik zit op te wachten voor een zeetrip, maar de mentale en fysieke voorbereidingen zitten er op : GO! dan maar
Vanuit het in de Zuiderkempen gelegen Hulshout ben ik verwend met mijn spoorweg, de oude, intussen verharde spoorverbinding tussen Aarschot en Herentals.
In een rechte lijn fiets ik doorheen landbouwgebied naar Herentals waar ik aansluiting vind met het Albertkanaal, de tijdens WOII in gebruik genomen verbinding tussen Luik en Antwerpen.
De volgende 35km zijn niet bepaald de meest boeiende over het jaagpad waar de wind reeds duchtig zijn gang kan gaan, maar ik prijs me toch gelukkig dat ik niet tussen het autogeraas van de parallelle E313 zit.
Zo zet ik mezelf na 50 autovrije kilometers af in hartje Antwerpen waar de St-Annatunnel met zijn typerende witte tegeltjes op mij ligt te wachten
Ik ga de Schelde onderdoor ca 30 meter onder waterniveau door de bijna 600m lange wandel- en fietstunnel.
Op Linkeroever geniet ik nog even van de Antwerpse skyline waar de Kathedraal, Boerentoren en het Steen mij uitgeleide doen
Ik pik in op de Gravejans LF51-route, een Lange Fietsroute die onder de grote routepaden valt. Deze routepaden voor fietsers en wandelaars zijn gekenmerkt door geel-blauwe verfstreepjes die op palen en bomen zijn aangebracht Een leek weet amper dat ze er staan, maar de langeafstandsfietser weet wel beter
Toen ik vijf jaar geleden mijn eerste tocht aanpakte had ik regelmatig de handleiding nodig omdat ik het spoor bijster was. Sommige aanduidingen waren onduidelijk of (tijdelijk) verwijderd door wegenwerken. Na enkele jaarlijks weerkerende tochten kan ik me echter al ervaringsdeskundige noemen en heeft deze route nog weinig geheimen voor me.
Ik betreed het land van Waas waar de Expressweg een kunstmatige scheiding vormt tussen het Antwerpse industriegebied en de uitgestrekte Wase landbouwgebieden met veeteelt en fruitpluk.
Zelf heb ik de eer tussen boomgaarden en maïsplekken te kunnen fietsen.
De enorme koeltorens van Doel en hoge petrochemische pijpen die enorme vuurpluimen spuwen, zullen echter nog een hele tijd in mijn gezichtsveld blijven.
Het is een kronkelen doorheen de winderige polders om eensklaps op te duiken in het dorpscentrum van Melsele met zijn neogotische kapel van Gaverland Dit knappe stukje architectuur wordt jaarlijks door vele bedevaarders op zijn weg gevonden.
Ik zet mijn bedevaart verder richting Vrasene.
Ik vind hier achtereenvolgens het Afwateringskanaal der Wase Polders en de oude verharde spoorweglijn Sint-Niklaas-Zelzate.
Rechttoe, rechtaan word ik via Stekene, zoals een toren in het schaakspel in één vlotte beweging 20km verder gezet op het bord. Dit schiet flink op...
In Klein Sinaai verlaat ik de spoorbaan om de feeërieke Moervaart te volgen richting Wachtebeke.
Ik passeer in Moerbeke de oude suikerfabriek, een symbool van vergane glorie Ik zag deze 5 jaar geleden namelijk nog in volle actie, maar sinds de sluiting eind 2007 is de ontmanteling gestart en resten alleen nog wat ijzeren frames en een half ontblootte destillatietoren. Het contrast met het beschermde natuurgebied in de beemden van de Moervaart is groot.
Het wordt tijd om het zeekanaal Gent-Terneuzen te kruisen. Ik doe dit niet via de kortere R4, maar verkies het oude LF-tracé dat me via de Oudenburgse Sluis naar Nederland tilt.
Onmetelijke vergezichten, met de haven van Zelzate op de achtergrond, zijn mijn beloning.
In Sas Van Gent neem ik de vernieuwde brug over het zeekanaal om vervolgens in het gezellige centrum een plaatsje te zoeken voor mijn middagmaal.
Ik heb intussen ongeveer 110km achter de kiezen en het vooruitzicht op wat komen gaat doet me besluiten om de inwendige mens versterken.
Ik duik kort nadien namelijk langsheen de grenspalen, het Meetjesland in.
Meetjesland betekent letterlijk land in maatjes ingedeeld, maar voor mij is het hier meestal kennis maken met onmetelijk veel wind.
Ook vandaag voel ik wat een Zuidwester met kracht 2-4 betekent in dit moerasgebied.
Gekoppeld aan de intussen hoogstaande, brandende zon wordt mijn oude lichaam tot het uiterste getest.
De inhoud van camelbak, drinkbus en meegezeulde blikken Ice-tea vinden gretig hun weg naar mijn dorstige lijf. 4liter vocht zullen later geen overbodige ballast blijken.
Ik vergeet vooral ook niet te genieten, want ondanks de zwoele, energieverslindende wind fiets ik langs Watervliet, St-Jan in Eremo en St Laureins doorheen het prachtige Krekengebied.
De kreken zijn gevormd door oude turfputten die nu gevuld met water en begroeid met riet en lissen een ideaal decor vormen voor de talrijk aanwezige vissers.
Het blijft flirten met de noordzijde van onze landsgrenzen en stilaan schuif ik op naar het westen.
De jaagpaden van het Leopoldkanaal en Afwateringskanaal van de Leie in Maldegem zetten mij weer een flink stuk op weg naar het einddoel, maar het wordt nu wel tijd om af te buigen. Middelkerke ligt tot nader order nog steeds in de middenkust, terwijl ik nu op een boogscheut van Sluis en Knokke-Heist genaderd ben.
Met de wind pal op kop voel ik stilaan de krachten uit de benen wegsijpelen. Een lange kasseiweg die mij van Sijsele in Male brengt doet er ook al geen goed aan en met lege benen en vooral lege drankrecipiënten meld ik me aan bij een bakkerij die op deze feestdag gelukkig nog open is.
De koeltoog met mattentaarten en frisdranken wordt vakkundig geplunderd en met herwonnen moed zet ik me op pad voor de resterende 50km die oerendhard beloven te worden.
De aanloop doorheen het stadsgebied van St Kruis en Brugge is nog vlot om dragen. Ik kan er eens stoppen voor een verkeerslicht en zelfs de pleziervaarters zijn me goed gezind, want zij laten een ophaalbrug over de Damse Vaart vlak voor mijn neus ophalen
Ondanks het feit dat ik het stadsgebied van Brugge-Dampoort kruis, kan dit toch via afgeboorde fietspaden, een parkje en het jaagpad aan het Waggelwater.
Vanaf nu zal ik geen autos meer zien tot in Leffinge maar worden jaagpaden, kanalen, roeiers en .de wind mijn metgezellen gedurende vééle lange kilometers.
Het kanaal Brugge-Oostende biedt vergezichten over de West-Vlaamse polders, enkel doorkruist door een spoorweg en de E40 richting Veurne. Hier zijn de grootboeren baas op het tegenover de zee gewonnen landbouwgebied.
Een fietsbrug doet me wisselen van oever en ik laat mijn karakter gelden als ik enkele uitnodigende terrasjes met luchtig geklede dames voorbij fiets.
Ik kom aan het sluizencomplex van Plassendalebrug en verander van kanaal.
Het kanaal Plassendale-Nieuwpoort wordt mijn laatste watergezel langsheen Oudenburg, Snaaskerke en Leffinge.
Aan mijn rechterzijde zie ik reeds de skyline van de kust en vooral enkele wolkenkrabbers van Oostende torenen hoog boven het landschap uit.
De zuidwester blijkt intussen van zeebries aangezwollen tot stormkracht en ik moet echt stoempen om nog ietwat vaart te behouden.
De redding is echter nabij want met het opduiken van de kerktoren van Leffinge, weet ik dat zodadelijk de steven naar het zeetje kan gedraaid worden.
Ik fiets dan ook met een stevig duwtje in de rug Middelkerke binnen.
Vrouwtje, zoontje en een koel schuimende trippel Karmeliet doen de vermoeidheid onmiddellijk vergeten waarna ik zelfs al plannen maak voor de terugtocht die ik binnen een weekje (met rugwind) zal aanvatten.
Maar eerst nog relaxen met het gezinnetje en nagenieten van 200 autoluwe kilometers doorheen 4 provincies, 2 landen (zie kaartje) en een afwisselende natuurpracht zoals ik ze in mijn Zuiderkempen eigenlijk niet ken.
Zo bekijkt een toerist nu éénmaal altijd een andere streek .
P.S. : Wil je meer info over mijn gevolgde traject ? De GPS-track kan je op eenvoudige aanvraag verkrijgen. Geef me maar een seintje...
Na de verkenning van het Bierlooptraject Lennik-Olen zoals in vorig verslag beschreven, boden wij ons op een eerder sombere zondagmorgen 3 mei aan te Gaasbeek voor de dag des oordeels. Onze voormiddaglopers, kinderen en begeleiders tekenden present voor het obligate kiekje aan het rustieke kasteel Van Gaasbeek waarna onze kale Speer uit Heultje de debatten voor de Megamasters mocht openen vlak voor achten. In het gezelschap van biker Gied, Miranda, Silke en Witse zou ik GPS-gewijs de Speer zijn weg wijzen naar het 12 km verderop gelegen St-Martens Bodegem. Onder de luide aanmoedigingen van oranje geklede en met koeienbellen gewapende begeleiders, trokken we de velden van Lennik tegemoet.
Spijts alle minutieuze voorbereidingen gebeurde waar niemand rekening mee had gehouden .. Na amper een kilometer stond ik met lekke band aan de kant. Paniek alom, niet in het minst bij mijn vaste begeleider Gied die nu met de kaart in de hand de wegbeschrijving moest overnemen. Jamaar biker ik weet niet hoe dat moet ..Gied ! Hier staan we ! Daar moeten we naartoe ! Hup !!!! ...en weg was Gied met knikkende knieën onze intussen voortstormende Speer achterna. Zelf verbrak ik intussen het wereldrecord band vervangen en stoomde ik mijn gezelschap achterna. De opluchting bij Gied was dan ook groot als ik in Dilbeek reeds terug kon aansluiten, vlak voor de lange en zware klim in dit parcours. De hartslag in het rood werd nog eens omgezet in extra verzuurde benen om onze snelle loper voor te blijven op de klim, maar eind goed, al goed. Iedereen overleefde. Gert schraapte ploeg na ploeg van het asfalt en zat intussen reeds een heel eind in het deelnemersveld bij het naderen van St-Martens Bodegem. Hij leverde doorheen het Pajottenland op dit vroege uur een sterke prestatie af, liep onderweg zijn vrouwtje nog bijna van de sokken, en gaf zijn nummer door aan Fredje Rakketje die ongeduldig stond te huppelen voor zijn rit.
In tegenstelling tot vorig jaar toen Fredje een nachtelijke uitspatting moest bekomen tijdens zijn ren naar Brussegem, hield hij er nu een stevig tempo in. Het heuvelende Pajottenland liet zich van zijn mooiste zijde zien en we genoten in Zellik samen van het zicht op de skyline van Brussel. Ploeg na ploeg werd in dit tijdritsysteem voorbij gelopen terwijl de Kasteellopers, topfavoriet bij de bookmakers, hun tanden stuk beten op onze dakwerker van t Zonderschot. Sterker nog op een kilometer van het einde kon de Kasteelloper dan toch zijn achterstand van enkele tientallen meters dichtlopen, waarop Fredje prompt een eindrush inzette om Koen terug met voorsprong op pad te zetten.
Ditmaal waren we niet opgewassen tegen de atletische Gunter Geens, maar onze bom van Beerzel was dan ook niet gekomen om een Afrikaanse prestatie te leveren. Nederig zijn vooropgesteld tijdschema van 4'/km aanhouden was de boodschap en vooral niet stilvallen. Op één puntje was Koen wel wat overmoedig. Enkele dagen voordien had hij voorspeld dat het schitterend weer zou worden en net tijdens zijn rit kregen we een plensbuitje te verwerken. Bikers Zjé en Gied (de familie Van Rillaer was in de bus gekropen) hadden dan ook te kampen met verkleumde ledematen terwijl onze BvB zijn locomotief op weg zette naar het station van het Leireken aan de brouwerij van Palm. Onze aanmoediging : Kom op Koen, nu 4 km rechtdoor ! werd beantwoord met een Eindelijk ! en stormenderhand denderde hij door Steenhuffel.
Deze langste rit van 17 km kwam dan ook snel aan zijn einde waarna Popol de fakkel overnam in Londerzeel. Onze krijger die al vele watertjes doorzwommen heeft, pakte het heel verstandig aan. Net onder zijn overslagpols zette hij een mooi tempo neer dat ons nog steeds over meerdere ploegen heen loodste richting de middagpauze te Eppegem. Ter hoogte van het zeekanaal van Willebroek sneed hij zelfs 4 teams in 1 klap door zijn bocht vakkundig over een gazon af te snijden. Dit tot grote hilariteit van de achterblijvers. Je moet niet alleen sterk zijn Windop even schuilen achter de brede torso van Gied, windaf vrij de benen uitslaand .deze Popol was goed bezig. Tijd toch om hem even te kietelen en te wijzen op een zwarte stip aan de einder die steeds dichterbij kwam. Kom op Paul, die gast kan je nog pakken voor we aan de broodjes zitten ! En Popol begon te versnellen, zijn pezen aanspannend en tegen een slotkilometer ver boven de 17 km/h poefte hij ook over zijn laatste opponent het sportcentrum van Eppegem in. Opdracht volbracht !
Nadat de voormiddaglopers een verfrissende douche hadden genomen en intussen de AVZK-tent werd geplaatst als bescherming tegen een nieuwe regenbui, boden we ons aan voor het buffet dat van alle kanten was aangedragen. Broodjes gezond en taart, bevochtigd met een warme tas koffie of chocomelk. Meer moest dit niet zijn zo knusjes en warm bij elkaar onder de tent. Anja profileerde zich als professionele broodjesmaakster terwijl intussen enkele begeleiders een hazenslaapje (of was het schoonheidsslaapje ?) hielden. Onze kinderen verspilden intussen hun energie in het plaatselijke skatepark onder de intussen doorgebroken zon. Dit zag er goed uit voor de namiddagsessie.
Het drukke Bierloopcircus was bijna volledig verdwenen uit Eppegem als Steeplestef als voorlaatste loper ook de Megamasters voor het tweede deel op weg zette. Popol kroop ook op zijn bike en zou ons vergezellen voor de rest van de dag. Witse wilde zijn papa vergezellen tijdens deze rit en fietste eveneens mee. Ook Megamasters leren uit hun fouten Terwijl Stef vorig jaar tegen een supersonische snelheid startte om even snel een inzinking te krijgen, pakte hij het nu een stuk verstandiger aan. Een hoog tempo zonder forceren joeg hem over verschillende eerder gestarte teams heen. Ons omgekeerde uitroepteken maakte indruk terwijl de luidruchtige oranje bende met hun koeienbellen onderweg zoals steeds voor een kippenvelmoment zorgden. Het inspireerde Stef voor zijn raid naar Boortmeerbeek. Enkele heikele punten met het kruisen van drukke zondagsbanen werden als lage horden vlotjes genomen door onze hordenspecialist-facteur. Hij voelde zich als steepleloper thuis met de waterbakken van de Zenne en de Leuvense vaart. Zelfs de slagbomen van de spoorweg zouden hem niet kunnen stoppen hebben, maar gelukkig bleven deze omhoog zodat het nummer met rekkertje in de buurt van het station werd doorgegeven aan Jurgen.
Ruddi was ons tegemoet gefietst en zou zijn etappe met ons volgen na een periode van blessure. Jurgen, bouwlustige jonge papa en enige senior in ons gezelschap, nam het begin erg rustig op. Voor het eerst vandaag werd Gied de mond gesnoerd en praatte de loper meer dan de begeleider. Met het vorderen van de kilometers maakte de lach echter plaats voor ernst. Jurgen begon regelmatig te vragen naar de kilometrage en berekende intussen zijn kilometertijden. Op de lange Dijledijk die hij gedreven door de wind mocht nemen, waren dan ook alle remmen los. Zijn ellenlange benen versneden de kilometers zo snel dat de supporters in Haacht maar net op tijd waren om ons aan te moedigen. De baan rondom het meer van Keerbergen leek meer op het circuit van Zolder en ik begon al te vrezen dat Jan te laat aan het vertrek zou staan in Schriek. Maar de puzzel paste vandaag wonderwel. Op het parcours van het dernycriterium kwam ons brommerke aan topsnelheid aangestoven om Jan een vliegende start te bezorgen.
De gewijzigde startplaats was organisatorisch een verbetering, de aanloop van deze 7de etappe net dat ietsje minder. Langsheen de bloemenmarkt van Schriek baande ik me al bellend een weg doorheen de mensenzee. Zoals de Rode zee bij Mozes openging, ging ze achter zijn rug echter ook terug dicht. Zo kwam Jan in de mensenmassa terecht en heeft hij waarschijnlijk enkele bezoekers met gekreukte plantjes achtergelaten. Hij wist zich op zijn thuisparcours echter goed te herpakken en stormde als vanouds met ernstige blik naar Westmeerbeek. Hij kreeg bovendien de extra aanmoedigingen van AVZK-familieleden Bellekens, Van Daele en Van den Broeck. In Booischot volgde een moeilijk doorbijtmoment doorheen de wind, maar als Jan even later de Netedijk bereikte was het voor de begeleiders flink doorfietsen om hem voor te blijven. De konijnen en reeën in de Herebossen zullen zich deze oranje flitspaal nog lang heugen.
Hij bereikte dan ook op het snelste uurschema de laatste afloszone aan visvijver de Poer waar onze ouderdomsdeken Walter de eindrush naar Olen mocht inzetten. Bijna 60 jaar, slechts 2 maanden voorbereiding en een knieprothese weerhielden hem niet om een mooi tempo aan te zetten. De Netedijk borgde nog wat valstrikken of zoals Walter het treffend zei : Ik ga hier niet in een konijnenpijp lopen zenne !. Met het bereiken van Westerlo werd het parcours echter milder en mooier met het aaneengesloten bosgebied van Kwarekken en Beeltjes. De passage doorheen de abdij van Tongerlo zorgde weer voor kippenvel met de oranje bende die ons compleet stond op te wachten met gejuich dat de abdijklokken overstemde. Tevens liepen vanaf hier ook alle 7 voorgaande lopers en enkele jeugdige atleetjes de resterende kilometers als escorte naar Olen. Au grand complet bereikten we dan ook het domein Teunenberg waar reeds de heerlijke geuren van de slotbarbecue opstegen.
Een verkwikkende douche later was het dan ook tijd om enkele lange tafels in te palmen en met ons gezelschap nog wat na te kletsen bij de verzorgde BBQ en een deugddoend glas. De plannen die reeds gemaakt werden voor de editie 2010 bewezen dat we een leuke dag beleefd hadden. Het was al die voorbereidingen meer dan waard !
En de uitslag ? De Megamasters eindigden verdienstelijk tweede en ere wie ere toekomt .De Kasteellopers eindigden met de spreekwoordelijke straat voorsprong (het was meer een dorp) op de eerste plaats. Proficiat !
Op zondag 3 mei vindt de 9de Bierloop plaats, een aflossingsmarathon tussen Lennik (kasteel van Gaasbeek) en Olen (domein Teunenberg). Het opzet is dat 8 lopers elk een etappe van ca 15 km overbruggen, dit begeleid door een fietser die het roadbook moet volgen. Intussen zorgen gemotoriseerde volgers voor het tijdig afzetten en oppikken van de lopers op de verschillende aflossingspunten. Een hele organisatie die vakkundig op punt is gezet door Herman Lievens en zijn collegas van AK Olen. Vanuit atletiekclub AVZK zal er een delegatie deelnemen onder de naam Megamasters Ik krijg bovendien voor het 2de opeenvolgende jaar de eer om voor onze atleten met de mountainbike als gids te mogen optreden. Ook biker Gied en na de middag Popol zullen mij regelmatig uit de wind zetten.
In mijn ijver om als gids toch niet de boer op te gaan, wou ik daarom het parcours nog eens een week op voorhand aan een laatste verkennende blik onderwerpen. Een blik door het vensterraam en op de buienradar beloofden niet veel goeds. Druilerige wolken met een flinke geut hemelsvocht nodigden niet echt uit tot een bikenamiddag, maar na lang aarzelen verkozen we toch de vlucht naar het Pajottenland te nemen.
Door de wind, door de regen, dwars door alles heen arriveerden we zo in Lennik onder een stralend zonnetje. Wel, wel dat weer in ons kleine landje is toch wel erg wisselvallig. Ik werd door vrouwlief en zoontje uit de wagen gezet en simultaan begonnen wij onze weg naar de Kempen. Vrouwlief met haar co-piloot Jens die het roadbook van de volgers hanteerde, ikzelf met mijn thuis geprogrammeerde fiets-gps op het stuur.
Etappe 1 brengt ons van Gaasbeek naar St-Martens-Bodegem. Onze startloper, de kale Speer uit Heultje, zal de lastigste, maar wel wondermooie rit voor zijn rekening nemen. Doorheen het golvende pajottenland worden we langsheen de brouwerijen Lindemans en Timmermans geleid. Vandaag is het opendeurdag in de Pajotse brouwerijen zodat ik me een weg moet banen door de bussen met toeristen die het hemelse vocht komen proeven. Een steile klim die ons over 3 trapjes een kilometer klimplezier zal bezorgen, doet me reikhalzend uitkijken naar de grimassen die onze Speer volgende week zal trekken.
Via een reeks overharde paadjes en rustige asfaltbaantjes bereiken we het eerste aflossingspunt waar Fredje rakketje de tweede etappe zal aanvangen. Deze etappe vervolgt haar weg doorheen het land van Urbanus. Nog steeds is het een aaneenschakeling van off-road veldwegels met rustige verharde wegen tussen de uitgestrekte velden. Het summum van deze etappe valt in Zellik als je vanuit de velden een prachtig zicht hebt op de basiliek van Koekelberg en het Atomium. Ik neem even de tijd om te stoppen en mijn kijkers de kost te geven. Volgende week zal hier in gestrekte draf de weg vervolgd worden. We passeren aan brouwerij De Keersmaeker waar alweer dichte drommen toeristen het geïmproviseerde terras bevolken.
Met het bereiken van de oude Brusselsesteenweg in Brussegem komt ook de start van etappe 3 in zicht. Hier zal BvB Koen zijn opwachting maken. De Bom van Beerzel neemt de langste rit (17 km) voor zijn rekening, maar de lange rechte stukken die we aandoen zijn echt wel zijn ding. Langsheen Merchtem en Steenhuffel passeren we aan de brouwerijen De Block en Palm. Het landschap is overgegaan in het vlakke Vlaanderenland en de gevolgde paden zijn vooral verhard. Ik bereik een eindeloos lange heerweg die me aan de brouwerij van de Brabantse trekpaarden brengt.
Met het naderen van de A12 en het industriepark (met studio 100) van Londerzeel zal Koen zijn aflosnummer doorgeven aan Popol Van den Acker. Popol, voetballegende en vorig jaar nog fietsbegeleider, zal ditmaal de laatste etappe voor de middag lopen. Deze etappe brengt ons langs het kasteel van Ramsdonk, tilt ons in Kapelle op den Bos over het zeekanaal van Willebroek en dooft uit in de uitgestrekte velden rond Eppegem waar hoge populieren in de verte het einde van dagdeel 1 zullen aankondigen.
Ik heb intussen 59 km op de teller staan en hou een korte stop met mijn gezinnetje die hier intussen ook hun inwendige mens even versterken. Rondom de voetbalterreinen en de rolschaatspiste is het vredig rustig, een rust die volgende week danig verstoord zal worden door ons Bierloopcircus. Tijd om mijn weg te vervolgen.
Etappe 5 zal door onze smalste van den hoop, SteepleStef gelopen worden. Enkele zenuwpunten met het kruisen van grote banen worden afgewisseld door mooie paden die doorheen de Zennestreek voeren. De doortocht langsheen een kasteeldomein verzoent me met de rust die deze streek ook wel uitstraalt.
Ik bereik de stationsbuurt van Boortmeerbeek waar het volgende aflossingspunt bereikt wordt. Onze youngster van de groep, jonge papa en bouwlustige Jurgen zal etappe 6 naar Schriek lopen. Deze etappe zou in wielermiddens als waaieretappe omschreven worden. Na de rustige off-road aanloop, wordt namelijk de Dijledijk opgezocht waar de wind een spel van kat en muis speelt op de meanderende oever. De eindeloze dijk wordt in Haacht verlaten waarna de residentiële omgeving van het meer van Keerbergen wordt aangedaan.
Zo bereiken we uiteindelijk Schriek met een gewijzigd aflospunt tov vorige jaren. De buurt van de plaatselijke basisschool is ditmaal verzamelplaats voor alle 7de lopers. Jan, de bolide van de Wuytjesstraat, zal hier als een stormram zijn raid naar Westmeerbeek inzetten. Niet op- of omkijkend zal hij rakelings langs ons trainingscentrum De Lichten lopen, doorheen Booischot centrum stormen om vervolgens de Netedijk af te schuimen, intussen enkele meanders rechttrekkend in het land van Pallieter.
Aan de houten brug over de Nete zal uiteindelijk ons geheime wapen voor de slotetappe in de strijd gegooid worden. Atletieklegende Walter van de BEGO streed in het verleden ettelijke marathonuren en heeft nu op latere leeftijd zijn elan weergevonden en ettelijke kilogrammen op de trainingswegen achtergelaten. Hij zal de Netedijk verder volgen tot we in Westerlo de Kwarekken en Beeltjes induiken, in Tongerlo het middenplein van de abdij kruisen om vervolgens over rustige Kempense paden na 116 km het eindpunt in Olen te bereiken.
Het oude militaire domein Teunenberg fungeert niet alleen als finish, maar na een verkwikkende douche wordt hier ook een reuzebarbeque georganiseerd. Uiteraard zal de Bierloop zijn naam alle eer aandoen met het uitdelen van bierkorven voor alle deelnemers en na het 2de glas donker bier zullen de verhalen steeds straffer en de gelopen tijden alsmaar scherper worden.
Voor mezelf wacht vandaag nog een terugrit naar de Zuiderkempen waar de aanspannende wind, vermoeidheid en verzuurde benen toch wel een mindere conditie pijnlijk blootleggen. Deze 130 afgelegde kilometers op dikke banden zullen me de komende dagen echter van de broodnodige supercompensatie voorzien. Laat de Bierloop maar komen !!!
2de Hagelandse AVZK mountainbiketocht, 7 maart 2009
AVZK goes Hageland again !
Zonnige zaterdagnamiddag 7 maart. Onder een schuchter lentezonnetje verzamelen bikers Gied en Zjé aan parking Demervallei te Aarschot voor een verkenning van de 2de Hagelandse AVZK-toertocht.
Binnen 2 weken trekken we met een aantal atleten en sympathisanten van atletiekvereniging Zuiderkempen de off-road paadjes van het Hageland in. Hoog tijd dus om de lijnen uit te zetten.
Als jonge veulens bestormen we onmiddellijk de eerste hindernis van de dag. De Leiberg tilt ons off-road naar steile hoogten en langsheen den afgrond van waar we een prachtig zicht hebben op de oude Demerarm.
We dalen terug de bebouwde kom in, maar verrassend ligt daar tussen de huizen een supersteil asfaltklimmetje te wachten dat de vergelijking met de Spaanse legende Angliru kan doorstaan, alleen duurt de pret hier niet zo lang.
Via wat vals plat komen we zo quasi onmiddellijk op het dak van deze tocht aan. Ter hoogte van de Aurelianstoren staan niet alleen de hoogtemeters op zenit, maar ook de hartslagmeters van beide bikers flirten reeds met de maximale hartslag.
Via een uitgespoelde talud komen we aan de Aarschotse ringweg die we aan de verkeerslichten kruisen om vervolgens af te dalen naar Gelrode.
Rechttoe het centrum zou al te gemakkelijk zijn. Dus kiezen we voor een nieuwe klim van de Liederberg die op het einde nog een verrassend technisch stukje baart. Over de heuvelkam doorkruisen we het verstilde bos waarna een uitdaging ligt te wachten met de Extreme-putten. Deze oude ijzerzandsteenwinning is een bikepark bij uitstek maar omdat hier toch wel valstrikken liggen voor de iets minder ervaren bikers, besluiten we wijselijk en letterlijk de putten rechts te laten liggen.
Niet getreurd langsheen de Moedermeule (°1667) te Gelrode zoeken we de hoogten van de Wijngaardberg op. Een holle weg met steenslag, een vettige veldweg, een artistieke evenwichtsoefening ter hoogte van de E314 .alles is voorhanden voor amusement pur sang.We bestormen de flanken van deze met historiek beklede heuvel verschillende malen en duiken van een oorverdovende stilte evenzeer in het geraas van de vierwielers op het fluisterasfalt van de autostrade.
Stilaan naderen we op Wezemaal waar een laatste beklimming van de Wijngaardberg wacht. Het is niet de minste, want via de holle weg staat ons aan de top het Heilig Hart beeld (zie foto) te wachten. Als we hier vlotjes voorbij gereden worden door een jong koppeltje waarbij het meisje wat meewarig glimlacht, beseffen deze met wintervet beladen bikers (°1969 en °1962) dat er nog werk aan de conditiewinkel is.
We zijn intussen op het verste punt van de tocht gekomen en buigen terug af richting oosten.
De wijnmuur (°1814), een kilometerlange ijzerzandstenen muur die zich uitstrekt over de Wijngaardberg, mag natuurlijk niet ontbreken. We kruisen hem over een houten staketsel en dalen vervolgens langsheen de wijngaarden af.
De brug over de E314 brengt ons aan de Beningsberg die aan de achterzijde alle verkeersgeluiden dempt en een prachtige holle-wegen-klim bergt.
Bovenaan het Hellegat komen we terug in de bewoonde wereld en recupereren op een mooie asfaltstrook met prachtige vergezichten die ons aan de Panoramastraat (whats in a name !?) te Nieuwrode brengt.
De afdaling naar het centrum wordt plots onderbroken als we terug off-road gaan en het Rot door een holle weg beklimmen.
Over de bovenvlakte naderen we een laatste maal de autostrade, zetten enkele dolende scouts nog op het juiste pad en vervolgen onze weg off-road opnieuw naar de Moedermeule (foto) die deze keer als rustplaats zal fungeren. We zoeken en vinden een mooi plaatsje om tijdens de tocht een bevoorrading op te zetten. Hier kunnen ook de jongere en iets minder ervaren bikers hun wagentje aanpikken op 21 maart.
Met nog maar 25 kilometer op de teller hebben wij vandaag geen tijd om te verpozen en hervatten snel onze tocht op zoek naar meer.
We vinden dit lekkers als we na het kruisen van de baan Aarschot-Leuven pal tegen een muur aankijken. De Ijzerenberg ligt ons hier grijnzend op te wachten maar met een laatste krachtsinspanning rijgen we hem toch aan onze scalp.
De afdaling naar het station van Gelrode loopt vlotjes onder ons (over)gewicht en na het nemen van de spoorwegtunnel duiken we het Vorsdonkbos in. Dit moerasgebied met zijn natuurpracht en oude turfputten is het laagste punt van het Hageland, maar na een weekje van droogte hebben we geluk en kunnen we de bike zonder spatjes tot aan het kasteel van Nieuwland, beter gekend als hotel-restaurant de Postillon, loodsen.
We volgen de Demerdijk een tijdje tot we in Betekom de plaatselijke beemden induiken. Opnieuw overstromingsgebied maar ditmaal worden we gered door modern times die voor een kiezelverharding van de paden hebben gezorgd.
In Betekom vinden we de laatste hindernis van de dag met de Molenberg (oude molenruïne : °14de eeuw, zie foto), maar meer dan een heuvel is dit een stoeiparadijs om de bike nog eens door kronkelende singletracks en de 4 holle wegen uit 4 windstreken te leiden.
Via Tumkensberg (gekend van het sportcomplex) maken we over een verhard recuperatiestuk de verbinding met Meetshoven.
Meetshoven is een middeleeuwse leen van de Heer van Aerscot maar moderne zware machines hebben recenter in het oude bos lelijk huis gehouden. Het pad dat we in gedachten hebben, is door bosbouwers volledig omgeploegd of bezaaid met houtafval. Hier is geen doorkomen aan
Na wat geïmproviseer raken we toch aan de nodige singeltracks en kilometers om uiteindelijk aan het Duracell-rondpunt terug op te duiken.
Het is nu nog slechts kwestie van via de Demerdijk terug op Aarschot te naderen en de Demervallei in te duiken.
De tellertjes vermelden 45 kilometers en 500 positieve hoogtemeters terwijl het parcours een verhouding asfalt/off-road heeft van ca 20/80 %
Nu nog hopen dat de weergoden ons een beetje meezitten en het wordt op de eerste lentedag een mooie rit.
Rode Kruis vergast ons op zomerse toertocht in mei
Het was een hele tijd geleden dat ik het toertochtcircuit nog eens was ingedoken. De atletiekactiviteiten van zoonlief hadden om begrijpelijke redenen voorrang gekregen, terwijl ook mijn conditie na een jaar van knierevalidatie niet echt uitnodigde tot het zwaardere mtb-werk. Op deze zomerse ochtend twijfelde ik nochtans lang om naar Blauberg af te zakken omwille van de negatieve commentaren op een mountainbikeforum dat deze tocht het betere baggerwerk zou opzoeken in de vaste Hertbergroute van Herselt. In het verleden mocht ik dit ook ervaren tijdens de winterperiodes. Nu hadden we echter een 10daagse achter de rug met zonnig en warm weer, gekoppeld aan een kurkdroge oostenwind. Het zou zon vaart dus wel niet lopen.
De organisatie was in handen van het Rode Kruis Blauberg, een team met sportieve roots dat ook jaarlijks een jogging doorheen de onverharde paden van de Hertberg organiseert (zaterdag 17 mei 2008 !). Ik bood me aan de inschrijvingstafel in de plaatselijke voetbalkantine aan en kreeg in ruil voor 3 euro een bonnetje voor een gratis tombola en groen licht om me op de omloop te begeven.
Zoals ik me uit het verleden wist te herinneren volgde deze tocht niet zomaar klakkeloos de vaste blosoroute en stippelde ze een eigenwijs, best wel leuk traject uit. Doorheen enkele mooie bospaadjes, gevolgd door brede veldwegels reden we parallel aan de N212 naar Herselt-centrum. Na het kruisen van de Wolfsdonksesteenweg doken met de Molenberg even later ook de eerste hoogtemeters op. De combinatie van bergop, los zand en de warmte deden mijn hartslag naar onnatuurlijke hoogten stijgen. Mijn jaarlijkse voorjaarsallergie was hier niet vreemd aan zodat ik me al snel vermaande om het een tandje kleiner aan te pakken.
Door mijn laat vertrekuur was het rustig op de tracks en ik genoot dan ook met volle teugen van de natuur en landschappen. Het land van Elschot valt best wel te pruimen in deze dagen van dichtslibbende verkeersaders en verhoogde stress. Enkele beklimmingen van de Molenberg langs zijn noordzijde later, stevenden we langsheen de watertoren naar die andere zandheuvel van Herselt de Kapittelberg. Het zijn eigenlijk heuvels die naam amper waardig maar voor mij zorgden ze alleszins voor brandende benen en piepende longen. Ik probeerde dan ook nog maximaal te genieten van de natuurpracht aan de klokputten waar ik als jonge wielersnaak ooit mijn eerste veldritstapjes zette.
Langsheen de Vuldershoek en Stippelberg bereikten we het domein van de Drie Eiken waarna in Kipdorp een bevoorrading stond te wachten. Met een halve banaan, peperkoek en Aquarius zette ik me even aan de kant en overpeinsde in gedachten wat we reeds achter de rug hadden : Kurkdroge paden, hoog off-road gehalte en dit onder een stralend zonnetje en warme temperaturen in mei. Meer moest dit niet zijn.
Tijd om het tweede deel van deze 43 km lange tocht aan te vatten waarin het leek dat men de vaste Blosoroute zou volgen maar dan eensklaps toch afboog richting Snepkens. We zochten de Netedijk op richting Westerlo waar op de hobbelige paden mijn Epic-fully volledig tot zijn recht kwam. Voor veel toertochtrijders zijn dit heel saaie stukken, maar als je een tandje terugschakelt kan je wel genieten van de omgeving. Het broekgebied tot de Marlybrug biedt misschien nog niet veel, maar even verder daalde mijn snelheid tot een minimum als ik genoot van het zicht op het kasteel van de Merode aan mijn linkerzijde (zie foto) en de Versaillaanse vijvers aan de rechterkant. Het dolomietpad werd langs de kant van Westerlo opgezocht om even later via de Kaaibeekhoeve het Riet op te zoeken. Allemaal natuurpracht die soms aan bikers verloren gaat omdat ze zo ingetogen met hun gemiddelde snelheid bezig zijn.
Achter de grot in Bergom werd nog even het parcours van de 24u van Westerlo aangedaan waarna we definitief de steven wenden naar Blauberg. Dat dit via het onvermijdelijke slijkkot achter Mie Maan zou gebeuren boezemde me wel een beetje angst in, maar de berg baarde een muis. Op de strook waar vorige week tijdens de TT van Hulshout nog moord en brand werd geschreeuwd, kon je nu mits de nodige stuurmanskunst de bike loepzuiver houden. Heerlijk !
Het overvolle terras aan Mie Maan liet ik figuurlijk links liggen om nu definitief het hart van de Hertberg op te zoeken. Dit stuk van de Merodebossen dat onlangs geprivatiseerd werd en beheerd wordt door natuurverenigingen lag er goed berijdbaar bij. In de winterperiode ergerde ik me nog aan de door bosbouwers en paardenhoeven vernielde paden, maar nu kon je een mooie cruisesnelheid aanhouden. Vrij snel doemde dan ook de torenspits van Blauberg op en het voetbalveldje dat bezet werd door afterbikers die zich tegoed deden aan een verfrissend drankje.
Met weinig enthousiasme bood ik me aan de prijzentafel voor mijn gratis tombola aan, maar des te groter was mijn verbazing als ik 2 Duvels met bijhorende glas in de handen geduwd kreeg. In de wetenschap dat je voor 3 euro op een zomers terras amper nog een Duvel kan drinken, kan je jezelf wel inbeelden met welk genot ik deze achteraf op mijn zomermansarde heb genuttigd. Op mijn rit naar huis moest ik daar maar liefst 3 behulpzame bikers voor afwijzen die mijn kartonnetje wel wilden overnemen. Een gouden drankje moet je nu eenmaal als een kip met gouden eieren koesteren.
Atletiekvereniging Zuiderkempen baaikt zich een weg !
Het is een zonnige zondagochtend als we op parking Demervallei te Aarschot verzamelen voor een eigen toertocht doorheen het Hageland.Mijn bikegenoten zijn allemaal atleten van Atletiekvereniging Zuiderkempen. Groeide het idee oorspronkelijk uit een estafetteploeg die de afstand Gaasbeek-Olen op 4 mei zal overbruggen, dan deed wat mond aan mond reclame onze groep uiteindelijk groeien tot 16 jonge en iets minder jonge enthousiastelingen. Met Annelies werd zelfs het sterkste geslacht vertegenwoordigd.
Onder een stralend, deugddoend zonnetje verlaten we de parking Demervallei richting Demerdijk waar een dolomietpad ons naar Langdorp brengt. Langsheen het broekgebied bewonderen we de heuvelkam aan onze linkerzijde waar de Aarschotse jetset zijn villas heeft gebouwd met uitzicht op de vallei. Dit heeft wel iets weg van Hollywood. Aan het wereldberoemde houten bruggetje kruisen we de rivier om even later in het centrum van Langdorp een onooglijk klein paadje tussen de huizen en hagen in te duiken. Het gaat langsheen het slingerende pad gestaag omhoog waarna een trappistenberg ligt te wachten. Een trappistenberg is in het bikersjargon een uitdagende, technische helling waar niet teveel bikers bovenraken. Zij krijgen als beloning voor een geslaagde missie dan ook een trappist. Ik kan als koploper al rijdend de klim nemen waarna ik mijn volger vloekend hoor stranden op een gladde, uitstekende wortel. Het gevolg is dat iedereen strandt op deze helling en te voet de klim mag maken. Dat ik op deze plaats reeds meerdere keren de aardkluit mocht opzoeken, verzwijg ik vandaag maar wijselijk
We trekken verder naar de hoogste bult die Langdorp rijk is la montagna del bosque. Deze Bosberg heeft niet de allure van Vlaanderens mooiste maar wetende dat dit het trainingsparcours is van veldrittoppers Nys en Albert kan men wel begrijpen dat het hier niet van de poes is. We nemen 5 beklimmingen langs alle richtingen, enkel onderbroken door een kort recuperatiestuk langsheen de spoorweg. Mijn bikegenoten laten me nog onwennig de koppositie, maar ik voel reeds de aandringende wielen langszij komen op een iets bredere klim. Ik maak me geen illusies : met deze conditioneel parate atleten is het gevaarlijk kersen eten. Terwijl mijn hartslag al flink de hoogte ingaat is het kakelende kippennest achter mijn rug teken dat het best wat sneller mag. Gelukkig duikt er nog eens een technische helling op waar ik dankzij mijn parcourskennis en technische bagage toch de evenknie ben van dit gezelschap. Ook in de afdalingen maan ik de bike-onwennige fietsers aan tot voorzichtigheid. Een ongeluk is snel gebeurd en intussen krijg ik nog eens het gevoel "goed bezig" te zijn
Daar duikt terug het centrum van Longueville op waarna we via het houten bruggetje richting Rillaar afbuigen Op het recuperatiestuk doorheen natuurgebied achter de Schoonhoven is het genieten van de prachtige vergezichten. Een immens grote vlakte afgeboord door de Bosberg aan de noord- en de Konijnenberg aan de zuidkant. Een lange asfaltstrook leidt ons achter de Konijnenberg naar de Rommelaar. We maken de recuperatietijd nog wat langer als Jurgen een lekke band krijgt. Vele helpende handen maken dit oponthoud tot een minimum zodat we al snel terug op pad gaan.
Een lange beklimming door een veldweg wordt gevolgd door een tricky afdaling richting het centrum van Rillaar. Maar ipv de bebouwde kom in te duiken buigen we nog eens terug naar de Rommelaar om hier een niet zo technische, dan wel erg steile helling te nemen. Op het slingerpad waar je jezelf bij momenten in de Ardennen waant, getuigt het gelach achter mijn rug van kettingen die op een verkeerd blad liggen. Desondanks wordt ik voorbij gestormd door 2 Barten en Popol die eindelijk hun schroom hebben afgegooid en de goede benen willen testen. We lepelen op de flank van de Rommelaar nog wat extra hoogtemeters en duiken via een scherpe afdaling definitief richting Rillaar.
We kruisen de N10 Aarschot-Scherpenheuvel en genieten even later van het prachtige uitzicht op de heuvelkam waar we de basiliek van Scherpenheuvel en de watertoren van Bekkevoort ontwaren. Via een zelf ontgonnen bikepaadje bereiken we de voet van het Heiken. Weer gaat het omhoog langs een slingerende veldweg die vandaag goed bolt, maar onder slechte weersomstandigheden ombuigt tot een zuigweg. Ik wordt op eigen aandringen overspoeld door mijn bikegenoten met hun goede conditie. Gelukkig hebben zij hun gids nog nodig voor het verdere vervolg van deze tocht zodat er boven doodleuk gewacht wordt tot ons groepje zich voltallig terug in beweging kan zetten. Met het naderen van de top zwelt ook het lawaai van staal en beton aan. De naburige E314 jaagt immers zijn stalen monsters over het gladde beton. We stellen de ontmoeting nog even uit via een bospaadje waar we zelfs tweemaal van de bike moeten om een voetgangerspoortje te passeren. Dit zijn van die plekjes die je bij een toertocht nooit bereikt.
Nadat we de E314 onderdoor kruisen staan we aan de voet van mijn zwarte beest Tienbundersbos. Hier maakte ik in 2004 een ware doodsmak in aanwezigheid van AVZKers Dany en Staf. Maar de kale Speer uit Heultje kreeg nadien ook gelijk :Het geneest schoon. Ook hier was in het verleden een topveldrijder aan het werk, de inmiddels iets minder sportief ogende Roland Liboton. De steile helling wordt gevolgd door een nog steilere afdaling naar de Ijsbeek. Deze unieke afdaling ga ik voor in de strijd met de gedachte dat de meesten wel eieren voor hun geld zullen kiezen en de afdaling te voet nemen. Maar zie als volleerde Meirhaeges komt bijna iedereen stijlrijk naar beneden gereden. Ik heb deze bende echt wel onderschat.
Langsheen het glibberig paadje naast een paardenweide bereiken we de parking van Tirolerrestaurant Tienbundershof. Hier wacht ons een bevoorrading die onze meisjes, als ware het een echte toertocht, hebben uitgestald. De sinaasjes, bananen, wafels, water en sportdrank tanken de energietankjes terug bij, terwijl ook enkele jeugdige AVZK-atleetjes zich klaarmaken om ons te vervoegen voor het tweede deel van de tocht. Vincent, Jasper en Jef zullen als 10,11 en 12jarige AVZKaatjes hun kunnen bewijzen aan de goegemeente.
Intussen staan er 22 km op het tellertje en een dreigende donkerblauwe hel nadert snel op ons. De voorspellingen over een traag naderende regenzone komen nu wel razendsnel dichterbij. En ja hoor zodra we onze eerste meters van het 2de deel aanzetten, vallen reeds de eerste druppels uit de lucht.
Een volgende helling ligt reeds te wachten met de Kaaskorf waarna we even later aan de noordzijde terug een onbebouwd stukje natuur induiken. Iedereen is verbijsterd over dit rustig stukje natuur zonder enige vorm van bebouwing. En dit bij wijze van spreken in onze achtertuin.
Een lange klim naar Houwaartberg is voorbode van het hoofdmenu van de dag. Het dak van deze tocht zal ons namelijk 70 meter boven zeespiegelniveau tillen en dat is toch nog 20 meter hoger dan pakweg Heist op den Berg of Beerzelberg. Op de lange gestage klim ontvouwen de beteren van het pak weer hun duivels, waarbij tot mijn grote verbazing ook de youngsters zich niet onbetuigd laten en vlotjes in mijn wiel de weg omhoog volgen. Even later wordt het al iets atletischer als we via een breed pad de zuiderhelling beklimmen. Hier stopt het ook met stilletjes regenen en gaat de bui over in een stortregen. Binnensmonds vloek ik om deze pech, maar als ik Michel en Gied achter mijn rug vrolijk hoor kakelen weet ik het wel zeker : deze bende amuseert zich te pletter en daar deden we het uiteindelijk wel voor.
Maar het klimwerk is nog niet gedaan na een ritje over de heuvelkam duiken we richting centrum van Houwaart om vervolgens een nieuwe trappistenhelling te vinden. Over een afstand van ca 300 m wordt een hoogteverschil van 40 m overwonnen waarbij het laatste stukje via het uitgespoelde, met steenslag bezaaide pad de technische bagage van zelfs een topmountainbiker fel op de proef stelt. Ik strand al ver voor de top in een door de regen gecreëerde wad terwijl naast mij de junior van de bende vrolijk verder fietst tot aan het uitgespoelde pad. Een lesje in nederigheid dat ik niet snel zal vergeten Vooraleer ik deze klim terug al rijdend kan nemen, zal oefening terug de moeder van de kunst worden.
De afdaling richting Nieuwrode biedt al snel een nieuwe klim naar de Kriesberg. Intussen heeft de gestage regen een buiig karakter gekregen waarbij zelfs een donderslag iedereen wakker schud. Ik had hier nog een heerlijk buiten gebruik geraakt pad dat ons via een holle weg uitdagende balanceertruukjes kon opleveren, maar onder de huidige omstandigheden wil ik dit mijn bikegenoten niet aandoen.
Snel staan we aan de N223, de baan naar het gouden kruispunt, waarna we naderen op het centrum van Nieuwrode. Maar net voor we het centrum induiken is er nog een Ardennenklim naar de Kraaikant. We laten hierbij het centrum van Nieuwrode ver onder ons om in 2 schuifjes bovenaan het Rot te eindigen. Waar ik intussen een beetje voor vreesde wordt ook bewaarheid. De door water, slijk en zand geteisterde kettingen staan nu bloot aan chainsuck en even later wordt Bart het slachtoffer van een dubbele kettingbreuk. Tijd om nog eens het nut van een materiaalbakje te tonen zodat we even later toch voltallig de weg kunnen verderzetten.
Via enkele dalende veldwegen stuiten we terug op de E314, onderkruisen hem en dalen verder off-road naar het kerkhof van Gelrode. Hier ligt nog een mooi bos te wachten met het Kloesebos. We volgen even de rode vaste blosoroute van Aarschot door het verstilde bos om vervolgens toch een eigen route te kiezen met de klim van de Schaapsvijver. De afdaling over het brede ijzerzandstenen pad wordt in de zomer bruusk opgevangen door een zandweg, maar vandaag is alles hard geregend en vliegen we in een rotvaart richting Gelrode.
We maken ons klaar voor de laatste klim van de dag die ons naar het hoogste punt van Aarschot zal brengen de Aureliaanstoren. Eerst is er nog de lange asfaltklim in 3 schuifjes van s Hertogenheide waar de conditioneel sterke atleten hun hartje nog eens kunnen ophalen. Nederig laat ik hen nog maar eens wegrijden om boven een moment van rust te vinden aan de verkeerslichten van de Aarschotse ring.
Met de bestorming van den talud vind ik opnieuw mijn terrein waarna we via een smal paadje de beruchte toren bereiken.Van op deze plek kan je zowel de skyline van Heist op den Berg zien, als de fabrieksschouwen van Tessenderlo, de abdij van Averbode en de basiliek van Scherpenheuvel. Onder de verder neergutsende regen heeft echter niemand nog zin in sightseeing en als volleerde ronderenners dalen we af richting centrum van Aarschot. We maken nog een laatste ommetje naar de Leiberg waar ons langsheen den afgrond nog een heerlijke afdaling ligt te wachten. Fredje schiet bij het allerlaatste stukje ongelukkig van zijn pedalen, wat hem een geschaafd scheenbeen oplevert, maar moe en tevreden bereiken we toch onze start- en aankomstplaats aan de sporthal.
Op de metertjes prijken ca 40 km en 650 hoogtemeters. Een tocht dus die de vergelijking met menig Ardennenrit kan doorstaan. Mijn bikegenoten toonden op de après-bike alleszins hun enthousiasme en smaak naar meer. Bij leven en welzijn kan ik hier volgend jaar dus wel eens een vervolg aan breien.
Maar eerst ga ik terug naar Houwaartberg om te trainen, trainen, trainen .
Een zonnige dag, veldlooprustdag voor zoonlief en vorst in de grond. Alle ingrediënten waren nog eens aanwezig om mij naar een toertocht te begeven. De donkere dagen van december en januari hadden mijn conditiepeil naar een waar dieptepunt gebracht en de moddertoestanden in de bossen waren ook al niet van die aard dat ik mijn materiaal naar de filistijnen wou rijden. Hoog tijd dus om terug aan de lichamelijke conditie te werken.
In het naburige Westerlo werd door het plaatselijke MTB Westel hun 2de abdijentocht ingericht zodat ik al direct wist waar mijn pijlen op te richten. Op weg naar Westerlo had ik onmiddellijk geluk dat ik op de Hulshoutse Sjotbikers stootte zodat ik me zuinigjes in het wiel verstopte en me gewillig liet leiden naar de parel der Kempen. Bij gebrek aan een TT in Vlaamsbrabant, gekoppeld aan een afgelasting in Kalmthout was het koppenlopen aan de inschrijving. Pakweg een paar honderd bikers maakten gelijk met ons hun opwachting aan de inschrijvingstafel in fitnesscenter Heracles. Ik vertrok met de bedoeling de langste afstand van 60 km te biken en zou onderweg eventueel wel bijsturen als het lichaam niet meewilde. De eerste tracks richting Beeltjes was het ganzenpas rijden. Zulke drukte had ik nog nooit op een toertocht meegemaakt. Het contrast tussen recreatieve bikers die een voormiddag komen genieten en veel snellere, soms opgefokte bikers zou vandaag geheid weeral voor problemen zorgen.
Om de opgewarmde spieren te testen werden we aan de eerste beproeving van de dag blootgesteld : de Asberg. Deze zandduin werd enkele malen aan zijn oostzijde beklommen en mijn (veel) te hoge hartslag verraadde al dat het vandaag geen sinecure zou worden. De massa verplaatste zich naar de Kwarekken waar we straight naar het zuiveringsstation reden, de Westelse ring onder politiebegeleiding kruisten en via het Riet naar Bergom fietsten. Het 24uren parcours achter de grot werd aangedaan en het bleek dat ons op de singletracks vandaag heel wat vettigheid lag te wachten. Met het maken van de verplaatsing naar het Hertbergdomein werd het er zeker niet beter op. De Herseltse blosoroute werd nu meermaals aangedaan en de bijwijlen modderige toestanden deden mijn ketting en alle draaiende onderdelen kraken in hun voegen. De herhaalde mededeling op een mountainbikeforum dat het parcours goed bereidbaar was deed me vermoeden dat deze taalfout met opzet gemaakt werd door de forumbezoekers. Met de saus waar wij doorheen moesten kon je inderdaad menig gerecht bereiden, maar om met een duur juweeltje doorheen te rijden vond ik dit persoonlijk minder geschikt. Bovendien vervloekte ik dit gespierde stukje eveneens omwille van mijn mindere conditie zodat het constant randjes rijden en stoempen menig energietankje overboord gooide.
Eindelijk doken we op in Blauberg om na het kruisen van de N212 in tegengestelde richting van de Abdijenjogging naar Averbode te biken. Hierbij werd gelukkig een verschrikkelijke passage vermeden zodat een asfaltverbinding mijn rug wat soelaas bood en de hartslag terug naar normale waarden deed zakken. We bereikten de dreef naast de Weefberg waar bosbouwers dit meestal prachtige stuk hadden omgetoverd in een cyclocrossparcours. Nu ja, dit kon er nog wel bij en met het opduiken van de bevoorrading aan de Abdij was de ellende al snel vergeten. Ik had intussen al wel mijn verzadigingspunt bereikte en vervloekte die natte winters waar wij in de toekomst meer en meer zullen mee geconfronteerd worden.
Het was aan de bevoorrading weeral koppen lopen en zelfs in het rijtje gaan staan voor een drankje en versnapering. Ik besloot maar snel een lekker smakend gekleurd sportdrankje tot mij te nemen en vervolgde snel mijn rit. Ik besloot definitief mijn sportieve exploten te beperken tot de 48 km rit die me vandaag nog in de buurt van 70 bikekilometers zou brengen.
De Weefberg werd nu echt aangedaan en ik ontdekte zowaar nog enkele klimmetjes die ik in het verleden nog niet had beklommen. De uitdagingen lagen hier zomaar voor het rapen en behoedzaam met materiaal en lichaam trok ik me nog eens een rib uit het lijf om al rijdend boven te raken. Die voorzichtigheid was wel geboden want ik zag vandaag ettelijke bikers die door de combinatie van modder, chainsuck en ongecontroleerde krachtzetting hun kettingpons mochten bovenhalen om de gebroken ketting te herstellen.
We verlieten de Weefberg om doorheen de Mosvenne richting Wolfdonk te biken.Dit deel van het parcours was een stuk materiaalvriendelijker en ik kon me terug verzoenen met deze tocht. We werden nog getrakteerd op een heerlijke bmx-passage om vervolgens door gekende veldpassages af te buigen richting Blauberg en zijn hoofdgemeente Herselt.Aan de Kapittelberg pikten we nog eens een stuk van de rode blosoroute op om vervolgens over de heuvelkammen naar de Drie Eiken te trekken.
Mijn dieseltje begon eindelijk ook op temperatuur te komen en waar ik in het eerste deel van de rit wel als traagste van het lot leek rond te rijden, overvielen me nu steeds minder bikers. Niet dat ik nu sneller reed dan voorheen, maar het leek me wel dat bij veel bikers de scherpste kantjes verwijderd waren en zij zichzelf wat overschat hadden.
Met het naderen van Bergom was er een tweede bevoorrading neergepoot in het bos, maar de massa die op en af reed naar het drankpostje ontnam mij al snel de moed hier in de rij te gaan staan. Ik besloot dan maar mijn tocht onmiddellijk verder te zetten voor de resterende 15 km.
Op naar de grote Nete waar we over de met dolomiet verharde rechteroever richting Snepkens reden om halfweg terug de Kwarekken in te duiken.Het bos waar ik in het verleden ettelijke jogkilometers maalde, werd doorkruist met een web van singletracks waarna ook de Asberg er aan moest. De bekendste bewoner van Zoerle Parwijs werd als het ware verkracht met ettelijke klimmetjes, singletracks en korte kombochten waarna alweer een prachtige klim volgde.Ik vond het heerlijk uitdagend, maar vroeg me wel (terecht ?) af waarom deze organisatie die passage wel mocht nemen terwijl verschillende mountainbikeclubs uit de weide omgeving steeds op een njet stuitten van de plaatselijke boswachter ? Het was alvast een waardige afsluiter van deze tocht want even later werd via Overwijs en Geneinde de abdij van Tongerlo terug zichtbaar.
Een traktatie met blonde of bruine Tongerlo vlak voor het einde durfde ik gewoonweg niet aan om mijn tocht huiswaarts niet te hypothekeren. De correctheid van mijn keuze werd bevestigd als ik mijn tochtje naar Hulshout nog mocht bekopen met een kleine inzinking. Het lesje in nederigheid dat ik vandaag ontving leerde me weeral veel.
Misschien moet ik mijn motto ajel bie bak wel eens gaan wijzigen in ajel bie bak .meeejbie !?
Er verschijnen hier al enkele weken geen toertochtverslagen meer. De reden is dat ik toestanden zoals op naastliggende foto wens te vermijden.
Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze doet maken. Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtben niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.
Vandaar wacht ik het spreekwoord na regen komt zonneschijn nog even af. Zodra ik terug bikeplezier vind in de toertochten kan je hier opnieuw verslagjes terug vinden.
Zondagse bezigheden dreven mij nog eens naar een zaterdagse toertocht. Sinds onder de vleugels van Fietspromo elke zaterdag een toertocht in de Limburgse gouw wordt ingericht, is er steeds een leuk alternatief aanwezig.
Vandaag stonden de bikers van MTB Kattenbos te Lommel garant voor een toertocht over verschillende afstanden, zelfs een kidstocht van 15 km. Omdat Lommel me toch wat ver leek om op 2 wielen naartoe te rijden, haalde ik ons stokoude camionnetje nog eens van stal om de verplaatsing te maken. Jammer genoeg droeg ik hiermee ook bij tot de fijn stof ontwikkeling, maar de drukte rondom de centra van Westerlo, Geel, Mol en Lommel temperden gedurende 50 km mijn schuldgevoel. Met het naderen van Lommel vervormde het landschap alsmaar meer in een kerstverpakking. De industriële vervuiling had hier een laag smogsneeuw over de velden en aan de bomen doen plakken. De potentiële plaatjes voor een kerstkaartje stapelden zich op. Dit beloofde zodadelijk als ik mijn bike de bossen kon insturen.
Aan het voetbalveld van Kattenbos vonden de startverrichtingen plaats, kocht ik voor 3 een inschrijvingsstrookje waarna ik snel de start nam. De hemel was azuurblauw, de zon scheen in alle hevigheid maar het voelde best nog wel koud aan bij temperaturen rond het vriespunt.
In de richting van Overpelt zochten we de eerste naaldbossen op waar deze streek een patent op heeft. Ik heb al meermaals de term feeëriek gebruikt in mijn verslagen, maar deze omschrijving paste nu wel perfect bij het witgerijpte landschap waar ik doorreed. Daar kon geen Winterefteling tegenop. Brede zandpaden, soms afgewisseld met een singletrack tussen compacte dennenbossen brachten ons aan de spoorweg die Antwerpen met Roermond verbind, de zogenaamde ijzeren Rijn. Deze spoorweg zou voor de rest van de tocht als een rode draad door het verhaal lopen. De rode draad werd dus als het ware een ijzeren draad.
We verlieten de kortere afstanden en dreven het duinengebied van Park der lage Kempen in. Af en toe verlieten we de zandwegels om een uitdaging te vinden in een duinbeklimming. De droge, hard bevroren ondergrond zorgde er echter voor dat alles vlotjes te doen bleek. Ik prees me trouwens gelukkig dat de bodem er hard bijlag, want mijn oude diesel liet zich vandaag niet echt warmlopen. Een weerbarstige knie sinds een midweekwandeling, een inderhaast binnengestoken stuk cake dat me niet bekwam en de vrieskou die mijn vingertoppen martelde. Ik had me al beter gevoeld. Mijn voornemen om straks nog een extra toer te rijden borg ik hierdoor al snel op, mede omdat de zonnestralen intussen ook vat kregen op de gerijmde bomen. Het resulteerde in een sporadische regen van smeltende sneeuw die gelukkig niet voor onderkoeling zorgde.
We vervoegden aan de spoorweg de kortere afstanden om vervolgens terug te naderden op Kattenbos. Na nogmaals de spoorweg gerond te hebben aan het station van Lommel vonden we na 25 km de bevoorrading in een lokaal schooltje. Men had zich strategisch binnen opgesteld, maar ik verkoos mijn wafeltje en deugddoend soepje in de zonnestralen te verorberen. Niet te lang blijven staan was bovendien de boodschap, want eindelijk had ik me de laatste kilometers wat beter in het lijf gevoeld. De maag was terug in orde, de thermostaat wat hoger gedraaid en het vocht in mijn kniegewricht had ik onder impuls van een kleine versnelling weggereden.
De resterende 20 km zouden zich vooral afspelen ten westen van Kattenbos in de richting van Balen en het kanaal van Beverlo. Waar in het iets verder gelegen Keiheuvel, ontelbare duinen en singletracks liggen, kregen we nu een landbouwstreek voorgeschoteld. De brede veldpaden waren weliswaar goed berijdbaar, maar het uitgestrekte landschap was best eentonig te noemen. We kregen toch nog een toetje in de buurt van industriezone Balendijk. Acht majestueuze windmolens stonden in twee groepjes van vier als Zwitserse wachten te waken over de uitgestrekte vlakte. Deze hoogtechnologische voorzieners van groene stroom contrasteerden nauwelijks met onze door mankracht aangedreven MTB-juweeltjes.
De afsluiter van deze tocht speelde zich terug af in de naaldbossen over iets vettiger wordende paden. De zonnestralen hadden ook hun weg naar de bodem gevonden en speelden een machtsspel met de diepgevroren aarde. Het resulteerde bovendien in een schouwspel van sublimerende sneeuw die een dampgordijn trok waar de zonnestralen hun weg doorheen zochten. Langs de Kattenbosserheide en het Parelstrand verdwenen de laatste kilometers onder mijn noppenbanden. De afsluiter via een singletrackfestival maakte dat het mountainbike-ABC vandaag toch voldoende gebezigd was.
Ik verliet met een goed gevoel dit mountainbikeparadijs. Dat ik vandaag ook eens mocht spelen in deze Limburgse zandbak deed het besef rijzen dat mijn Zuiderkempen meer en meer als woonuitbreiding van Brussel en Antwerpen fungeren. Om tot dat besef te komen had ik geen 150 dagen nodig. Misschien moeten de Kempen maar eens een eigen staatshervorming doorvoeren. Ik ben klant voor La retour vers Limbourg !!!
Mijn bike had al enkele weken geen off-road ondergrond meer gevoeld omdat deze modderhater verkoos zijn ritjes op de weg af te werken. Mijn aversie voor de mud is niet zozeer ingegeven door angst voor het fysieke of vuilmaken van mezelf. Het is vooral de maniakale zorg die ik besteed aan mijn materiaal die me deze keuze deed maken. Op fora allerhande lees je stoere verhalen dat mtben niet zonder modder kan of mag. Ik vraag me dikwijls af of deze helden soms een ezeltje hebben dat geld sch . Nu ja, ieder zijn ding. Ik wil een geolied, soepel draaiend machientje onder mijn brede kont en haat elk krakend geluid aan mijn Specialized.
Eindelijk waren de weergoden mij nog eens gunstig gezind en dekten ze Vlaanderen onder een streng vorsttapijt. Een droge, hard bevroren ondergrond en tijd dus om terug de velden in te duiken. De hartverscheurende keuze tussen Tervuren of Lubbeek deed me kiezen voor het Hagelandse dorp tussen Diest en Leuven, waar in het regionale Sint-André ziekenhuis mijn amandelen op jonge leeftijd een andere bestemming vonden.
Sinds de Hagelandse chronorit terug een doel op zich is moet ik de kloof met de Bjeizel connection trachten te verkleinen. In de wetenschap dat het merendeel van dit zootje ongeregeld vandaag in de VIP-tent van de druivencross zat, maakte ik mijn verplaatsing dan ook per bike, zodat er een brede basisconditie zit aan te komen. Was het bij -6°C nog tintelende vingers verwerken, kreeg ik in de buurt van Horst toch een hartverwarmend privé-spektakel voorgeschoteld. Tussen de verstilde en wit gerijpte velden verscheen de eerste rode ochtendgloed aan de horizon. Een spektakel dat me een overweldigend warm gevoel bezorgde. Ik voelde me, naar de gelijknamige TV-serie .Koning van de Wereld Heerlijk !
Lubbeek dus .waar WTCOOL aan zijn 3de editie van deze toertocht toe was. Aan de voet van de Bollenberg waar ik in mijn jeugdjaren ettelijke wegkoersen betwistte, vonden we de sporthal waar de inschrijvingsverrichtingen doorgang vonden. De keuze uit 4 afstanden deed me belanden bij de langste 55 km-tocht waardoor mijn totaal vandaag weliswaar boven de 100 zou uitkomen, maar mits goed doseren en profiterend van de harde goed berijdbare ondergrond zou dit wel lukken.
Op de flanken van de Bollenberg vonden we na een lange asfaltaanloop de eerste off-road paden die doorheen enkele holle wegen kropen. De toon voor de rest van deze tocht werd onmiddellijk gezet : hard bevroren ondergrond, enkele tricky tractorsporen en vooral veel rijcomfort op deze met veel hoogtemeters doorspekte streek. Op weg naar Pellenberg werd ik ingehaald door streekgenoot Rocco. Over brede veldpaden konden we nog eens bijpraten tot Rocco op weg naar het Gasthuisbos het welletjes vond en mij ter plaatse liet. Rocco is nota bene in winterrust. Het zegt veel over biker Zjé zijn conditie. Ik werd bovendien nog overspoeld door mijn vrienden van de Wiekers die onder leiding van Jefke weer een koers der grote rugnummers hielden. Wijselijk probeerde ik zelfs niet aan te pikken in de wetenschap dat zij deze middag in clublokaal Het Straatje reeds hun tweede koffietje zullen slurpen terwijl ik nog huiswaarts fiets.
Via enkele asfaltverbindingen bereikten we Kessel-Lo en beklommen de steile Prediherenberg met bovenaan het klooster van de zusters Clarissen. Geen eieren voor de Clarissen, alhoewel het weer ons gunstig gezind was, doch wel een bevoorrading wachtte ons hier op. Mijn collega Theo van de Wiekers bereikte samen de soep zodat we rustig keuvelend ons stukje cake en sportdrankje konden verorberen.
Het was geen weer om lang stil te staan zodat we niet te lang treuzelden en terug op pad togen. Theo en zijn vrienden waren al snel terug stippen aan de horizon. Zelf hield ik een tempo aan op basis van hartslag en benengevoel. Ze moeten deze biker niet meer leren om te doseren. We doken een holle weg in met hoog technisch gehalte. Het was behoedzaam dalen tussen het met gladde keien en steenpuin bezaaide pad. Geen tijd om te recupereren want daar dook de als aartsmoeilijk aangekondigde Kiekenberg reeds op. Deze klim met kasseitrapjes leek me best wel te doen tot een biker enkele meters voor mijn neus onderuit ging. Mijn zelfvertrouwen kreeg hierbij een fikse deuk zodat ik ook van het juiste pad afweek en voet aan grond moest zetten. Soms is biken niet meer dan zelfvertrouwen hebben en worden hindernissen tussen de oren genomen i.p.v. met de stuurmanskunst. Een prachtige klim naar een kerkje in Pellenberg werd gevolgd door een afdaling waar zonder het vorstdeken ongetwijfeld de nokken van de wielen zouden opgezocht worden in de modder. Nu viel het al bij al weeral mee.
We betraden het domein van de UZ-kliniek in Pellenberg waar ruimte werd gelaten voor een gemakkelijk en moeilijk parcours. Ik besloot de uitdaging aan te gaan waarbij een omtrekkende beweging rond het hospitaaldomein werd gemaakt. In dit broekgebied zou ik onder normale omstandigheden gevloekt hebben als een ketter maar nu kon ik zelfs nog genieten van de maretakken die als dichte trossen in de bomen hingen. Met een singletrack over mulle bosbladeren in het Herendaalbos werd het mountainbikeplaatje compleet gemaakt. Een nieuwe uitdaging met alternatief nam ik opnieuw gretig aan. Mijn durf werd beloond want na een heel steile klim belandden we in een villawijk op het hoogste punt van deze route. Verstilde straten, knappe bebouwing, mooi aangelegde tuintjes. Wat moet het hier, 100 m boven zeespiegelniveau, mooi wonen zijn.
We doken terug 60 m lager een zandgroeve in waar de tweede bevoorrading ons opwachtte in een loods van de plaatselijke zandboer. De cake smaakte weer en ik tankte voldoende sportdrank om de restende kilometers vol te maken. Over een gevarieerd parcours dreven we nu naar Kerkom. Hoogtemeters werden nog uitgelepeld in het Butselbos waarna over hoofdzakelijk brede veldwegen de contreien van Binkom werden opgezocht. We bereikten de Aarschotsesteenweg maar ik toonde karakter door toch parcoursgewijs opnieuw het Kapellebos richting Lubbeek in te duiken. De eerste tekenen van dooi traden stilaan op zodat modderspatten tegen het frame aanvroren, maar in de wetenschap dat het einde naderde nam ik er dit zonder morren bij.
Ik raakte aan de praat met een biker uit Putte maar met het bereiken van de Calvarieberg verstomden de gesprekken en joeg eenieder zijn hartslag omhoog. Op het forum van mountainbike.be verklaarde iemand eerder op de week dat hij hier nog een streep wou trekken, maar de enige streep die ik trok was een gebogen lijntje rondom de mond. Het gebogen lijntje verwerd tot een glimlach omdat ik door de mulle bosgrond toch de klim naar het grote kruis al rijdend kon nemen. Het was meteen de voorbode van het einde van deze rit die me meer dan 700 hoogtemeters en een handvol bikeplezier had opgeleverd. Ons zoontje van 8 zou zeggen : Het was vetleuk !
Tijd om met een ritje naar de Zuiderkempen de sportieve voormiddag af te sluiten. De door mezelf gevreesde schriele oostenwind was gelukkig iets zuidoostelijker gedraaid zodat ik met hoofdzakelijk zijwind mijn eenmanswaaiertje kon maken. Ik bereikte dan ook nog vrij fris de huisstee na mijn eerste winterse century. Marathonbiken zit hem soms ook meer tussen de oren dan in de benen ..
Mol, Kempische gemeente met 12 deelgemeenten en nog meer gehuchten had er eentje gevonden waar ik nog nooit van gehoord had : Galbergen. De naam zou een alpenlandschap kunnen herbergen, maar onze stille Kempen kennende zou dat er wel niet inzitten. Ik had met vrouw en zoontje besloten een zaterdagse snipperdag te nemen waarbij ik de toertocht van de Molse wielervrienden in Galbergen zou biken. Zij gingen intussen het familiebudget aan verleiding tentoon spreiden in de Molse winkelstraten. Een telefoontje van mijn bikepartner Charly die reeds aan de start stond, kwam veel te vroeg zodat hij besloot met de profs Hulsmans en Vansummeren op pad te gaan. Tja, je kan beter biken met mensen van je eigen niveau
Een halfuurtje later door mijn gezinnetje neergepoot in Galbergen viel me de rust en groene omgeving van de startplaats op. Dit was me wel een ster waard ! Even rondpiepen naar bekende koppen moest ik jammer genoeg afdruipen. Het was hier duidelijk de Zuiderkempen of het Hageland niet. Ik besloot mijn spieren niet te laten afkoelen op deze zonnige winterse dag en dook onmiddellijk de eerste singletracks in.
De toon werd onmiddellijk gezet dit zou vandaag een singeltrackfestival worden. In een met naaldbossen begroeid duinengebied werd op de smalle paadjes en korte hellingen mijn hartslag onmiddellijk in het rood gezet. De opeenvolging van singeltjes is niet echt de dada voor mijn lange lichaam en krakkemikkige rug. Het feit dat de paadjes er kurkdroog bijlagen na de stortvlagen van de voorbije weken stemde me echter gelukkig. Dit was me wel een tweede ster waard !
We kruisten het verbindingskanaal Dessel-Kwaadmechelen, lieten de befaamde pannenkoekenboot links liggen, maar doken even later op aan het Zilverstrand. Geen gebruinde welgevormde dames die lagen te zonnen, maar wel een mooi plaatje met de zandtras en het houten bruggetje die lagen te blinken in de zon. Ik nam even gas terug om te genieten van dit moois, maar even later kwamen we terug in de bewoonde wereld met het kruisen van de N71, de Molse ring.
We togen nu over de gemeentegrens naar Balen waar we een tijdje langsheen de spoorweg reden. Het oogt toch wel raar als je hier de spoorwegen nog niet geëlektrificeerd ziet. Het maakt dat er toch een wezenlijk verschil is tussen dit stukje Kempen en mijn eigenste Zuiderkempen. Ik kreeg weinig tijd om dit te overpeinzen want de opperste concentratie werd opnieuw gevraagd bij het betreden van het zoveelste met singletracks doorweven naaldbos in Wezel. Een overvliegend sportvliegtuig maakte me duidelijk dat we hier niet zo gek ver van de Keiheuvel zaten, maar we maakten een fikse draai om op de grens van Mol en Balen een mooi gestoffeerde bevoorrading te vinden.
Een overdadig buffet met soep, extran, suikerwafels en appeltjes van oranje lag op de talrijke bikers te wachten. Deze rijkelijke verwennerij was mij zeker een derde ster waard ! Ik liet het sportdrankje en een suikerwafel smaken, maar hield het bij een korte break. Mijn windjackje hield de gevoelstemperatuur niet echt hoog en ik had geen zin om een verkoudheid op te lopen.
Op naar de vallei van de Molse Nete waar het landschap wijzigde in een iets meer landelijk karakter. De paden bleven echter verrassend droog en als we even later een lang recuperatiestuk kregen langsheen het verbindingskanaal had ik zowaar spijt dat we niet off-road bleven. Het doel van dit geasfalteerde stukje bleek alras als bleek dat we een extra lusje hadden gedaan dat ons bijna terug bij de bevoorrading bracht. Ditmaal gingen we links de Rijsbergdijk in waar opnieuw de naaldbossen en smalle ganzenpaspaadjes werden opgezocht. Ik hield mijn tempo vrij hoog, maar was toch maar wat blij als ik soms een excuustruus vond in de vorm van tragere bikers waar ik zogezegd niet voorbij kon. Het liet mijn spieren en longen toe opnieuw zuurstof uit de steeds killer wordende lucht te zuigen. Langsheen het industrieterrein Berkenbos zochten we de vaart op die ons noordwaarts terug bij het eerder overschreden bruggenhoofd bracht.
We doken de bossen van Sluis in waar een bord 10 km ons stond toe te grijnzen. Samen met een perfecte bewegwijzering en regelmatige waarschuwingen bij gevaarlijke oversteek gaven ze deze tocht het cachet perfect mee. Die vierde ster was meer dan verdiend ! We naderden nu snel op Galbergen, nog 5 km, nog 3 km als daar reeds de startplaats opdook. Wow ! Dit was wel erg snel, maar de organisatoren hadden nog een aangename verrassing. We bogen terug weg van de startplaats om in de resterende kilometers nog een prachtig speelbos te vinden waar een samenvatting van de ganse tocht werd gemaakt. Duinen, afgewisseld met singletracks, enkele zandtras. Het was een heerlijk slot van deze tocht dat me een wrange bijsmaak bezorgde Dit smaakte naar meer ! Jammer genoeg was het uur van inschrijving reeds verstreken zodat de kans er in zat dat de pijlen reeds verwijderd waren. Intussen was echter het marathonbeestje in mij wakker geworden zodat ik vrouwlief opbelde met de mare dat ik wel met de bike naar huis zou fietsen. Haar torenhoge capaciteiten als huismanager stelden me gerust dat ze ons huisbudget goed zou beheren en ik zonder kopzorgen naar huis kon biken.
Het bleek een kleine vorm van zelfoverschatting als ik op de terugweg aan een fringale ten prooi viel. De Molse singletracks en invallende kou hadden blijkbaar toch meer energie uit mijn tengere lijf gezogen dan ik verwacht had. Als de nood het hoogst is, is de redding echter nabij. Op de Geelse ring werd ik overspoeld door mijn gezinnetje die me een banaan en chocoladereep in de handen duwden. Deze brandstof was meer dan welkom ! De rugwind deed de rest zodat ik uiteindelijk ons stulpje bereikte terwijl de zon reeds achter de kim verdwenen was.
Met 75 km in mijn oude knoken en een batterij zo plat als een Poolse Skoda liet ik me in een gloeiend heet schuimbad zakken. Dit overweldigende weldadige gevoel was bijna evenredig aan een bepaalde erotische ervaring. We gaan het hier fatsoenlijk houden, maar ik schreeuwde het wel uit : Mol-Galbergen, beste Molse wielervrienden .UW VIJFDE STER IS BINNEN !!!!
Actief en passief sporten gaan meestal niet hand in hand, doch als de papa zijn mountainbikeverslaafdheid wil koppelen aan de veldloopmanie van zoonlief kan je toch wel eens tot een compromis komen. Zo zou de zoon in Bonheiden zijn veldloopseizoen openen terwijl in het naburige Kampenhout een toertocht werd ingericht door WTC Relst. De opbrengst van deze tocht ging bovendien naar het goede doel met de 11.11.11-actie zodat mijn geweten nog meer gesust en mijn enthousiasme aangewakkerd werd.
Het was zaak om oerendvroeg te Kampenhout mijn opwachting te maken zodat ik reeds een stuk voor zevenen in mijn bewasemd camionnetje de verplaatsing maakte. Kampenhout is me als biker onbekend , maar als jeugdrenner reed ik wel graag in deze streek van grote vlaktes en kasseiwegels. De pittoreske namen Berg, Buken, Relst, Perk, Erps en Kwerps haalden de jeugdnostalgie in mezelf naar boven. Het ontbreken van hoogtemeters nam ik er dan maar bij ..dacht ik !!! Het oerendvroeg kon wel letterlijk genomen worden als ik kwartje voor den achten het scantoestel van de VWB nog moest laten opwarmen zodat mijn vergunning kon ingelezen worden. In ruil voor 3 euro kreeg ik een bandje met noodnummer,gratis tombolanummer en de vrijgeleide om mijn bike de tracks in te sturen. Ik liet het me geen tweemaal zeggen en vertrok onder een zwaarbewolkte hemel, doch wel windstille en zachte ochtendlucht.
Er werd door de organisatie voor 90% onverharde wegen beloofd, doch de asfaltaanloop doorheen het centrum van Kampenhout soupeerde reeds een groot deel van de resterende 10% op. Dat beloofde dus voor de rest van de rit. Na het kruisen van de N21, Haacht-Brussel begon dan ook het off-road werk met brede, goed berijdbare paden richting grensgebied Steenokkerzeel-Kortenberg. Doorheen witloof- en stoppelvelden genoot ik van de stilte die als een loodzwaar deken over de velden hing. In de verte zag ik reeds de oude watertoren van Kortenberg opdoemen als ik bruusk uit mijn dromen gewekt werd. Een grote zilveren Lufthansa-vogel scheerde laag over mijn hoofd om iets verder in Zaventem zijn lading aan de grond te zetten. Dit was toch wel een onbetaalbaar privé-spektakel dat me hier aangeboden werd.
Met het naderen van Kortenberg overschreed ik met de HST-lijn een tweede snelle vervoerlijn van de moderne tijden. Ik moest nog even wat staal en beton trotseren, maar na het kruisen van de N2 Leuven-Brussel startte het echte bikerswerk. We betraden namelijk de oude abdij van de Salvatorianen, waarna we in het prachtige bos achter de sporthal gekatapulteerd werden. Een afwisseling van singletracks, korte S-bochten, scherpe klimmetjes en dito afdalingen zorgden ervoor dat alles voor een leuk bikeparcours aanwezig was.
Via Meerbeek verlieten we het bos en togen op weg naar Everberg. Bij de splitsing der afstanden koos ik gulzig voor de 55 km, mezelf helemaal niet afvragend of de conditie wel voldoende ver reikte om dit tot een goed einde te brengen. Doorheen intussen iets slechter bollende veldwegen werden ook de hoogtemeters zachtjes en bij mondjesmaat ingelepeld. Ik werd nu vooral omringd door koolzaadvelden die volgend jaar voor een prachtig geelgekleurde lappendeken zullen zorgen. Ik mocht dit reeds eerder ervaren tijdens een voorjaarse toertocht in het nabije Winksele. De nabijheid van de E40 liet zich gelden door het steeds maar aanzwellende geluid van brullende vierwielers. We volgden parallel s lands drukst bereden autoweg om even later onder een brug van diezelfde autostrade reeds na 17 km een bevoorrading te vinden.
Een energiedrankje dat me niet echt smaakte, diende ik met een sinaasje weg te spoelen maar de rest van de uitgebreide tafel liet ik voor wat ze was. Er was nochtans een uitgebreide keuze maar ik had nog niet echt veel honger. Bovendien wou ik ook niet teveel tijd verliezen om mijn deadline in Bonheiden tijdig te halen. We betraden een bos met ettelijke, bijwijlen vettige singletracks aan de zuidkant van de E40 en mochten vervolgens in het Hogenbos een privé-jachtterrein betreden. Het landschap van droge paden middenin een heuvelend landschap van herfstgekleurde beuken was betoverend mooi.
Al te snel kwam er een einde aan dit fijne intermezzo en doken we via een konijnenpijp terug onder de E40 door om op die manier te naderen op Bertem. Hier vond ook de samensmelting met de kortere afstanden plaats zodat ik voor het eerst vandaag geconfronteerd werd met andere bikers. Erg verrassend stuitte ik reeds op de 2de bevoorrading na amper 27 km. Navraag bij iemand van de organisatie leerde me dat er geen 3de ravitaillement meer kwam. Tijd dus om mijn reserves goed aan te vullen voor de resterende 28 km. Een (lekkerder) drankje, wafeltje en stuk banaan later was ik dan ook klaar voor het restant van deze rit.
Een hollewegenspektakel bood zich aan tesamen met een korte opeenvolging van hellingen en kasseiwegels waar Bertem zo bekend voor is. Af en toe ving ik in de verte een glimp op van de vliegtuigradar, maar toch was het nog even schrikken als de veilige baken voor de vliegtuigen eensklaps voor mijn neus opdoemde. Dit moderne staaltje van techniek (zie foto) blijft toch in schril contrast staan met de omringende natuur.
Het werd hoogtijd om Bertembos met zijn lange door beuken en eiken omgeven lanen te betreden. Enkele fikse hellingen zorgden ervoor dat ik soms ook al eens op het puntje van het zadel moest i.p.v. cruisend mijn ogen de kost te geven. Een erg steil stukje zorgde er zelfs voor dat ik doorslippend op de bladeren de top al rijdend niet kon bereiken. Ik vond het jammer omdat zulke uitdagingen een TT toch wel een extra cachet geven. Mijn cruisen toonde ook de andere zijde van de medaille als ik klakkeloos een andere biker volgde doorheen een prachtige afdaling om beneden onthutst vast te stellen dat er geen pijltjes meer hingen. Het is een gouden maar ongeschreven regel dat iedere biker zelf op de pijltjes dient te letten. Gevolg was dat we beloond werden met een prachtige klim die waarschijnlijk erg weinig bikers gedaan hebben op deze tocht
We reden nu naar Veltem-Beisem, op en over N2 en HST om in Erps-Kwerps de Molenbeekvallei te bereiken. Het bordje vallei deed mijn instinctief red alert lampje branden, maar het goed berijdbare karakter van de voorbije 40 kms deden me toch hopen dat het al bij al wel zou meevallen. WOW !!! Langsheen de beek waarnaar de vallei genoemd was volgden we een singletrack die alsmaar natter en vettiger werd. Mens en materiaal werden niet gespaard en ik zag ettelijke bikers met een sierlijke duik in het decor belanden of vloekend vastrijden in alweer een modderige wak. Een kort verhard intermezzo deed me deugd maar opnieuw werden we langsheen het riviertje een verzopen natuurgebied ingejaagd waar de zuigende wegen en weilanden het laatste greintje energie uit mijn lijf pompten. Een bordje met voetweg 5 stond me grijnzend aan te staren. Ik vroeg me af wie nu in godsnaam zijn kinderen doorheen deze hel stuurt ? Heel dit gedoe maakte me spinnijdig en net hieruit haalde ik voldoende adrenaline om het traject toch tot een goed einde te brengen.
Het dient gezegd : de beloning voor kilometerslang pompen of verzuipen was prachtig. Langs de achterpoort reden we het privédomein van het kasteel van Wilder binnen waar een golfterrein lag te blinken, de bogeys en birdies ons om de oren vlogen en het golfvolkje ons meewarig nastaarde. Het contrast kon dan ook weer niet groter : mooi afgeborstelde, in lichte kleuren geklede golfers naast een beslijkt zootje op hun mountainbikes. Het was in elk geval een unieke gelegenheid om eens te biken op een golfterrein, tenminste op de rijkelijk uitgestrooide dolomietpaden.
Het einde van de tocht naderde nu wel met rasse schreden, want als met het oversteken van de N21 ook de kerktoren van Kampenhout in zicht kwam wist ik dat de beloofde 55 kms niet zouden gehaald worden. Met 53 km op het conto en tijdige check-out for Bonheiden was ik toch best tevreden. Het was een fantastische tocht met jammer genoeg een accident de parcours. Dit gaat de organisatie ons volgend jaar toch niet meer aandoen.
De gelukzalige glimlach van zoonlief en mama een half uurtje later maakten alles goed. Lang vergeten was reeds de Molenbeekvallei waar intussen ongetwijfeld nog knarsetandend en vloekend een weg werd gezocht op zoek naar .een weg.
Op deze relatief zachte ochtend van Allerheiligen werden we uitgenodigd door de Landelijke Gilde van Westmeerbeek voor hun 4de Chrysanten MTB-tocht. Waar dergelijke organisaties van niet-MTB-clubs soms tot minachtende reacties leiden op mountainbikeforums, hadden mijn dorpsgenoten mij vorig jaar toch aangenaam verrast met hun tocht. Dit smaakte dus naar meer en ik liet me gewillig door de Bjeizel-connection naar Mjorrebeek leiden waar we hadden afgesproken samen de tocht te starten.
Die Bjeizel-connection is intussen een begrip geworden voor het samenraapsel van recreatieve bikers waar plezier en beleving hoog in het vaandel worden gedragen. Een tak van de Connection wist intussen ook op atletiekgebied hoge ogen te gooien met de organisatie van de succesvolle Beerzelse aflossingsmarathon. Het bewijst dat enthousiasme, goede wil en hard werken tot succes kunnen leiden.
Back to business aan de kantine van de Zwarte Duivels die intussen naar de hel zijn weergekeerd. In Westmeerbeek speelt namelijk geen eerste voetbalploeg meer maar beschikken ze wel over het enige en echte Manneke Pis. Niet voor niets noemen ze Westmeerbeek ..Klein Brussel !
Er bleek een grote opkomst voor deze toertocht, getuige de inschrijvingsbriefjes die op bleken te zijn bij onze inschrijving. Het voelt toch wel wat raar aan je geld te deponeren zonder effectief in te schrijven. Hoe dit zit met verzekering en dergelijke hadden we het raden naar. We lieten het niet aan ons hart komen zodat we met ons uitpuilend groepje van negen stuks de tocht indoken. Men bood ons een 28 km en 45 km tocht aan die een omtrekkende beweging maakte langsheen de vroegere Merodebossen, heden allemaal Vlaams staatsdomein geworden. Sommige politici spreken zelfs hoogdravend over het Zuiderkempen-Hageland landsschapspark, een mondvol dus.
In contrast met vorig jaar zou er dit jaar in tegenwijzerzin gereden worden zodat we op weg togen naar Herselt. Verrassend was de start via het Asbroek. Dit moerasgebied is doortrokken met vijvers, beekjes en wandelpaden maar werd ons nu op de nuchtere maag voorgeschoteld. De drassige en vettige paden noopten mij reeds met tegenzin tot het overschrijden van de overslagpols. Het zou vandaag niet de laatste keer zijn Gelukkig werd er geen koers van de grote rugnummers gehouden en bleven we in ganzenpas de tracks berijden en bewandelen. Mijn herstellend kniegewricht gaf namelijk onheilspellende tekenen van overbelasting, maar de kuddegeest dreef me toch mee met deze toffe bende. De gezelligheid was onbetaalbaar, het tempo niet al te hoog en de gespeelde verontwaardiging groot als er weeral eentje in het decor schoof op de glibberige paadjes.
We bereikten Herselt aan de Limberg om vervolgens door te steken naar de watertoren om hier de rode vaste blosoroute enkele keren op onze weg te vinden. De tracks werden nu beter berijdbaar en ook mijn humeur kreeg hierbij een boost. Ik ben nu eenmaal een modderhater en hou het liefst van de zomerse harde en goedberijdbare parkoersen. Doorheen het landbouwgebied tussen Herselt en Wolfsdonk vonden we afwisselende brede paden die het mogelijk maakten een beetje bij te praten. Een intermezzo waar eensklaps een einde aan kwam als we in Wolfsdonk op de splitsing der afstanden stootten. We namen afscheid van schoonbroerke Geert, Wim en Filip die aan hun eerste TTs sinds lang toe waren en de afstand naar Beerzel ook nog per bike dienden te overbruggen.
Tijd voor het ernstige werk want dra dook de heuvelzone op met de Rodeberg in Testelt. Theo die al een tijdje met de remmen dicht had gereden voelde het kriebelen en legde ons een stevig tempo op. Voorlopig volgde iedereen nog in het mooie heuvelende bosgebied alhoewel Ivo na de harde kennismaking met een boomwortel, gevolgd door een dooppoging in een grote plas, met technische problemen te kampen had. Zijn herstelbeurt was echter van korte duur zodat we op togen naar de Averboodse Weefberg.
De Weefberg werd doorweven als het web van de weefspin. Theo was nu helemaal losgebroken en etaleerde en demonstreerde zijn voorbeeldige conditie. De eerste grote cartouche die ik nu verschoot, baarde me toch wel wat zorgen met nog meer dan de helft van de kilometerstrepen te gaan. Elk paadje van dit heuvelgebied langsheen de Lange dreef werd bereden. Nu ja, bereden ..als we de aartssteile klim aan de Oostzijde voor de wielen kregen ontstond nogmaals wandelclub het Hijgend Hert. Mijn poging om toch al rijdend de knoest te overwinnen strandde op een uitstekende wortel en binnensmondse vloek.
Er was echter geen tijd om te treuren want onze vijftiger dreef opnieuw het tempo op zodat de rekbaarheid van ons groepje danig op de proef werd gesteld. In gestrekte draf verlieten we Averbode om via het gebied van de Herseltse loop naar Blauberg te varen. Het varen werd bijna letterlijk want de slijkpoelen waar we nu doorploeterden deden elk gewricht kraken in zijn voegen. In mijn ijver om de droge kantjes op te zoeken liep ik bovendien nog een jaap van een braamstruik op die mijn hematocrietwaarde op kunstmatige wijze deed dalen. Het vat liep nu wel in versneld tempo leeg, de hartslag lag veel te hoog en de benen liepen vol melkzuur. Als dit maar goed afliep.
Gelukkig dook na 28 km de bevoorrading in Blauberg op. Dit was werkelijk saved by the bell ! De suiker- en vanillewafels lagen rijkelijk uitgespreid naast een sportdrankje zodat ik mijn energiereserves zo goed mogelijk trachtte aan te vullen en mijn dipje te verbergen tegenover mijn bikematen. Het sein van Gunter om terug op pad te gaan leek me wel verstandig zodat we niet verder afkoelden, maar de vrees dat mijn herstel niet voltooid was bleek evenzeer een waarheid als een koe.
We doken onder impuls van good old Theo het provinciaal domein Hertberg in waar met het smaller en vettiger worden van de paden ook het tempo alsmaar hoger lag. Ik hing er achteraan nog wat aan te bengelen, de deur stond open, ik hing aan de rekker, zijn er nog omschrijvingen ??? Na mijn plaagstoten in de TT van Betekom waar ik de Bjeizel connection, Megamindy-gewijs gesard had was het nu payback-time. The Bjeizel-connection strikes back ! Ik kon mezelf wel vervloeken om mijn overmoedige daad van 10 dagen geleden. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een wegvergissing deed de kop van ons groepje van het parcours afdwalen terwijl ik met Steven en Werner toch nog voldoende luciditeit had om de juiste afslag te nemen. Grote hilariteit alom als wij eensklaps moesten wachten op onze conditioneel sterkere bikematen. Gelukkig kwam er aan de Hertberghel een einde als we in Bergom opdoken om vervolgens via het Riet te naderen op Westerlo en langsheen de Nete de prachtige omgeving van het Merodekasteel te doorkruisen. Blijkbaar waren de scherpe kantjes er nu bij iedereen wel af en werd er terug aan een gezapig tempo gevorderd.
De Westerlose ring werd gekruist aan de Marlybrug waarna we aan het zuiveringsstation natuurgebied de Kwarekken indoken. Wandelbos de Beeltjes met zijn Asberg werden, om voor insiders begrijpelijke redenen, niet aangedaan zodat de Netedijk opnieuw werd opgezocht. Het was nu verdorie toch wel Werner zijn beurt niet om er een lap op te geven !? Op de gruute ploate zette hij een versnelling die ons ter plaatse liet en waarop alleen Theo een gepast antwoord vond. Ik was al maar wat blij dat ik achter Gunter zijn brede rug beschutting kon zoeken en mijn wagonnetje aanpikken. Aan de Snepkens werd van oever gewisseld maar onze gabbers werden alsmaar kleinere figuurtjes tot we een bosje indoken waar een palettenbrug iedereen verplichtte om af te stappen. Even was het troepen verzamelen op uitzondering van Ivo die we in het strijdgewoel uit het oog verloren waren. Shame on us !!! Als we even later aan dancing Millennium opdoken werd opnieuw het tempo de hoogte ingejaagd.
We doorkruisten het Goor door zijn ontelbare verharde en onverharde baantjes en een verrassende ontmoeting met oude bekende Johan moest het stellen met een Hey, hoe ist ? Goe ! zodat het verder ging in gestrekte draf. Een draf die abrupt werd afgebroken als aan de Waregemse Gaverbeek. Niet door de val van het paard, dan wel door het einde van onze toertocht aan het voetbalterrein van de ter ziele gegane Zwarte Duivels. Werner haakte af naar zijn wagen waarna ik Steven, Gunter en Theo nog even vergezelde op hun huiswaartse tocht naar Beerzel. Wijselijk nam ik echter de afslag aan mijn spoorwegfietspad in de wetenschap dat er nog veel trainingswerk aan de winkel is om mezelf op een aanvaardbaar conditioneel niveau te tillen.
Waar hoogmoed komt voor de val niet goed voor is. Sorry beste Bjeizel-connection .
Is het een vliegtuig ? Is het een vogel ? Neen dat is het niet ! Het is Mega Mindy !!!
Eindelijk !!! Exact 355 dagen was het geleden dat ik nog aantrad in een toertocht. Bijna een vol jaar van kommer en kwel, van kniepijn en operatie, van nagelbijtend aan de kant toekijken. Maar nu was eindelijk D-day aangebroken .Biker Zjé gooide zich terug het toertochtgeweld in !
Als uitvalbasis had ik voor mijn geboortedorp Betekom gekozen waar de plaatselijke X-tremebikers hun wintertoertocht deden vertrekken aan het sportcomplex van de Tumkens. Charel en Geert waren mijn bikematen en hadden afgesproken om samen naar de poort van het Hageland te fietsen. Het was een blij weerzien op de bike en ondanks de bijtende herfstkou had ik een warm gevoel binnenin, ja je kon het zelfs popelen van geluk noemen.
Het was aan de inschrijving alras bekende koppen groeten, waarbij mijn vrienden van de Bjeizel-connection al even verrast waren mijn kop te zien als vice versa. De eerste plaagstoten rolden al over en weer : dit zat goed ! De lange inactiviteit had er voor gezorgd dat ik mijn VWB-vergunning van 2007 verloren gelegd had zodat ik bij de inschrijving een extra eurootje diende neer te leggen voor mijn deelname. Het zal nog wel even duren vooraleer ik het goede ritme terugvind.
De twijfel die ik voorgaande dagen nog had omtrent mijn mogelijkheden om een toertocht tot een goed einde te brengen, had me voorzichtig doen kiezen voor de kortste 25 km afstand. Naarmate de start echter dichterbij kwam gooide ik deze twijfel overboord en koos resoluut voor de langste afstand van 44 km. Het was als een koekjesdoos die je voor het kleine jongetje openhoud om ze vervolgens snel te sluiten als hij zijn handje uitreikt. Deze kleine biker ging voor de volledige inhoud van de koekjestrommel !
We doken na de start onmiddellijk Meetshoven in. De talrijk uitgestrooide singletracks geurden naar verse humus en bosnaalden, terwijl de bikers die ons reeds voorafgegaan waren, een pad bloot gereden hadden in de vallende herfstbladeren. Dit was echt maximaal genieten in het verstilde bos.
Traditiegetrouw doken we na een 10tal km op aan het Duracell rondpunt om via de off-road Demerdijk richting het kasteel van Nieuwland te biken. Mijn bikegenoten drongen me hoffelijk de leiding op, zodat ik dankbaar het tempo kon bepalen dat lijf en hartslag binnen bereik hadden. We bogen af naar de eerste ernstige hindernis van de dag met de Extreme putten waar we via Aarschots beroemdste bar de beklimming van de Liederberg aansneden. Ondanks mijn semi-slicks kon ik de klimmetjes toch al rijdend nemen. Het gaf een overheerlijke adrenalinestoot die me de rest van de rit zou voortstuwen.
We daalden af naar Gelrode, lieten verrassend het Kloesebos letterlijk en figuurlijk links liggen en zochten wat hoogtemeters op de flanken van de Hondsheuvel. De droge periode van de voorbije dagen had de tracks perfect berijdbaar gemaakt, zodat het heerlijk biken en intussen genieten van het landschap was. We volgden weliswaar regelmatig de vaste routes van Aarschot en Rotselaar, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat dit het verhaal van de kip en het ei was. Wie was er eerst ? De X-tremebikers leerden mij namelijk deze paden ontdekken, lang voor er sprake was van voornoemde vaste blosoroutes.
Als we eensklaps mijn vrienden van de Bjeizel connection in het vizier kregen, kon ik het niet laten een versnelling te plaatsen die me op en over de zwoegende roodhemden bracht. Onder het zingen van Mega Mindy nagelde ik hen aan de grond. Dat dit waarschijnlijk eerder te wijten was aan een lachkramp van hunnentwege en mezelf bovendien veel krachten gekost had, kon me niet deren. Er mag en moet al eens gelachen worden. Als ik met Ivo zelfs van bike wisselde om zijn nieuwe Epic te testen, zullen er wel bikers gedacht hebben dat dit zootje ongeregeld aan de drank zat, maar niets is natuurlijk minder waar.
Van drank gesproken, het werd tijd voor een lichte bevoorrading die alweer in de beste X-treme-traditie uitmondde in een buffet. Opsomming van de voorliggende waren zou me te ver leiden, maar laat me stellen dat er bakkers zijn die op zondagmorgen minder in de etalage liggen hebben.
Flink voldaan en enkele leuke babbels later togen we op weg voor het tweede deel van deze tocht. Het Hellegat beklommen we off-road waarna de Benninksberg zorgde voor een leuke snelle afdaling, waarbij langs zijn flanken richting Wezemaal werd getogen.
Vanaf nu was het gedaan met lachen want de hoogtemeters vlogen ons nu om de oren. De Wijngaardberg via de brede holle weg trok de laatste longblaasjes open. We daalden snel af naar de Leuvensesteenweg om vervolgens de aartssteile Ijzerenberg te bestijgen. Op kop van ons triootje reed ik met kleine versnelling naar boven, maar als halfweg Geert me voorbijgestormd kwam, maakte hij me duidelijk dat ik alleen maar bij genade van mijn bikegenoten het tempo mocht bepalen. Bovenaan in de wijk van de Middelberg was de hartslag laten zakken aangewezen want even later beklommen we nogmaals de ijzeren knoest aan de achterzijde vanaf de spoorweg. Op deze zwaarste klim van de dag was het laveren tussen gestrande reizigers, maar mijn stoomlocomotief kon toch op de rails blijven en al rijdend de top bereiken. Met de prachtige afdaling door de holle singletrack kwam een einde aan dit gebalde intermezzo.
Het Vorsdonkbos lag nu voor ons. De grote obligate plassen waren grotendeels drooggedampt zodat we zonder al teveel modderaverij opdoken achter het kasteel van Nieuwland om opnieuw de Demerdijk te vervoegen. Via de Betekomse beemden reden we naar de Putteberg, voorloper van de alom gevreesde Balenberg.
Maar de berg baarde een muis ! De zompige tracks waren door het spel van zon en wind omgetoverd in perfect berijdbare paadjes. Hoogtemeters werden met de glimlach verteerd, zeker als je denkt aan de jaarlijkse Nieuwjaarscross waar onze collegas veldrijders telkens een ware kalvarietocht lopen.
We bolden nu naar de laatste hindernis van de dag met de Molenberg die van ondergetekende de oscar van de dag kreeg. Niet zozeer door de 14de eeuwse molenruïne (zie foto !) die kortelings gerestaureerd wordt, dan wel omwille van de 4 holle wegen in alle windrichtingen waarop en rondom ik in mijn jeugdjaren ettelijke uren en broeken versleet. Het was dan ook ontwaken uit mijn droom als de basisschool voor onze ogen opdoemde en het einde van deze prachtrit aankondigde.
Met ons triootje nagenietende bikers togen we terug naar de Zuiderkempen om uiteindelijk 70 kilometertikjes te verzamelen op de teller. Dat dit gepaard ging met wat weerbarstige trekjes in de getormenteerde knie en s namiddags de spierkrampen aanjoeg, nam ik er met de glimlach bij. Een ijspack rondom het gewricht en wat noodzakelijke rust zullen deze biker wel oplappen. Nu het treintje terug loopt wil ik niet meer op een zijspoor belanden. Daar lag het fungehalte op deze tocht te hoog voor .
De lust bekruipt me om te starten met een citaat van Raymond .Das nu tien jaar dak int vak zit. Ik heb opgetreden in Aalst, Zwevezele, Peutie , maar nog nooit maakte ik een non-event mee zoals in Pijpelheide Ik had met Dany afgesproken bij het ochtendkrieken om samen iets voorbij zijn deur de toertocht te gaan biken waar hijzelf een vijftal jaren geleden zijn eerste toertocht betwiste. Was de organisatie destijds nog in handen van de fietskameraden van Gust Van Hout, werden nu na enkele jaren onderbreking de handen in elkaar geslagen door .Hand in Hand Baal en de vrouwenvoetbal Astrio.
We kwamen reeds om 8 uur de mooie kantine van Pijpelheide binnengesloft waar we voor 2.5 euro een inschrijvingsbonnetjes bekwamen en de melding op groot papier : Wegens klacht geen toelating om parcours in Aarschot te rijden. Nu ja we vertrouwden de inventiviteit van de inrichters en na een korte babbel met Jefke van de Wiekers trokken we op pad voor de langste afstand van 45 km.
De aanloop was ons nog goed gekend uit het verleden met enkele korte off-road stukjes achter het sportcentrum van Booischot en in het Kasteeltjesgoed op weg naar Begijnendijk. We doorkruisten de terreinen van boomkweker De Bruyn naar de Meertsels om vervolgens in de Madestraat op te duiken en de oude spoorwegbedding (mijn spoorweg ! ) naar Aarschot te nemen. Allemaal nog gekend van de vroegere tocht, maar wanneer we in Ourodenberg verwachtten dat we richting Gijmelberg zouden afdraaien, werd er verrassend doorgestoken naar Meetshoven. We hadden nu reeds 10 km over hoofdzakelijk asfaltwegen gereden. Het stoorde me in beginsel niet echt omdat ik zodoende mijn knie met opgestapeld vocht wat kon losrijden, maar het werd stilaan toch wel tijd voor het betere mountainbikewerk.
In Meetshoven vonden we dan ook een mooi parcours met de gekende singletracks die vooralsnog perfect berijdbaar waren. We fronsten wel de wenkbrauwen dat Gijmelberg wel, maar Meetshoven vanaf heden blijkbaar niet meer in Aarschot ligt, als we na 5 km bikeplezier op de bevoorrading stootten.
Na amper 15 km vonden we deze reeds op ons pad zodat de resterende 30 km wel een hele brok zouden worden. Het dient gezegd : op de bevoorradingstafel was niets af te keuren. Een mooie mix van fruit, wafels en sportdrank voorzag voldoende voor iedereen. Alleen .het was toch nog zo vroeg om nu al aan het schransen te slagen. Ik vroeg aan één van de inrichters waar we nu naartoe zouden biken als ik het laconieke antwoord kreeg :seffens hier naar links. Tja, zover kon ik ook nog wel kijken maar op mijn aandringen welke streken we zouden aandoen moest ik het met een schouderophalen stellen. Er begon stilaan een rood alarmlichtje te branden
Na een korte break hervatten we onze tocht om via de oude trambedding richting Begijnendijk te drijven. Mijn stille hoop om toch nog naar de Molenberg of Balenberg te biken werd bij deze vakkundig de grond ingeboord. Wat volgde was gewoon over het asfalt binnenrijden, kort afgewisseld met het OCMW-bos te Begijnendijk en 1 (één) veldwegeltje in Pijpelheide. Vermeldenswaardig is wel dat er een seingever stond bij elke gevaarlijke wegovergang. Het ontlokte bij Dany de oneliner van de week als hij schamper fulmineerde : ze hebben hier meer seingevers dan kilometers.
Klokslag 9 uur passeerden we reeds de kerk van Pijpelheide waar we alleen beloond werden met een aanstekende stormwind, gitzwarte lucht en een prachtige regenboog. Deze kon jammer genoeg niet op het conto van de organiserende instanties gezet worden. Met amper 23 km op het tellertje had ik nog niet echt zin om naar huis te fietsen. Ik besloot dan ook deze wegrit nog eens te bollen terwijl Dany zijn zoontje uit de zetel ging jagen om nadien ook de paden nog eens berijden.
Ondanks de regen die bij momenten striemend op het gezicht joeg vertrok ik dus maar eenzaam voor mijn 2de ronde. Gelukkig trok de bui snel over en kon ik toch nog genieten van een deugddoend zonnetje. De ijdele hoop dat we tijdens onze eerste doortocht een wegvergissing gemaakt hadden of een splitsing gemist, smolt als sneeuw voor de zon als ik na 15 km weer dezelfde bevoorrading bereikte.
De 2MS-renners Gerry, Silvio en Benny stonden net vertrekkensklaar zodat ik even later met Jos, mijn compagnon van de vorige tocht in Westmeerbeek, het laatste deel volmaakte.
Binnensmonds vloeken, grommend mompelen of een scheldtirade afsteken het brengt allemaal geen zoden meer aan de dijk. Maar de Ladies van Astrio en de Gentlemen van Hand in Hand zijn ons volgend jaar in elk geval een klinkende revanche verschuldigd.
Een toertocht in je eigen hometown zou je eigenlijk nooit mogen laten voorbijgaan, en toch
Eerdere edities waren door omstandigheden allerlei steeds de mist ingegaan en ook nu stonden mijn sterren door een verjaardagsfuif onder een slecht gesternte.
Echter .de verstoring van mijn bioritme had ik opgevangen door een matig alcoholverbruik. Het extra zomeruur (of is het winteruur ?) deed de rest.
Jammer genoeg moest ik alleen aan de start verschijnen.
De Bjeizelconnection had na de vlucht naar Egypte, nu voor een Bierbeekse versie gekozen.
Charel en Geert hadden lichamelijke problemen en vaste gabber Dany stond reeds in Westmeerbeek toen ik me bed-gewijs nog eens in de warme schoot van het vrouwtje vleide.
Deze bikester Inspé heeft trouwens haar bikeplannen ook opgeborgen tot na de winterperiode wanneer haar geteisterde spieren terug buitensporten toelaten.
Op een voor mezelf ontiegelijk laat uur (9 uur) bood ik me dan ook aan bij de inschrijving aan het voetbalveld van de Zwarte duivels Westmeerbeek, waar de plaatselijke Landelijke Gilde borg stond voor deze inrichting.
Het was best druk aan de inschrijving. Alhoewel hier geen mountainbikeclub aan het roer stond hadden de positieve commentaren en beloftes op een mountainbikeforum toch heel wat bikers gelokt. Het was nu alleen nog kwestie van die beloftes waar te maken.
In het spoor van een 6tal Antwerpse bikers trok ik me op gang om, zoals later bleek, al onmiddellijk de eerste splitsing van de langste afstand te missen.
Mijn doel om de 57 km te biken zou zo alvast een paar kilometers minder bedragen, maar het lusje via de Poervisvijvers passeer ik wekelijks, zodat ik niet veel miste.
We drongen het Westmeerbeekse Goor binnen om over de harde kiezelpaden en asfaltbaantjes naar de N15 Heist op den Berg - Westerlo te biken.
We passeerden hierbij het huis van mijn casuele bikegenoot Geert die door het vrouwtje gestraft was met een garagekarweitje.
Ik stopte voor een korte babbel en de tinkellichtjes in zijn ogen verrieden de immense spijt dathij toch niet op zijn bike zat.
Op naar de Snepkens waar we in een privébos enkele leuke singletracks te verwerken kregen in de mulle bosgrond. Een oversteek van een beek via een palettenbrug gebeurde behoedzaam en als we even later aan de Netedijk opdoken was het gedokker over de oeverwand slechts van korte duur. Dra doemde reeds restaurant t Kempisch pallet op, waar we van oeverkant veranderden bij het kruisen van de N152 Aarschot-Herentals.
Voor ons lag nu natuurgebied de Kwarekken waar ik enkele jaren geleden, in mijn strijd tegen obesitas, alle paden letterlijk en figuurlijk heb platgejogd.Alhoewel ik dus wel wat parcourskennis dacht te hebben, vonden de parcoursbouwers hier toch een origineel traject doorheen het wirwar van singletracks.
Dit was leuk biken en de korte asfaltaanloop van het begin was reeds lang vergeten.
Dit zou een tocht met een erg hoog off-road gehalte worden.
Na het kruisen van de N19 Aarschot - Westerlo betraden we één van de schilderachtigste plekjes van Westerlo, parel der Kempen.
Over de Netedijk waan je jezelf in de sprookjesachtige middeleeuwen met aan de overzijde het kasteel van de Merode en aan de rechterkant nog mysterieuze turfwinningsputten die intussen met lissen begroeide vijvers zijn geworden.
Deze mooie plaatjes kregen nog een verlengstuk met de 57km splitsing die ons via de wipperschutting en het fietserbruggetje naar de Kaaibeekhoeve bracht.
In het Riet vervoegden we al snel terug de kortere afstanden om vervolgens richting Bergom te biken.
Met het provinciaal domein Hertberg voor de neus was er voor de meerwaardezoekers een prachtlus van de langste afstand aangelegd.
We doorkruisten de bosrijke omgeving met en tegen de groene en blauwe vaste blosoroute, tussendoor nog doorspekt met enkele eigen bevindselen.
Het gaf de tocht een originele aanblik en dat er regelmatig in tegenstroom met de vaste route gereden werd, hinderde helemaal niet. Deze sterk ondergewaardeerde route kent in de winter namelijk erg weinig bezoekers.
De voorbije droge periode had trouwens weinig modderstroken voorzien terwijl we eveneens bespaard werden van de natste doorgangen.
Na de samenvoeging der afstanden was het tijd om een bevoorrading te vinden in Blauberg.
Door mijn late vertrekuur was de zelfgebakken cake blijkbaar al verorberd door het onverwacht grote contingent bikers (600 naar verluid).
Een stukje banaan en een glaasje water moesten het dan maar doen want de hij geeft je vleugels-drank liet ik mijn maagwand liever niet aanvallen.
Ik stootte hier tevens op mijn ploeggenoot en wedstrijdrijder Jos zodat ik tevreden om wat gezelschap de tocht hervatte. Of het tempo van Jovano me niet te machtig zou worden moest ik maar afwachten.
We togen nu naar Averbode om in het recent opengestelde Averbodes bos een lusje te maken en vervolgens de Weefberg op ons pad te vinden.
Op en om de Weefberg werd een prachtig parcours uitgetekend waarbij de hoogtemeters flink aantikten en verschillende uitdagingen lagen te wachten.
Op het puntje van het zadel trachtte ik mijn nieuwe compagnon bij te benen, maar als hij op de zandheuvel aan de drukkerij zijn hardtail feilloos door het mulle zand joeg, moest ik toch passen.
Behoudens de gestegen snelheid was ook mijn hartslag aan hoge pieken onderhevig zodat ik me gelukkig prees dat Jos even later ook eens een hapering maakte die me toeliet terug bij te benen en zelfs het commando te nemen.
Oude rat Zjé nam het genoegen om op kop toch even te recupereren maar als mijn felle bikemaat terug de kop nam was het harken, puffen en blazen.
We kregen de trappistenklim, een lange en steile klim langs de zuidhelling voor de boeg.
Daar waar ik hem vorige woensdag in mijn eentje nog wist te bedwingen, bepaalde de vermoeidheid nu dat het grootste gedeelte al stappend zou overbrugd worden.
Iedereen rond mij moest trouwens van de fiets en getuige de vele voetsporen waren er hier vandaag nog niet teveel bovengereden.
Na het stevige Weefbergintermezzo werd richting Testelt gereden waar we de tweede helling die naam waard zouden vinden met de Rodeberg.
Weer zorgden de aangelegde tracks voor een afwisselend parcours met verschillende beklimmingen en singletracks die elke vierkante meter leken te berijden.
De technische moeilijkheden bleven nu wel beperkt zodat we de bike overal konden doordrijven. Drijven was misschien een understatement voor het krachtdadige optreden van Jos die op het randje doorheen de bossen en singletracks scheurde.
Daar waar ik meestal al freewheelend en cruisend mijn toertochten afwerk, was het ditmaal toch aanpassen. Kenners weten dat ik normaliter alleen in de Hagelandse chronorit mijn beste beentje voorzet.
Met het verlaten van de Rodeberg richting Wolfsdonk was ook het lastigste gedeelte achter de rug. Over vlakke paden waar enkele verharde stroken meer hun aandeel eisten, stopte ik me vakkundig weg achter Jovano. Met het terugkeren naar de heimat was namelijk ook de wind op kop een stevige tegenstander geworden en laat net kort in het wiel rijden één van mijn specialiteiten zijn
Zo kon ik eindelijk mijn hartslag naar een aanvaardbaar niveau laten dalen zodat de opdoemende Kapittelberg te Herselt geen problemen meer opleverde.
We flirtten nog eens met de rode blosoroute om vervolgens op de Molenberg de feeërieke klokkenkuilen te vinden. Tijdens de wintermaanden van mijn jeugdjaren leerde ik hier de eerste stuurmanskunsten op een aftandse crossfiets. Wat zijn onze dikke bandenfietsen intussen toch juweeltjes van techniek en materiaal geworden.
Omdat Jos het merendeel van het kopwerk tijdens de laatste kilometers voor zijn rekening genomen had, nam ik intussen bij mondjesmaat ook al eens het commando om hem achter mijn brede rug wat rust te gunnen.
Na het kruisen van de N19 was het trouwens uit met de pret. Een blik op mijn kilometerteller deed me besluiten dat de Raamdonkbossen nog voor wat extra kilometers zouden zorgen maar na een asfaltzone van enkele kilometers bereikten we via de Dieperstraat simpelweg terug de start- en aankomstzone.
Navraag bij Dany later op de dag leerde me trouwens dat hij ook slechts 52 km verzameld had op de tocht.
Op uitzondering van aanloop en binnenrijden was de slotsom toch dat we een fijne bikevoormiddag beleefd hadden op een uitzonderlijk mooi parcours.
Daar was zeker geen vlucht naar Egyp ..euh Bierbeek voor nodig geweest.
Ik ben Roger Van Bael, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Biker Zjé.
Ik ben een man en woon in Hulshout (België) en mijn beroep is Productieplanner.
Ik ben geboren op 21/12/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: zorgen voor mijn zoontje, vrouwtje en bike...in die volgorde.