Veel Aikido studenten (van beginners tot ervaren
studenten) maken zich zorgen over het praktische gebruik Aikido als
zelfverdediging. De atemis (aanvallen) in de dojo zijn vaak onrealistisch en
worden soms zwak uitgevoerd in kracht en snelheid. In de eerste plaats is het
belangrijk om te begrijpen dat de Aikido-techniek wordt toegepast tegen
gestileerde en geïdealiseerde aanvallen. Dit maakt de basisprincipes van
bewegingen in Aikido toegankelijk voor studenten. Veel Aikido technieken kunnen
niet effectief worden toegepast zonder de correcte atemi. Als de ervaring
groter wordt, moeten de snelheid en kracht van de aanval toenemen, zodat de
student de belangrijkste technieken van bewegingen in Aikido kan aanpassen aan
de verscheidenheid aan aanvallen.
Er is geen aanval in de kunst van de
Aikido-wereld. Als je aanvalt, betekent dat dat je jezelf niet kan controleren.
Doch loop ook nooit weg van een uitdaging, maar probeer je tegenstander niet te
onderwerpen. Laat aanvallers je benaderen op de manier die ze willen en ga dan
met ze mee.
Het fundamentele verschil tussen
aanvallen in Aikido met andere gevechtsporten is, dat hun doel niet is om
schade en verwondingen te veroorzaken aan de vijand, soms met dodelijk
resultaat, maar om afleiding te hebben dat soms niet langer dan een seconde
duurt, voldoende om het initiatief te onderscheppen voor een effectieve ontvangst,
op de voorwaarde van de Aikidoka zelf, te scheppen.
Aikido-technieken worden massaal geoefend
als verdediging, niet als aanvalstechnieken, doch om je Aikido-vaardigheden te
vergroten, moeten je je aanvalsvaardigheden dienovereenkomstig ook verbeteren.
Atemis moeten steeds krachtig en efficiënt uitgevoerd worden, anders zullen ze
niet het beoogde reactie creëren. De aanval en de verdediging zijn met elkaar
verbonden.
Yoko- en sho-menuchi en Chudan tsuki zijn hierbij de belangrijkste
aanvalstechnieken, met een slag naar de zijkant van het hoofd of recht op het
hoofd of naar de buik, respectievelijk. In aikido is dit vaak een wapenloze
simulatie van de zwaardaanval met dezelfde naam. Je gebruikt de rand van je
hand in plaats van een zwaard. De slag kan ook met een mes gedaan worden.
Ueshiba heeft altijd aan zijn discipelen herhaald dat de
natuur en Aikido dezelfde principes hebben. Een vogeltje vecht tegen de
weerstand van de lucht, maar het geeft niet om de wind, omdat het de windkracht
gebruikt als zijn voordeel. Ook in Aikido probeert de leerling te leren om de
kracht te veranderen in zijn eigen energie, niet om het te bestrijden. Hierbij
is Irimi de beweging waarbij de Aikidoka rechtstreeks in een aanvalsbeweging
binnentreedt en is één van de zeldzame technieken in Aikido dat harmonie
symboliseert. Als de tegenstander voor je aanvalt sta je in het volgende moment
achter de aanvaller. Bootst hierbij de draaiing van de aarde weer, begeleid de tegenstander
terug naar boven en krachtig terug naar beneden. Dat is Irimi nage. Het vereist
toewijding en dapperheid omdat het gepaard gaat met het zich binnen de sfeer
van de kracht van aanvaller te plaatsen. Bij Irimi zet men een stap vooruit, in
een schuine hoek op het moment van de aanval met een doorslaggevende toegewijde
intentie. Het momentum van de aanval in combinatie met de voorwaartse ingang
creëert een verrassende, onverwachte effect op de aanvaller.
|