De jo is
oorspronkelijk ontstaan uit de bo, een stok van 182 cm lang. De Jo is zo'n eenvoudig wapen dat het
vermoedelijk dateert van vóór de zwaard- of speertechnieken. De korte stok kan
nauwkeuriger zijn wanneer het wordt gebruikt om te steken in plaats van te
slaan. De langere stoktechnieken zijn beter geschikt voor formatiegevechten of
open slagveldbewegingen, maar het zou problematisch zijn in zwaar bebost
gebied. De Jo bij Aikido-toepassing is gemiddeld 127 cm lang.
Verschillende
auteurs verwijzen naar OSensei die met een zeer hoge vaardigheid met zwaard,
speer, geweer en bajonet overweg kon. Zijn leven is hierover zeer goed
gedocumenteerd en hij had certificaten van verschillende vechtsporten. Er is echter
één certificaat dat afwezig is: die van de Jo-beoefening, nochtans een zeer
beroemd Aikido-wapen.
OSensei was erg
goed in het observeren en absorberen van wat hij zag toen hij vele ervaren
vechtsporters met wapens door middel van demonstraties zag, doch wat OSensei
van de Aiki-Jo overhield, waren voornamelijk fragmentarische bewegingen. In het
naoorlogse Japan werden veel vechtsportenscholen gesloten. Door het onschuldig
aspect van de houten stok, gebruikte Morihei vaker de Jo in combinatie met zijn
kennis van speer en geweer en zou de Aiki-Jo officieel voor het eerst gebruikt
hebben bij een demonstratie aan een groep politieagenten, beter bekend als de
Iwama Aiki-Jo. De Aiki-Jo is waarschijnlijk een samensmelting van veel
verschillende vormen van input die Ueshiba heeft opgedaan bij het observeren
van talloze experts. Hij heeft toen veel geëxperimenteerd, vooral tijdens de
Iwama-jaren (1944-1955) (die later werden geformaliseerd door Saito Sensei).
Maar de meest voor
de hand liggende vraag is of het echt iets uitmaakt? Uiteindelijk is een Jo een
stok, een incidenteel wapen dat niet nodig is om er een aparte
Aikido-oefening of een heel andere manier van bewegen van te maken.
|