Als een kip met een roggenrug, worstel ik me al een aantal maanden door het leven. Mijn vorige heler stortte zijn zweetdruppels tevergeefs op mijn lijf. Het was een softie die mijn lichaam amper onder zijn handen nam en me bij het eind van de sessie veel geluk toewenste.
Kruiwagens boordevol tuinaarde kan ik niet meer heffen, spa en bruis met zijn zessen zijn te zwaar, achterwaartse veegbewegingen worden tot een strikt minimum herleid en voor het oplossen van nachtelijke sudokus heb ik meer dan vier kussens nodig. Katjes moeten noodgedwongen op hun eten wachten tot na mijn dagelijks roderen.
Hoog tijd dus voor een alternatieve opinie die me moet bewijzen dat osteoporose, venenvernauwing en/of botkanker nog eventjes verder dan mijn bed liggen.
De verse osteopaat, die niet erg opkeek van mijn bezwaren, noteerde vluchtig zijn to-dos: rugklachten die hun weerslag hebben tot in mijn allerkleinste teentje, schoudergewrichten die niet meer naar behoren functioneren en nekspiertekortkomingen die me hinderen bij het naar achteren kijken.
Eerst op de rug, Artemis! Ik mag me gelukkig prijzen dat ik op de valreep een bijpassend setje vond en me vooraf ontdaan had van de overtollige haargroei.
Voeten worden op negentig graden geplooid, benen worden dooreen gemixt, mijn bekken wordt vervormd zodat het nog amper een centimeter op het laken blijft plakken en die man gebiedt me nog net op tijd om te relaxen. Artemis kleeft aan zijn lippen en doet alles wat hij met zachte stem voorzegt. Haar bekken draait gewillig, haar nek spuwt gretig lucht. De schouderbladen zijn niet gewillig en veroorzaken een nauwelijks te bedwingen pijn. Ik krijg korte adempauzes. Maar de aantrekkelijke man is nabij en een vrouw huilt nooit.
Volgende week hoef ik nog niet terug te komen. De manipulatie zal nog enkele dagen van zich laten horen, de pijn zal langzaam wegebben.
Typische klachten, ze zijn niet van onvoorbijgaande of ongeneeslijke aard. Volgens hem ben ik niet te dik en niet te oud. Mijn adrenaline zou nog kunnen stijgen. Tussen pijn en zweet hadden we een onderhoudende conversatie.
Mijn lichaam kraakt verder, de momentane pijn is al lang vergeten omwille van de verzachtende omstandigheden.
Een vrouw moet zich af en toe eens laten manipuleren door een wijzer man.
15-02-2007
Een poging tot fictie...
Men neme een willekeurig voorwerp, men notere de twintig eerste gedachten die dat voorwerp bij je oproepen, en men schrijve - allez, men probere - pure fictie te ontwikkelen. Alzo stelde lerares Leen het ons voor. Die twintig woorden dienen enkel als leidraad, je hoeft ze ook niet allemaal te gebruiken of te verwerken in hetgeen je wil schrijven. Het belangrijkste is dat je fantasie hiermee geprikkeld wordt. Op mijn bureel staat zo een voorwerp (zie foto hieronder) waarvan ik niet weet wat het voorstelt. Het kon ook een ander object zijn geweest. Elkeen heeft wel zoiets in huis. Onbeduidend, verloren, onbenullig en toch boeiend. Je zou het anders kunnen bekijken en beschrijven, dat is net het leuke van deze oefening. Ik koos dus twintig willekeurige woorden die het object, dat naast me staat, volgens mij beschrijven:
antiek
handbewerkt
hoefijzer
hout
kerk
klimmende aap
maden
nagel
ornament
ophangen
relikwie
rijk
tierlantijntjes
toren
trap
urn
versleten
vestingmuur
verering
vesting.
Mijn fantasie werd inderdaad geprikkeld en mijn allereerste fictieverhaaltje kwam zo tot stand, steeds vatbaar voor verbetering én interpretatie.
"Er is geen ontkomen meer aan. De vesting die de apenmensen in zee hebben gebouwd, houdt geen stand. Haar fundamenten brokkelen af en worden meegesleurd als klein visgoed voor de hebberige haaien. Het kasteel wordt bekogeld met napalmbommen, chemische mosterd en verschroeiende zonnebollen. De laatste ontsnappingspoging wordt ingezet. De acht overblijvende krijgers zetten zich schrap voor het ultieme overlevingsproces. Als bezetenen nestelen ze zich in elkaar en vertrouwen op het evenwicht van die met de sterkste staart. De achterflank wordt resoluut gebroken en valt krijsend neer in het kokende water. De laagste klimmers grijpen zich naar boven, zij die nu doelwit vormen voor het mensdom dat ooit volgen moet. Krampachtig hijsen ze zich naar de top waar de zoon van Aghmalis zijn vaders urn heeft verborgen. Ahmalis, de god van de ozonvrije planeet. Slechts vier krijgers overleven de slachting, zijnde de elite van het apenrijk. De flank wordt steiler, de hitte ondraaglijk, de zege is in zicht. Lismalis, de kleinzoon van de koning, komt als eerste boven, triomfeert en valt neer in de nagel des verderfs.
Het kasteel was in opbouw voor een onverwachte aanval. Die lacune heeft ons het mensdom gekost."
Lijkt het u iets?
14-02-2007
Freewriting
Op het allerlaatste nippertje kopieerde ik mijn huistaak in dertien exemplaren en was een minuut te laat in de les. Het voorlezen ervan werd uitgesteld tot na de krokusvakantie. Had ik dat geweten, had ik het bloggen niet gelaten. Enfin, we zouden het vandaag hebben over fictie. Eindelijk zou ik de plechtstatigheid van mijn schrijven overtreffen. Een halve rookstop om geen tijd te verliezen.
Een onbekend voorwerp beschrijven terwijl je het enkel mag voelen of zien is geen makkie. Er een fictieve scène van maken als je dat ding en zijn gebruiker ook nog een vreemde naam moet geven, is veel moeilijker. Vooral als metaforen, vergelijkingen en een pointe het stuk moeten opfleuren. Je staat ervan versteld welke staaltjes literatuur uiteindelijk uit een pen kunnen vloeien. Schrijven zullen we, als Leen het ons gebiedt. Geen gedraal, de volgende opdracht volgde meteen. Een doorschrijfoefening, een pen in beweging, une écriture automatique, a freewriting, dat zouden we creëren. Als ze het startschot gaf, moesten we beginnen met schrijven zonder ook maar één keer onze pen van het blad te lichten, tot ze het stopteken gaf. Oké, het eerste zinnetje kregen we cadeau: Een geur van vroeger die ik me herinner, is hetparfum dat Gelukkig moesten we dit gekrabbel niet voorlezen; ik was al aan mijn tweede pagina toe. Het was slechts een aanloop tot ons volgende huiswerk. "Onderlijn hieruit het belangrijkste stuk voor jou en maak er een fictieve scène van. Verander en vervorm vrij de personages en gebeurtenissen en begin met een actie". Ja, Artemis, begin er maar aan!
Weer veel geleerd vandaag. En dan heb ik het nog niet over dat onbekende voorwerp dat niet te beschrijven valt. Ik maakte er een uitdrijvingsritueel van, in Afrika. Waar ik leerde horen, zien en schrijven.
08-02-2007
Bankwissel
Waarom gebeuren deze dingen altijd met mij?
Vrijdag, er wordt gebeld door, naar ik achteraf verneem, een van de zevenentwintig opgetrommelde vrijwilligers, om mij een brief te overhandigen.
De Argenta bank verhuist van de ene dag op de andere, wegens onenigheden binnen hun huishouden. Ik voorzie om volgende week eens een kijkje te gaan nemen.
Donderdag nadien: een telefonische oproep van de vroegere Argenta bank. Of ik even langs wil komen voor een gesprek. Ik maak een afspraak voor diezelfde namiddag.
Wat blijkt? De Argenta bank bestaat niet meer, ik zie nieuwe affiches, ze zijn nu Axa geworden.Kunnen die nu ook al bankieren?Ik kijk een vrouwtje na dat naar de elektronische bankautomaat loopt. We gapen samen naar een bijna toegemetst gat waar we enkel nog een half hoofd van de metser zien verdwijnen. Het beeld is bloedserieus maar heel erg grappig.
Binnen word ik verwelkomd door twee vettige - je weet wel, niet echt vettig maar onnatuurlijk vriendelijke - mannen in zondagskostuum. Komt u binnen, komt u binnen, mevrouw. Wij willen het met u graag eens hebben over de aanbiedingen die we voor u speciaal in petto hebben. Voordeliger dan bij Argenta, wij zijn onschuldig in deze hele zaak en zijn tot alles bereid voor onze klanten.
Ik vraag die mannen hoe ze aan mijn naam komen vermits ik (nog) geen klant ben. Zenuwachtig vertellen ze me dat ik uit het plaatselijk telefoonboek werd gehaald. Wat een geheugen! Ik laat ze even hun zegje doen, luister naar de verschillende spaaracties waarmee ze me willen vangen en deel hen dan nuchter mee dat ik ooit koos voor Argenta en geen enkele bedoeling heb om daarin verandering te brengen.
Ik vermijd hen te zeggen dat ik slechts een piepklein niemendallespaardertje ben.
Maar mijn nieuwsgierigheid is intussen wel gewekt. Waar is mijn bank gebleven? Prompt ga ik ernaar op zoek en vind ze in een inderhaast opgekalefaterd kantoortje in niemandsland.
Onenigheid dus, de vrouwelijke secretaresse koos ook voor de nieuwe bank en heeft waarschijnlijk het adressenbestand meegepikt. Alles is oké mevrouw, u kan ons, als steeds, blijven vertrouwen.
Ik vraag me af hoe die andere 999 klanten zullen reageren.Zullen ze die quatschgeloven?
Mij zijn ze in ieder geval kwijt, allebei. Ik ga voor mijn luttele spaarcentjes op zoek naar een andere bank. Of nee, ik stop ze nog liever gewoon in een oude sok.
07-02-2007
Poetsdag
Veel heb ik er niet, zo van die dagen waarop het onvermijdelijke kwaad moreel niet langer uitgesteld kan worden. En toch, mijn dochters zijn niet astmatisch, hetgeen nogmaals wetenschappelijk bewijst dat elkeen kan immuun blijven voor stofdeeltjes. Op voorwaarde natuurlijk dat er niet te veel gepoetst wordt. En dat doe ik doelbewust en gemakshalve enkel wanneer iemand klaagt. Bezoekers hebben de eerste dag meestal geen last van hun verblijf alhier, invités brengen hun inhaleerspul mee met de nodige zuurstof voor de dag nadien ofblijven liefst niet overnachten.
Poetsen plan ik weken van tevoren en ik geef mezelf nog een speling van een aantal dagen voor het trotseren van deze psychische afgang en fysische martelgang. Alles op zijn gemak; een vrouw leeft tenslotte langer met minder huishoudelijke stress.
Op die bewuste dag rek ik het oplossen van de sudoku extra lang en probeer ik tal van redenen te verzinnen om toch maar niet aan de verloren-tijd-corvee te moeten beginnen. Vervolgens krabbel ik op mijn schrapbriefje de plekjes neer waar het vuil zich dit keer het meest heeft opgehoopt.
Douchen hoeft niet, haar kammen en tanden poetsen evenmin, deuren worden dubbel vergrendeld voor onaangekondige rustverstoorders. Geen kat hoef ik uit huis te jagen; het tevoorschijn halen van de stofzuiger is efficiënt genoeg. Hun fobie dateert van jaren geleden, toen ik plots de ingeving kreeg dat je ook haren uit een kat kan zuigen.
Dan pas ga ik chaotischer te werk. Matten worden brutaal uit de achterdeur gegooid, verloren muizen worden gededecteerd en stijf, stinkend en staartgewijs bij de buren gecatapulteerd, beddengoed wordt verschoond en spinnen worden "voorgoed" opgezogen.
Ik lach me te pletter met mijn eigen onhandigheid. Deftig poetsen zal ik immers nooit kunnen, ik wil die taak alleen maar sneller voor mekaar krijgen dan de doorsnee huisvrouw. Mijn nachtjapon wordt in een wervelfurie meermaals hooggezogen, aftrekkers knallen tegen Ikea-lampen en ik zing. Ik zing van: Het leven is meer dan afwassen alleen of Meister Proper putzt so sauber, dass mann sich derin spiegeln kann (overgehouden aan mijn verblijf in Zwitserland) of ook O sole mio.
Crschcrsch, de nieuwste tweede oorbel van mijn dochter is meegezogen. Pfugfluft , ook het parapluomhulsel is plots weg. Cratsch..., daar gaat het snoertje van de GSM-lader.Te noteren in mijn to-do-boekje: zoeken uit stofzuigerzak: één oorbel en een GSM-kabel. Het parapluhoesje hoef ik niet meer. Ik pulk er later alles wel weer uit, als ik het niet vergeet.
Mijn huis ruikt naar steen, naar laminaat, naar harenvrij. Het ruikt naar binnen onafzienbare tijd opnieuw beginnen.
Moet ik potverdorie nog een keertje poetsen voor die bloggers, eind maart! Hopelijk vegen ze hun voeten, de ignoranten!
05-02-2007
Babi
We hebben een speciale band, wij tweetjes. En dit om verschillende redenen. Babi is het jongste katinneke uit mijn poezenfamilie. Ze is al bijna drie jaar maar blijft erg schattig en klein. Ik kreeg ze van mijn beste vrienden, daarom is ze me nog dierbaarder. Babi is anders dan andere poezen. Ze is steeds tevreden, zeurt nooit om eten, doet de grappigste kunstjes en verandert elke dag van bed. Ik vind haar op de onmogelijkste plekken tot in de pijpleidingen van de konijntjes. Erg sociaal is ze niet, ze knuffelt nooit op bevel en moet zich nog steeds verweren tegen de vijf oudere huisbewoners van haar soort. Ze is de enige die op mijn bed mag slapen enkele dagen voor het dekbed verschoond moet worden. Maar Babi is al een tijdje ziek. Ze heeft de ongeneeslijke ziekte Rodent Ulcer, een auto-immuniteitsziekte. Deze aandoening uit zich in infecties op haar snoetje en onderlipje. Ze krabt de wonden steeds open, tot bloedens toe. De dierenarts heeft weinig hoop voor mijn lievelingskatje. De medicatie die ik in haar eten strooide, heeft ze ontdekt en afgewezen. De enige manier om haar te laten leven is een cortisonespuit, om de veertien dagen. De arts had nog een andere optie: haar het levensbeëindigend spuitje te geven. Deze oplossing komt voor mij niet eens in vraag en ik weet zeker dat Babi het ook niet zou willen, moest ze kunnen praten. Ze voelde het, dat kleintje, dat ze vandaag weer in het poezenmandje moest. Ze stribbelt, zoals steeds, niet tegen en geeft geen kik. Overmorgen klimt ze weer dartel in de hoogste toppen van de bomen, komt ze weer om korte knuffeltjes bedelen. Dan vind ik haar weer in een nieuw ontdekt bed en kijkt ze me weer begrijpend aan met die guitige oogjes. Mijn gordijntje moet blijven leven!
01-02-2007
Beseffen dat je ouder wordt
Het epileren van je bovenlip wordt moeilijk zonder leesbrilletje, er blijven al eens lange haren op je onderkin staan zonder dat je er weet van hebt. Plots zie je ze, in de januarizon, tijdens het lappen van de ramen. Je wordt boos omdat je dochters je er niet attent op maken. Och dochters, zij die de puberteit uiteindelijk hebben doorstaan, zien moeders enkel nog in hun overbodige moederrol en kijken snel heen over een niet ontwaard haartje.
Mijn deodorant en mascara komen ze nog wél pikken, gelukkig maar. Voor Kerst kreeg ik van hen een gel voor de ouderwordende huid. Het licht boven de badkamerspiegels wordt bewust gedempt, pashokjes die me een al te reële spiegel voorhouden worden vermeden, en aan het toekomstige zomerkleurtje besteed ik de laatste jaren veel te veel hoopvol belang.
Heupen deinen uit zonder dat je er iets voor hoeft te doen, borsten gaan hangen, zelfs ondanks de koud/warme douchestraal. Het borstvoedingsexcuus van toen geldt niet meer.
Beseffen dat je ouder wordt, is een regelrechte verschrikking. In een lichaam moeten leven waar je geen affiniteit mee hebt is nog veel erger. Ik begrijp vrouwen als Cher en Madonna die hun eeuwig jeugdgevoel willen vereenzelvigen met hun lichaam. En toch heb ik angst voor het verlies van mijn spontane (wegens botox-)lach, de wezenloze uitdrukking in mijn ogen, het niet herkennen van mijn eigen ik als een dokter me zou verbouwen in een wezen waar ik me beter in zou moeten voelen.