Wij verlaten in deze zesde week de kaaien en slaan de richting in van de kathedraal. Via de Suikerrui begeven wij ons naar de Grote Markt waar een prachtige fontein de aandacht trekt.
Gespannen als een boog, de arm geheven.
Monument van kracht en vol van leven.
Eén hand in de lucht, klaar om weg te werpen.
Vier naakte vrouwen dragen water
Dat wegstroomt onder zacht geklater,
Op de eeuwenoude markt van Antwerpen.
Dit middelste deel van mijn zesde gedicht over onze stad, werd door de uitgever, Boekscout.nl, weerhouden voor de cover van mijn boek. Een mooie keuze want het beeld van Jef Lambeaux, onthuld in 1887, is werkelijk prachtig. Moest het in witte marmer gemaakt zijn dan kon het gerust geplaatst worden naast de fonteinen van Bernini op de Piazza Navona in Rome.
Het beeld vertelt het verhaal van de Romeinse legioensoldaat, Sylvius Brabo, die de reus Druon Antigoon versloeg om daarna diens hand in de Schelde te werpen. Volgens sommige bronnen zou uit deze legende de naam Antwerpen (hand werpen) ontstaan zijn. De foto's 1 tot 4 leiden je naar de fontein toe, met op de achtergrond het stadhuis. Verder zien wij meer details met onder meer 4 vrouwen die het water lijken aan te dragen.
Opmerkelijk is dat Brabo de hand niet in de Schelde lijkt te werpen maar eerder in de richting van de stad. Bovendien gebruikt hij (volgens atletiekprincipes) een verkeerde techniek: de werphand boven het steunbeeld ( terwijl de werphand normaal aan de tegenovergestelde zijde van de steunvoet hoort, zoals een oud-collega turnleraar terecht opmerkte na het lezen van mijn boek).
De tweede reeks foto's toont onder meer een draak met opengesperde muil, het onthoofde lijk van de reus en tenslotte enkele beelden van de zelfde kunstenaar op een andere plaats.
Vlak bij de Grote Markt, op de hoek van de Suikerrui en de kaaien vind je meer prachtige beelden van de hand van Jef Lambeaux (1852 - 1908) die overigens een geboren Antwerpenaar was.
Eén van de eerste stenen gebouwen in Antwerpen was het Steen. Zoals in het gedicht beschreven wordt, maakte het deel uit van de vestingwal rond de stad (13de eeuw). Er waren toen nog geen kaaien, die kwamen er pas bij de verbreding van de Schelde in de negentiende eeuw. Op de foto's kan je de verdere geschiedenis van het Steen lezen. Onder het bewind van Keizer Karel V werd de vesting omgebouwd tot een kasteel en vanaf 1549 gebruikt als gevangenis tot in 1823.
Het Steen werd een scheepvaartmuseum in 1862 en behield deze functie tot in 2008. In 2011 verhuisde de collectie naar het nieuwe Museum aan de Stroom (MAS).
De eerste reeks foto's vertrekt van op het fietspad en maakt via het Steenplein een overzicht rond het Steen, om te eindigen boven de ingang (foto 9). Hier bevindt zich een door erosie aangetast beeldje van de Keltische god van de vruchtbaarheid, Semini.
De tweede reeks foto's brengt ons naar de binnenkoer waar wij een mooi kruisbeeld zien en enkele prachtig gekleurde ornamenten (boven het raam en boven de ingangsdeur). Via een gedenkplaat van de heropening van het scheepvaartmuseum in 1958 wandelen wij naar het Noorderterras. Hier heb je een schitterend zicht op de Schelde en op de mooie huizen van de Jordaenskaai. De voorlaatste foto toont het Steen in volle zomer, de laatste op een koude winteravond.
Toen ik een jaar of tien was, heb ik zijn verhaal gelezen en het is mij altijd bij gebleven. Vandaag kan je zelf in grote lijnen de geschiedenis van deze figuur lezen op de kaaien. Wie de eerste foto's goed bekijkt en een beetje tussen de lijnen leest, merkt op dat Lange Wapper ontstaan moet zijn uit de verbeelding van de mensen. Zo komt hij als Antwerpse geest voor in heel wat verhalen: de ene keer als reus, de andere keer als een zwarte kat. In deze twee gedaantes brengt Willy Vandersteen hem terug tot leven in zijn stripreeks van 'Suske en Wiske', meestal in het gezelschap van de Zwarte Madam en Kludde de Watergeest.
Volgens sommige verhalen vermomde hij zich zelfs als een zuigeling om moedermelk te kunnen drinken. Vanwege zijn angst voor de beeltenis van de Heilige Maria plaatsten veel Antwerpenaars een Mariabeeldje op de gevel van hun huis zodat hij op die plaatsen nooit meer terugkwam. Uiteindelijk werd hij zover teruggedreven dat hij in de Schelde verdronk...