Als er al eens een gaatje in de lange rij vrachtwagens komt, dan wordt het vlug opgevuld door een volgende vrachtwagen. Je lijkt soms naast een bewegende muur te rijden. Eender waar je in Antwerpen de ring neemt, het verschijnsel van die rijdende muur maakt steeds deel uit van het decor. Een echte verademing als je die drukke banen kan verlaten of rustig over een fietspad kunt bollen zonder al dat voorbijrazend verkeer.
Als je het vrachtverkeer en het woon-werkverkeer al eens zou verminderen door meer gebruik te maken van de spoorwegen en het vervoer over water, dat zou ons heel wat verkeersleed besparen. Helaas lijkt die oplossing nog niet zo eenvoudig door de weinig optimale verbinding tussen de producenten en hun consumenten, lijkt het mij. De trein is nochtans een weinig vervuilend vervoermiddel dat al meer dan een eeuw zijn degelijkheid bewijst.
Vervoer over het water heeft het grote voordeel dat er een enorme hoeveelheid tegelijk kan vervoerd worden. Hopelijk zoekt men in de toekomst meer in die richting naar een oplossing voor het vastlopend verkeer.
Bus en tram vormen eveneens een goed alternatief om het verkeer te ontlasten. De aparte beddingen voor beide soorten voertuig bieden een groot voordeel: op deze manier ontsnap je aan heel wat files. Uiteraard is ook die manier van vervoer onderhevig aan dienstregelingen, stakingen en vertraging maar meestal kan je wel vrij snel op je plaats van bestemming geraken, en maak je daarbij de lucht wat minder vervuild dan al die aanschuivende auto's en vrachtwagens.
Het Middelheimmuseum is één van de plaatsen in Antwerpen waar je zeker een bezoek aan moet brengen.
Een eerste vermelding van het domein vinden wij al terug in 1342. In de achttiende eeuw werd het kasteel omgebouwd in Louis XVI - stijl. In 1910 werd het domein in zijn geheel aangekocht door het Antwerps stadsbestuur en opengesteld voor het publiek. In 1950 huldigde toenmalig burgemeester, Lode Craeybeckx het domein in als openluchtmuseum. In 1971 bouwde men het Braempaviljoen als overdekt museum.
In 2000 tenslotte werd het gebied met 7 ha uitgebreid tot een 27 ha groot terrein.
Wij komen langs de grote ingangspoort binnen en botsen al dadelijk op een eerste kunstwerk. Een beetje verder passeren wij een kromgebogen zeilbootje dat net boven water hangt. Bij het verder stappen, wandel je van het ene mooie beeld (Despeau, Renoir) naar het andere: echt een aanrader!
Her en der verspreid in het groene gras vind ik mooie en andere beelden terug. Ieder zijn smaak natuurlijk... Een heel bijzondere ijzeren vogel (Friedrich Werthmann), een indrukwekkend liggend naakt (Wieland Forster) dat in de zon ligt te blinken, beelden van Manzu, Mascherini, de hond van Stadler, een vreemde reuzenbol: probeer vooral te genieten van de kunstwerken die je mooi vindt.
Een jong meisje (Giacomo Manzu) wacht ons op terwijl iets verder de droefheid afstraalt van een duo. Enigszins verbaasd kijk ik naar een zuil waarop een zwevende man steun zoekt op een wat apocalyptische vogel. Onderaan heeft een auto zich op onreglementaire wijze geparkeerd tegen de massieve zuil.
Dan duikt het Braempaviljoen op (in 1971 aangelegd door de bekende architect Renaat Braem als overdekt museum, maar reeds twee jaar gesloten in 2013). Binnen bevinden zich heel wat houten kunstwerken, maar die zijn enkel door de ruiten te bekijken.
Van het Braempaviljoen wandelen wij willekeurig door het park en wij botsen al dadelijk op een mooie torso, afkomstig van de Belgische kunstenaar, Georges Minne. Iets verder een beeldengroep van Pablo Serrano, een zittende dame (Krop), nog een zittende dame, een vrouw met kind (Mari Andriesen), alweer een zittend naakt (Georges Grard) en 3 dames naast mekaar. Deze kunstwerken staan verspreid op een grote grasvlakte waar het in de zomer zalig is om te vertoeven.
Via enkele moderne beelden, o.a. van Pablo Gargallo, komen wij aan een bisschop (Giacomo Manzu), om te belanden bij een reeks klassieke beelden (denkende vrouw), een liggend naakt van Aristide Maillol, een prachtig mannelijk naakt van de wereldberoemde Auguste Rodin tot bij een schitterende boogschutter (E. A. Bourdelle). Heel mooie beelden en de moeite waard om even bij stil te staan.
Mooie beelden: soms modern( Henry Moore), soms klassiek (Rik Wouters), een buste ( Arthur Dupon), een man met een doorkijkopening in zijn borst, de constructie Bidon Bleu van Roman Signer (lijkt wel een super-schuif-af), een netwerk van draden die centraal vertrekken en verbonden worden met de bomen... Niet allemaal even begrijpbaar maar kunst.
Wij bevinden ons echt op het terrein van de experimentele kunstwerken: omgevallen huizen, een door stellingen omgeven fontein, een paviljoen met opgehangen, kleurrijke vormen en nog meer zaken waar je, je wel vragen bij kan stellen, tot wij aan een vreemdsoortige houten brug komen.
Tenslotte verlaten wij het Middelheimpark langs de brug van Ai Weiwei, beter gekend als 'The bridge with no name'(kunstwerk van 2012). Niet ten onrechte wordt de bezoeker verwittigd voor de moeilijke passage over die brug... Aan de buitenzijde vinden wij nog verschillende mooie beelden, o.m. van José Vermeersh en wij belanden uiteindelijk aan een opslagplaats waar talrijke sculpturen wachten op een restauratie of misschien wel een tweede leven. Prachtige werkstukken bevinden zich hier, een mooi einde van een interessant bezoek aan dit openluchtmuseum.
De Grote Markt van Antwerpen is één van de trekpleisters van onze stad. Oorspronkelijk was dit een Frankisch plein (driehoekig dus). Mooie zestiende en zeventiende-eeuwse gildenhuizen en reconstructies ervan vormen samen met het stadhuis een uniek decor.
De eerste foto toont ons een luchtzicht waarop je die driehoekige vorm duidelijk terugvindt. Onze rondgang vertrekt van op de Suikerrui, aan het hoekgebouw waar nu één van de vele horecazaken, Ultimatum, is gevestigd. Van daar wandelen wij richting kathedraal en volgen de gevels. Vijf trapgevels naast mekaar en dan op de hoek een groot wit gebouw, Stella Noord. Dan gaat het verder naar café De Valk, waar wij de hoek omdraaien. Hier was vroeger het centrum van het uitgaansleven in de stad met de ene dancing naast de andere. Prachtige gevels van eeuwenoude gebouwen, en dat geldt eigenlijk voor haal deze buurt.
Verbazingwekkend hoeveel verschillende soorten gevels hier probleemloos naast mekaar pronken zonder dat dit stoort. Wij zien eerst een driehoekige puntgevel, daarnaast een (veel oudere) trapgevel en tenslotte een klokgevel. Deze laatste is mooi versierd met aan de top een beeld. Een beetje verder zien wij op de nok van elk dak mooie beelden die blinken in de zon. Het grootste huis (het pand van Spanje) stamt reeds uit 1580. Je kan het goed herkennen aan het prachtige beeld van Sint-Joris en de draak. De meeste beelden op deze daken zijn van de hand van de Antwerpse kunstenaar, Jef Lambeaux.
Aan het einde van de Grote Markt merken wij 2 cafés met bijna dezelfde naam: Den Bengel en Den Engel, heel bekend in Antwerpen en omstreken.
Tegenover het stadhuis tenslotte, staat de vrijheidsboom, geplant ter ere van de 50ste verjaardag van de bevrijding van Antwerpen (einde Wereldoorlog 2 op 3 september 1944).
Reeds besproken in gedicht 10 (tiende week dus), is het stadhuis. Dit imposante gebouw vormt het einde van de Grote Markt. De ingang bevindt zich aan de zijkant waar ook het vrijheidsbeeld zijn definitieve plaats gevonden heeft.
Van het De Coninckplein kan je naar het Centraal Station via de Van Wesenbekestraat. Daar stap je dan langs de 2 stenen leeuwen die deze Chinese wijk afschermen, een straat met bijna uitsluitend Aziatische handelszaken. Een straat met een slecht wegdek overigens, waar het als fietser niet eenvoudig is om overeind te blijven tussen de tramsporen en de uit verband liggende kasseien. Uiteindelijk kom je aan de Gemeentestraat, waar je passeert onder de Chinese poort.
Eens je onder de poort doorwandelt, passeer je opnieuw twee stenen leeuwen. Het voetstuk is opgesmukt met Chinese letters, moeilijk leesbaar voor niet-chinezen maar je vindt er wel o.a. de naam van Ludo Van Campenhout (schepen van Antwerpen) en enkele Engelse zinnen die verwijzen naar Antwerpen en de Chinese gemeenschap. Blijf je nog even in de Van Wesenbekestraat dan heb je een mooi en bijzonder uitzicht op het Centraal Station.
De poort zelf werd in 2010 gebouwd met elementen die rechtstreeks uit China zijn ingevoerd. Jammer genoeg moest deze nieuwe poort al in 2011 opnieuw in de steigers omdat sommige onderdelen loskwamen. Sinds eind september 2013 is deze fraai versierde poort terug vrij te bezichtigen in al zijn Chinese schoonheid.
Naar het Noorden toe, richting Antwerpen Dam, komen wij op Het Sint-Jansplein dat in 1870 werd aangelegd op een deel van het oude bastion. In 1920 (bijna 100 jaar geleden) koos men voor een heraanleg met grote groene bomen en een mooie kiosk, ongeveer in het midden van het plein. Daarna volgden nog verschillende keren een heraanleg: in 2002 kreeg het plein zijn huidige vorm met een grote ondergrondse parking, opnieuw mooie rijen bomen en een aangepaste verlichting. Regelmatig vinden hier culturele en sportieve manifestaties plaats.
Wat niet iedereen opvalt, maar toch belangrijk: aan de kant van de Vondelstraat bevindt zich een sculptuur van de Antwerpse beeldhouwer Panamarenko, genaamd 'Pepto Bismo' of zoals het in de volksmond wordt genoemd, het vliegerke. Volgens de website van het Sint-Jansplein is het mogelijk dat deze figuur met zijn 6 propellers kan opstijgen maar dat zijn landingsplaat steeds het plein zal zijn.
Maar soms kan het hier ook geweldig druk zijn. Op woensdag en vrijdag nemen de marktkramers bezit van dit grote plein. Als je op die dagen over het plein wil wandelen, moet je soms op de koppen lopen. Bijgaande afbeeldingen tonen het multicultureel karakter van onze marktgangers. Pepto Bismo bekijkt het van uit de hoogte en denkt er het zijne van...
Het oude gebouw van de politie, de toren van de Oudaan, is beslist de moeite van een bezoek waard. Toen ik die kans kreeg, heb ik ze dan ook gegrepen en het werd een interessante uitstap in de geschiedenis van de politie van Antwerpen. Het gebouw is ontworpen door Renaat Braem, het dateert van 1958 en werd in 2002 geklasseerd als monument. Een (te kleine) lift brengt ons naar het twaalfde verdiep waar een politieman ons op deskundige wijze door het politiemuseum leidt. Je merkt onmiddellijk het verschil in taal tussen de negentiende eeuw en nu (policie) maar het is best boeiend om de evolutie van dit gerechtelijk instrument te volgen. Het bijhouden van de geschreven archieven bv, verschilt enorm met het huidige informaticasysteem.
Wapens in alle formaten,
vesten en kogelwerende platen.
het ene na het andere verhaal,
dat alles verteld in politietaal.
Of het waar is, is te nemen of te laten...
De gardeville werd intussen een wijkagent en de gebruikte methodes en uniformen lijken niet meer op de huidige.
De uniformen van de politie door de jaren heen, politie te paard en de evolutie van de uniformen tot de huidige werkkledij (helmen, petten en gevechtskledij inbegrepen) tot schietschijven toe: alles wordt hier uitvoerig getoond en op een humoristische wijze uitgelegd. Zelfs de politiehond (een opgezet exemplaar dan) ontbreekt niet...