Zebra's, nog meer mooie kunstwerken, het gebouw met de aquaria en dan terug naar buiten, op weg naar de leeuwen. Opvallend: waar vroeger (twintig, dertig jaar geleden) veel roofdieren in een kooi werden opgesloten, hebben ze nu een groot terrein in open lucht en niet meer achter tralies. Het maakt alles zowel voor de bezoekers als voor de dieren veel natuurlijker en vooral aangenamer. Je ziet de dieren als het ware in hun eigen (micro)milieu.
Hier buiten, in het warme zonlicht, liggen de dieren lui te rusten. De mannetjesleeuw die eerst nog wakker was, lag een halfuurtje later te slapen, net als zijn wijfje en de tijgers. Heel anders gaat het er aan toe in het dolfinarium: veel actie, veel publiek en helaas weinig vrije zitjes...
Op weg naar de uitgang verbaast ons nog de mooie architectuur van het centraal station en de diverse prachtige kunstwerken die wij her en der opmerken. 22 , misschien veel geld, zo'n bezoek aan de dierentuin maar toch zijn geld waard, zeker op een warme augustusdag!
Het gebouw van het Loodswezen is een prachtig complex in renaissancestijl dat werd ingehuldigd in 1894. Van hier werd het binnenkomend havenverkeer geregeld. In 2003 werd dit gebouw toegewezen aan de Vlaamse gemeenschap. Je hebt een mooi zicht op dit gebouw van op het dak van het MAS, maar eveneens van op het fietspad langs de kaaien.
Zoals je ziet ligt het Loodswezen vlak bij de Schelde en dus ideaal om alle verkeer op de stroom te controleren.
In 1892 werd gestart met het optrekken van het gebouw van het Loodswezen, een concept in renaissancestijl. Verschillende zeevaart- en havendiensten vonden hier onderdak, vlak bij het Bonapartedok.
Als je achter het gebouw doorwandelt, heb je een prachtig zicht op de Schelde: inkomend en uitvarend verkeer zijn uitstekend te volgen van op een bankje dat je plaats geeft, vlak bij het monument voor de geseuvelde zeelieden. Kijk je naar het gebouw zelf dan zie je bovenaan een bronzen beeld van Brabo, afkomstig van de Merksemse beeldhouwer J. Weyns. Naast het Brabobeeld op de Grote Markt en dat van Quinten Matsys op de Handschoenmarkt is dit de derde beeltenis van Brabo die prominent aanwezig is in het stadsbeeld.
In de onmiddellijke omgeving, iets verder op de kaaien bevindt zich nog een beeld van Eugeen Van Mieghem: Het Antwerpse Havenmeisje.
Dit gedicht over het Sportpaleis is een ode aan de sporttempel van vroeger: gebouwd voor sportwedstrijden, vooral wielerwedstrijden op de baan (zoals de zesdaagse van Antwerpen). De opening vond plaats in 1933 maar om het gebouw rendabel te houden werd de zaal vanaf 1999 omgebouwd tot een evenementenhal voor optredens, concerten, sportwedstrijden (boksen, volleybal, basketbal, turnkampioenschappen, nog andere sportwedstrijden en beurzen).
De eerste twee foto's tonen ons het Sportpaleis zoals het er vroeger aan de binnenzijde uitzag met als blikvanger de houten wielerpiste. Daarna volgen foto's van de buitenzijde, genomen van op enige afstand. Opvallend zijn (nu) het blauwe dak en de grijze muren.
Wij vertrekken aan de zijkant en wandelen zo in de richting van het Albertkanaal en de ring. Vooral de vele grijze noodtrappen langs de buitenkant trekken de aandacht. Dan keren wij terug naar de voorkant waar de meest gekende ingangen zich bevinden.
Verder gaat het, richting Lotto-Arenahal, maar wij draaien tussen beide gebouwen (Sportpaleis en Lotto) naar het kanaal toe. Je passeert hier het metrostation 'Sport' en van daar kan je weer de noodtrappen volgen tot aan de hoek. Enkele stappen brengen je onder de brug van de ring rond Antwerpen. Hier kan je de volledige achterzijde van het sportpaleis bekijken. Links zie je het logo van De Lotto Arena en rechts de VIP parking.
En kijk, hier is een ingang! Ik stap voorzichtig naar binnen, zie aan de linkse muur een plan van de zaal hangen en twijfel een beetje. Toch stap ik verder en tot mijn verbazing beland ik uiteindelijk op het middenplein. Snel enkele foto's trekken (wel wat donker, maar kom) van de tribunes en dan terug naar buiten. In één van de zijgangen brandt licht, verder is er geen enkel teken van leven. Dus weer naar buiten via de tussengang en dat weten wij ook alweer: met een beetje geluk kan je zonder moeite het Sportpaleis binnen om je eigen nummertje te brengen op het middenplein!
Dit station werd geopend in 1975 en is daarmee één van de oudste premetrostations van de stad. Als je op het perron staat kijk je op het kunstwerk van Menno: 'The Rainforrest', een groene tegelmuur in golfjes (zie foto).
Het gedicht over metrostation Groenplaats handelt eigenlijk niet over het station zelf maar vooral over bedelaars die daar een eurootje proberen bijeen te scharrelen. Je stapt uit de tram, wandelt via de roltrappen naar boven en je wordt geconfronteerd met een bedelaar die wat geld tracht te verdienen door op zijn accordeon te spelen. Mooie muziek overigens maar het doet je denken aan het feit dat je zelf eigenlijk niet te klagen hebt. Dit gedicht is in wezen een aanklacht tegen het feit dat er nog zo veel mensen, zo weinig hebben en daarom beroep proberen te doen op zij die wat meer hebben.
Als je langs de Jezuïetenrui naar het Conscienceplein wandelt, kom je door een donkere steeg waar een opvallend bas-reliëf aan de muur hangt. Op deze plaats kan je van onder de boog, schuin links, reeds de Carolus Borromeuskerk zien. Aan je rechterzijde bevindt zich de stadsbibliotheek. Hier is overigens ook de Vlaamse Erfgoedbibliotheek ondergebracht (waar zich een exemplaar van mijn dichtbundel bevindt, en daar ben ik best wel trots op!) en de beroemde Nottebohmzaal. De stadsbibliotheek is gehuisvest in één van de gebouwen van de Jezuïeten dat in 1879 door de stad Antwerpen werd aangekocht om het plaatsgebrek van de vorige bibliotheek op te vangen.
Van de stadsbibliotheek wandelen wij naar de Carolus Borromeuskerk. Deze jezuïetenkerk werd gebouwd van 1615 tot 1621 met Pieter Paul Rubens als architect, schilder en decorateur. Dit prachtig staaltje van barokke kunst ademt als het ware de meester (Rubens) uit...
De blikvanger van dit plein is natuurlijk het standbeeld van Hendrik Conscience (1812-1883), de man die zijn volk leerde lezen, de auteur van De Leeuw van Vlaanderen. De schrijver zit hoog op zijn sokkel en overschouwt van daar het naar hem genoemde plein, met achter zijn rug de stadsbibliotheek. Een prachtig beeld van de Vlaamse beeldhouwer, Frans Joris, dat kort voor de dood van Conscience werd onthuld.
Verder zijn er nog de diverse horecazaken en enkele winkels die van dit plein één van de mooiste van Antwerpen maken. Wij verlaten het plein langs de Wijngaardstraat en werpen van daar nog een laatste blik op die mooie Carolus Borromeuskerk.
Op de Handschoenmarkt vinden wij de put van Quinten Matsys (geboren in Leuven in 1466 en overleden in Antwerpen in 1530).
Deze schilder was eerst smid en hij zorgde voor het smeedwerk op de put, waarin de legende van Brabo en Antigoon wordt voorgesteld. Dit is de tweede afbeelding van die legende, naast het monument op de Grote Markt. Het beeld van Matsys werd eerst voor het stadhuis geplaatst maar in 1550 verplaatst naar de Handschoenmarkt. Op het cilindervormig arduinen voetstuk dat pas van 1940 dateert, kan je de volgende tekst lezen:'Deze putkevie werd gesmeed door Quinten Matsys / De liefde maeckte van den smidt eenen schilder.' Ongetwijfeld is dat een verwijzing naar het feit dat Quinten Matsys eerst kunstsmid was vooraleer schilder te worden.
Op de gevel van de kathedraal, links van het hoofdportaal, bevindt zich een afbeelding waarop wordt verwezen naar de schilder.
Vorige week wandelden wij door het stadspark, vandaag bespreken wij het grote monument van de gesneuvelden dat zich aan het stadspark bevindt, iets voorbij de hoek van de Rubenslei en de Van Eycklei. Het is een monumentaal beeldhouwwerk van de Belg Edward Deckers. De figuur van koning Albert I troont hoog boven de twee andere beeldgroepen die zich laag bij de grond bevinden (symbolisch?).
De beeldengroep links onderaan bevat een aantal soldaten: twee rechtop, angstig rondkijkend met het geweer in de hand en de vlag verdedigend. Aan hun voeten ligt een dode soldaat, de armen wijd uitgespreid, het hoofd met het gelaat in de grond. Links van die twee knielt een andere soldaat die het lichaam van zijn mede-soldaat ondersteunt. De beelden tonen zichtbaar de wreedheid van de oorlog.
Het monument werd opgericht ter ere van de gesneuvelden in beide wereldoorlogen. Regelmatig vindt hier een herdenkingsplechtigheid plaats.
Het monument van de gesneuvelden wordt gedomineerd door de ruiter op zijn paard. Als je het beeld iets minder oppervlakkig bekijkt, dan zie je een koning die boven het volk staat, ver weg kijkt van de soldaten en de burgers die zich in nood bevinden. Dat staat een beetje haaks op het idee dat koning Albert I echt een vorst voor zijn volk was, maar het past wel bij de algemene visie waar de koning hoog verheven boven dat volk troonde. Waarschijnlijk ook daarom de extra sokkel waarop het paard geplaatst werd.
Wat je niet ziet langs de voorkant is het grote zwaard dat de koning in zijn rechterhand heeft, klaar om zijn troepen ten aanval te sturen. Wie naar de musical 14-18 gekeken heeft en zeker de oudere bezoekers van deze blog, zullen wel beseffen dat die aanval voor tienduizenden landgenoten het doodvonnis betekende.
Rechts onderaan drie treurende mensen bij het lijk van een van hun geliefden. Prachtig toch hoe de beeldhouwer het verdriet van de gewone burger weergeeft, een schril contrast met de wegkijkende blik van de vorst.
In het midden van de Antwerpen ligt het overbekende stadspark. Het is gelegen binnen de driehoek die gevormd wordt door de Rubenslei, de Quinten Matsijslei en de Van Eycklei ( niet toevallig drie wereldberoemde kunstschilders ). Dit park, ongeveer 14 hectare groot, is het restant van een voormalig militair fort (omwalling uit de zestiende eeuw). De brug over de vijver werd gebouwd tussen 1867 en 1869 en werd ontworpen door de architect Keylig. Beslist de moeite waard om hier eens rond te wandelen: vertrekken aan het monument van de gesneuvelden en van daar naar de mooie brug!
Van op de brug over de vijver heb je een mooi uitzicht op het hele park. Wegen die leiden naar het centrum, wegen die leiden naar de buitenzijde, naar de speeltuin en het skatepark... Regelmatig kom je een beeldhouwwerk tegen: het ene al mooier dan het andere. reden genoeg om er eens rond te wandelen of te joggen. Als de zon schijnt is dit een plaats waar het prettig vertoeven is, een oase van rust in een hectische stad. Iets minder rust dus in de speeltuin of op de plaats waar enkele inline-skaters hun kunstjes tonen maar dat is dan weer een sterk punt voor de jeugd.
De dynastie van onze koningen (Van Saksen-Coburg) wordt in het stadspark uitvoerig belicht. Wij hebben het monumentale grafmonument ter ere van de gesneuvelden waar koning Albert I te paard wordt voorgesteld (volgende week meer daar over). Een monument dat werd ingewijd ter ere van Leopold II en de annexatie van Belgisch Congo werd in zijn aanwezigheid ingehuldigd en vertoont zijn beeltenis (een spraakmakende koning, die Leopold II, maar dat wist de brave burger toen nog niet...). En tenslotte is er ook een monument ter ere van koningin Astrid, de echtgenote van Leopold III die door het volk aanbeden werd en door een auto-ongeval om het leven kwam.