Misschien denken jullie dat de p.c. (personal
computer) een moderne uitvinding is. Dat is eigenlijk niet zo.
De p.c. is al ongeveer 358 jaar oud. Heel wat
mensen denken dat de personal computer maar 20 jaar oud is. Pas toen verkocht
het bedrijf IBM haar eerste p.c. , maar dat was niet de eerste computer. Velen
van jullie zitten wel vaak achter de p.c. sommige lang en sommige kort. Maar
iedereen zou al eens met een p.c. moeten gewerkt hebben.
Heel wat mensen vinden rekenen niet leuk. Daarom
bedacht de Fransman Blaise Pascal in 1642 een soort rekenmachine die alleen kon
optellen. Dat was het begin van de p.c. . Misschien zou je nu denken dat een
p.c. van deze tijd veel meer kan dan een p.c. van vroeger. Maar dat is niet
waar. Binnenin de computer is het gewoon nog een rekenaar. Maar het toestel
heet niets voor niets een p.c. .
De naam computer komt van het Engelse woord to
compute. En dat betekent: rekenen.
In het jaar 1675 bedacht de Duitser Von Leibniz
een rekenmachine die al wat meer kon dan die van Blaise Pascal.
Een beetje meer dan 100 jaar later bouwde Josph
Jacquard een weefgetouw dat werkt met ponskaarten ( is een verouderd
opslagmedium voor geautomatiseerde informatieverwerking in de vorm van een
kartonnen kaart) . Men kon daar dingen op bewaren.
20 Jaar later bouwde de Engelsman Charles Babbage
een ponskaarten-rekenmachine.
Al deze uitvindingen waren hulpmiddelen die maar
één bepaald iets konden.
In het jaar 1936 beschreef de Engelsman Alan Turing
hoe dat een computer zou moeten werken. Hij dacht hij wel zon nieuwe computer
kon maken met tandwielen. Maar de eerste echte computer was al gemaakt 60 jaar
geleden door John Atanasoff en zijn Assistent Clifford Berry. Ze noemden hun
computer ABC. Ze maakten geen gebruik van tandwielen maar bedachten dat
elektronische onderdelen handiger waren.
Een paar jaar later bouwde de Britse regering de
computer Colossus. Hij werd gebruikt om geheime Duitse berichten te vertalen.
Maar hij werkte heel moeilijk, met allerlei kabeltjes.
In 1948 werd de micro-chip uitgevonden. Dit was
een hele belangrijke uitvinding, zo konden de computers veel kleiner en
sneller worden.
In het jaar 1981 verkocht het bedrijf IBM moderne
pcs. Vanaf toen waren de computers niet meer weg te denken uit ons
leven.
Ergonomie is de houding van het lichaam.
Het zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral bekend in
arbeidssituaties.
Het is van Griekse woorden afgeleid ergon (werk) en nomos (wet) en
zorgt ervoor dat de veiligheid en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt.
Bij het ontwerpen van consumentengoederen ( goederen en
diensten die door consumenten zijn gekocht) en interieurs speelt vooral
comfort en het doeltreffend functioneren een rol.
Jastrzebowski gebruikte in 1857 als eerste de term ergonomie in zijn boek over
de wetenschap van het werken.
De ontwikkeling van het vakgebied gebeurde in twee golven. Tijdens de
Industriële Revolutie ( de omschakeling van handmatig naar
machinaal vervaardigde goederen) is er de groei van de
massaproductie.
Ontwerpen gaat men niet meer doen voor een individuele klant, maar iedereen
moet het product kunnen gebruiken.
De aandacht gaat zo groeien voor de fysieke ergonomie en meer bepaald de
antropometrie, de leer van lichaamsafmeting van de mens.
Wat nog belangrijker is de organisatie ergonomie.
Onder invloed van het Taylorisme (Wetenschappelijke
bedrijfsvoering) wordt er hard gestreefd naar een meer efficiënte
organisatie van het werk met als doel de productiviteit( meting
van het resultaat van een proces in relatie tot de inbreng) op te
drijven.
Een volgende boost komt na de Tweede Wereldoorlog.
In de luchtvaart van de militairen probeerde men te analyseren en te verstaan
waarom bepaalde ongevallen gebeurden om die kennis nadien toe te passen in het
ontwerpproces ( een beschrijving van iets) en bij het selecteren en opleiden van
personeel.
Uit deze studies bleek dat bedieningsfouten vaak te wijten zijn aan het niet
aangepast zijn van de machine aan de mens.
En zo ontwikkeld de cognitieve ergonomie zich vooral toch in de
Angelsaksische landen en dit leidde tot de term "human factors".
Toepassing van ergonomische kennis bij het ontwerpen van een systeem, dit soort
ongevallen moeten ten gevolge van het verkeerd inschatten.
begrijpen of interpreteren van de situatie tegengaan.
Buiten de ontwerpwereld speelt ergonomie sinds enkele decennia ook een rol in
de preventiewereld.
Ook is ergonomie een multidisciplinaire( heeft betrekking op
meerde disciplines en verschillende beroepsgroepen) opleiding. Zowel
technische en economische als psychologische en arbeids-organisatorische
aspecten bepalen de deskundigheid van de ergonoom ( iemand die zich beroepsmatig
met ergonomie bezighoudt) mee.
Ergonomen zijn zo vooral werkzaam in een preventiedienst.
Google is een zoekmachine dat is gelanceerd in 1997. Hij is gemaakt door twee mensen die hebben gestudeerd aan de Stanford-universiteit ( is een junioren universiteit in Amerika), die twee mensen zijn: Larry Page en Sergey Brin. Ze hebben twee jaar zitten werken aan een verfijnde methode voor het vinden van info op het internet. Snel heeft Google AltaVista ( was de naam van een internetzoekmachine) weggejaagd en werd het de bekendste zoekmachine van de wereld. Gebruikers waren zeer tevreden met Google want het was een rustige pagina en er verschenen weinig advertenties op want bij andere zoekmachines was het wel van dat geval. De naam is uiteindelijk Google geworden door een spelfout van Sean Anderson een medebedenker van de naam en een studiegenoot van Page. Ondertussen bestaat Google ook al in verschillende talen. In 2002 was er toen ook al een versie in het Nederlands. Men noemt informatie opzoeken op het internet googelen. De basis van Google-zoekmachine is een onvervalst algoritme ( is een eindige reeks instructies die vanuit een gegeven begintoestand naar een beoogd doel leidt) dat PageRank ( was een methode om pagina's op het internet te ordenen naar belang) heet. PageRank wordt gebruikt om de resultaten te rangschikken van een zoekopdracht. Net als in de wetenschap de waarde van een wetenschappelijk artikel ( is het geheel van publicaties) wordt afgemeten aan het aantal citaties ( aanhalingen), bepaalt PageRank het belang van een pagina aan de hand van het aantal keer dat er naar gelinkt ( verbinding) wordt vanaf andere internetpagina's. Elke verwijzing betekend een stem voor de pagina. Google analyseert ook de pagina die de stem uitbrengt. PageRank werkt met een schaal van 0 tot en met 10. Een hoge PageRank betekent daarentegen niet dat de pagina bij alle zoekopdrachten hoog zal scoren.
Persoonlijk denk ik dat de meesten van jullie Google wel kennen en gebruiken.