terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    08-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ordentelijke beroepen

    Een verhaal om te lezen en om vóór te lezen.

    Een verhaal voor jonge lezers en voor hen die dat hun hele leven willen blijven.

     

     

    Vier geniale broers uit één gezin, heb je ooit zoiets gehoord?

    Op de eerste foto hieronder weten ze nog niet dat ze geniaal zijn. Ze zijn boos en verdrietig. Ze zitten maar een beetje te mokken en te kniezen.

    Vader zegt: Trek de wijde wereld in en leer eerst maar eens een ordentelijk beroep.

    Ordentelijk is een moeilijk woord. Ik weet ook niet wat het betekent.

     

    Op een goeie dag gaan ze weg. Je kunt vier kanten op: noord oost, zuid en west. Meer kanten zijn er niet. Vader gaat mee tot het kruispunt. Dag jongens! Tot over een jaar, dan komen jullie immers terug!

     

    Het jaar vliegt voorbij. Voor je het weet staan de vier broers weer bij vader op de stoep. Vader vraagt: nou, vertel maar, heb je een ordentelijk beroep geleerd waarmee je de kost kunt verdienen? Vertel het mij om de beurt; de oudste begint.

     

    Oudste zoon: Lach niet, maar ik ben dief geworden. Zakkenroller eerste klas. Ik zal jullie laten zien dat ik bij een broedende ekster ginds in die boom vier eieren kan weghalen zonder dat die het merkt. Kijk maar. Hier zijn de vier groengestipte eieren. Ik leg ze op tafel.

    Zoon twee legt op alle vier hoeken van de tafel een ei. Hij zegt dat hij jager is geworden. Dan pakt hij zijn jachtgeweer, mikt even goed en schiet met één schot in één keer alle vier eieren stuk! Je ziet het voor je ogen gebeuren, maar je gelooft het niet!

    Vlug! vlug! zegt de derde zoon. Die is nu kleermaker, eigenlijk couturier. Je zegt koe-tuu-rie-jee, ongeveer net zo als hol-la-die-jee. Hij pakt uit een naaigarnituurtje een flinterdunne naald en een bijna onzichtbare draad en naait alle kapotte eierschalen weer netjes aan elkaar. De zakkenroller brengt de gerepareerde eitjes terug naar de ekster in zijn nest. Die zegt later dat hij niets heeft gemerkt.

    Ga mee naar buiten, naar de wei, zegt de jongste zoon die nu aan de beurt is. Ik ben kapper. Geen gewone, maar een vliegende. Ik kan fietsende mensen op weg naar hun werk knippen, scheren en lekker laten ruiken. Hij laat zien hoe hij een toevallig langslopende haas inzeept en scheert. Zo glad als een biljartbal en zonder een sneetje of een druppeltje bloed! Doe hem dat maar eens na!

     

    Nou, zegt vader, ik ben erg onder de indruk. Jullie hebben allemaal een ordentelijk beroep geleerd, ik kan niet anders zeggen.

    Dat vinden de vier geniale broers ook. Alleen zie je hieronder op de tweede foto dat ze nog steeds zitten te kniezen en mokken. Ze weten nog steeds niet wat ordentelijk betekent.

     

    Terra heeft dit verhaal vroeger in een dik boek gelezen. Hij weet niet meer precies in welk. Hij gelooft het sprookjesboek van de geniale broers Grimm.









    08-01-2014, 14:33 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:sprookje,beroepen,
    31-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GESORTEERDE NIEUWJAARSGAVEN

    De mate waarin een traditie stand houdt, is recht evenredig met het profijt dat men ervan trekt. Veel minder ingewikkeld geformuleerd: een traditie blijft bestaan wanneer er iets te halen valt. Dat geldt zeker voor het zogenaamde nieuwjaar winnen*). Een gebruik dat – vroeger en nu - op de eerste dagen van het nieuwe jaar plaats vindt. Hóe precies wij dat deden, lang geleden, leest u in het vervolg van deze bijdrage die ons al bij voorbaat het water in de mond doet lopen.

    Het ritueel voltrok zich als volgt. Met tassen gewapende kinderen liepen – alleen of in groepen – naar de huizen van familie en buren en spraken daar aangekomen een nieuwjaarswens uit. Kinderen uit protestantse nesten riepen: ‘Veel heil en zegen’, terwijl katholieke kinderen het hielden bij het traditionele ‘Zalig Nieuwjaar!’ Kinderen van ouders die het allemaal niet meer zoveel kon schelen, wensten iedereen een niet minder welgemeend ‘Gelukkig Nieuwjaar!’ Als beloning kregen de kinderen een bruine, papieren zak, gevuld met wat ik voor het gemak maar even zal noemen: ‘lekkernijen’.  De centrale vraag uit deze herinnering is: wat zat er eigenlijk allemaal in die zak? Bij het antwoord ga ik dus uit van de situatie ruim een halve eeuw geleden.

    Sprekend over de inhoud van de nieuwjaarszak (in ons dialect een ni-jjaorstoete met een lange oe) is het nuttig te onderscheiden tussen kwantiteit en kwaliteit, en rekening te houden met zaken als volume, gewicht en omvang. Ook speelde de smaak van de ontvanger een niet onbelangrijke rol.

    Statistieken liegen, maar door de bank genomen zat er in een nieuwjaarszak

    -         een appel (meestal goudrenet) niet zelden voorzien van enkele beurse plekjes; later meestal vervangen door een sinaasappel

    -         een krentebroodje (zonder tussen-n maar met krenten en rozijnen)

    -         een oliebol of pufferken (poffertje)

    -         een handvol pinda’s

    -         pepernoten

    -         walnoten of hazelnoten (alleen als men beschikte over desbetreffende bomen)

    -         flikjes, schuimpjes en andere snoepgoed

    -         een nogablok, in ruitvorm, verpakt in groenachtig zilverpapier

    -         gekleurde drolletjes suikerglazuur op een bedje van biscuit (zogenaamde daisy’s)

    -         een reepje chocolade of kwatta; geen normale reep maar een dunne versie

    -         koekjes, biskwietjes en dan vooral opzettertjes. Dat waren koekjes met een voorstelling als een huisje of een haan met een uitstulping aan de onderkant die paste in een ronde staander met een gat in het midden, ook van biscuit.

    -         een pakje kauwgom (met voetbal- of filmsterplaatjes) of een rolletje drop. De laatste twee zaken kwamen voor in zakken van meer bevoorrechte lieden.

    Wanneer u het rijtje afloopt – dat niet volledig is, maar dat zal u niet verwonderen: dat zijn op statistieken gebouwde lijstjes nooit – kunt u nagaan welk van de genoemde kwaliteitsaspecten van toepassing is. Bij de appel en krentenbol gaat het natuurlijk om het volume en het gewicht; bij de chocolade om de kwaliteit en de smaak. Zo heeft iedere gave wel wat.

    Thuisgekomen werden de ontvangen nieuwjaarsgaven gesorteerd. Wij gebruikten daar moeders inmaakglazen voor (bedoeld zijn natuurlijk de u welbekende Weckglazen). Eén glas met pinda’s, één met chocoladerepen, één met pepernoten en biscuitjes, enzovoort; zo kreeg alles netjes een plaats. Tenminste, als het niet van tevoren opgegeten was. Zelf was ik iemand die na enkele dagen in het nieuwe jaar alleen nog maar lege glazen had. Mijn zusje daarentegen pronkte eind januari nog met haar glas chocoladerepen. De waarheid gebiedt te zeggen dat ik haar bij het ledigen van haar glazen wel eens geholpen heb.

     

          *)  Nieuwjaar winnen is een wedstrijd. Je hebt gewonnen wanneer je de nieuwjaarswens éérder uitspreekt dan degene die je plotseling ontmoet.  Je zegt dan: ‘ik heb jou het nieuwe jaar afgewonnen.’

            

    Alles wat u hieronder ziet, zat in de nieuwjaarstoete van 2014. Kant en klaar te koop bij de buurtsuper. De appelflappen daar weer onder (nog lekkerder dan pufferkes) zijn zelfgebakken.

     






    31-12-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Quiltwensen
    Vraag mij niet om het verschil haarfijn uit te leggen, maar een quilt is niet hetzelfde als een patchwork-werkje en quilten is heel iets anders dan patchworken. Patchwork is een nuttig vrouwelijk handwerk waarbij lapjes stof (wol, zijde, katoen, noem maar op) vernuftig aan elkaar worden genaaid. Die lapjes hebben een bijzondere vorm waarover goed is nagedacht, zodat het uiteindelijke product gezien mag worden.

    Een patchwork is eigenlijk het vóórstadium van een quilt. (Spreek uit als ‘kwilt’, anders heb je in de quiltgemeente de poppen aan het dansen, want een kilt is een Schots mannenrokje.) Een echte quilt bestaat uit een aantal lagen, meestal drie: a) de bovenlaag waarvan het artistieke niveau en het vakvrouwschap duidelijk af te zien is, b) een tussenlaag van vliseline of iets dergelijks voor de vulling, en c) een stevige onderlaag. De kunst bestaat hierin om deze drie lagen met veel creativiteit en handvaardigheid met elkaar te verbinden. Dat gebeurt (met de naaimachine, maar echte quilters doen het met de hand) met behulp van kleine, fijne rijgsteekjes. En niet alleen volgens vaste rechte lijnen, maar ook golvend en buigend. Die vloeiende lijnen van rijgsteekjes geven aan de quilt een bijzondere uitstraling.

     

    Mijn in 2012 overleden vrouw was een fanatiek quilster. Fanatiek in de goede betekenis van het woord, maar practisch elke vrije minuut werd aan het quilten besteed. Zij verzamelde van heinde en ver afkomstige stofjes en lapjes van elk denkbaar materiaal, sorteerde die naar kleur en vorm in dozen, en wanneer de tijd daar was, werd er een nieuwe quilt op stapel gezet.

    Zij was mede-oprichter van een regionale quiltclub bestaande uit een tiental volgens dezelfde principes handwerkende dames. Eenmaal per maand kwam deze groep quilters bij ons thuis bijeen om met elkaar te beraadslagen over nieuwe projecten en om elkaars werk te bewonderen.

    Deze quiltclub heeft zich ontfermd over de talloze dozen met stofjes en lapjes die mijn vrouw heeft nagelaten. Het eerste werkstuk dat met dit materiaal is gemaakt bestond uit een herinneringsquilt. Elk lid van de club heeft haar steentje bijgedragen: ieder heeft voor een eigen blok gezorgd.  In september 2013 hebben de dames van de quiltclub deze herinneringsquilt aan mij aangeboden. Sindsdien hangt hij bij mij thuis te pronken in de gang.

    Te pronken, ja, want de quilt is erg mooi en het verhaal erachter eveneens.

     

    Met twee plaatjes van mijn herinneringsquilt, de complete quilt en een detail, wens ik al mijn lezeressen en lezers prettige kerstdagen en een gelukkig en gezond nieuwjaar.








    22-12-2013, 17:59 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:quilt,patchwork,kerstwens,nieuwjaarswens
    14-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weetjes - een verhaal om wat van te leren

    Je hebt mensen die verschrikkelijk veel weten. Feitjes, bedoel ik dan, en wel uit hun hoofd. Zaken die wij vergeten omdat ze van nul en gener waarde zijn, zoals: op welke breedtegraad ligt Coevorden? schudden zij zo maar even uit hun mouw. Handig voor twee minuten over twaalf of hoe die quiz ook weer heet, of voor de Vlaamse blokkers onder ons.

    Volgens de boekjes waar al die weetjes in staan, was de laatste persoon die werkelijk alles wist wat er toentertijd te weten viel de filosoof en mathematicus Gottfried W. Leibnitz (1646-1716). Nu is het op drie jaar na driehonderd jaar geleden dat hij gestorven is. Misschien bestond er toen nog niet zo veel weetbaars, maar dan nog. Iemand die alles weet! Stel je dat eens voor! Leibnitz was dus een man van weetjes. Hij was echter nog veel meer: hij was ook wiskundige die voor ons het differentiaalrekenen heeft uitgevonden. Van bewondering en ontzag val ik met terugwerkende kracht bijna van mijn stoel.

    Sorry voor deze wat lang uitgevallen inleiding, maar ik moest hieraan denken toen ik weer eens geconfronteerd werd met de uitdrukking op het wat stoppelige gezicht van mijn imaginaire Russische vriend Wassili Ibramovich. Voor zijn vrienden en mijzelf  dus gewoon Wassi.  Want Wassi was indertijd ook zo iemand die alles wist. Hij had wel zijn specialisaties. Omdat hij van huis uit geoloog was, kon je hem alles vragen over aardrijkskunde, biologie, fysica, natuurlijke historie en wat dies op het gebied van de zaakvakken nog meer in huis had.

    Wassi heeft op een goed moment zijn baantje als geoloog vaarwel gezegd om zich te kunnen toeleggen op het exploiteren van zijn ongekende talenten. Hij reisde in de toenmalige Sovjet Unie stad en land af en gaf in elke schouwburg die hij kon vinden een avondvullende voorstelling van zaken. Wassi, het antwoord op al uw vragen! stond er niet bijster origineel op het affiche.

    Laten we in gedachten de schouwburg in Swerdlovsk binnengaan waar Wassi vorig jaar om deze tijd optrad. De entree bedroeg vijf roebel, maar je kon de portier ook voor hetzelfde geld omkopen, dan kwam je er ook in. Veel bezoekers dienden van te voren vragen in, schriftelijk, op een in vieren gevouwen papiertje zodat Wassi zich niet even kon voorbereiden. Je kon natuurlijk ook de zaalmicrofoon gebruiken en stante pede een vraag stellen.

    De spanning knisperde door de zaal. Die zat bomvol en de verkoper van pindaatjes en chips deed goede zaken, temeer omdat hij ook papieren zakdoekjes verkocht die gebruikt konden worden door geëmotioneerde toeschouwers. Klokslag half acht begon de voorstelling. De balalaikagroep Niet mooi, maar wel hard, die Wassi op al zijn tournees begeleidde, zorgde voor een aangename stemming. Daarna kwam de maestro zelf. Wassi dus, gekleed in een donker, onopvallend driedelig grijs. Hij bleek een melodieuze zachte microfoonstem te hebben die moeiteloos tot in alle hoeken doordrong. Wie gedacht had, dat de avond zou beginnen met een aantal relatief gemakkelijke vragen om ‘er in te komen’ zag zich bedrogen. Neen, het ging meteen met volle kracht vooruit en Wassi diende hem vanaf het begin van katoen te geven, om niet nóg meer irritante cliché’s te gebruiken.

    Wat moeten wij ons voorstellen bij de inhoud van de gestelde vragen? Ik geef enkele sprekende voorbeelden.

                Wassili Ibramovich, hoe breed is de Wolga op zijn smalst? Het antwoord graag in kilometers en meters respectievelijk mijlen en inches. Bij voorbaat hartelijk dank.

                Hoeveel omwentelingen om de aarde maakte onze gevierde astronout kameraad Yoeri Gagarin tijdens zijn eerste ruimtevlucht? (Buitengewoon gemakkelijk, want dit leert ieder Russisch kind al in de tweede klas.)

                Zoals u weet hebben alle spinnen acht poten. Er is echter een gemuteerde en gemankeerde Mongoolse variant met slechts zeven ledematen. Wat is zijn gewicht (met twee cijfers achter de komma) als hij de leeftijd van 6 maanden heeft bereikt?

                Op 13 oktober 1877 gaf Pjotr I. Tsjaikowski in deze zaal een concert. Welke snaar brak toen hij verwoestend uithaalde in het derde deel van de Mondscheinsonate?       

    Dit type vragen kreeg Wassi te beantwoorden. Ogenschijnlijk vol zelfvertrouwen en steeds vriendelijk ogend deed hij dat. Na ieder goed antwoord braken golven van applaus los. Gezegd moet worden dat de vragen na de pauze iets moeilijker waren en meer tijd vergden qua antwoord. Enkele vragen moesten worden afgewezen omdat zij de privacy van bepaalde mensen aantastten. Zoals: ..met welke zuipschuit had mijn nicht Tanja eergisteravond in Riga een blind-date? Nee, op zulke vragen ging Wassi niet in.

    Na aanvankelijk enig succes in de provincie bereikten Wassi’s ongekende talenten een grote nationale populariteit. Zijn shows werden live op tv uitgezonden. Er werd zelfs op hem gewed. Met grote bedragen aan roebels, want voor minder deed men het niet. En het was niet alleen de Moskouse penose die meedeed. De vraag was natuurlijk: wie stelt een vraag aan Wassi die deze NIET kan beantwoorden. Wedden dat het mij lukt? Wedden dat het jou niet lukt? 

    Iedereen dacht natuurlijk dat als er zoiets als kennis bestaat, er ook grenzen aan kennis zijn. Er zijn grenzen aan macht, er zijn ook grenzen aan de macht-van-het-alles-weten. Niemand kan alles weten. Echt alles. Leibnitz is al eeuwen dood. Er moet toch een onderwerp zijn waarop we Wassi kunnen pakken?

    Drie maand geleden gebeurde het. Tijdens een voorstelling in Спасйбо in de zuidflank van de Oeral. Nadat Wassi zoals altijd met superieur gemak moeilijke weetjes ten beste had gegeven, kwam een oudere bedachtzame man met deze volgende vraag.

                  - Wassili Ibramovich, wat is de meisjesnaam van uw schoonmoeder?

    Later op de avond, tijdens een inderhaast ingelaste persconferentie, sprak een lijkbleke Wassi die zijn einde al voelde naderen. ‘Echt waar, ik heb jaren nodig gehad om erin te slagen alle kennis omtrent mijn schoonmoeder te verdringen. En nu wordt dát mij noodlottig.’

    Die avond hebben miljoenen roebels hun eigenaar gewisseld. Sommige Moskovieten en Sintpetersburgers gingen van het ene op het andere moment bankroet. U kunt hen tegenwoordig zien bij het schoonvegen van het pleintje voor de metro-ingang.

    Met Wassi ging het in razend tempo bergaf. Zijn gezondheid vertoonde diepe deuken en zijn geheugen begon hem in de steek te laten. Het einde kwam niet geheel onverwacht. Na zijn overlijden opende men zijn testament. Daarin stond dat hij zijn brein vermaakte aan het Psychologisch Laboratorium in Спасйбо. Daar kunt u het nu zien, samen met zijn schedel, het omhulsel. Als je goed kijkt, zie je tussen de hersenplooien de weetjes nog zitten.

     






    14-12-2013, 20:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:weetjes,feitenkennis,geheugen,satire
    05-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruine bonen en groene erwten
    Een oud sprookje dat best eens waar zou kunnen zijn. 

     

    Er leefden eens, in een land hier ver vandaan, twee mannen, twee buren: Jan-Willem en Willem-Jan. Ze konden goed met elkaar overweg, hielpen elkaar waar nodig en hetzelfde gold voor hun beider gezinnen.

    Eenmaal per jaar, op de tweede dag van het nieuwe jaar (op de eerste hadden ze andere zaken aan hun hoofd) kwamen de twee mannen bij elkaar om hun goede voornemens uit te wisselen. Op de voorlaatste dag van het jaar (op oudejaarsdag hadden ze wel betere dingen te doen) troffen ze elkaar weer om na te gaan wat er van hun goed bedoelde plannen was terechtgekomen.

    Voor dit jaar luidden de afspraken als volgt.

    Willem-Jan beloofde: Iedere keer wanneer iemand of iets mij erg gelukkig maakt doe ik als herinnering een bruine boon in een leeg bloempotje.

    Jan-Willem: Ik hou erg veel van mijn lieve echtgenote, maar ik kan het niet helpen dat ik ook wel eens een oogje op andere vrouwen werp. Dit jaar zal ik iedere keer dat ik met begerige blikken naar een andere vrouw kijk een groene erwt in een leeg bloempotje doen.

     

    Op de afgesproken dag aan het eind van het jaar komen de twee vrienden bij elkaar en zetten de meegebrachte bloempotjes naast elkaar op tafel: één met bruine bonen; één met groene erwten.

    Bij het tellen van Willem-Jans bonen blijkt dat zijn bloempot 75 bruine bonen bevat. Willem-Jan: Het hadden er met gemak nog veel meer kunnen zijn, zoveel gelukkig makende zaken heb ik meegemaakt. Zoals: de lach van mijn jongste kind, het prachtige fluiten van de merel in het topje van de kastanjeboom, Willem-Jan-junior die slaagt voor zijn rijbewijs, een lied van het mannenkoor, noem maar op.

    In Jan-Willems bloempotje zitten vijf erwten.

    Jan-Willem: Ik geef toe dat ik een paar keer een oogje heb laten vallen op een of andere knappe dame die toevallig mijn pad kruiste. En ik weet ook wel dat je niet mag begeren wat van je naaste is. Er zitten nu vijf erwten in het potje. Ik had bijna vergeten te vertellen dat ik er trouwens dit jaar al wel twee keer erwtensoep van heb gekookt.

    Zoals het betaamt leefden ze nog lang en gelukkig.






    05-12-2013, 19:22 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:sprookje, groene erwten,bruine bonen
    30-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (3)


    (Lezeressen en lezers die zich al surfend op het wereldwijde web vergaloppeerd hebben en voor het eerst of per ongeluk op deze site zijn terechtgekomen en desondanks verbaasd zijn over de inhoud en het artistieke c.q. literaire niveau van de teksten, raden wij dringend aan eerst de delen (1) en (2) - welke hieronder zijn afgedrukt - van dit drieluik over meibomen te lezen.)

    Dit drieluik wordt thans besloten met een verhandeling over het meiboomgedicht gevolgd door een concreet, actueel voorbeeld ervan.

     

    Het onderstaande meiboomgedicht voldoet aan de elementaire eisen die je aan een meiboomgedicht kunt stellen. Zoals daar zijn:

    1) een meiboomgedicht bevat een even aantal regels. Hoeveel? Dat hangt af van de kwaliteit van de dichtader van de maakster/maker;

    2) van eventuele rijmvoorschriften hoeft een meiboomgedicht zich niets aan te trekken. Dus ook niet van zaken als regellengte, rijmschema of rijmritme;

    3) een goed meiboomgedicht bevat hier en daar (het liefst aan het eind van een regel) een rijmwoord. Daarop rijmt het laatste woord van de volgende regel;

    4) van een meiboomgedicht wordt verwacht dat het recht uit het hart komt. Van dat hart wordt geen moordkuil gemaakt;

    5) elk meiboomgedicht wordt op ooghoogte aan de boom bevestigd zodat elkeen het vanaf de stilstaande fiets kan lezen;

    6) meiboomgedichten worden bewaard totdat de aanleiding en de naam van de dichter(es) niet meer bekend zijn;

    7) de naam van de dichter(es) hoeft niet bekend gemaakt te worden. Wél de afzender: de buurt, de familie of nog weer een andere groepering.

     

    Bij het navolgende voorbeeld handelt de gedichte geschiedenis over een zekere Hans en Ellen die achter hun huis een nieuwe schuur hebben gebouwd (laten bouwen). Na veel wederwaardigheden en vertragingen is de bouw uiteindelijk zo voorspoedig verlopen dat de buurt grote moeite heeft gehad boom en gedicht op tijd klaar te hebben. Het verhaal is gedicht in een fraai Oost-Nederlands dialect dat met enige moeite door iedereen begrepen en gewaardeerd zal worden. De foto's dienen als bewijs van echtheid en authenticiteit. Zij tonen de meiboom en een gedeelte van het geschreven gedicht.

     

     

    Mo-j, beste buurluu Hans en Ellen,

    I-jluu laot ons de hartslag inens versnellen.

     

    Poe, i-j hadden ons haost te grazen,

    inens ha'j 't dak dichte, wat ons toch hevig verbazen!

     

    De bouw van een ni-je schure wier zo'n jaor of vief al rond verteld.

    Dat 't nów pas wat is, kump ook umdat de materialen niet altied kompleet wazzen besteld.

     

    En zo ha'j nog wel meer van die vertragingen,

    zo kwam Ellen in de raod veur een positief advies in de vergaderingen.

     

    De fundering en zo was eigenlijk een fluitjen van een cent,

    met een dag of vier was 't zo hard as een bikkel, den cement.

     

    Toen kwammen de weekendvakluu an de slag,

    't lek haost dat de bouw veur op 't schema lag.

     

    Toen kwam 't deur raegenachtige zaoterdagen: stene op, tropenweer, cement op,

    dachte wi-j as buurte: ze zit nog lang niet in de top.

     

    As buurte wazze wi-j al één maol bi-j mekare ewest,

    "Meiboom zetten wördt nog wel kerstmis, al doet ze nog zo goed eur best."

     

    Dat ha'w toch niet goed, hals aover kop mot 't now gebeuren,

    iedereen mos ziene plannen bi-jstellen en niet zeuren.

     

    Dus jongens en vrouwluu, een boom: 20 meter lang en mooi rond,

    10 meter baoven en 10 meter in de grond.

     

    En zo hebt wi-j onze plicht edaon,

    want eerlijk is eerlijk: veur zo'n mooie schure heurt een mooien boom te staon.

     

    Völle plezier met owluu mooie schure en wieters kent i-jluu wel de gebruken,

    of niet Hans en Ellen,

    a'j 't d'r een kere naor hebt mo'j ons dat maor 's kommen vertellen.

     

    De buurluu

     





    30-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:meibomen,traditie,huizenbouw,Oost-Nederland
    23-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (2)

     

    Voor het daadwerkelijk (rechtop)zetten van een meiboom heb je twee zaken nodig: een plank en veel handen die licht werk maken. Dat er veel  helpers nodig zijn voor het tillen, versjouwen en verplaatsen ligt voor de hand, maar hoezo een plank? Daarover kom ik straks nog te spreken. Eerst halen we op de afgesproken avond de boom, die overdag gekapt is, uit het bos. Daar ligt hij, met zijn lengte van zeg twaalf meter en een stamdoorsnede van 40 centimeter. Hij wordt door veel handen opgetild en met zijn zware voet op een boerenwagen gelegd. Dat de top enigszins over de grond sleept, kan weinig kwaad, daar zorgen wij wel voor. Een tractor brengt wagen met boom naar het huis van de naaste buurman, de zogenaamde noodnaober. (Zoals het woord al zegt, is dit een raadgever in moeilijke zaken en een helper in de nood.) Daar wordt de boom versierd en voorzien van krans en gedicht. (De dichteres uit de buurt die dagen lang heeft lopen zweten, krijgt van alle kanten pluimpjes voor haar artistieke hoogstandje.) Voordat de boom op zijn  uiteindelijke plek ter aarde wordt besteld, wachten wij totdat het donker is en nemen voor alle zekerheid even een neutje of twee. De noodnaober die nuchter moet blijven, neemt spa-blauw.

    Het laatste stuk van de tocht is van een angstaanjagende schoonheid. Er heerst relatieve stilte – de bewoners van het nieuwe huis mogen niet merken dat er zich iets bijzonders rondom hun nieuwbouw afspeelt. Wij kiezen een plekje uit, zo’n tien meter voor de nieuwe voordeur en graven een gat. Niet zomaar een kuil, maar een recht, diep gat met steile wanden.

    En dan komt het wonder van de plank. Een gladde, zware houten plank wordt vertikaal langs een van de wanden van het gat geplaatst, voorzichtig om niets te laten instorten. En dan verzamelen allen die een stukje boom kunnen dragen zich aan weerszijden van de stam. De zware voet wordt tegen de plank aangezet. Tegelijk wordt de top omhoog getild. (Dat gebeurt met een ladder, maar is te ingewikkeld om u te vertellen.) In ieder geval gaat de top steeds verder omhoog terwijl de voet langs de gladde plank in het graafgat zakt. Net zolang tot de bodem bereikt is en de meiboom fier rechtop staat. Meteen worden stenen en ander materiaal in het plantgat gegooid en met palen en balken aangestampt. Opvullen met zand en steeds weer aanstampen, dat is de remedie. Ondertussen bekijken de stuurlui aan de wal of de meiboom wel netjes rechtop staat. Hoe groot is de voldoening, wanneer tenslotte een trotse meiboom zijn slingers laat vieren in de wind en de krans mooi recht onder de top hangt. Wij hebben eer van ons werk! Dat vinden ook de nieuwe bewoners die op het lawaai afkomen en de meiboom moeten keuren. Want ook dat hoort bij de regels: wij kunnen bomen zetten wat we willen, maar de toekomstige bewoners moeten de boom erkennen als bewijs van hulpvaardigheid en vriendschap en als zodanig accepteren.

    Laten we aannemen dat de toekomstige bewoners tevreden zijn met onze meiboom. Dan worden enkele ogenblikken gewijd aan pogingen om bij het licht van een zwakke zaklantaarn,  knipslöchte genaamd, het meiboomgedicht te lezen. Als alles naar tevredenheid is, worden de meiboomzetters vriendelijk verzocht even binnen te komen, een drankje en een hapje te nuttigen en bij te komen van de zware werkzaamheden.

    Dat is nog niet het einde. De traditie wil – en daar willen we niet aan tornen, er is al teveel onzekerheid in deze wereld – dat de bewoners eenmaal tot rust gekomen in hun nieuwe huis hun buren en vrienden nogmaals uitnodigen in een of ander stamcafé teneinde de meiboom ‘nat te maken’, zoals de volksmond zegt. En wat dat betekent hoef ik u zeker niet uit te leggen.

    Wij vinden dat deze traditie alles in zich heeft om tot in lengte van jaren gekoesterd te blijven. Als er wat te halen valt, houdt iedere traditie stand. En een huis-in-aanbouw zonder meiboom ervoor, is toch geen gezicht? Zeg nou zelf.

     

    Hieronder twee foto's. Op de eerste ziet u welk magnifiek effect er ontstaat wanneer een nieuwbouwhuis wordt omgeven door drie meibomen. De tweede foto bevat een deel van het meiboomgedicht op één van de drie bomen: die van de buurt.







    23-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:meiboom,Achterhoek,traditie
    20-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (1)

    Voor de afwisseling nu eens een drieluik. Drie verhalen over een oud maar nog springlevend gebruik in de Gelderse Achterhoek. Deze eerste bijdrage leidt het onderwerp bij u in, zodat u enigszins van de hoed en de rand weet. Deel 2 beschrijft het fascinerende proces van het meiboomzetten zélf. In deel 3 sluiten wij dit van meibomenhout gemaakte drieluik af met een authentiek meiboomgedicht. 


    Af en toe lees je nog wel eens iets over mensen die gezellig een boom opzetten. Over het nut van een katoenen onderhemd om het overtollig trimzweet op te vangen bijvoorbeeld of over de onzin van tolheffingen om het fileprobleem effectief te lijf te gaan. Bomen opzetten of kortweg bomen doe je met passie en overgave en met behulp van zinnige argumenten. Bomen opzetten en verhalen vertellen lijken in eerste aanleg twee gescheiden gebieden, maar dat is schijn. Je kunt een verhaal vertellen over mensen die bomen opzetten; je kunt ook een boom opzetten over de kunst van het verhalen vertellen.

    Je kunt ook letterlijk een boom opzetten: een meiboom. Oorspronkelijk een overblijfsel uit Germaanse en middeleeuwse riten is het nu in het kleine stukje Nederlandse Achterhoek waar wij wonen een teder gekoesterd gebruik bij de inwijding van een nieuw huis. U moet zich niets aantrekken van het noemen van de bloeimaand; een meiboom past in ieder seizoen en op elke dag van het jaar. Ik geef u om te beginnen enkele kenmerken van een goede meiboom.

    a)     Het is een lange, rechte, dunne, nochtans stevige dennenboom; de onderste takken zijn verwijderd zodat er slechts boven aan de top een plukje naalddragende uitsteeksels zitten. De boom moet zo lang zijn dat de top boven het dak van het nieuwe huis uitsteekt.

    b)    Je kiest een passende boom uit in een dennenbos, maar laat hem afzagen of anderszins kappen door deskundigen zoals boswachters of houtvesters. Je hebt bovendien al je energie nodig voor het vervoer van de meiboom naar het nieuwbouwhuis.

    c)     De meiboom komt voor een nieuw te bouwen huis te staan. Dat laatste neem je met een korreltje zout. Renovatie, het bijbouwen van een schuur of een nieuwe kap op het huis (compleet met hypotheek) kan een reden zijn voor een meiboom. Wanneer er iets te vieren valt, is veel toegestaan. Het enige waaraan nooit en te nimmer getornd wordt, is de eis dat een meiboom er staat vóórdat het dak dicht is.

    d)    Elke zich respecterende meiboom is prachtig versierd met crêpepapieren roosjes en slingers. Zelf mogen wij daar graag enkele in de wind tinkelende voorwerpen bijhangen, zoals lege bierflesjes. Of een fiets zoals wij bij onze Duitse buren, net over de grens, hebben gezien,want ook daar kent men de meiboom. Bovendien hangt onder de top aan drie draden een eveneens versierde stralenkrans om onheil af te wenden.

    e)     Wij noemen het pas nu, maar er moet vanaf het begin rekening mee worden gehouden dat élke meiboom een gedicht heeft. Dat wordt in de regel gemaakt door een dichteres uit de buurt en op ooghoogte aan de meiboom bevestigd.

    f)      Wie, vraagt u, heeft het recht om een meiboom te zetten? De traditie kent van oudsher een alleenrecht toe aan de buurt, de jonge buurt welteverstaan. Dat zijn alle lieden in de buurt (de naoberschap in ons dialect) die (nog) niet getrouwd zijn. Met dit voorschrift wordt momenteel zwaar de hand gelicht. Dat komt omdat er zo weinig jonge buurt over is. Wij komen volk tekort. Daarom nodigen wij vaak vriend en vijand uit om mee te helpen.

    Genoeg gepraat. Voorlopig althans. Ik zal u hieronder eerst eens een paar plaatjes van rechtgeaarde meibomen laten zien. In dit geval wordt een nieuw huis gebouwd en niet minder dan drie partijen hebben er een meiboom bij gezet: de buurt, de familie van de huiseigenaar en last but not least de vrienden van de bewoners uit de voetbalclub – de toekomstige bewoner is in zijn vrije tijd begeleider van een pupillenelftal en tevens grensrechter; allen hebben hun boom bijgedragen.

    Voor een beschrijving van het eigenlijke proces: het zetten van een meiboom, verwijs ik u graag naar deel 2 van dit drieluik dat over enkele dagen het licht ziet.






    20-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:meiboom,traditie,huizenbouw,Gelderse Achterhoek
    14-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijven en zessen
    Lang duurt het niet meer dat de schoolkinderen met hun Kerstrapport thuiskomen. De intrigerende vraag die ons hier nu bezighoudt, is: waarom krijgen kinderen op school voor hun prestaties een cijfer? Waarom bijvoorbeeld krijgt Ahmed uit IIb voor zijn schriftelijke overhoring met veel vijven en zessen een 8 en geen 9? Of was een 7½ achteraf misschien toch eerlijker geweest? We proberen een antwoord te vinden op de vraag of het niet beter is onbegrijpelijke cijfers te vervangen door begrijpelijke woorden. Dat doen we aan de hand van onbeschrijflijk imaginaire taferelen die zich onlangs in het Limburgse hebben afgespeeld.  

     

    Op 14 mei vloog de kogel door de kerk en op 14 juli, twee maanden later, brak de pleuris uit. We hebben het over de gebeurtenissen in Ubach-dichtbij-de-Maas te Limburg en meer in het bijzonder de voorvallen ten aanzien van de voor velen wereldvreemde ideeën op de plaatselijke St. Bernadetteschool, waar men besloten had op de overgangsrapporten voor de zomervakantie geen cijfers meer te vermelden. Maar, het verhaal is al ingewikkeld genoeg, laat ik u de gebeurtenissen chronologisch schilderen.

    Het idee kwam van schooldirecteur de heer J. Maertens Kzn (Jaap voor collega’s en meester Jaap voor ouders en kinderen), daarbij gesteund door de schoolbegeleidster Francoise Molenhoek. Uit Jaaps verantwoording is ons een tweetal argumenten bijgebleven. In de eerste plaats, zei Jaap, is een eerlijke cijferwaardering voor een geleverde prestatie op school zo goed als onmogelijk. Waarom krijgt Jan-Jaap een 8 voor zijn vogelnestje aan de ringen? En waarom verdient Rosita maar een 6 voor een dictee waar ze zó haar best op heeft gedaan? Cijfers als zodanig zeggen niets, beweerde Jaap met grote stelligheid. Ook niet wanneer je de verklarende tekst er bij neemt. Een 6 is blijkbaar voldoende en een 7 ruim voldoende, en wat dan nog? Laten we verstandig zijn en hier op de St. Bernadetteschool, te beginnen met het rapport bij de overgang, de cijfers op het rapport vervangen door woorden: het cijferrapport wordt een woordrapport. Woorden zeggen meer dan cijfers, schreef Jaap in het net op tijd verschijnende schoolkrantje.

    Het andere doorslaggevende argument kwam van juf Ingrid uit Groep 7 (IT-specialist van de school) die eveneens met hulp van Francoise in EXCEL een stramien had ontwikkeld waarbij elke leerkracht handig en gemakkelijk  de prestaties van de leerlingen in woorden kon vatten. (Zie onderstaande illustratie.) Het systeem kon bij wijze van spreken morgen ingevoerd worden, zo sprak zij.

     

    Aldus geschiedde. Een gewogen en afgewogen oordeel van het lerarencollege, tot stand gekomen met instemming van de schoolraad. In een aparte, bijzondere uitgave van het St. Bernadetje, de schoolkrant die huis-aan-huis in Ubach wordt bezorgd (ook bij de dragers van NEE-stickers) werden de ouders en de gehele Ubach-dichtbij-de-Maasse-gemeenschap op de hoogte gebracht. Al op de dag van verschijnen (12 juli) gonsden de eerste geluiden van onmin en wrevel over de hoofden van de ouders die om kwart voor twaalf hun kinderen stonden op te wachten op de parkeerplaats. Die avond ontstond spontaan een Comité tot Behoud van het Cijferrapport i.o. terwijl zich eveneens diverse spontane actiegroepen vormden die hun domicilie kozen in een van de talrijke Ubachse cafés. De misprijzende geluiden waren tussen alle alcoholdampen op onmiskenbare wijze voortekenen van naderend onheil.

    Op 13 juli te 17.00 uur werd een demonstratieve optocht gehouden, compleet met lawaai, spandoeken, papieren vlaggetjes en inderhaast door de RK-Vrouwenbond gefabriceerde T-shirts. De protesterenden, ongeveer 237 in getal, onder leiding van de beroepsopruier Henk Laplazarus, eisten een plenaire, openbare ouderavond op korte termijn om de problematiek eens goed aan de orde te stellen.

    De alles beslissende ouderavond vond plaats op 15 juli om 19.30 uur. De aula van de St. Bernadetteschool was afgeladen vol met ouders en donateurs (zonder stemrecht). Op de foto ziet u het vrouwelijk smaldeel. (De mannen zaten meer naar rechts, zo dicht mogelijk bij de tap.) Laat ik u niet vermoeien met allerlei protocollaire handelingen. Het op één na belangrijkste agendapunt was de korte toespraak van directeur. Hij gaf het woord aan Juf Straatman, sinds jaar en dag leerkracht in Groep 3. Juf Annie zoals zij liefdevol werd genoemd, achter in de 50, door de wol geverfd, zoals alle oudere onderwijzeressen lief en ook een beetje pinnig,  was al een kwart eeuw in dienst van de school. (Overigens een briljante strategische zet van meester Jaap: toen Juf Annie het woord nam, werd het doodstil in de zaal, want veel ouders hadden vroeger bij haar in de klas gezeten.) Uit haar zacht gesproken betoog, maar hoorbaar tot in alle hoeken van de zaal, halen wij de belangrijkste punten.

    1.    Een beoordeling, of het nu met cijfers of woorden gebeurt, is tamelijke onzin als je niet van tevoren afspreekt wat elk kind zo’n beetje moet kennen en kunnen, bijvoorbeeld aan het eind van een leerjaar.

    2.    Voor veel kinderen, vooral voor die kinderen die langzaam, moeilijk en weinig leren, is een cijferrapport een steeds terugkerende bevestiging van falen en teleurstelling.

    3.    Waar we naartoe zouden moeten, is een soort leerafspraak. De school, de ouders/verzorgers en het kind spreken aan het begin (van een jaar, van een periode) af waar je aan het eind (van het jaar, van de periode) wilt uitkomen. Als het blijkt te lukken, steek je de vlag uit en als het niet lukt, probeer je het op een andere manier.

    4.    Je moet verschillende kinderen ook verschillend beoordelen. Van supertalenten vraag je veel meer dan van zogenaamde kneusjes. (En denk erom! sprak zij met stemverheffing, het woord kneusje wil ik niet meer horen!’)

    5.    De school vraagt aan de ouders om een beetje te kunnen experimenteren met beoordelingen. Met of zonder punten, met of zonder grote woorden. En de school verbiedt de talrijke ouders die minder dan 200 meter van de school wonen om hun kinderen per auto te brengen en te halen. Zij vormen immers een gevaar op de weg, vooral tegen twaalf uur.

    Precies op tijd, toen directeur Jaap ontdekte dat juf Annie een punt aan de orde stelde dat buiten die orde was, en er aarzelend enig rumoer in de zaal ontstond, nam hij het woord terug. Hij bedankte de juf zeer voor haar wijze woorden. Hoe goed is het, sprak hij, dat er steeds iemand is die de zaken helder kan voorstellen. (Dat hij mede zichzelf bedoelde, duiden wij hem niet euvel.)

    Tegen half elf verlieten de aanwezigen de zaal. De meesten moesten nog even langs hun stamcafé omdat zij daar hun paraplu hadden achtergelaten. De enige die zeer hoorbaar zijn ontstemming over het verloop van de vergadering liet blijken, was opruier Laplazarus, maar hij had tegen de juf geen schijn van kans.

    Overigens is het pleit nog niet beslecht. Woorden of cijfers, cijfers of letters, nog steeds een kwestie van wikken en wegen. Over de definitieve afloop kunnen wij slechts speculeren, maar wij houden u op de hoogte.






    14-11-2013, 20:06 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schoolprestaties,cijferbeoordeling,rapport,onderwijs,school
    03-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewaarstof

    Wie veel loze ruimte heeft, heeft veel rommel om te bewaren. Ik woon in een oude boerderij met veel bijgebouwen: een grote schuur, voormalige kippenhokken en diverse ruimtes met elk een eigen functie. Zoals een fietsenhok, een garage, een  hobbyruimte, een winterbewaarplaats voor overblijvende bloemen en planten, plus een hokken en schuurtjes inclusief zolders die nergens meer voor worden gebruikt. Behalve natuurlijk om de antieke kast van grootmoeder, zwaar onder invloed van de houtworm, in op te slaan. Want één ding is zoals gezegd zeker: wie veel opslagruimte heeft, bewaart alles. Zo iemand kan niets met de vuilnis meegeven. Want, zeg je, jammer om de antieke wasmachine weg te doen. Weet je wat, we zetten hem zo lang in de oude paardenstal. Daar staat hij niemand in de weg. Ja, als je zo redeneert, kom je tenslotte om in je eigen overtolligheid.

    Soms doe je vreemde herontdekkingen. Je vindt dingen terug die je zo goed had opgeborgen dat je ze bijna niet meer terug kunt vinden. ‘Vroeger,’ zeg ik tegen mezelf, ‘vroeger had jij een donkere kamer, toen ontwikkelde jij zelf je foto’s en vroeger had jij ooit een vergrotingsapparaat. Daarmee maakte jij vergrotingen op Ilford fotopapier van 24*36mm kleinbeeldnegatieven. Soms maakte jij een foto met grandioze afmetingen, wel 30 bij 40 centimeter. Weet je dat niet meer? Lang geleden, inderdaad, maar niet zo lang als de Gouden Eeuw verleden tijd is. Later, toen het tijdperk van de kleurenfoto en de dia aanbrak, heb je de hele zwart-wit ontwikkelarij inclusief het vergroten en afdrukken van negatieven aan de wilgen gehangen. Je fotospullen heb je in een houten eierkist gestopt en die ergens op een zolder weggeborgen. Ja, ergens, maar waar?'

    In een hoekje van de schuurzolder, op een schemerdonker, schimmig plekje – de ramen zijn aan de binnenkant bedekt met een laag stof en aan de buitenkant dreigt de klimop alles te overwoekeren - zodat je geen hand voor ogen ziet, dáár tref ik na jaren mijn vergroter aan. Toeval, want ik was op zoek naar heel iets anders.

    Voorzichtig haal ik hem uit de eierkist en zet hem voor deze gelegenheid even voor het open bovendeurtje, in de frisse lucht. Een doosje waarin fotopapier heeft gezeten, een rubberen gladstrijker waarmee je de luchtbellen uit het natte fotopapier rolde, een klokje om de belichtingstijd tot op tienden van seconden in te stellen en een slangetje om de ontwikkelaar in het bakelieten ontwikkeltankje te laten stromen vergezellen hem.

    Decennia oud stof bedekt het apparaat. De houten bodemplaat is vroeger geel geweest, maar dat zie je er niet van af. Schoonmaken zou kunnen, maar waarom zou je? Vroeger, toen de vergroter in je donkere kamer stond, was stof volksvijand nummer één. Want elk stofje zag je later als een vlekje of draadje op je vergroting terug. Nu kijk je met een nostalgische blik naar je oude Opemus-vergroter en ruik je in je gedachten de zure fixeer. Je vraagt aan jezelf: ‘Zou hij het nog doen?..’

    Met behulp van een verlengkabel zorg ik voor 220 Volt. Snoeren, schakelaars en stekkers zijn zo te zien in orde. Dat geldt ook voor de lamp boven in de vergroter. Routineus draai ik een rood glaasje tussen de lichtbron met lens en de bodemplank. Met het glaasje op rood zorgde ik er vroeger voor dat de beelden haarscherp op het fotopapier - dat niet gevoelig was voor het rode gevaar - verschenen. (Bij de definitieve belichting van het fotopapier draaide je dat rode glaasje decent opzij.)

    Ja hoor, de tijd heeft stilgestaan. Het apparaat werkt. Het doet alsof  gisteren de laatste keer was dat hij gebruikt werd. Lichtstralen vallen van boven af via de vergrotingslens op de rand van het afdekglaasje. In betere tijden was dit rood, maar het stof verandert rood in oranje. Of is het de tijd die verandert?


     

     






    03-11-2013, 18:47 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:fotografie,vergrotingsapparaat,stof,bewaren
    25-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijdverdrijf

    Twee keer per jaar, in het voorjaar rond maart en eind oktober nog een keer, komt hij langs. De tijdverzetter. Hij komt onherroepelijk, net als de Sint en de kerstman. Hij spijbelt nooit eens een keer. Hij komt op vaste, gezette tijden. Je kunt er de klok op gelijk zetten. Hij gaat van huis tot huis, van blad naar boom naar laan naar bos en laat overal zijn sporen achter. Hij ontziet niets en niemand. Hij is de gerechtigheid in eigen persoon en doet zulks allemaal in zijn eigen tijd.

    Dezelfde twee keer per jaar is huize Terra in rep en roer. Mijn tekstverwerker had eigenlijk willen schrijven dat ‘.. er de pleuris uitbreekt’, maar dat vond zelfs ík te vergaand. Op de hoogte gebracht door krant en tv-gids en gemaand door de zaterdagse nieuwslezer van het 8-uur journaal trekken wij de ochtend erop door het gehele huis om alle uurwerken de juiste tijd te laten aanwijzen. Wintertijd: dan moet de klok een uur vooruit … of was het nu achteruit? Vroeger had je in ieder geval altijd nog dat hilarische heerschap (pardon, die Heerschop) bij Kopspijkers dat ons uit de droom hielp, maar nu moeten we het zonder hem stellen. Wat te doen als de wintertijd aanbreekt? Óf je zet de klok een uurtje stil (om drie uur in de nacht!) óf je draait alle wijzers een uurtje terug (wat je bij onze mechanische klokken nooit moet doen!).

    Wij weten niet hoe de toestand bij u is, maar bij mij thuis wemelt het van uurwerken in alle mogelijk denkbare maten en soorten. Bijna letterlijk ontelbaar. Van het historische stukje vakwerk van een streekgebonden klokkenmaker tot digitale vlekjes getallen op magnetrons en ipods. In iedere kamer is er wel iets dat ons de tijd van de dag verraadt. Onderaan dit epistel laat ik u enkele van onze tijdverraders zien.

    Te beginnen bij onze pendule. Ongetwijfeld Frans, dat ziet de kenner aan de fijne messing rand om de wijzerplaat en de slanke wijzers. Daaromheen heeft de bouwer platen zwart marmer gevleid, zodat het klokje loodzwaar is. Jaren lang stond het op tien over half zes (AM of PM, dat wisten we niet zeker) maar vorig jaar heb ik haar door een bevriende klokamateur laten repareren. Het was ooit een geschenk van de plaatselijke gemengde zangvereniging op algemeen-christelijke grondslag Amicitia, wat zoals iedereen weet zoiets als  ‘vriendschap’ betekent. Ze dateert van 1930 en werd geschonken bij het huwelijk van pa en ma Terra. (Pa was toentertijd en nog vele jaren daarna voorzitter.) Ook om die reden is de Franse pendule ons zeer dierbaar.

    De mooiste klok is onze tafelklok. Hij oogt fraai antiek, maar is pas vijfentwintig jaar oud. Hij staat op het bijzettafeltje naast de stoel waarop mevrouw Terra placht te zitten, maar het opwinden liet zij aan mij over. Hij beschikt over een fraaie zacht-welluidende stem en laat die om de haverklap (dertig minuten) horen. Geen westminsterdeuntje, maar een delicaat tweeslagstelsel. Deze klok loopt heel precies, zeg maar exact. Op de kop af één minuut per dag achter.

    Een klein eindje verder in de gang hangt een regulateur. Dát is pas een naam voor een klok die in navolging van Christiaan Huygens in staat is met een slingerbeweging de rijkelijk vloeiende tijd (want tempus fugit) in gelijke stukken te kappen. Jammer trouwens dat het slagwerk het momenteel laat afweten. Nu genieten we alleen nog van de herinnering aan de tijd dat hij vlekkeloos liep.

    Genoeg. Genoeg over uurwerken, over metingen van tijd, over pogingen de tijd te stabiliseren en vast te houden in een opmerking als: bij de volgende piep is het precies zeven voor half zes. Ja, en?

    Als laatste afbeelding toon ik u tenslotte een mannenlinkerpols. Het is, met permissie, mijn eigen lichaamsdeel. Ooit droeg het een polshorloge, maar nadat ik merkte hoezeer de tijd beslag ging leggen op mijn leven, heb ik het horloge, inclusief de metalen schakelarmband, voor eeuwig afgedaan. En u zult mij sindsdien nooit kunnen betrappen op het dragen van een uurwerk. Waarom ook? Overal waar ik kom is met een beetje goede wil een uurwerk te vinden waarop ik de tijd zou kunnen aflezen als ik dat wilde. En voor sommige situaties, noodgevallen, waarbij ik absoluut niet te laat mág komen, heb ik een klein smartfoontje in mijn broekzak. Ooit was ik slaaf van de tijd. Nu is de tijd mijn dienaar.

    Ondertussen ben ik nog geen draad verder met het op wintertijd zetten van alle uurwerken. Wij denken ondertussen wel aan een definitieve oplossing van het probleem. Wij schaffen twee sets van uurwerken aan. Al onze klokken en wekkertjes tezamen worden in twee groepen verdeeld. De ene groep noemen wij de zomertijdwijzers. Zij doen dienst van eind maart tot eind oktober. Dan worden zij één voor één van de wand gehaald om vervangen te worden door een exemplaar uit de wintertijdcollectie. Geen gedoe meer van het vooruit of achteruit zetten. Wij vinden het zelf een grandioos idee. De eerbiedwaardige Chronos en zijn handlanger Tijdverzetter zullen dat met ons eens moeten zijn.










    25-10-2013, 21:22 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:tijd, zomertijd,wintertijd,tijd verzetten,
    20-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KROM

    Alles wat ik ooit op school geleerd heb op het gebied van de meetkunde en de geometrie ben ik vergeten of heb ik verdrongen, behalve de mededeling dat de kortste afstand tussen twee punten wordt gevormd door een rechte lijn. Sla twee spijkers in de muur en span een vliegertouwtje van de ene naar de andere. Trek het touw zo strak aan als het toelaat en je hebt een rechte. Een kortere lijn en een kleinere afstand bestaan niet.

    Persoonlijk heb ik het niet zo met recht en rechtlijnigheid. Het is afschrikwekkend saai als u het mij vraagt. Hoe veel spannender is een golvende lijn, een muzikale spanningsboog en een redenering waar nog wel enige ruis in te ontdekken valt. Een interpretatie is per definitie attractiever, mooier en spannender dan een definitie. Politici die iets zeker menen te weten zijn onuitstaanbaar. Geef mij dan maar een aarzelende parlementariër die mij een stelling voorlegt en vraagt of hij er erg naast zit.

    In de beeldende kunst ervaar ik hetzelfde. De vierkanten en rechthoeken van Mondriaan zijn op de keper beschouwd dodelijk vervelend. Het schijnt dat de eerste Japanse schilders hun zeegezichten uitsluitend voorzagen van rechte lijnen en streepjes. Bij gebrek aan betere ideeën. Totdat een zekere Frans Suzuki Jr. in 588 v. Chr. bij het kalligraferen van een prent aan de rand van het papier gekomen merkte dat er nog zwarte verf aan zijn penseel zat en daarom een flauwe bocht terug maakte om de verf helemaal óp te gebruiken. De eerste kromme was geboren en de opmars van de gebogen lijn zou vanaf nu het artistieke wereldbeeld beheersen. De cirkel verving het vierkant en werd de ultimatieve metafoor, zoals de Kelten het ons met hun ingewikkeld gebogen knopen bewijzen. De rechte lijn werd verbannen naar het wis- en meetkundige domein waar hij per slot van rekening ook uit afkomstig was.

    Uit mijn foto-archiefje laat ik u twee foto's zien. Eén waarop uiterst saaie, recht-toe-recht-aan aspergebedden zich door het landschap bewegen. En één van een zonnige meimorgen waar ik zie hoe de eerste gebogen maïsrijen zich naar de horizon spoeden. Nu nog zichtbaar en mooi om te zien, maar over enkele weken zal het groene gewas het lijnenspel overwoekeren. Overigens, dat mijn buurman zijn maïs in golvende rijen zaait heeft een economische achtergrond. Op een kromme, gebogen, golvende lijn passen meer maïszaadjes dan op een rechte - een rechte is immers korter dan een kromme, heeft ook de boer geleerd - zodat straks de opbrengst navenant groter is. Een rechtlijnige redenering waar u geen speld tussen krijgt.








    20-10-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:recht,krom,geometrie,rechte,kromme,
    13-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Luiwammes

    Van alle Marten Toonder-personages is Wammes een van mijn favorieten. Meer nog dan de sublieme Hiep Hieper of de onnavolgbare Terpen Tijn. Wammes, met achternaam Waggel, is een vrolijke flierefluiter met een onderhuidse, tamelijk lichtzinnige uitstraling. Niet voor niets heet hij Wammes. Voluit Luiwammes. En juist dát maakt hem zo sympathiek.

    Natuurlijk weet ik (of zou ik het móeten weten) dat een wammes oorspronkelijk een flanelletje is dat je onder je maliënkolder draagt. Tegen de kou en tegen de rimmetiek, zal ik maar zeggen. Maar u en ik weten dat het voorvoegsel lui- aan dat wambuiskatoentje een extra dimensie geeft. Een aureool van onthechting, van nietsdoen, van ledigheid en zorgeloosheid, van ultieme vrijheid. Wees eerlijk: diep in ons hart zou iedereen graag luiwammes willen zijn. Omdat ik van mijn hart geen moordkuil maak, geef ik het toe. Ik ben het dan ook volmondig eens met lieden die beweren dat ze liever lui dan moe zijn.

    Merkwaardig toch dat er ons calvinistische Nederland, waarin immers veel nadruk wordt gelegd op productiviteit en altijddurende werkzaamheid, zoveel woorden en uitdrukkingen zijn die de luiheid als zodanig proberen te beschrijven. Omdat het mij te veel moeite is die allemaal uit verschillende bronnen op te diepen, citeer ik hier uit mijn onvolprezen betekenis-woordenboek der Nederlandse taal synoniemen van het begrip ‘luiwammes‘:

             luilak, luiaard, leegloper, ledigganger, baantjesgast, baliekluiver, dagdief,          dooddoener, nietsdoener, jansalie, pater goedleven, luie bliksem, luibak, luibuis

    waarbij u merkt dat het praktisch allemaal woorden zijn die wij uit luiheid vergeten zijn. Maar ik mag toch dringend hopen dat hiermee niet ook de luiwammes zélf uit het straatbeeld is verdwenen, want zou een gemis van de eerste orde zijn.

    Genoeg geschreven. En bovendien is het moeizaam schrijven van een doorwrocht stukje tekst over de luiwammes als culturele entiteit in strijd met de geest van de ledigheid.

    Ik eindig even lui als ik begonnen ben. Uitgerekend op pagina 495 van "Het Juiste Woord", waarin ik het rijtje luiwammessynoniemen vond, lag een onaf cryptogram waaraan mijn vader misschien wel vijftig jaar geleden begonnen is. U ziet dat 2 vertikaal (in Nederland is die vrij geworden), 10 horizontaal (in Nederland is voor hem geen emplooi; hij zou trouwens toch geen levenspositie hebben) en 14 horizontaal (Dit spel is natuurlijk moderner dan 'Schipper mag ik overvaren?') niet ingevuld zijn. Aan u de eer om dat alsnog te doen. Zelf ben ik er te lui voor.

     

    Bij het plaatje: op deze poster loopt Wammes Waggel (geheel rechts) mee in een lampionoptocht, voorafgegaan door Tom Poes en Ollie B. Bommel, in het gezelschap van kapitein Walrus. Afkomstig van de Tom Poes-tentoonstelling in Haarlem (Teylers Museum, 1996).








    13-10-2013, 21:26 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:lui,luiwammes,Wammes Waggel
    05-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Amplitude

    Uit mijn jonge jaren herinner ik mij het zeldzame turnuurtje op school waarbij de ringen neergelaten waren. Tot op hoofdhoogte. Je kon dan met je handen de houten ringen vastknijpen zodat ze nooit meer losgingen en via een schopbeweging naar boven kon je ook je beide voeten in de ringen steken. Als je dan ook nog op een onnavolgbare wijze je romp en onderlichaam als het ware kon omkeren, binnenstebuiten kon trekken, ontstond er wat sommigen het zwaantje aan de ringen noemden. Zelf spraken we liever van het vogelnestje. Ik heb het in eeuwen  niet meer gedaan, maar het zou me niet verwonderen dat ik het nog kan, zonder bij de laatste rugwervel af te knappen of door te breken.

    Vandaag zit ik te kijken naar de toestelfinales  bij de wereldkampioenschappen turnen in Antwerpen. Net als iedere andere sport heeft ook het turnen een aantal specifieke begrippen nodig om uit te leggen waar alles over gaat en wat je bedoelt. Dat betreft de attributen en voorwerpen waarmee, waarop, waarboven en waaraan geturnd wordt, zoals de brug (met ongelijke en gelijke leggers), het paard, de evenwichtsbalk, de knots, de ringen, het hoogrek en de lange en vierkante mat. Maar natuurlijk ook woorden voor de capriolen die de dames en heren turners met die genoemde zaken allemaal uithalen. Vooropzet, achteropzet, afsprong met nahupje, breedtestand, reuzendraai, kippe (spreek uit: kiep), flic-flac, schroef, salto (enkel, dubbel en driedubbel), ga zo maar door: de kenner en liefhebber weet precies wat ermee bedoeld wordt.

    Amplitude (of amplitudo, wat ik eerlijk gezegd een nóg mooier woord vind) is een begrip uit de klassieke mechanica. Het schijnt de afstand te beschrijven tussen een vast nulpunt (draaipunt) en draaiende lichaamsdelen gedurende een omwenteling. Neem de mij onbekende Rus Sascha Abramkowitsch bij zijn oefening aan de rekstok. (Hoogrek, want zijn trainer moet hem optillen om aan de oefening te kunnen beginnen.) Sascha houdt de ijzeren rekstokstang (het draaipunt) stevig vast en zijn lichaam beschrijft ruggelings of buikelings fraaie cirkels en omwentelingen. Hoe groter de afstand tussen zijn polsen en de topjes van zijn gestrekte tenen, hoe groter de amplitude. Dat is belangrijk, want een oefening die met een groot amplitude wordt uitgevoerd is mooier om te zien en wordt daarom hoger gewaardeerd. Vindt het jurylid voor zover het niet is omgekocht.

    Kampioenschappen turnen worden in Nederland door NOS-Sport van commentaar voorzien door Hans van Zetten. Hij doet dat al jaren en hij doet het goed en vakkundig. Het belangrijkste is dat je kunt horen dat hij van turnen houdt. Het lievelingswoord van Hans is amplitude. Het hangt van de hoeveelheid zendtijd af, maar normaliter gebruikt Hans het woord amplitude (hóór het hem uitspreken: am-pli-tú-de) minstens vijftien keer. Het record staat op 24 (Olympische Spelen, Athene, 2004, toestelfinale dames).

    Als voorlopige afsluiting (afsprong) een mooi gedicht van Driek van Wissen:

                       Het klimrek, knotsen zwaaien op muziek
                       de vloer, het vogelnestje in de ringen
                       en paard en bok om overheen te springen
                       dat is de canon van de gymnastiek

     

    Ook deze op zich heldere uiteenzetting wordt voorzien van enkele spectaculaire beelden.

    Het eerste toont Elsje Nooitgedacht-Tochgekregen aan de brug met ongelijkvloerse leggers. Op de laatste serie tekeningen demonstreert rekturner Alphons Doorkruiper een echte Pendelkippe (pendelkiep). Het bijzondere doet zich voor op tekening 3. Door je benen weg te trappen in de richting van de pijl komt je bovenlichaam omhoog in de uitgangspositie zodat je buik weer tegen de rekstokstang rust (laatste tekening).



     






    05-10-2013, 20:06 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:amplitude,amplitudo,turnen,gymnastiek
    28-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FAQ

    Vraag: Kent u het maandelijks verschijnend muziektijdschrift H & W?

    Antwoord: Natuurlijk. H & W staat voor Hoor & Wederhoor. Het is de opvolger van het roemruchte tijdschrift Melodie & Menskracht. Nagenoeg alle aspecten van de populaire en klassieke muziek hier te lande en omstreken worden op passende, muzikale wijze uit de doeken gedaan. Het eerste wat ik doe nadat ik H&W uit de brievenbus heb gehaald, is pagina 56 opzoeken. Vanaf die plek wordt de lezer in de rubriek ‘Veel gestelde vragen’ verlost van alle klemmende onzekerheid op muzikaal gebied. Het is verbazingwekkend hoe redacteur Frans Mondharpje er steeds weer in slaagt passende antwoorden te vinden op onmogelijke vragen. Hier volgt een kleine, leerzame bloemlezing.


    Vraag: In maat 54 van de Nocturne in c-klein, opus 112, van de heer F. Chopin is de tweede noot in de triool een tweedubbel gestreepte bes. Zou een as daar eigenlijk niet beter op zijn plaats zijn? (Mevr. H. te G-H te Winterswijk)

    Antwoord: U zou best wel eens gelijk kunnen hebben. Waarschijnlijk weet u dat de nocturne geschreven is toen Chopin en George Sand op Mallorca lagen te zonnebaden en George haar parasolletje vergeten was. Kenners, waaronder de Rus Blefsky, veronderstellen dat dáárdoor – de onenigheid die ontstond omdat Chopin er niet aan dacht om thuis het parasolletje op te gaan halen - een foute noot is genoteerd. De oplossing bestaat hieruit dat de eerste keer een bes en bij de herhaling later een as wordt gespeeld.

     

    Vraag:  Wir, die wir wohnachtig sein in Hamburg Harburg, hören vaak das Niederländer es haben über ‘ein Flötchen von ein Cent’. Wissen Sie missjien wo dieser Ausdruck vondannen kommt? (Frau Katharine Zehlendorff, Hamburg (D))

    Antwoord: Gut von Sie Frau Z. das sie probieren eine Frage zu stellen in die deutsche Taal. Das beklemmtoont wiederum das internationale Karakter von unzer Zeitschrift. Sehr früher benutzen die Scheidsrechter beim Fussballspiel in Holland eine goedkaufe Trillerpfeife mit einem Erbse darin. (Soms auch eine Spliterbse.) Die kostete (1938) bei der Hema in Amsterdam ein Cent. Sehr gutkauf also. Darum sprechen wir noch immer von ein Flötchen von einem Cent.


    Vraag: Kunt u mij helpen aan het patroon van het mutsje dat  de beroemde pianist Friedrich Gulda (de vooralsnog enige pianist die in het openbaar bekende te zijn overleden en dat later weer introk) tijdens zijn concerten placht te dragen? (H. Onder-de-wijn-gaard te Dordt)

    Antwoord: Het mutsje is gemaakt van opgerold koord dat u eerst dient te maken door middel van het bekende punniken (u weet wel, met een leeg, houten garenklosje met spijkers daarop.) Het patroon kan gedownload worden bij www punt guldamuts punt de.  Rekent u wel op een levertijd van minstens drie weken. De vraag is groot.


    Vraag: Een verre kennis vertelde mij onlangs dat hij in Wenen een verkleinde midwinterhoorn in leer had gezien die door Beethoven gebruikt werd als gehoorapparaat. Ik heb altijd in de veronderstelling geleefd dat Beethoven geen apparaat gebruikte, maar zich behielp met Boheemse gehoorzalf. Gaarne uw opvatting terzake. (K. de Graal, Berkel zonder Rodenrijs)

    Antwoord: Uw kennis heeft ten dele gelijk. In zijn latere leven bediende Beethoven zich inderdaad van een hoortoestel (zie afbeelding beneden). Voordien, en dat weten de meesten niet, was hij Oost-Indisch doof. En daar helpt geen zalfje lief aan.

     

    Vraag: Weet u wat er geworden is van het eens zo bekende Lazerop Trio? Dit drietal maakte in de 70er jaren furore in diverse Nederlandse en Vlaamse popprogramma’s. Ik ben hen uit het oog verloren en kwijt geraakt. (K. Bruinebal, Kortrijk)

    Antwoord: Het trio bestaat nog! Het legt zich thans toe op het zingen van madrigalen in drie-kwartsmaat. Een recente foto (zie beneden) levert het bewijs.

    Overigens: maar nu is het genoeg! Om nog meer van deze sappige FAQ-teksten te lezen, moet u H&W maar kopen! Het geld groeit ons, ook muzikaal gezien, niet op de rug! En voor niets gaat de zon op.

     








    28-09-2013, 14:04 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:FAQ,muziektijdschrift,satire
    21-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muziekstroom

    Dat is bijvoorbeeld de Moldau, zult u zeggen. Gecomponeerd door een zekere Bedrich Smetana die met prachtige muziek evenzo prachtig de manier illustreert waarmee deze rivier door de verschillende delen van Tsjechië en Slowakije en vervolgens door tal van andere Slavische landen stroomt. Van een kabbelend bergbeekje in Bohemen tot en met een breed uitwaaieren in de Zwarte Zee.

    Ik bedoel eigenlijk iets anders. Mij staat de verschillende manier voor ogen waarop wij naar muziek luisteren en hoe die in de loop van de jaren verandert. In den beginne was er de grammofoon, vaak gekoppeld aan de bakelieten radio. We pakten voorzichtig een vinyllen grammofoonplaat, lieten de diamantnaald in de groef zakken en plotseling was de kamer vol heerlijke muziek: een chanson met Juliette Greco of een tango van Malando. Daarna kwam het casettebandje eventueel met walk-man, gevolgd door de cd. Tegenwoordig staat mijn muziek op een usb-stickje. Dat steek ik in een passend gaatje in mijn computer of in mijn zeer platte tv en het wonder geschiedt. Het 125-jarig Koninklijk Concertgebouworkest speelt luid en duidelijk de begeleiding bij Verdi's Slavenkoor dat ik luidkeels meegalm.

    De nieuwste trend is het ontbreken van de hardware waarop de muziek opgeslagen is. Wie koopt er tegenwoordig nog een cd? Ik niet, ik zet mij voor mijn computer, schakel een muziekvoorzienend programma in (ik maak geen reclame, maar het is Spotify) et voila: welluidende muziek stroomt mijn kamer in. Letterlijk: a stream. Dat is de stroom die ik bedoel. Ik koop geen cd meer; ik koop een down-load of een stream. Voor een euro per track.

    Even voor de verandering iets anders. Ik kan geen piano spelen, maar ik kan wel een blad met muzieknoten, een partituur, lezen. Dat dit wel wat raar is geef ik toe, maar daar gaat het nu even niet om. Mits de muziek niet al te gecompliceerd is en in een redelijk tempo gespeeld wordt, kan ik in mijn partituur de muzikanten op de voet volgen. Ik zie de muzieknoten, lees die van links naar rechts mee met de muziek die ik tegelijkertijd hoor. Echt waar, bij het (mee)lezen van een partituur vallen je zaken op die je vroeger nooit had opgemerkt. Bijvoorbeeld de pianist die opeens heel hard (forte!) begint te spelen terwijl de componist daar in zijn partituur niets over heeft gezegd.

    Nee, om van muziek te genieten, hoef je niet mee te lezen in een partituur. Soms, in een concertzaal, stoort het. Zoals het met veel geruis gepaard gaande gelijktijdige omslaan van een partituurbladzijde door een honderdkoppig publiek, net op het moment dat de sopraan met een uiterst gevoelige aria bezig is.

    Als u mij toestaat, zal ik u laten zien hoe ik het af en toe doe. Ik download eerst een gratis exemplaar van de partituur die hoort bij een prachtige Beethoven-pianosonate. (Oude klassieke muziek is vaak gratis beschikbaar.) Bijvoorbeeld die van Opus 109, één van Beethovens laatste en mooiste sonates. Die laat ik op mijn monitor verschijnen. Met de muis scroll ik door de verzameling muzieknotenbalken. De cursor wijst een typische passage aan en met het muiswiel ga ik soepeltjes van bladzijde 4 naar 5. Ik zet mijn cursor netjes aan het begin. Dan start ik een muziekstream waarop de beroemde Alfred Brendel (ik noem maar iemand) deze pianosonate in E onnavolgbaar mooi speelt. Mijn ogen volgen de noten op het scherm en mijn oren volgen de muziek uit de computerluidspekertjes.

    Hieronder eerst een stukje partituur. Het is het laatste deel van de sonate: er staat boven dat het een zangerig andante is dat nochtans met enige expressie uitgevoerd dient te worden. Beethoven vraagt bovendien vooraf of de pianist het gesangvoll mit innigster Empfindung (dus zangerig en met innige gevoelens) wil spelen. De meeste pianisten proberen dat dan ook.

    Daaronder ziet u mij aan het werk. Terwijl de computer zijn werk doet, de pianomuziek door mijn werkkamer stroomt, wijs ik u even met mijn linkerhand op een paar typische nootjes in de partituur. De rechterhand verbergt de muis. (Met de zelfontspanner maak ik stiekem een fotootje.)

    Wat een gedoe, zult u zeggen. Maar dat is even voor het publiek. Normaliter zak ik in een luie stoel - al of niet met een papieren partituur - en laat de muziek over mij heen stromen. 








    21-09-2013, 13:51 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:music stream, computer, partituur, muziek,
    14-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slijk der aarde

    Over geld gesproken, eerlijk gezegd aarzel ik een beetje er over te beginnen want als er één onderwerp taboe is, is het wel geld en dan vooral het gebrek eraan. Natuurlijk zult u niet van mij verlangen dat ik u tot in details, met 2 decimalen achter de komma, bijpraat over mijn financiële situatie. Gelooft u mij: samenvattend kan ik zeggen dat we geen geld hebben, nooit gehad hebben en nooit zullen krijgen. Maar – en dat vergoedt veel - u kunt rustig het woord geld door geldgebrek vervangen, dan is de uitspraak ook waar. Gemeten naar de omstandigheden waarin veel anderen moeten leven, hadden en hebben wij, geldelijk gezien, een luizenleven. Voor echt belangrijke zaken was en is er altijd geld. Vroeger bij ons thuis en nu niet minder. Dit is misschien ook de reden dat ik tamelijk onbekommerd over het onderwerp kan schrijven

    Natuurlijk zou u kunnen vragen: maar heb je dan helemaal geen wensen? Wensen die je met (wat) geld in vervulling zou kunnen laten gaan? Een wereldreisje bijvoorbeeld? Eindelijk, na zevenenveertig jaar, eens een nieuw bankstelletje in de kamer in plaats van de bijeengeraapte verzameling meubels die er nu staat? En wanneer laat je eindelijk eens iets doen aan die energieverslindende (ontbrekende) isolatie van je huis? Een beschoten kap is toch geen luxe? Waar blijft die camper waarmee je altijd nog eens de wijde wereld in wilt trekken? Wist je dat er ook nieuwe vloerbedekking bestaat?

    U treft mij op een teer en kwetsbaar punt. Want eerlijk is eerlijk, stel dat wij onverhoopt plotseling zouden kunnen beschikken over een fortuin (erfenis? prijsje in de staatsloterij?) dan zijn er genoeg zaken en doelen te bedenken waaraan wij ons goede geld kunnen besteden zonder het over de balk te gooien. Maar ach, zo troosten wij elkaar in een sentimentele bui, u en ik weten dat de dingen die er écht toe doen voor geen geld te koop zijn.

    Naschrift 1: divers vreemd geld uit evenzoveel divers buitenland

    Naschrift 2: een prachtig voorbeeld van een prachtig schrijfschrift, afkomstig uit de lagere-school-tijd van mijn schoonoom Johan Westerveld (± 1910). Zo is het maar net: het geld is een goede dienstknecht, maar een slechte meester. 









    14-09-2013, 19:35 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:geld
    09-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEVEN


    Wat het ook is, het getal 7 (zeven) is in ieder geval een bijzonder getal. In veel filosofieën, astrologieën,  godsdiensten, geestelijke stromingen en sportieve lichaamsbewegingen speelt het een speciale rol. Ik noem u de kabbalistiek, het zeven dagen durende scheppingsverhaal, en het magische rugnummer 14 in de beoefening van het edele voetbalspel. (Ter opheldering van dit laatste voor diegenen die nooit rekenen hebben geleerd: 14 [het magische rugnummer van Cruijff] =  2 keer 7)

    Voor velen onder ons is 7 een geluksgetal. Ook in de wetenschap is de notie doorgedrongen dat er iets aan de hand is met het getal 7. Zo kennen wij uit de geschiedenis van de psychologie de Wet van Jost, die ons leert dat 7 keer 3 beter en meer is dan 3 keer 7. Die wet gaat over het onthouden van iets, maar is ook op andere gevallen van toepassing. Zo is het verstandiger kleine porties te eten, maar dan wel vaak, dan grotere porties minder vaak. (Dus beter zeven keer drie lekkere dropjes, dan drie keer zeven van die smakelijke zoutjes.) En een zekere Georg Miller is erin geslaagd aan te tonen dat wij, in onze pogingen zaken te onthouden, maximaal 7 van die zaken toelaten tot ons korte-termijn-geheugen, plus of minus 2, dat wel. Hij spreekt van het magische getal 7 ± 2.

    Wie van ons heeft niet ooit op school voor een repetitie of overhoring een zeven gekregen? In de systematiek van het cijfers geven aan schoolprestaties betekent de 7 een ruime voldoende. Wat voldoende is, weten we wel. We krijgen een voldoende van de juf of meester wanneer we naar hun oordeel voldoende hebben geleerd. Of voldoende vragen goed hebben beantwoord. Maar wat is ruim voldoende, hoe ruim is ruim? Joost mag het weten.

    Ik wil niet zeuren, er niet meewarig over doen, want er zijn per slot van rekening ergere dingen die je kunnen overkomen, maar ik werd gedurende mijn gehele schoolleven hinderlijk achtervolgd door het cijfer zeven. Ik werd er zogezegd door gestalkt. Wanneer de tijd aanbrak dat er cijfers op rapporten verschenen, stonden drommen zevens klaar om op mijn lijst te komen. Dat was op zich al erg, maar zij belemmerden andere cijfers om hetzelfde te doen.

    Het gevolg is dus dat het wemelt van de 7’s op mijn rapporten en getuigschriften. Als illustratie laat ik u hieronder een onechte kopie zien van mijn MULO-rapport (Klas IIIa).

    Heb ik gelijk of niet? Het is toch om dol van te worden! En voor andere klassen, scholen, vakken en leraren gold hetzelfde. Overal waar ik verscheen, was de 7 niet ver weg. En het ongerijmde verschijnsel woekert voort. Stel dat mijn cursus ‘Trekzak leren spelen in één winter’ die ik via de Open Universiteit volg, wordt  afgesloten met een diploma met cijferlijst, dan hoef ik u niet te vertellen welk cijfer daarop zal prijken.  

    ‘Te weinig variatie’ schrijft iemand op mijn rapport en dat is een afschuwelijke, maar ware constatering. Alles aan mij is van een eenvormigheid en eentonigheid waar de mensen die het weten kunnen geen brood van lusten. Ken je Terra, die van de memories? Ja die ken ik. Is dat niet degene die alles kan, maar alles met mate? Koning van de ruime voldoende, nooit eens een volwassen zware onvoldoende, nooit eens een grandioze 10 voor een unieke prestatie.

    Natuurlijk overdrijf ik schromelijk. Maar het is waar dat ik soms wel eens een beetje jaloers ben op mensen die iets heel speciaals heel goed kunnen. Daar moet je overigens wel behoorlijk kieskeurig in zijn. Vijf en twintig meter figuurzagen in 5 mm triplex en dat in 4 minuten wil ik helemaal niet kunnen. Maar een bestseller schrijven bijvoorbeeld, dat lijkt me wel iets.

    Tenslotte laat ik aan het eind van dit verhaaltje nog even mijn oude lagere-school-juf verschijnen. Zij geeft mij een dik verdiende tien met een griffel plus een zoen. Op de lei kan ik u dat laten zien. Ik doe het met een krijtje, want de griffels zijn langzamerhand uit de tijd. Laat staan nu overal de i-pads ten tonele verschijnen.

     





    09-09-2013, 21:37 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schoolcijfers,cijfers,getallen,zeven
    03-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weerglas

    Laat ik u voor de verandering eens iets vertellen over onze oude barometer. Die is ruim 80 jaar oud en voorspelt nog altijd hondstrouw het weer dat ons te wachten staat. Meestal staat zijn wijzer in de buurt van 760 (mm. kwikdruk). Bij mooi helder weer iets daarboven, bij lage druk iets minder. Het kleinste getal dat hij bij mijn weten ooit heeft aangewezen was 718. Ongelogen. Een dag met zware buien, loeiende stormen en een buitenaards lage luchtdruk.

    Hoe weet ik eigenlijk dat de barometer meer dan 80 jaar oud is? Staat er een aanschafdatum op? Nee, maar de barometer was een geschenk van de buurt toen achter de boerderij van mijn schoongrootvader een nieuwe schuur is gebouwd. Dat was in 1927. De bouwtekeningen hebben we nog steeds. Wat we ook bewaard hebben, is het meiboomgedicht. Bij ieder nieuw bouwwerk werd (en wordt) volgens oud Achterhoeks gebruik door de (jonge, ongetrouwde) buren een meiboom gezet. Dat is een dennenboom uit het bos, zeker twaalf meter lang, want de onderste twee meter worden verankerd in de grond, en de top bovenaan moet in ieder geval boven het dak uitsteken. Aan die top, fraai versierd met slingers en papieren roosjes,  hangen traditioneel een krans en enkele onnutte zaken zoals lege bierflessen. Op de stam wordt op ooghoogte een gedicht bevestigd dat door een creatieve geest is bedacht.

    Nu, in de eenentwintigste eeuw hangt de barometer samen met zijn vriendje de thermometer in onze voorkeuken. Op een vernieuwd plankje omdat het originele door de houtworm ten dode was opgeschreven. Het gedicht hangt daar waar het hoort: in de schuur, aan de muur.

    Het originele meiboomgedicht bij de nieuwbouw van de schuur is een toonbeeld van echte volkskunst. Natuurlijk in de volkstaal, met hier en daar een woord dat wij hedentendage niet meer gebruiken. Een vast rijmschema, maar geen domme rijmelarij. Zeer waarschijnlijk is het gemaakt door Jan Willem uut ’t Goor, een pseudoniem van het hoofd-der-school hier uit onze streek en zeer gewaardeerd als schoolmeester, dirigent van de fanfare, schrijver van volksverhalen en dichter van gelegenheidsliederen. Ik laat het hieronder volgen. Met behulp van enkele toelichtingen kunt u de strekking vast en zeker wel volgen. Het laatste couplet - dat enkele waarheden als koeien bevat - heb ik in z'n geheel voor u vertaald:

     

    Toch doet de barometer

    aan 't weer geen goed of kwaad.

    Dát kunnen we beter overlaten (aan de weergoden),

    het ding geeft alleen wat raad.

     

            

             Zoo is de ni’je schure

             dan bi’jnao kant en klaor.

             Daor kö’j gemak van hebben,

             a’j staot an ’t klompenboor1.                          

            

             Daor könt de varkens joechtern2

             en vretten dat ze stönt3,

             daor meugt de hoender kaak’len4,

             haost meerder dan ze könt.

            

             Daor kö’j de oogst in bargen

             as alles dreuge is.

             As ’t altied deur wol règenen,

             dan liep jô alles mis.

            

             Um ow now wat te helpen

             bi’j ’t ongestaödig5 weer,

             he’j hier van ons een weerglas;

             dan wet i’j toch wat meer.

     

             Toch duut de barometer

             an ’t weer gin goed of kwaod,

             dat köw maor aoverlaoten6;

             ’t dink gef alleen wat raod.

     

             de jonge naobers7

     

     

     

    1: een afgesloten deel van de schuur was een klompenmakerswerkplaats

    2: knorren of schreeuwen

    3: steunen of kreunen van genot

    4: een stuk van de schuur was in gebruik als kippenhok

    5: wisselvallig

    6: dat kunnen we maar beter (aan het lot) overlaten

    7: de jonge, meestal nog ongetrouwde, buren

     






    03-09-2013, 21:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (2)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:barometer,weerglas,meteorologie,meiboom,folklore
    25-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wilgen en andere tenen

    Veel firma’s die hun productie verplaatsen van Nederland naar een goedkoper buitenland blijven zitten met het probleem van de gebruiksaanwijzing. Neem als denkbeeldig voorbeeld het digitale strijkijzer, oorspronkelijk ontwikkeld bij de firma Kruisweg te Epscheuten (Fr.), nu gevestigd in Matraski (West-Letland). Bedrijsleider Helminga beschrijft de noodzaak om te verkassen als volgt: ‘In West-Europa had ons strijkijzer geen schijn van kans. De ontwikkelkosten, ook wanneer we de EEG-subsidie even door de vingers zien, waren van dien aard dat strijkende huisvrouwen alhier er nog geen kostprijs voor over zouden hebben gehad. Daarom is de hele productie inclusief de assemblage, het inpakken en het schrijven van een adequate gebruiksaanwijzing overgeheveld naar het Zeer Nabije Oosten (ZNO) oftewel Oost-Europa. Hoewel het loon van de Letten nog niet kan tippen aan dat van West-Europeanen, blijft er voldoende over voor een aangename postcommunistische levensavond.’ Maar het probleem van de gebruiksaanwijzing is daarmee nog niet opgelost, dat moet ook bedrijfsleider H. toegeven.

    Is dat nou zo moeilijk, een handleiding of een gebruiksaanwijzing schrijven? En zo ja, waarom dan? Het is toch gewoon een kwestie van je verplaatsten in de huid van een toekomstige klant en anticiperen op diens vragen en problemen? In het geval van het digitale strijkijzer stel je je een huisvrouw voor die voorzichtig de doos met de nieuwe aanwinst open doet. Talloze vragen dwarrelen door haar hoofd. Welke? Vraag het haar, of wees zo inventief ze zelf te bedenken. Een eerste mogelijke vraag zal ik u hierbij als aanmoedigend voorbeeld meegeven: waar zit het knopje aan/uit? Stel een aantal van dit soort relevante vragen op en noem dat hoofdstuk 1. Geef vervolgens in hoofdstuk 2 gedetailleerd en vooral helder antwoord op elk van die vragen. Noem tenslotte in hoofdstuk 3 een aantal dealeradressen. Klaar is de gebruiksaanwijzing.

    Maar ook al is een gebruiksaanwijzing goed en helder geschreven, ook dan is deze voor een niet-in-de-materie-ingewijde soms moeilijk te begrijpen. Wees nou eerlijk: weet u na het lezen van de cursieve tekst hieronder waar de gebruiksaanwijzing over gaat?

    Aanwijzing voor het maken van een bundeling. Leg het dunne uiteinde van de teen waarmee de bundel gebonden wordt op de bundel. Wikkel vervolgens de teen strak rond de bundel zodat het uiteinde vast komt te zitten (figuur 1). Zet hierna het dikke uiteinde vast: steek een priem onder de omwikkelingen om ruimte te maken voor de teen. Maak met een schaar of mes een punt aan het uiteinde. Steek daarna de teen onder de omwikkelingen door tot hij er aan de andere kant weer uitkomt (figuur 2). Trek de teen strak aan en knip hem af op dezelfde lengte als de andere teen. (U kunt ook vanaf het begin een extra teen in de bundel leggen (zie figuur 3) dan hebt u later geen priem nodig. Deze teen legt u in tegenovergestelde richting.)

    U ziet, er is geen woord Frans bij. Maar weet u, ook zonder de bijbehorende figuren te zien, waar het in deze handleiding om te doen is? Nee, het is geen mensendieckcursus of yogaoefening waarbij de uitstulpingen aan de voeten die wij tenen noemen diverse richtingen op gedwongen worden, dat had u zeker al vermoed. Neen, de beschrijving gaat over het samenvoegen van wilgentenen (dat zijn de soepele, slanke een- of tweejarige takken van de wilgenboom) tot een smaakvolle bundel.

    Niets is zo ontspannend en tegelijk zo voldoening gevend als het vlechten van natuurlijk materiaal als wilgenteen tot bruikbare voorwerpen of artistieke creaties. (Bies, rotan en pitriet zijn naar onze opvatting eerder tweederangs, maar daar valt over te twisten.) Wat beoogt u te maken, een papierkorf voor in de kamer of een schildachtig voorwerp om u achter te verbergen? Het is maar waar uw voorkeur ligt: ieder zijn meug. Wilgentenen (verse, groene - of geschilde/ongeschilde droge teen) voegen zich naar uw wensen zonder daarbij hun eigen karakter te verliezen. Ervaren mandenmakers spreken over ‘het naar je hand zetten van wilgenteen’. Prachtig van kleur zijn ze vaak, die wilgentenen, heerlijk soepel mits goed in water geweekt, en landelijk van geur. Geschilde teen is fabelachtig wit; tussen de bruine tenen door geeft een dergelijke  teen een verassend accent. Het vlechten van manden (basketry is de internationale term) is een activiteit die het verdient uit de anonimiteit te worden gehaald.

    Ik laat u een aantal mandwerken zien van eigen fabrikaat. Het zijn geen manden gemaakt door een meesterhand, maar er is zichtbaar met liefde en plezier aan gewerkt. Van boven naar beneden:

    - een zogenoemd aardappelschilmandje: ovaal, tamelijk plat en buitengewoon decoratief door zijn eenvoud. (Wij gebruiken het waar het oorspronkelijk voor bedoeld is, dus met een oude krant erin.)

    - Het tweede mandje is gemaakt van geschilde teen. Het sierlijke handvat verhoogt de feestvreugde zeer. Mijn vrouw bewaarde er stofjes en lapjes in voor haar quiltwerkjes.

    - De derde foto laat u iets bijzonders zien. Het is niet wat u dacht: een discus om mee te gooien. Het is een pannenkoekenuitwasemplateau. Hij staat op eigen benen: een klein opstaand randje fungeert als voetje, zodat er boven en onder lucht langs kan strijken. In onze Achterhoek wordt er een pas gebakken, nog warme spekpannenkoek van gruttenmeel op gelegd om te kunnen uitwasemen.

    - Tenslotte een zo op het oog gevlochten bruine bal. Met een ophangteentje eraan. Als u goed kijkt ziet u bovenin een rechthoekige opening. Daar kan net een hand en een stukje pols doorheen. Omdat u niet zult raden wat dit nu weer is, vertellen wij het u: het is een walnotenmand. Wij vullen hem iedere herfst met onze noten. Op gezette, meest feestelijke, tijden pakken wij dan deze mand, nemen er een handjevol noten uit (hooguit vier, méér kan niet) en zeggen tegen elkaar dat wij het toch maar goed getroffen hebben. (De merkwaardige opening heeft ook een geruststellend nivellerend trekje: niemand kan zich buitenmate   tegoed doen, want je mag maar één keer grabbelen. Dat voorkomt scheve gezichten.)

    Met een goede gebruiksaanwijzing alléén leer je geen manden maken. Dat leer je echt in de praktijk (sprak de theoreticus). Je moet de tenen door je vingers voelen glijden. Je moet hard durven trekken om ‘de spanning erop te houden’ zoals de mandenvlechter zegt. Je moet kunnen wrikken met je vlechtmes om een onwillige teen de goede kant op te sturen. Je moet durven experimenteren en eigen ideeën volgen. En je moet je schouders ophalen en je afschuw uitspreken over de prutsmandjes die je nu à raison van € 5.75 in de tuincentra kunt kopen. Made in Letland zeker, net als die strijkijzers.

     

     










    25-08-2013, 21:39 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Tags:wilgentenen, basketry, manden vlechten,manden,wilg
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs