Robert Voorhamme schreef een boek! Een inspiratie. Een
uitdaging. Dit vraagt naar een reactie. Al was het maar uit respect.
zie ook:
http://www.deschoolisvaniedereen.be/index.php
de
school is van iedereen hoe het onderwijs anders kan werken De Bezige Bij
Antwerpen ISBN 978 90 8542 362 8
Een reactie, fris van de lever. Luc Lamote
Geachte heer
Voorhamme,xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Beste Robert
Met grote
belangstelling heb ik uw boek verslonden. Veel van uw argumenten herken ik. Met
Marc Van Praet probeerden we in 1996 al, vanuit een vanzelfsprekendheid, netoverschrijdend
samenwerken te realiseren.
Ik ben het
volledig eens met alle argumenten in het boek. Mijn persoonlijke analyses,
ingegeven vanuit ervaring aan de onderkant van de waterval, zijn wel anders gekleurd.
Deze kunnen leiden tot andere klemtonen en oplossingen. Ik hoop dat deze de discussie
kunnen verrijken en een aantal beleidsvoorwaarden kunnen aanscherpen.
De
omgevingsfactoren waar onze scholen in de stad Antwerpen zich bevinden
veranderen steeds sneller en diepgaander. De evolutie van de grootstedelijke
context lijken exponentieel te verlopen. Onderwijs ondergaat dit en probeert
aan steeds wisselende behoeften te beantwoorden. In 1998 beschreef ik, ook
samen met Marc Van Praet, het demografisch argument via het probleem van de
stadsvlucht. Hoe je het draait of keert - 22.000 mensen die actueel de stad jaarlijks
verlaten versus 27.000 die de stad binnenkomen - dit doet iets met de stad,
haar structuren, sociale weefsel, haar inwoners. De grenzen van het adaptatie
vermogen van organisaties en mensen wordt ver overschreden. Dit kan via
politiek correcte uitgangspunten niet weggeveegd worden. Ik weet dat jij dit
niet doet, maar de politieke stellingname dat deze veranderingen een
historische constante is klopt niet, noch in haar omvang, samenstelling als de
aard van de migratie. Dit mondiaal fenomeen is een unieke werkelijkheid die inderdaad
niet terug te draaien is. De probleemstelling wordt er daarmee niet minder om.
Ook onze gezinnen,
de sociale omgeving zijn onderhevig aan grote veranderingen waarvan het
belangrijkste probleem in onze stad vertaald wordt in armoede. Als scholen
ervaren we als eerste wanneer leerlingen geen eten hebben en het ook niet
kunnen kopen. Wij weten wat er gaande is in de straat, onze stad. Als onderwijs
zijn we de thermometer van de wijk, niet het medicijn. Onderwijs kan niet aan
sociale politiek doen, ze ondergaat die.
De vaststelling
dat onderwijs niet langer haar emancipatorische kracht kan waarmaken is
correct, maar steunt volgens mij op een verkeerde analyse. De wijze waarop
emancipatie van grote groepen in Vlaanderen -15% middenklasse na de tweede
wereldoorlog, 65% in de jaren 80 zich voltrok was het resultaat van een
maatschappelijk programma gestuurd door het gepolitiseerd middenveld. Het is
niet het onderwijs dat de emancipatorische motor was, zij was wel het instrument
in het verlengde van het christen- en sociaal democratisch middenveld. Dit succesverhaal
kan volgens mij de basis vormen voor nieuwe inzichten.
Vandaag moet ik
vaststellen dat de tweedeling in de samenleving zich voltrokken heeft. Deze is
totaal, zowel vanuit sociaal, cultureel of economisch standpunt. Uw analyse
over verscheidenheid klopt maar gedeeltelijk en is volgens mij ondergeschikt
aan een nieuw klasse-probleem dat ik wil omschrijven als middenklasse versus een
groeiende non-middenklasse.
Frank Vandenbroucke
en bij uitbreiding u en de sociaal democratie dromen ervan de emancipatorische
bewegingen van de jaren 70/80 terug op gang te brengen waardoor de middenklasse
terug kan vergroten, de 65 % kan overschreden worden.
Ikzelf geloof daar
niet in, het instrument onderwijs kan daar ook niet voor gebruikt worden. De
oplossing ligt hem bij het middenveld, het politiseren van hun dromen en het
versterken en ondersteunen van hun invloed. Maatschappelijke verandering is
maar mogelijk wanneer de klassieke sociale bewegingen zich terug willen verbinden
met de non-middenklasse. Een breed draagvlak ontstaat pas naarmate groepen via
zelforganisatie zichzelf kunnen definiëren.
De vele
probleemstellingen in de analyses hebben wel degelijk een hiërarchie. In de
eerste plaats gaat het hier over de dromen van ouders en hun kinderen. Al de
rest is ondergeschikt en utilitair. Schuldvragen zijn niet aan de orde. Onze
scholen, ouders, maar ook onze jongeren, willen allen het beste. Zaak is dus de
transitie in deze stad, hoe bevreemdend ook, positief te vertalen. Het blijft
mijn overtuiging dat dit een opportuniteit is voor het (katholiek) onderwijs in
Antwerpen. Daarvoor zijn historische maar ook kwaliteitsargumenten. Uw boek
versterkt mij in dit optimisme.
Hoe dan ook uw aanzetten zijn in die mate
concreet en tergend haalbaar dat ze de volle steun verdienen.
Je mag op mij
rekenen, ik doe mee.
Luc Lamote
Uw directeur
http://www.bloggen.be/luclamote/
|