Inhoud blog
  • Test
  • BOEK: De Bourgondiërs (Bart Van Loo) 2019
  • BOEK: Sinuhe de Egyptenaar (Mika Waltari) 1945
  • BOEK: Dwaal zacht (Lore Mutsaers) 2019
  • BOSCH: Higgs Strickland 2016
    Zoeken in blog

    Over mijzelf
    Ik ben Eric De Bruyn
    Ik ben een man en woon in Wuustwezel (België) en mijn beroep is pensionado.
    Ik ben geboren op 20/10/1955 en ben nu dus 68 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Middelnederlands / laatmiddeleeuwse kunst.
    Studies Germaanse Filologie 1973-1977 - Universiteit Antwerpen. In 2000 gepromoveerd aan de KU Brussel
    WEMELDINGEN
    Tijd is ruimte in beweging
    13-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: De Naakte Vrouw (Desmond Morris) 2005
    DE NAAKTE VROUW Een studie van het vrouwelijk lichaam (Desmond Morris) 2005

    [MOM, Houten, 2005, 288 blz., origineel Engels: The Naked Woman, Londen, 2004]

    Zoöloog Desmond Morris (bekend van een hele reeks eerdere boeken, waaronder The Naked Ape) schetst in deze populariserende uitgave een portret van de vrouw, verdeeld over 23 hoofdstukjes die telkens een onderdeel van het vrouwenlichaam behandelen (van het haar tot de voeten). De structuur is in elk hoofdstukje hetzelfde: Morris vertelt telkens eerst iets over de biologische kenmerken en de anatomische evolutie van het bewuste vrouwenonderdeel, waarna hij de manieren bekijkt waarop verschillende samenlevingen in verschillende tijden deze kenmerken hebben aangepast. Natuur en cultuur dus. In de inleiding noemt Morris de naakte vrouw ‘het boeiendste onderwerp ter wereld’ (wie kent er een boeiender?) en verzucht hij dat hij graag alles wat hij nu weet over de vrouw, had geweten toen hij achttien jaar was.

    In Humo nr. 3362 (ergens in 2005), op pagina 168, heeft Bart Beckers onder de titel ‘Zo logen de zoölogen’ geen goed woord over voor Desmond Morris: ‘De theorietjes in De Naakte Vrouw (…) zijn geheel en al van de pot gerukt, en ze zijn nog slecht geschreven ook. In dit boek doet Morris, bijna vier decennia na zijn onwaarschijnlijk kassucces De Naakte Aap, een aantal van zijn broodje-aap-verhalen nog eens dunnetjes over en gooit er en passant nog wat nieuwe nonsens tegenaan’. Beckers getuigt van veel onwelwillendheid als hij meewarig snuivend verwijst naar bladzijde 26, waar Morris schrijft: ‘Mannen hebben een kaal vrouwenhoofd bijna altijd onaantrekkelijk gevonden en voor hen had het (…) nauwelijks of geen sex-appeal’. Wat hiervan te denken, smaalt Beckers, en hij vindt dat zulke uitspraken om mee te lachen zijn. Goed, wie van de aanwezige mannen in de zaal vindt vrouwen met een kaalkop aantrekkelijk, vinger even opsteken? Juist.

    Beckers wijst ook op een vermeende taalfout van de vertaler (het betreft de term verontruster) en sluit dan minachtend zijn recensie af: ‘Niet alleen deze zin toont aan dat de vertaler nog minder tijd heeft genomen dan de auteur: ook in het Nederlands kon van deze verzameling lekkere wijvenverhaaltjes geen zinnig boek worden gemaakt’. In werkelijkheid staan er inderdaad enkele taalfoutjes en drukfouten in de tekst, maar niet meer dan in andere boeken en over het algemeen is Morris’ schrijfstijl lekker vlot en maakt de vertaling een degelijke indruk. Een paar slordigheidjes niet te na gesproken, zoals: In een advertentie werd beweerd dat ‘voor het blote oog is dit een bloot gezicht’ [p. 71], wat natuurlijk moet zijn: In een advertentie werd beweerd dat ‘voor het blote oog dit een bloot gezicht (is). Of nog: Speeksel heeft verschillende functies. Het maakt het voedsel vochtig dat de mond binnenkomt [p. 113], wat beter zou zijn: Het maakt het voedsel dat de mond binnenkomt vochtig.

    Nee, dan was Filip Huysegems in De Standaard / Letteren [nr. 2748, 20 januari 2005, pp. 2-3] heel wat liever voor Desmond Morris. Zijn boek krijgt daar op de voorpagina niet alleen een reusachtige kleurenfoto van een aantrekkelijke blote vrouwenkont cadeau, maar binnenin ook nog eens drie sterren op vier, een interview van twee volle pagina’s en de loftuiting: ‘Morris verstaat de kunst om een populariserende aanpak te combineren met stevig verankerd onderzoek en pittige, onverwachte inzichten’. Hieronder een aantal van de inzichten en weetjes die wij meegrabbelden.

    - Het gemiddelde mannenlichaam bevat 28 kilo spieren en 12,5 procent vet. Het gemiddelde vrouwenlichaam bestaat uit 15 kilo spieren en 25 procent vet [p. 13].
    - Van alle vrouwen die hun haar verven kiest meer dan 90 procent blond [p. 28].
    - Als we iemand aankijken die we aardig vinden, verwijden onze pupillen. Zien we dus bij een vrouw onpeilbare zwarte poelen in haar ogen, dan weten we dat ze ons leuk vindt [p. 63].
    - Vroeger en op sommige plaatsen nu nog geloofde men dat erotische amuletten en talismannen het Boze Oog afleiden. Vandaar dat bij middeleeuwse kerken soms beelden van de vagina werden ingemetseld om te voorkomen dat ‘de bozen’ het gebouw zouden binnenkomen [p. 64]. Op oude burchten en kerken zijn soms beelden te zien van vrouwen die hun blote billen tonen om kwade geesten te verjagen [p. 238]. Zie in dit verband ook het boek Images of lust. Sexual carvings on medieval churches van Anthony Weir en James Jerman.
    - Men heeft ontdekt dat het uitoefenen van druk op de slagaders die aan de zijkant van de hals van de longen naar de hersenen lopen, duizeligheid en verwardheid veroorzaakt (toegepast door sommige gebedsgenezers die mensen in ‘trance’ brengen) [p. 119].
    - Anna Boleyn, één van de zes vrouwen van Hendrik VIII, zou een derde borst hebben gehad (een verschijnsel dat wel meer voorkomt, vaak is het niet meer dan een derde tepel) [p. 165].
    - En we hadden het al eens ergens gelezen, maar waren het weer vergeten: een merkin is een schaamhaarpruik [p. 215].

    Nee hoor, laat Bart Beckers maar geloven dat vrouwen met een kaalkop sexy zijn. De Naakte Vrouw is een vlot en met veel humor geschreven werkje dat op een voor een breed publiek boeiende wijze een aantal wetenswaardigheden op een rijtje zet zonder in platitudes of machisme te vervallen. Toegegeven, het heeft natuurlijk zijn onderwerp mee.

    Quotering: ***½
    [explicit 13 april 2013]

    13-04-2013 om 23:36 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Brüno (Larry Charles) (USA-UK, 2009)
    BRÜNO (Larry Charles) (USA-UK, 2009)
    (83’)

    De Britse komiek Sacha Baron Cohen kruipt deze keer in de huid van Brüno, een Oostenrijkse über-queer die op de Oostenrijkse televisie zogenaamd het modemagazine Funkyzeit presenteert, ontslagen wordt, dan naar Amerika trekt en daar op alle mogelijke manieren wereldberoemd tracht te worden. Wat tot menige bevreemdende en shockerende situatie leidt. Als het beroemd worden maar niet wil lukken, componeert Brüno een liedje voor de wereldvrede dat hij opneemt samen met Bono, Slash, Sting en Elton John.

    Cohens vorige film Borat, waarin Kazachstan te kakken wordt gezet en menige Amerikaanse ondeugd op de korrel wordt genomen, was geen meesterwerk maar bevatte toch enkele hilarische sequensen. Deze Brüno speelt helaas minstens een klasse lager, ofschoon Cohens transformatie van Borat naar Brüno en vooral ook Brüno’s Oostenrijks Engels ronduit geslaagd mogen heten. Natuurlijk zit er in deze film een heleboel satire op het modewereldje, op de homoscène en op de racistische en onverdraagzame trekjes van conservatief Amerika, maar het willen epateren en shockeren gaat deze keer een beetje te ver om nog leuk te zijn. De grenzen van de goede smaak worden regelmatig overschreden en het geheel ontaardt regelmatig in gewilde vulgariteiten die nauwelijks nog grappig zijn. Zo subtiel als helemaal in het begin, wanneer we de naam van de filmmaatschappij Üniversal - mét Umlaut op de U - op het scherm zien verschijnen, wordt de humor daarna nooit meer.

    Er wordt ook een aantal keren gesuggereerd dat bekende, minder bekende en totaal onbekende ‘echte’ Amerikanen (en af en toe niet-Amerikanen) in hun hemd worden gezet zonder dat ze weten dat ze aan een film meedoen, maar of dat klopt, valt moeilijk te checken en als er al een echte bekende Amerikaan in beeld komt, is dat maar voor enkele seconden. Bij de extra’s zit wel een scène met Janet Jackson (die dus de film niet haalde) en als wij ons goed herinneren, was er indertijd even opschudding omdat Cohen bedreigd werd door een islamitische splintergroepering waarvan de leider in de film door Brüno voor de gek wordt gehouden. Het blijft echter lastig om wat in scène is gezet te onderscheiden van wat eventueel niet in scène is gezet en ook dat doet – net als de ‘van dik hout zaagt men planken’-humor – afbreuk aan het geheel. Ondanks een absurde en daardoor toch nog merkwaardige scène links en rechts, echt wel een ondermaatse film, deze Brüno.

    Quotering: ** (2de visie: 12 april 2013) (dvd)

    13-04-2013 om 22:19 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: Intouchables (Eric Toledano & Olivier Nakache) (F, 2011)
    INTOUCHABLES (Eric Toledano & Olivier Nakache) (Frankrijk, 2011)
    (112’)

    De steenrijke Parijzenaar Philippe is verlamd van de kin tot de voeten (het gevolg van een mislukt partijtje deltavliegen) en moet dagelijks intens verzorgd en begeleid worden. Bij de sollicitaties voor een nieuwe verzorger daagt onder meer de grote, sterke Afrikaan Driss op die blijkbaar alleen geïnteresseerd is in een stempeltje om zijn uitkering in orde te brengen maar om een of andere reden door Philippe toch aangeworven wordt. Driss heeft zes maanden cel achter de rug en wordt op straat gezet door wat later zijn tante en pleegmoeder blijkt te zijn, en zo komt het nieuwe baantje (met kost en inwoon) net op tijd. Tussen Philippe en Driss klikt het al heel snel heel erg goed maar na een tijd laat Philippe Driss toch weer vertrekken (alweer om onduidelijk aangebrachte redenen: het heeft iets te maken met Driss’ pleegbroertje dat op het verkeerde pad aan het raken is). Met de nieuwe verzorgers van Philippe klikt het echter niet en Driss komt terug opdagen om Philippe een hart onder de riem te steken. Zij maken een dol autotochtje, ontsnappen op slimme wijze aan de politie (dit is overigens de sequens waarmee de film begint) en rijden dan naar Duinkerken waar Driss Philippe in contact brengt met de jonge vrouw met wie Philippe een tijdlang brieven en gedichten uitwisselde. Driss die overigens de hele tijd zijn zinnen had gezet op Philippe’s secretaresse, maar die blijkt op het einde lesbisch te zijn.

    Intouchables is een toegankelijke en ook wel vermakelijke film die voornamelijk drijft op de momenten waarop de tegenstelling tussen de wat snobistische cultuurfreak Philippe en de volkse, pragmatische Driss tot uiting komt. Het is echter ook allemaal nogal gladjes en een beetje te veel goed-nieuws-show. Als dit al gebaseerd is op een waar verhaal, dan heeft men toch de indruk dat er veel weggemoffeld en geretoucheerd werd. Over Driss’ criminele achtergrond en de relatie met zijn pleeggezin komen we bijvoorbeeld bijzonder weinig te weten en hetzelfde geldt voor de rare correspondentie die Philippe voert met een vrouw uit Duinkerken. Op het einde zit hij dan alleen met die vrouw in een restaurant aan zee en krijgen we in de eindgeneriek te horen dat de echte Philippe en Driss nog steeds goede vrienden zijn. Veel meer dan de feelgood-sequensen rond een invalide rijkaard en zijn merkwaardige verzorger heeft deze film dan ook niet te bieden.

    Quotering: *** (10 april 2013) (dvd – ge ‘leen’ d )

    12-04-2013 om 23:55 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Rik De Saedeleer. De stem van ons voetbal (Carl Huybrechts) 2013
    Rik De Saedeleer. De stem van ons voetbal. Memoires (Carl Huybrechts) 2013

    [Borgerhoff & Lamberigts, s.l., 2013, 272 blz.]

    Op zondag 3 maart 2013 overleed op 89-jarige leeftijd de gewezen voetballer en VRT-sportcommentator Rik De Saedeleer, die we hier waarschijnlijk aan niemand nog hoeven voor te stellen. Een week later kon je voor enkele euro’s dit boekje als bonus bij de krant Het Laatste Nieuws aanschaffen. Het werd geschreven door Carl Huybrechts die werd opgeleid door Rik en later diens collega en goede vriend werd (net als Mark Uytterhoeven overigens). Rik, Carl en Mark waren en zijn stuk voor stuk sportjournalisten van het goede soort (één van hun belangrijkste troeven: humor) en we denken soms met weemoed terug aan de tijden toen zij de sportafdeling van de toenmalige BRT onveilig maakten. Legendarisch (en vaak ook hilarisch) zijn de uitroepen van Rik De Saedeleer tijdens matchen van de Belgische nationale voetbalploeg: Daar is dat, daar is dat! (Erwin Vandenbergh scoort tegen Argentinië kort voor tijd het enige doelpunt op het WK in Spanje 1982), ze kunnen niet volgen, Jan! (Jan Ceulemans demarreert tijdens België-Hongarije, WK Spanje 1982), choooo, ze gaan lopen! (tijdens Nederland-België, kwalificatiematch voor Mexico 86, 2-1, en België geplaatst), blijf kalm, Jan, blijf kalm! (Rusland-België op het WK in Mexico 1986: Jan Ceulemans komt alleen voor Dassaev en scoort 2-2, België wint uiteindelijk met 3-4) en hierse, daarse, De Mol se! (Stephane De Mol scoort de 2-3 tegen Rusland in diezelfde match).

    Carl Huybrechts heeft van dit boekje, dat hoofdzakelijk bestaat uit lange interviews met De Saedeleer, een boeiend en zeer leesbaar werkstuk gemaakt. Je voelt gewoon dat de sfeer tussen die twee (Rik en Carl) prima zit en tegelijk biedt het de lezer de gelegenheid de ‘avonturen’ van de Belgische nationale voetbalploeg tussen 1970 en 1994 nog eens in de herinnering te roepen, vooral dan het EK in Italië 1980 (verloren finale tegen Duitsland), het WK in Spanje 1982 (tweede ronde bereikt) en het WK in Mexico 1986 (halve finale, verloren tegen Argentinië). Ook de minder leuke momenten worden nog eens herdacht (de omkoopaffaire Standard-Waterschei in 1984 en het Heizeldrama in 1985, respectievelijk op pp. 167 en 194). Af en toe zijn Carl en Rik eventjes stout. Carl signaleert dat de tijd van de politieke benoemingen op de VRT nog niet helemaal voorbij is [p. 49] en geeft af op het taalverval bij de huidige VRT [p. 53]. Rik van zijn kant sneert naar sommige voetbalcommentatoren van tegenwoordig (er zijn er die negentig minuten lang geen seconde hun mond houden zonder één woord ‘commentaar’ te geven, p. 52) en suggereert dat Constant Vanden Stock (voorzitter van Anderlecht) op de hoogte was van omkopingszaakjes in de jaren tachtig.

    Voor de rest heel veel sappige anekdoten en leuke weetjes over het Belgische voetbalwereldje in de twintigste eeuw. Op twee dagen uitgelezen, dit kleine maar aantrekkelijke boekje: veel gelachen en danig genoten van het leesplezier. Een mooier in memoriam had Carl Huybrechts voor Rik De Saedeleer niet kunnen schrijven.

    [explicit 12 april 2013]

    12-04-2013 om 23:02 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Bestiaire d'amour (Richard de Fournival) ca. 1250
    Bestiaire d’amour / Response de la Dame (Richard de Fournival) circa 1250

    [Engelse vertaling: Jeanette Beer (vert.), Master Richard’s Bestiary of Love and Response. University of California Press, Berkeley-Los Angeles-Londen, 1986 = Bestiaire d’amour ed. 1986.

    Franse vertaling: “Le Bestiaire d’amour (Richard de Fournival)”, in: Gabriel Bianciotto (vert.), Bestiaires du Moyen Age. Editions Stock, Parijs, 1980, pp. 125-168 = Bestiaire d’amour ed. 1980.

    Nederlandse vertaling: “Het Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival”, in: Julia C. Szirmai en Reinier Lops (vert.), Twee middeleeuwse beestenboeken. Het Beestenboek van Pierre de Beauvais & Het Beestenboek van de Liefde van Richard de Fournival. MemoranduM – nr. 5, Verloren, Hilversum, 2005, pp. 57-95 = Bestiaire d’amour ed. 2005.

    Diplomatische editie van de Middelnederlandse versie: “Bestiaire d’amour”, in: Maurits Gysseling m.m.v. Willy Pijnenburg (ed.), Corpus van Middelnederlandse Teksten (tot en met het jaar 1300). Reeks II: Literaire handschriften. Deel 6: Sinte Lutgart, Sinte Kerstine, Nederrijns Moraalboek. Martinus Nijhoff, Leiden, 1987, pp. 403-422 = Bestiaire d’amour ed. 1987]

    Genre

    Een combinatie van een bestiarium en een didactisch liefdestraktaat of ars amandi (in Frans proza).

    Auteur

    Richard de Fournival, geboren in 1201, was eerst kanunnik en dan kanselier van de Notre-Dame van Amiens. Daarnaast was hij ook chirurgijn. Behalve het Bestiaire d’amour schreef hij ook een traktaat over alchemie, enkele traktaten over de liefde, enige lyrische gedichten en een catalogus van de bibliotheek van Amiens in allegorische vorm. Hij stierf waarschijnlijk rond 1260.

    Situering / datering

    Het Bestiaire d’amour werd geschreven rond het midden van de dertiende eeuw. In sommige handschriften wordt de tekst gevolgd door een Response de la Dame, waarin Richards geliefde antwoordt op zijn aanzoek. Wellicht was Richard de Fournival ook de auteur van deze tekst, maar dat is niet zeker. Er bestaat ook een berijmde Franse versie van het Bestiaire d’amour. Misschien van Richard de Fournival zelf.

    De Middelnederlandse (eigenlijk: Nederrijnse) versie bevindt zich in een verzamelhandschrift (Hannover, Niedersächsische Landesbibliothek, IV 369, het zogenaamde Nederrijnse Moraalboek) uit het einde van de dertiende eeuw (omstreeks 1270-1290), samen met twee andere teksten: een vertaling van de Franse vertaling van het Moralium dogma philosophorum van Guillaume de Conches, en een collectie spreuken. De Nederrijnse vertaler was waarschijnlijk hofkapelaan aan het hof van de graaf van Gelre.

    Inhoud

    In de proloog zegt de auteur dat hij de tekst (die bestaat uit woorden en beelden = illustraties) bedoeld heeft als laatste poging om het hart van zijn geliefde te veroveren. De volgende dieren komen achtereenvolgens aan bod (de cursieve dieren komen ook in de Middelnederlandse versie aan bod): haan / wilde ezel / wolf / krekel / zwaan / hond / wolf / adder (wiver) / aap / raaf / leeuw / wezel / caladrius (kalander) / sirene (merminne) / aspis / merel / mol / bij / tijger / eenhoorn / panter / kraanvogel / pauw / leeuw / (Argus) / zwaluw / wezel / leeuw / pelikaan / bever / specht / zwaluw / egel / krokodil / hydra / adder / apin / serra (vliegende vis) / tortelduif / patrijs / struisvogel / ooievaar en hop / arend / krokodil / draak en olifant / duif / schorpioen / walvis / vos en ekster / gier.

    In de Response de la Dame wijst de geliefde Richard af. Bij haar komen de volgende dieren aan bod (meestal zijn het dezelfde als bij Meester Richard): haan / wilde ezel / wolf / krekel en zwaan / hond / wolf / adder / aap / kraai / leeuw / wezel / caladrius / sirene / aspis / tijger / panter / eenhoorn / kraanvogel / pauw / leeuw / (Argus) / zwaluw / wezel en pelikaan / specht / zwaluw / egel / kat (nieuw!) / krokodil en hydra / serra / tortelduif / patrijs / struisvogel / kerkuil / arend / krokodil / wolf / aap / draak en olifant / duif / roofvogel / aspis en wezel / walvis / valk (nieuw!) / Reynard (nieuw!) / gier.

    Thematiek

    Binnen de middeleeuwse bestiariumtraditie neemt het Bestiaire d’amour een originele plaats in. Richard de Fournival vergelijkt de gedragingen van de dieren, bekend uit de bestiaria, met de handelwijze van mannen en vrouwen op liefdesgebied, en vooral met de ervaringen en verzuchtingen van een afgewezen minnaar. Tegelijk vormt de tekst ook een parodie op de zoölogische en hoofse traditie, vol ironische en soms cynische opmerkingen. Van Oostrom [2006: 201] schrijft: ‘Niets van het optimisme van de hoofse code wordt de lezer hier gegund: liefde is een beestenboel, lijkt de tekst te willen zeggen, en maakt meer kadavers dan geluksvogels’.

    Receptie

    Waarschijnlijk hofliteratuur. Het Nederrijnse verzamelhandschrift is denkelijk een nette kopie die overhandigd is geworden aan de graaf en gravin van Gelre. Ook enkele gevallen van typisch feodale beeldspraak in het Franse origineel wijzen op een adellijke hofcontext (zie bijvoorbeeld ed. 1986: 2 / 36].

    Profaan / religieus?

    Profaan.

    Persoonlijke aantekeningen

    Het is weliswaar een aardig idee van deze Franse Richard om de traditionele, veelal pseudo-wetenschappelijke weetjes uit de bestiaria toe te passen op het liefdesleven van mannen en vrouwen, maar desondanks is zijn tekst zevenhonderd jaar later toch maar moeilijk te verteren. In het begin is het nog wel boeiend, maar zijn betoogtrant is te breedvoerig en ontaardt al snel in gezeur. De allegorische stijl doet er natuurlijk ook geen goed aan. Hoewel men misschien anders zou verwachten (denk aan de erotische context van de talrijke dieren in de Tuin der Lusten), valt hier in verband met Bosch weinig of niets te rapen.

    In 1901 publiceerde Napoleon de Pauw overigens een fragment van een Middelnederlandse bestiaris. Dit zou een stuk zijn van een veertiende-eeuwse kopie van een dertiende-eeuwse Middelnederlandse berijmde vertaling van het Bestiaire d’amour, door ene Willem Uten Hove, een auteur die ook ergens bij Jacob van Maerlant vermeld wordt. De referentie voor deze gegevens: N. de Pauw, “Het leven en de werken van Diederic van Assenede en Willem uten Hove”, in: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, juli 1901, pp. 22-53. Een editie van het bewuste fragment (dat overigens kort en weinigzeggend is) op pp. 43-49.

    Zie over het Nederrijnse Moraalboek nu ook Frits van Oostrom, Stemmen op schrift. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300, Uitgeverij Bert Bakker, Amstrdam, 2006, pp. 197-203 (over het Bestiaire d’amour: pp. 200-201).

    [explicit 6 augustus 2006]

    11-04-2013 om 23:45 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Reynardus Vulpes (Balduinus Iuvenis) ca. 1275
    Reynardus Vulpes (Balduinus Iuvenis) ca. 1275

    [Diplomatische teksteditie: W. Gs. Hellinga (ed.), Van den Vos Reynaerde I. Teksten, diplomatisch uitgegeven naar de bronnen vóór het jaar 1500. N.V. Uitgevers-maatschappij W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1952, pp. 4-224 = Reynardus Vulpes ed. 1952.

    Kritische teksteditie en Nederlandse vertaling in proza: R.B.C. Huygens (ed./vert.), Reynardus Vulpes. De latijnse Reinaert-vertaling van Balduinus Iuvenis, critisch uitgegeven en vertaald. Zwolle, 1968 = Reynardus Vulpes ed. 1968.

    Nederlandse vertaling in verzen: Mark Niewenhuis (vert.), “Boudewijn de Jonge, Reynardus Vulpes”, in: Tiecelijn 25. Jaarboek 5 van het Reynaertgenootschap, 2012, pp. 290-340 = Reynardus Vulpes ed. 2012]

    Genre

    Een Latijns dierenepos, bestaande uit 1850 metrische disticha. De tekst is een bewerking van het Middelnederlandse Van den Vos Reynaerde.

    Auteur

    Balduinus Iuvenis (Boudewijn de Jonge). We weten erg weinig over hem. In de epiloog noemt hij zijn naam en geeft hij aan dat hij al oud is (senex). In de proloog spreekt hij over de clerus alsof hij daartoe behoort en verwijst hij naar Brugge als de plaats of de streek waar hij werkt.

    Situering/datering

    De Latijnse tekst is overgeleverd in twee identieke exemplaren van een vijftiende-eeuwse incunabel (Nicolaes Ketelaer en Gheraerd de Leempt, Utrecht, 1474 = CA 978). Deze exemplaren worden bewaard in de convoluten Deventer, Stads- en Athenaeumbibliotheek, In. III C 8 (4) en Mainz, Priesterseminar, Ms. 165 (8). Het voor deze druk gebruikte handschrift is tot nu toe onbekend gebleven. De oorspronkelijke Latijnse tekst is hoogstwaarschijnlijk geschreven tussen de jaren 1272 en 1279 (zie ook bij Receptie). ‘Circa 1275’ is dus de meest aangewezen datering. Reynardus Vulpes is in moderne edities bereikbaar via Hellinga en Huygens. Deze laatste bezorgde ook een Nederlandse prozavertaling, Niewenhuis vertaalde de tekst in jambische hexameters.

    Inhoud

    Reynardus Vulpes is een bewerking van Van den Vos Reynaerde en volgt grotendeels de structuur van dit laatste. Na de klachten tijdens de hofdag, het pleidooi van Grimbeert (Grimbertus) en de aankomst van Cantecleer (Clancclerus) met de dode kip, volgen de twee mislukte dagingen van Bruun (Brunus) en Tibeert (Tibertus). Grimbeert slaagt er vervolgens wel in Reynaert naar het hof te brengen, waar de vos zijn hachje redt door een leugenverhaal over een schat op te dissen. Na een laatste wandaad (de moord op Cuwaert/Cuardus en het bedrog van Belijn/Belinus) vlucht Reynaert weg met zijn gezin en herstelt koning Nobel (Rex) de vrede met Isengrim (Ysengrynus) en Bruun.

    Balduinus heeft de Middelnederlandse tekst behoorlijk ingekort (1850 verzen tegenover ruim 3000), maar voegde hier en daar ook dingen toe: moraliserende terzijdes, verwijzingen naar werken van klassieke auteurs (vooral Ovidius), een uitvoeriger versie van het verhaal van Isengrims visvangst en op het einde een uitweiding waarin uitgelegd wordt hoe het komt dat de schapen in ruil voor hun vacht bij de mens bescherming zochten tegen de wolven en de beren, hoe het komt dat Tibeert bij de mensen ging wonen en hoe het komt dat de vos nog altijd van roof en diefstal leeft. Balduinus’ inkorten heeft overigens niets met preutsheid te maken: de scène waarin de pastoor een testikel verliest, wordt zonder blad voor de mond beschreven.

    Thematiek

    Omdat dit in Van den Vos Reynaerde nauwelijks gebeurt, is het boeiend om even na te gaan welke moraliserende boodschappen Balduinus aan zijn voorbeeld heeft toegevoegd. Het betreft de volgende passages.
    - Men moet oppassen dat men geen advies vraagt aan personen van wie men denkt dat ze trouw zijn, maar in feite zijn het valse verraders (de vos die Bruun bedriegt, verzen 271-274).
    - Bij gevaar of tegenslag moet men zichzelf beheersen en niet beginnen schelden en roepen (de dorpelingen die Bruun beschimpen, verzen 309-314).
    - Machthebbers zijn vaak uit op loze roem en hoofse eer en hechten meer waarde aan winst dan aan wetten (Nobel zint op wraak na de terugkeer van Bruun, verzen 423-426).
    - Let op voor mooipraters: hun trouw is vaak niets waard (de vos die Tibeert ontvangt, verzen 473-474).
    - Let op voor trouweloze vleiers, want net zo verleiden het vlees, de wereld en de duivel ons tot het kwade (de vos die Tibeert bedriegt, verzen 513-518).
    - Priesters die zich overgeven aan ontucht en slecht gedrag, onteren zichzelf (de pastoor die een testikel verliest, verzen 555-562).
    - Een biecht uit doodsangst is onbetrouwbaar en als men biecht, mag men geen zonden verhelen (de vos biecht tegenover Grimbeert, verzen 639-644).
    - Het is niet goed te biechten en onmiddellijk weer in het kwade te vervallen (de vos die na zijn biecht weer op prooien loert, verzen 797-798).
    - Let op voor onbetrouwbare mooipraters (de vos praat zich vrij tegenover de koning, verzen 865-866).
    - Machthebbers die gewin boven de wet verkiezen, bezondigen zich aan onrecht (de koning die de vos vrijspreekt, verzen 1387-1388).
    - Orders van de hoge adel zijn vaak in strijd met Gods wetten (Belijn die van de koning een mis moet opdragen aan de vos, verzen 1489-1492).
    - Simpele zielen worden vaak het slachtoffer van vleiers (de haas die door de vos in zijn hol wordt gelokt, verzen 1557-1560).
    - Eerzuchtigen worden gemakkelijk het slachtoffer van vleiers (Belijn door de vos bedrogen, verzen 1703-1704).
    - Mijd wie slecht is, anders sterf je (Belijn misleid door de vos en veroordeeld, vers 1822).

    Uit dit alles blijkt duidelijk dat vanuit het perspectief van de zender een aantal dieren (de leeuw, de ram, de haas) en mensen (de dorpelingen, de pastoor) als negatieve zelfbeelden naar de ontvangers toe fungeren, maar dat het bovenal het afkeurenswaardige gedrag van de vos is dat dient om gewenste normen en waarden te propageren. Met andere woorden: het beeld dat in Reynardus Vulpes van de vos wordt opgehangen, is uitermate negatief en allesbehalve sympathiek. In de incunabel volgen na de epiloog twee disticha die als een toevoeging van de (vijftiende-eeuwse) drukker worden beschouwd. Zij luiden: ‘Hier eindigt de Reinaert door wie wordt uitgebeeld elke boosaardige bedrieger, wien de verheven leeuw haat. Ofschoon Reinaert vogelvrij verklaard is, heerst toch zijn invloed in steden en in kastelen en in kerken’ [Engels 1996: 73].
     
    Receptie

    In de proloog en de epiloog draagt Balduinus zijn werk op aan Jan (Johannes) van Vlaanderen (1250-1291), een zoon van graaf Gwijde van Dampierre (1226/27-1305). Deze Jan werd in 1267 proost van Brugge, in 1272 tevens proost van Lille (Rijsel) en in 1279 bisschop van Metz. Omdat Balduinus wel de eerste twee functies, maar niet de derde vermeldt, is de Reynardus Vulpes hoogstwaarschijnlijk geschreven na 1272 en vóór 1279. Deze gegevens wijzen er verder op dat het primaire geïntendeerde publiek van Balduinus de (Vlaamse) hoge adel was en dat we hier dus te maken hebben met hofliteratuur. Maar gezien de bewaarde Utrechtse drukken, kon de tekst twee eeuwen later nog steeds op een geïnteresseerd en intellectueel hoogstaand (want Latijnkundig) publiek rekenen, dit keer als stadsliteratuur.

    Reynardus Vulpes is bovendien één van de weinige voorbeelden waarbij Middelnederlandse literatuur in het Latijn vertaald werd, wat uiteraard iets zegt over het succes van de vertaalde Middelnederlandse tekst. Bouwman noteert: ‘De Reynardus vulpes is een van de weinige uitzonderingen op de praktijk dat in de tekstoverlevering het Latijn doorgaans de gevende partij was en het Diets de ontvangende. We staan hier vermoedelijk zelfs voor de vroegstbekende latinisering van een Middelnederlandse literaire tekst’ [Bouwman 1993: 36]. En Niewenhuis [ed. 2012: 337] voegt daaraan toe: ‘Voor het Reynaertonderzoek is Reynardus vulpes om diverse redenen van belang. Dat een volkstalige tekst in het Latijn werd vertaald is hoogst bijzonder en geeft daarmee inzicht in de receptie van Willems dierenepos in de dertiende eeuw in (de omgeving van) Brugge. Voorts is het handschrift (of de handschriften) van Van den vos Reynaerde dat (die) Boudewijn heeft gebruikt ouder dan de handschriften die volledig bewaard zijn gebleven (F, A en B), zodat studie van de Latijnse tekst licht kan werpen op de tekstgeschiedenis van Willems dierenepos’.

    Profaan/religieus?

    Overwegend profaan, met enkele lichte religieuze accenten.

    Persoonlijke aantekeningen

    Omdat wij Reynardus Vulpes niet volledig in het Latijn hebben gelezen, is het lastig om een waardeoordel over de tekst uit te spreken, maar we zullen wel geen grote bok schieten door ons aan te sluiten bij Niewenhuis [ed. 2012: 337] die zegt: ‘Al met al is het een voortreffelijk geslaagd werkstuk, maar er is van de fleur van het Middelnederlandse origineel nauwelijks iets overgebleven’. Engels [1996: 70] noteerde in dit verband het volgende: ‘De waardering voor de Reynardus vulpes als literair werk en bewerking variëert sinds jaar en dag. Terstond na zijn ontdekking is hij verwelkomd als “ein sauberes und anmuthiges… Gedicht”. Sinsdien heeft men eenparig vastgesteld, dat de met verlies van vele details gepaard gaande inlijving in de poëtische traditie de vos niet wel bekomen is. Balduinus is door Van Helten uitgemaakt voor een slaafse poëtaster zonder gezond en zelfstandig oordeel, die heel wat toespelingen en toestanden niet begrepen zou hebben. Volgens Huygens daarentegen is de Reynardus vulpes een als geheel voortreffelijk geslaagd stuk werk. Ook over Balduinus’ beheersing van het Latijn is verschillend geoordeeld. Naar het oordeel van Buitenrust Hettema is hij een goed latinist en thuis in de metriek en naar dat van Huygens mag zijn hanteren van het Latijn, gemeten aan de normen van die tijd, zeker niet als gehaspel beschouwd worden, ook al is zijn tekst herhaaldelijk weinig sierlijk en had zijn talent en beheersing van het Latijnse vers groter kunnen zijn. Maar Ijsewijn heeft de kwaliteit van zijn Latijn, zij het in vergelijking met dat van vooraanstaande middeleeuwse Latijnse schrijvers, slecht genoemd. Mijn oordeel ligt vooralsnog dichter bij dat van Huygens dan bij dat van Van Helten en van Ijsewijn’.

    Geraadpleegde lectuur

    - A. Th. Bouwman, “Omstreeks 1275: Van den Vos Reynaerde in het Latijn vertaald. Virtuoze woordkunst”, in: M.A. Schenkeveld-Van der Dussen e.a., Nederlandse Literatuur, een geschiedenis. Martinus Nijhoff Uitgevers, Groningen, 1993, pp. 36-40.

    - Luk Wenseleers, De pels van de vos. Historische achtergronden van de middeleeuwse Reinaert-satire. Meulenhoff-Kritak, Amsterdam-Leuven, 1993, pp. 281-282.

    - L.J. Engels, “Reynardus Vulpes als bewerking van de Reinaert”, in: Paul Wackers e.a., Verraders en bruggenbouwers. Verkenningen naar de relatie tussen Latinitas en de Middelnederlandse letterkunde. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen – deel XV, Prometheus, Amsterdam, 1996, pp. 63-84.

    [explicit 10 april 2013]

    10-04-2013 om 23:52 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BOEK: Le grant kalendrier et compost des Bergiers (anoniem) ca. 1500
    Le grant kalendrier et compost des Bergiers (anoniem) ca. 1500

    [Teksteditie: Bertrand Guégan (ed.), Le grant kalendrier et compost des Bergiers avecq leur Astrologie, etc. Editions Siloe, Parijs, 1976 = Le grant kalendrier et compost des Bergiers ed. 1976]

    Genre

    Een ‘schaapherderskalender’, een combinatie van een kalender en een almanak. Tegenwoordig wordt dit soort teksten gerekend tot de artesliteratuur.

    Auteur

    Anoniem.

    Situering / datering

    Het betreft hier een Franse druk van Nicolas le Rouge uit Troyes. De tekst ervan werd, met overname van de houtsneden, getranscribeerd door Bertrand Guégan, maar helaas vermeldt het superkorte colofon niet uit welk jaar de druk stamt, noch waar de druk waarnaar gewerkt werd, zich tegenwoordig bevindt. Van Nicolas le Rouge (en ook nog van anderen) zijn verscheidene edities van schaapherderskalenders bekend. De door Guégan bezorgde tekst is in elk geval niet die van de editie-1529 (Nicolas le Rouge, Troyes), ofschoon er veel overeenkomsten zijn. De editie-1529 is in elk geval jonger en uitgebreider dan de hier uitgegeven tekst. ‘Circa 1500’ is voor deze laatste een veilige datering.

    Inhoud

    Na de proloog van de auteur volgt een kalender van de twaalf maanden. Daarna de volgende onderdelen: een methode om op de hand de feestdagen vast te stellen, de eigenschappen van de planeten, hoe men ’s nachts de uren kan herkennen, medische adviezen en raadgevingen van herders, de aard van de twaalf astrologische tekens, de vier temperamenten, de fysionomie volgens de herders, dieren- en vogelspreuken, over het leven van de herders, hoe men het weer kan voorspellen aan de hand van de vogels en de dieren, het Lied van de Herder (gecomponeerd door Martial de Paris), de boom van de deugden en de boom van de ondeugden, de straffen van de hel volgens Lazarus, het Credo, de tien geboden, het Onze Vader en het Ave Maria, gebed van de overledenen, de zielen van het vagevuur, het paard van de Apocalyps, gebed tot Maria, over aders en aderlaten, hoe de herders ziekten herkennen, wat de herders doen tijdens de vier seizoenen om gezond te blijven, verscheidene manieren om vlees te bereiden, gesprek tussen herders over hun leven en over hun rol bij de geboorte van Jezus, astrologisch traktaatje over de twaalf astrologische tekens, verscheidene gezondheidsadviezen voor vrouwen.

    Thematiek

    Volgens de proloog is de mens volwassen op 36-jarige leeftijd en kan hij goed leven tot zijn 72ste. De mens is het aan God verplicht lang en gezond te leven en ten slotte goed te sterven. Dat is wat deze kalender/almanak, die gebruik maakt van de natuurlijke wijsheid van herders, zal leren.

    Receptie

    Als druk uit Troyes is dit in de eerste plaats stadsliteratuur. Maar men mag veronderstellen dat de tekst zich richt op een breed, gemengd publiek van adel, clerus en burgers dat zich de aankoop van een boek als dit kon veroorloven.

    Profaan/religieus?

    Hoofdzakelijk profaan van aard, maar met een sterke religieuze ondertoon.

    Persoonlijke aantekeningen

    Deze Franse versie van een schaapherderskalender is blijkbaar interessanter dan de Middelnederlandse versie die wij lazen (zie Der Scaepherders Kalengier ed. 1985), al was het alleen maar omwille van de dier- en vogelspreuken en van de beschrijvingen van de hellestraffen [pp. 62-71]. De hovaardigen worden op raderen gefolterd, de nijdigigaards bevriezen in ijs, de toornigaards worden aan staken gespietst, de luiaards worden gebeten door serpenten, de hebzuchtigen moeten kokende olie, lood en andere metalen drinken, de gulzigaards moeten padden en dergelijke eten en vuil water drinken, en de onkuisaards worden gekookt in vuur en zwavel. Verder bevat de tekst informatieve cultuurhistorische weetjes over het herdersleven (onder meer in verband met de stekelhalsband van honden en met de typische herdersstaf) en is ook de iconografie van de houtsneden vaak boeiend.

    De schaapherderskalender die Nicolas le Rouge in 1529 uitgaf te Troyes, kan overigens integraal bekeken worden op Internet: http://gallica.bnf.fr/ark:/12148/btv1b86095054/f10.imag .

    [explicit 9 april 2013]

    10-04-2013 om 00:30 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.FILM: L'albero degli zoccoli (Ermanno Olmi) (I, 1978)
    L’ALBERO DEGLI ZOCCOLI (De Klompenboom) (Ermanno Olmi) (Italië, 1978)
    (178’)

    De oude fiche (circa 1980) over deze Gouden Palm van Cannes 1978: “Prachtige, lange (drie uur durende) film over het boerenleven in Italië, eind vorige eeuw. Niet te veel over zeggen. Terug gaan bekijken. Quotering: 4”.

    Deze De klompenboom, een laat specimen van de Italiaanse neo-realistische cinema, toont ons drie uren lang het leven op een negentiende-eeuwse boerderij in Lombardije. Op de boerderij wonen een vijftal families. Aanvankelijk (maar toch meer dan een uur) krijgen we niet veel meer te zien dan het dagelijkse reilen en zeilen: er wordt geoogst, er wordt een varken geslacht, er wordt geploegd en gezaaid, er wordt een kind geboren, er is een koe ziek, enzovoort. Het gelui van klokken is bijna constant aanwezig en er wordt veel gebeden. Ook verder in de film gebeurt er niet zo veel opvallends, maar in elk van de families gebeurt er gaandeweg toch wel iets. Een weduwe heeft het lastig om haar gezin (opa en zes kinderen) te onderhouden maar gelukkig vindt de oudste zoon werk, die opa slaagt erin een week vroeger dan de anderen tomaten te oogsten, één van de boeren vindt op de kermis een goudstuk en verbergt dat in de hoef van een paard (om het later natuurlijk niet meer terug te vinden), de dochter van een ander gezin huwt en maakt met haar kersverse echtgenoot een boottocht naar Milaan om daar een tante non te bezoeken die hen meteen een kind doet adopteren en het zoontje van nog een ander gezin mag op aandringen van de pastoor elke dag naar school, zes kilometer verder.

    Alles wordt uitgebreid in beeld gebracht en het ritme is heel traag (soms té traag: die boottocht naar Milaan bijvoorbeeld blijft duren), maar we krijgen zo een goede indruk van het weinig spectaculaire leven op het Italiaanse platteland in de negentiende eeuw en tussen de regels door menen we hier en daar kritische geluiden op te vangen rond het armoedige en simpele bestaan van deze mensen in een nog grotendeels feodaal systeem. Die (communistische?) kritiek wordt pas helemaal op het einde van de film echt duidelijk. Eén van de klompen van het schoolgaande jongetje was namelijk gebroken en om een nieuwe klomp te maken gaat de vader een aan de landeigenaar toebehorende boom (zeg maar: boompje) langs een gracht omhakken. Als dat uitkomt, wordt het gezin met drie kinderen zonder pardon op straat gezet. Laatste beeld: het gezin dat met paard en kar wegtrekt over de velden.

    Dat is allemaal mooi en die neo-realistische (om niet te zeggen: naturalistische) boodschap komt loud and clear over, maar is dit nu inderdaad een prachtige, meesterlijke film die je nog vaak opnieuw zou willen bekijken? Het gaat toch allemaal wel érg traag en Olmi heeft toch wel heel veel tijd nodig om zijn zeg te doen. Je hebt tijdens deze drie uur vaak de indruk dat je naar een soort documentaire zit te kijken en heel veel van wat getoond wordt, had ook weggeknipt kunnen worden zonder schade te berokkenen aan het geheel. Is dat een kenmerk van een meesterlijke film? Niet dat het allemaal zo slecht is, het blijft een aparte film met een speciale sfeer die nergens opdringerig sociaal-geëngageerd aandoet, maar als je hem één maal bekeken hebt, volstaat het wel. Tenzij je dertig jaar later vergeten bent waar het ook alweer precies over ging, natuurlijk.

    Quotering: *** (Hernieuwde visie: 7 april 2013) (dvd – bib Brecht)

    09-04-2013 om 22:30 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MIDDELNEDERLANDS: Der Scaepherders Kalengier (anoniem) 1513?
    Der Scaepherders Kalengier (anoniem) 1513?

    [Teksteditie (facsimile): W.L. Braekman (ed.), Der Scaepherders Kalengier. Een Vlaams volksboek naar het unieke exemplaar van de Antwerpse druk door Willem Vorsterman van 1513, bezorgd en ingeleid. Vroege Volksboeken uit de Nederlanden – deel 5, Uitgeverij Marc Van de Wiele, Brugge, 1985 = Der Scaepherders Kalengier ed. 1985 (NK 1258)]

    Genre

    Een postincunabel, meer bepaald een Middelnederlandse combinatie van een kalender en een almanak. Een kalender (in het Middelnederlands calendier of calengier) bestaat meestal uit een reeks van twaalf tabellen (één voor elke maand) met summiere aanduiding van elementaire astronomische gegevens, van de dagheiligen en van bijzondere feesten. Worden hieraan allerlei andere gegevens toegevoegd (medische adviezen, weerprognoses, toekomstvoorspellingen enzovoort), dan spreekt men van een almanak. Dit soort teksten wordt tegenwoordig beschouwd als artesliteratuur.

    Auteur

    Anoniem.

    Situering/datering

    Van deze hoogstwaarschijnlijk door Willem Vorsterman te Antwerpen gedrukte postincunabel bleef slechts één exemplaar bewaard, in de Universiteitsbibliotheek te Gent (signatuur: Res. 1076). Braekman, de moderne tekstbezorger, geeft als datering 1513, Jansen-Sieben houdt het op 1514/1515. Aangezien de lijst met zon- en maaneclipsen loopt van 1506 tot 1541, veronderstelt Waterschoot terecht een voorganger van deze druk.

    Inhoud

    In de proloog van de translatoer vernemen we dat de mens volwassen is op 36-jarige leeftijd en dat hij normaal 72 jaar wordt, als hij tenminste wijs en verstandig leeft. Schaapherders kennen allerhande manieren om gezond oud te worden. In de proloog van de scaepherder leren we dat een mensenleven kan ingedeeld worden in twaalf perioden van zes jaar, naar analogie met de maanden van het jaar, of in vier perioden van achttien jaar, naar analogie met de vier seizoenen. Volgt dan een kalender van de twaalf maanden met onder meer de naamdagen van de heiligen en allerlei raadgevingen in verband met eten, drinken, aderlaten, enzovoort.
    Verder nog de volgende afdelingen: de astrologische tekens en hun verband met de delen van het menselijk lichaam, tabellen om onder meer de zondagletter, het gulden getal en de paasdatum te vinden, afbeeldingen van gehele of gedeeltelijke zon- en maaneclipsen en hun datum (gaande van 1506 tot 1541), een hoofdstuk over aderlaten, hoe de schaapherders herkennen of iemand gezond, ziek of ziekelijk is, een gezondheidsleer voor elk van de vier seizoenen, een astronomisch traktaat over de aardbol, een berijmd traktaat over de zeven planeten en over de eigenschappen van de mensen die onder hen geboren zijn, een tabel om te weten welke planeet op welke dag en op welk uur regeert, de lichamelijke en geestelijke kenmerken van de vier temperamenten, medische raadgevingen in verband met de twaalf astrologische tekens, de ‘woonsten’ of ‘aspecten’ van de twaalf astrologische tekens en de kenmerken van de personen die onder hun invloed geboren zijn.
    Zie voor een uitgebreider inhoudsoverzicht ook ed. 1985: 14-17.
     
    Thematiek

    Ten onrechte beschouwt men vaak Der Scaepherders Kalengier als een klakkeloze vertaling uit het Frans. Dat dit laatste niet het geval is blijkt uit het hoofdstukje [pp. 8-11] waarin Braekman deze postincunabel vergelijkt met een Franse druk uit 1500. In zijn recensie van de ed. 1985 noteert Waterschoot: ‘De auteur van de Nederlandse Kalengier heeft mogelijk gestreefd naar een meer “wetenschappelijke” aanpak dan zijn Franse collega: de puur moraliserende stukken uit het Franse voorbeeld werden weggelaten (p. 9) en het reeds vermelde astronomische traktaat is nieuw. De intenties van de Vlaamse auteur, zijn houding tegenover de Franse tekst en zijn mogelijke andere bronnen zijn boeiende stof voor verder onderzoek'.
    Pleij signaleert dat West-Europa rond 1500 vanuit Frankrijk wordt overspoeld door een golf van schaapherderskalenders in alle talen. Hij wijst er ook op dat herders een goede reputatie hadden: door vaak ’s nachts onder de blote hemel te verblijven, waren zij vertrouwd met de loop en (veronderstelde) invloeden van sterren en planeten, bij de geboorte van Christus hadden zij een opvallend positieve rol gespeeld en Christus zelf werd een Goede Herder genoemd [Pleij 1990: 53].
     
    Receptie

    Waterschoot noteert: ‘Ik zou aarzelen deze materie “een stuk volkscultuur” (p. 5) te heten. Vooreerst moet de Kalengier een duur boek geweest zijn met zijn moeilijke kopij en zijn 43 houtsneden. Maar er is vooral de inhoud: het hele astronomische traktaat (f. F1r-G5v) is, ook voor de moderne lezer, allesbehalve gemakkelijke lectuur; die zal ook in de zestiende eeuw voor een elitair publiek bedoeld geweest zijn. Als mogelijke bestemmelingen zie ik b.v. leden van de clerus: voor hen was raadpleging van de kalender in functie van het kerkelijk officie onontbeerlijk’. Als Antwerpse druk behoort dit boekje in elk geval tot de laatmiddeleeuwse stadsliteratuur.

    Profaan/religieus?

    Overwegend profaan.

    Persoonlijke aantekeningen

    Met alle nodige respect voor het knappe editiewerk van professor Braekman: zo heel erg interessant vonden wij eerlijk gezegd deze schaapherderskalender niet. De astronomische verhandelingen die erin staan, gingen – gebaseerd als ze zijn op ontoereikende en vaak foutieve kennis van het heelal – ons petje te boven, en de astrologische weetjes en medische adviezen zijn grotendeels niet meer dan bijgeloof of flauwekul. Zoals steeds zal de in deze materie gespecialiseerde cultuurhistoricus het hier natuurlijk niet mee eens zijn, maar zo gauw het (moderne) doelpubliek een klein beetje breder wordt, zal het oordeel al snel neerkomen op zoiets als ‘gedateerde rariteiten’. Toch nog een stukje linguïstisch materiaal dat ons opviel: in het versje bij de maand december worden schaatsen stricscoenen genoemd.

    Geraadpleegde lectuur

    - W. Waterschoot, “(recensie van ed. 1985)”, in: Spiegel der Letteren, jg. 29 (1987), nr. 1-2, pp. 131-133.

    - R. Jansen-Sieben, Repertorium van de Middelnederlandse artes-literatuur. HES Uitgevers, Utrecht, 1989, pp. 26-27.

    - Herman Pleij, Nederlandse literatuur van de late middeleeuwen. HES Uitgevers, Utrecht, 1990, pp. 53-55.

    - Herman Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1400-1560. Bert Bakker, Amsterdam, 2007, pp. 610-611.

    [explicit 8 april 2013]

    08-04-2013 om 00:24 geschreven door Eric De Bruyn  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/11-29/11 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 28/10-03/11 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 29/12-04/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 24/12-30/12 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 12/12-18/12 2011
  • 05/12-11/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs