Omelet voor 1 persoon

1 ei
1 eetlepel melk
mespunt peper
mespunt zout
10 g margarine
takje peterselie

Ei loskloppen, daarna vermengen met melk, zout en peper. Margarine smelten. Eimassa toevoegen en op matig vuur verwarmen. Prikken in de eimassa tot het ei niet meer vloeibaar is. Omelet aan de onderkant lichtbruin laten worden. Deksel op de pan zetten, wanneer de onderkant bruin wordt voordat de bovenkant gestold is. De omelet dubbel of in drieën vouwen. Het gerecht opdoen op een verwarmde schotel en garneren met een takje peterselie.

De omelet kan gevuld worden met champignons-, garnalen- of vleesragoût. De vulling wordt op de omelet gelegd voordat ze wordt opgevouwen. Omelet kan gegeven worden als broodbeleg, voorgerecht, bij de warme maaltijd ter vervanging van vlees, bij voorbeeld bij spinazie.


Omelet met champignons voor 1 persoon

25 g champignons
1 ei
1 eetlepel melk
mespunt zout
mespunt peper
15 g margarine
takje peterselie

Onderste stukje van de champignonsteel verwijderen, champignons wassen en in plakjes snijden. Ei loskloppen, daarna vermengen met melk, zout en peper. Margarine smelten, champignons toevoegen en ± 3 minuten vlug bakken. Eimassa toevoegen. Prikken in het eimengsel, totdat het ei niet meer vloeibaar is. Omelet aan de onderkant lichtbruin laten worden. Deksel op de pan zetten wanneer de onderkant bruin wordt voordat de bovenkant is gestold. De omelet dubbelvouwen, het gerecht opdoen op een verwarmde schotel en garneren met een takje peterselie.

Omelet kan gegeven worden als broodbeleg, voorgerecht, bij de warme maaltijd ter vervanging van vlees.


Boerenomelet voor 1 persoon

50 g resten van groenten en/of aardappelen
stukje ui
takje peterselie
takje selderij
(10 g vlees, bij voorbeeld restje vleeswaar, spek of koud vlees)
1½ ei
1 eetlepel melk
mespunt zout
mespunt peper
25 g margarine

Groenten en/of aardappelen in stukjes snijden. Peterselie en selderij wassen en fijnsnijden. Ui klein snijden. Eventueel vlees in stukjes snijden. Het ei loskloppen en melk, zout en peper toevoegen. De helft van de margarine smelten in de koekepan en hierin de ui smoren. Groenten en vlees toevoegen en omscheppen. Rest van de margarine toevoegen; eimassa er bij gieten. Prikken in de eimassa tot het ei niet meer vloeibaar is. De omelet aan de onderkant lichtbruin laten worden. Een deksel op de pan zetten, wanneer de onderkant bruin wordt voordat de bovenkant gestold is. Het gerecht opdoen op een verwarmde schotel. In plaats van restjes gare groenten kan 50 g gemengde, rauwe groenten gebruikt worden. De schoongemaakte kleingesneden groenten in de margarine gaar smoren ± 10 minuten. Boerenomelet is een geschikt gerecht om er restjes in op te maken. Aangevuld met sla en brood kan de omelet als hoofdmaaltijd dienen.