Op 17 november
1793 werd in Hoogstraten in het gezin van Willem De Visscher en Theresia Van
Eerckel, Jacobus De Visscher geboren. Hij behoorde tot de lichting van 1813 en werd
vroegtijdig- in juli 1812 ingelijfd. Nog voor het einde van deze maand vertrok
hij vanuit Antwerpen naar het depot van het 3e bataljon van het 105
Régiment dinfanterie de Ligne in Neuf-Brisach in de Elzas waar hij begin
september aankwam. Het 105e Linieregiment was ontstaan uit een van de
oudere Franse infanterieregimenten, zijnde het in 1663 gestichte Régiment du
Roi. Het had zich tijdens de Napoleontische campagnes onder meer onderscheiden
bij Jena, Eylau, Heilsberg en Wagram.
Amper in een
uniform gestoken en rudimentair opgeleid mocht De Visscher als fuselier met
zijn bataljon al meteen naar Erfurt in Thüringen marcheren waar ze
overwinterden. Hij kreeg zijn vuurdoop op 17 april 1813 bij Wittenberg, waar de
Fransen een eerste poging ondernamen om deze vestingstad in te nemen. en nam
daarna deel aan de operaties in Mecklenburg Vorpommern. Tussen september 1813
en de lente van 1814 vinden we Jacobus De Visscher terug in het belegerde
Hamburg. Deze formidabel versterkte vestingstad wist het tot eind mei 1814
onder het vakkundige bevel van maarschalk Louis-Nicolas Davout uit te
houden tegen de geallieerden. Op 27 mei 1814 kwam er een einde aan De Visschers
militaire carrière toen de IJzeren Maarschalk op bevel van de net
geïnstalleerde Franse koning Louis XVIII de sleutels van de stad overhandigde
aan de Russische generaal Benningsen.
Op 24 juli 1814
keerde De Visscher terug naar Hoogstraten. Twee van zijn broers, Wilhelmus
Gervaas en Cornelius ontbraken echter op het appel. Wilhelmus, kanonnier in het
9e Régiment dArtillerie à Pied, was op 17 januari 1814 in het militair
hospitaal van Reims bezweken aan in de strijd opgelopen verwondingen. Cornelius
was op 4 november 1811 aan koorts, wellicht tyfus, gestorven in Cambrai. Hij
had als fuselier dienst gedaan in het 50e Régiment dInfanterie de
Ligne.
Louis Victor Baillot,
één van zijn wapenmakkers uit het bataljon die samen met Jacobus De Visscher
was opgeroepen, zou de oudste overlevende drager van de medaille van St. Hélène
in Frankrijk worden. Hij overleed op 3 februari 1898 op de gezegende leeftijd
van 104 jaar, 9 maanden en 24 dagen
|