Opnieuw een Kempenzoon die vanuit de Garde
Départementale de strijd werd ingegooid. Joannes of Jan Cremers werd op 19
september 1789 in Turnhout geboren in het gezin van Joannes Carlos Cremers en
Joanna Gouwloos. In de zomer van 1809 werd hij als fusilier opgenomen in de
Garde Départementale des Deux Néthes in Antwerpen. Toen na de mislukte Ruslandveldtocht
van 1812 de rangen van het Franse leger moesten worden aangevuld werden onder
meer deze Gardes aangewend om de troepen opnieuw op getalsterkte te krijgen. Jan
Cremers moest de Scheldestad verlaten en belandde zo als grenadier in de rangen van het 2e Régiment
des Grenadiers à Pied de la Garde Impériale. Deze eenheid, die in 1806 was ontstaan
uit de rangen van het in de strijd beproefde en geharde 1e Régiment
des Grenadiers à Pied behoorde tot de absolute elite van de Franse infanterie,
maar ze was qua gevechtssterkte behoorlijk verzwakt uit Rusland teruggekeerd en
vooral aangevuld met nauwelijks opgeleide rekruten. In de eerste week van augustus 1813 vervoegde
deze Turnhoutenaar zijn regiment en kon hij vanop de eerste rang meemaken hoe
de Franse keizer op 26 en 27 augustus weer eens schitterde bij verdediging van
Dresden tegen een geallieerde overmacht. Tijdens de Volkerenslag bij Leipzig, tussen
16 en 19 oktober 1813, was het 2e Régiment des Grenadiers à Pied
ingedeeld bij de 1e Divisiond Infanterie de la Vieille Garde onder het bevel van generaal Louis
Friant. Tijdens de terugtocht vocht Cremers op 30 en 31 oktober 1813 bij Hanau
waar een poging van de geallieerden om de terugtrekkende Fransen te blokkeren
mislukte. Een paar weken later opereerde hij - opnieuw in het raam van de grote
terugtocht naar Frankrijk - met zijn bataljon nog in de omgeving van Frankfurt.
Eens teruggekeerd op Franse bodem was Cremers nog betrokken bij de verdediging
van Laon en Parijs. Daar was hij ooggetuige van opnieuw een historische
gebeurtenis toen de Franse keizer op 20 april 1814 in Fontainbleau emotioneel afscheid
nam van zijn Garde, voor hij in ballingschap naar Elba vertrok. Op 17
juni kreeg onze Turnhoutse grenadier een marsorder om zich naar Nemours te
begeven, waar hij kort na aankomst eervol ontslagen werd uit de Keizerlijke
Garde. Hij keerde eind juli 1814 terug naar Turnhout en werd er voerman. Deze
met de Médaille de St. Hélène onderscheiden veteraan van de Napoleontische
oorlogen overleed op 22 maart 1862 in zijn geboortestad.