Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: bloggen.
Het is weer kassa. De hulporganisaties draaien op volle toeren. Ze hebben in Afrika plaatsen ontdekt waar mensen verhongeren. En daar gaan ze hun eens mee bemoeien. Vooreerst veel geld uitgeven aan een reclamecampagne. Om geld in te zamelen. Met dat ingezamelde geld gaan ze dan eerst en vooral de campagne betalen. Dan hun eigen zakken vullen. Vervolgens de vele firma's betalen die moeten tussenkomen om voedsel te kopen en ter plaatse te brengen. Om dan een groot deel van het voedsel te laten stelen. Om te verkopen op de zwarte markt. De restjes delen ze uit aan hongerige mensjes. Onder het oog van de internationale pers natuurlijk. Hun imago moet hoog gehouden worden. En het is alvast reclame voor de volgende campagne. Ben ik cynisch als ik zoiets beweer? Ben ik nu een grote egoïst die liever mensen laat kreperen van honger in plaats van een kleinigheidje te geven? Een kleinigheidje dat mijn luxe leven geen enkele schade zal berokkenen. Geen duvel minder zal ik drinken als ik, pakweg, honderd euro weggeef aan het zogenaamde goede doel. En toch vertik ik het. Geen eurocent krijgen ze van mij. Want als er van mijn honderd euro vijf euro ter plaatse komt zal het veel zijn. Een druppel op een hete plaat heet dat. Maar elke druppel telt, zegt u. Elke druppel kan een mensenleven redden. Kan zijn. En toch vind ik dat het geen enkel nut heeft. Er is in die landen meer nood aan andere zaken. Wat baat het om eten uit te delen aan sukkelaars als er machthebbers zijn die met het grote geld aan de haal gaan. Machthebbers die hun eigen bevolking laten verhongeren. Die profiteren van de armoede van de bevolking. Om er zelf nog rijker van te worden. Machthebbers die helemaal niks gedaan hebben om dergelijke toestanden te vermijden. Want daar zit het probleem. De droogte is een steeds wederkerend fenomeen in die landen. En daar kan wel iets aan gedaan worden. Maar daar is helaas niks aan te verdienen. Er is niet veel te verdienen aan het uitbouwen van een fatsoenlijk irrigatiesysteem zodat mensen voor zichzelf kunnen zorgen. Ook niet aan het onderwijzen van kinderen. Zodat die met enige kennis van zaken hun eigen lot in handen kunnen nemen. Net zomin als aan de aanleg van een behoorlijke infrastructuur in het algemeen. De plaatselijke economie zou immers opleven. De bevolking zou zichzelf kunnen bedruipen. En hun verstand gebruiken. Er zou protest kunnen volgen tegen de zakkenvullerij van de machthebbers. En dat laatste mag vooral niet gebeuren. Want dat zou weleens het einde van de uitbuiting kunnen betekenen. Het devies van de plaatselijke machthebbers is immers om de bevolking dom te houden. Zodat maximaal geprofiteerd kan worden van de sukkels. Want ze willen rustig kunnen doorgaan met het uitmoorden en folteren van de bevolking. En met het uitgespaarde geld kunnen ze wapens kopen om nog meer te moorden en te plunderen. Maar dat zien die hulporganisaties niet. Of willen het niet zien. Daar zit de hypocrisie van het systeem. Westerse zogenaamde humanitaire hulporganisaties werken moedwillig mee aan het uitbuiten van de plaatselijke bevolking. En dat is mijn bezwaar. Dat is de reden dat ik weiger om ook maar iets te geven. Dat is mijn vorm van protest. Als er ooit een organisatie moest komen dat de werkelijke noden van die mensen erkent en er daadwerkelijk iets aan wil doen krijgen ze mijn volle medewerking. Daar wil ik zelfs een paar duvels minder voor drinken.
In een weekblad kreeg ik een lezersbrief onder ogen. Van een zagevent. Je kent ze wel. Mensen die over alles en nog wat te klagen hebben. In normale omstandigheden kan ik er eens mee glimlachen. Bij deze ook wel maar toch trok het mijn aandacht omdat ik zelf wel eens gebruik maak van de diensten van de aangeklaagde feiten. Het ging over een firma die draadloos internet aanbied aan onze kust. Ik ga de naam hier niet vernoemen. Dat is reclame en onbetaalde reclame komt niet op mijn blog. Dat weet iedereen die wel eens een stukje komt lezen. En zolang citymesh mij niet betaalt zal ik ze dus ook niet vermelden. De klacht ging over het feit dat die firma sinds het begin van dit seizoen strandkabines geplaatst heeft met daarin antennes voor een betere internetontvangst voor hun klanten. De antennes storen dus geenszins het zicht van de strandbezoekers. Ze staan gewoon in enkele van de vele kabines. Onzichtbaar. Maar het signaal zou stukken beter zijn dan voorgaande jaren. En van die dienst maak ik elk jaar gebruik omdat we elk jaar ons welverdiend verlof in Blankenberge doorbrengen. Uit ondervinding weet ik dus ook dat de ontvangst van het draadloos internet niet altijd optimaal was. En daar wou die firma dus iets aan doen door via antennes in strandkabines voor een betere verbinding te zorgen. Maar de zagevent had zo zijn bezwaren. De straling zou gevaarlijk zijn voor de strandgasten, de wandelaars op de dijk en voor de vele toeristen in heel de stad. Heel gevaarlijk zelfs. Heel gevaarlijke ziektes zouden de mensen krijgen. De hersenen van de onschuldige kindjes zouden smelten. Iedereen die ook maar in de buurt van Blankenberge kwam zou kanker krijgen. En nog zo van die zaken. Het leek mij op het eerste zicht wel wat overdreven. Het deed me denken aan heel lang geleden. Toen waren er klachten van boeren. Die hadden angst dat hun koeien geen melk meer zouden geven doordat er stoomtreinen door het landschap reden. Het was loos alarm. Maar deze klager vond dat die antennes per direct moesten verwijderd worden. Hij kreeg weerwerk. Een week later stond er een andere lezersbrief van een elektrotechnische wetenschapper. Volgens die man wezen metingen uit dat het gevaarlijker was om een lezersbrief op een pc te schrijven dan een maand aan het strand te zitten. Wat de waarheid is weet ik ook niet. Ik zal er zeker niet van wakker liggen. Maar toch. Ik zal zelf eens metingen doen. En daar heb ik zo mijn eigen methode voor. Een eenvoudig systeem. Zoals mijnwerkers vroeger een kanariepietje mee naar beneden namen. Als het vogeltje van zijn stokje viel was het ogenblik gekomen om weg te lopen. Zo heb ik ook een eenvoudig systeem bedacht om straling te meten. Ik laat me een duvel brengen en zolang het schuim niet verdwijnt voordat ik hem leeggedronken heb is alles dik in orde. Dit jaar ga ik dan ook persoonlijk de straling opmeten in Blankenberge. Op verschillende meetpunten. Drie maal per dag.
Slaapproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben las ik op het internet. Het was gewoon uit nieuwsgierigheid dat ik het opgezocht had. Zelf heb ik er mij al een tijdje bij neergelegd dat ik nachtenlang de slaap niet kan vatten. De slaap kan mij 's nachts trouwens ook moeilijk vatten. Het is dus wederzijds. Gelukkig weet ik wat het probleem is bij mij. Als je al van een probleem kan spreken. Want zelf zie ik dat niet als een probleem. Bij mij is het gewoon het gevolg van een jarenlang onregelmatig leven. Tenminste, dat hebben verschillende dokters mij wijsgemaakt. En mijn uitleg dat een regelmatig onregelmatig leven toch ook regelmatig is deed niks ter zake. Maar goed, het is nu éénmaal zo en het zal de rest van mijn leven zo blijven. Het heeft ook voordelen. Zo kan ik 's nachts rustig een filmke bekijken zonder lastiggevallen te worden. Ook kan ik stukjes schrijven en mijn blogje aanvullen terwijl mijn vrouw ligt te slapen. Ze hoeft er zich dus niet over op te winden. Wat ook een voordeel is, is het feit dat ik mij kan permitteren om tijdens de dag af en toe een beetje afwezig te lijken. Als er iemand een beetje te veel begint te zagen is mijn aandacht al snel aan het verslappen. En als dat opgemerkt word dan heb ik een prachtig excuus. Maar ik heb natuurlijk makkelijk praten. Als gepensioneerde kan ik een uiltje vangen wanneer het mij past. Dat is bij werkende mensen wel enigszins anders. Het is heel vervelend als 's nachts niet kan slapen en tijdens de dag de rekening gepresenteerd krijgt. Al zijn er blijkbaar verschillende middelen tegen slapeloosheid. Allemaal te vinden op het net. Toch vind ik die middeltjes niet echt plezant, behalve ééntje dan: seksuele activiteit voor het slapen gaan. Dat lijkt mij nog het beste, al besef ik maar al te goed dat dergelijke dagelijkse activiteiten, op een zekere leeftijd, technisch niet meer haalbaar zijn. Zelf heb ik proefondervindelijk kunnen vaststellen dat alcohol wel een probaat middel is. Je zit dan 's anderendaags wel met een behoorlijke kater, maar daar zijn ook middeltjes tegen. Het blijven echter allemaal lapmiddelen die de oorzaken niet wegnemen. Pech dus voor degene die last hebben van nachtelijke muizenissen. Voor mij persoonlijk maakt het niet uit. Laat ik het zo stellen: ik heb dan wel last van slapeloosheid, maar ik lig er niet van wakker.
De titel is eigenlijk slecht gekozen want het zijn niet alleen mosselfeesten waar het over gaat. Het gaat over alle soorten eetfestijnen die verenigingen organiseren. Het is hier in ons dorpje zoals het overal in Vlaanderen gaat. Bijna elke vereniging heeft wel een eetfestijn. Of dat nu mosselen zijn of steak, of vol-au-vent het doet er niet toe. Kwestie is alleen om centen in de kas te krijgen. En daar laat een gemiddelde Vlaming zich graag toe verleiden. Als we maar kunnen smikkelen en smullen. En daar mag gerust een dessert en een drankje bij. Graag zelfs. Vlaanderen, het land van eten en drinken. Als je dan ziet hoeveel mensen zich bezighouden met vrijwilligerswerk voor die verenigingen dan is dat op zich al een wonder. Want voor zo een feestje zijn er wel vrijwilligers nodig om eten klaar te maken en op te dienen. Je houdt het niet voor mogelijk. Allemaal gratis en voor niks steken die mensen een handje toe. Komt er nog bij dat al die mensen solidair zijn met elkaar. Immers, zowat elke vereniging gaat bij andere verenigingen op visite als er te eten valt. Ik heb het eens nagekeken, er zijn 60 (zestig) verenigingen in ons dorpje. Niet mis als je er rekening mee houdt dat onze gemeenschap slechts een dikke tienduizend inwoners telt. Er word hier dus nogal wat geschranst en gezopen. Als je een beetje kan rekenen weet je ook dat niet elke vereniging een weekend voor zich alleen kan hebben, zodat er soms wel eens twee eetfestijnen op hetzelfde week-end plaats vinden. Dan is het kiezen. Of zoals er ook wel gedaan word: zaterdagavond bij de ene en zondagmiddag bij de andere. Waarom niet, eten moeten we toch. Het is dan wel geen hoogstaand culinair niveau. Het is eerder simpel en eenvoudig, maar vooral lekker. En dat is wel het voornaamste. Want dat is toch wel uniek. Vind ik zelf toch. Waar ter wereld kun je gewoon, simpel en lekker eten en tegelijk nog het verenigingsleven, en dus ook vrienden, steunen in hun hobby. Ondertussen komen de mosselen, de steak en de vol-au-vent me de strot uit en ga ik liever eens een restaurantje doen... Mosselen eten...
Normaal gezien ga ik op zaterdagvoormiddag niet naar de supermarkt. Te veel volk. Het liefst doe ik boodschappen tijdens de week. Maar die zaterdagmorgen was ik er toch. En ik niet alleen. Daar stonden ze weer. Bedelaars noem ik ze. Ze verkochten weer prullaria die voor een normaal mens volstrekt overbodig zijn. Ze klampen mensen aan en trachten u een schuldgevoel te geven als je niet koopt. Het is immers voor een goed doel. De goede doelen beginnen me zo stilaan de strot uit te komen. Ik heb het eens opgezocht, er zijn er nogal wat. En dan begint mijn slecht karakter weer de kop op te steken. Wat blijkt; zowat alle goede doelen maken gebruik van vrijwilligers die belangeloos van alles en nog wat aan de man/vrouw proberen te verpatsen. Maar, elk goed doel heeft ook een structuur. Er zijn bij elke organisatie mensen die aan de top staan en daar een flinke boterham aan verdienen. Ook dat heb ik eens opgezocht. Veel informatie is daar niet over te vinden, maar toch ben ik op verrassende cijfers gestoten. Om een paar voorbeelden te geven. De directeur van Oxfam wereldwinkel gaat maandelijks met meer dan 5.000 euro naar huis. Een zekere Rigo Peters, directeur van Damiaanactie haalt maandelijks 6.641 euro binnen. De grote baas van Artsen zonder grenzen België, ene Hans van de Weerd is zelfs goed voor 9.333 euro. Per maand. De sukkelaar Bogdan Vandeberghe van 11 11 11 daarentegen moet genoegen nemen met 4.725 euro. Dat zijn allemaal cijfers uit België. In Nederland zijn de cijfers pas echt hallucinant. Om maar één voorbeeld te geven, ene Cees Breederveld grote baas van het Nederlandse rode kruis heeft een maandwedde van 16.853 euro. Dat zijn dan cijfers die de organisaties zelf willen vrijgeven. Dat is dan zonder bonussen, premies, extra legale voordelen en wat weet ik nog allemaal. Dat zijn dan enkel de cijfers van de grootste bazen. Er zijn dan nog wel verschillende leidinggevenden die mee aan de vetpotten zitten. Dat is een miljardenbusiness die, grosso-modo, de helft van hun inkomsten halen uit giften en de andere helft uit staatssubsidies. En die subsidies komen ook uit uw en mijn zakken. Als ik dan zie dat er vrijwilligers in weer en wind, volledig gratis, uit puur idealisme en in hun vrije tijd kleurpotloden staan te verkopen stel ik mij wel vragen. Eigenlijk zou ik aan die naïeve verkopers willen voorstellen om eens met hun grote baas te gaan praten. Daar zit het geld. Niet bij de sukkelaar die met zijn karretje uit de supermarkt komt. Wat mij ook opvalt is het feit dat die organisaties er steeds maar weer uitdrukkelijk op wijzen dat de weddes van hun bazen slechts peanuts zijn in vergelijking met wat ze zouden kunnen verdienen in andere sectoren van de economie. En dat maak je mij dus niet wijs. Als ik de kans kreeg om, pakweg, het dubbele te verdienen bij de ene firma ga ik niet voor de helft bij de andere aan de slag. Idealisme? Mijn oor. Het zou pas idealisme zijn als die bonzen elders gingen werken voor het dubbele en de helft dan weggeven aan het goede doel. Maar misschien kan ik zelf het goede voorbeeld geven. Morgen begin ik zelf met een goed doel. Dankzij subsidies en uw gulle giften vul ik mijn portemonnee. Met dank.
Woorden kunnen nogal eens veranderen in de loop der tijden. En tegenwoordig is er nogal veel Engels in onze taal geslopen. Internationalisering heet zoiets. Dat zal wel normaal zijn zeker. Maar toch willen mijn weinige overgebleven hersencellen af en toe een vraagske stellen. Zo zijn er nogal wat specialisten. Het woord specialisten komt oorspronkelijk uit het Engels. Lang geleden weliswaar. Zo lang geleden dat het tegenwoordig algemeen aanvaard wordt als zijnde Nederlands. Maar oorspronkelijk is dat een Engels woord . Dat ook ooit eens vertaalt is als deskundigen. Dat zijn dan mensen die zogezegd verstand hebben van iets. En dat is de moeite om dat eens te analyseren. Een taaldeskundige is bijvoorbeeld iemand die veel verstand zou moeten hebben van taal. Daar kan ik nog veel van leren dus. Want mijn taaltje is niet altijd wat het zou moeten zijn. Maar wat ik mij dan afvraag is, waar halen die deskundigen al hun wijsheid vandaan? Het zal wel iets te maken hebben met studie natuurlijk. Maar wie geeft die lessen? Ook deskundigen of specialisten. De kennis wordt dus van generatie op generatie doorgegeven. Lijkt mij logisch. Daarvoor zijn er nu éénmaal scholen. Alleen, er is de laatste jaren zoveel nieuw bijgekomen waar die leraars-deskundigen nog niks konden over weten. Wegens onbestaand. Dus blijft de vraag; waar halen de huidige deskundigen hun wijsheid en kennis vandaan? Uit ervaring misschien? Zou kunnen. Al weet ik dat nog zo direct niet. Als ik zie dat, bijvoorbeeld, een antiekdeskundige het toch hoofdzakelijk moet hebben van de vorige generatie deskundigen. Er zijn dan wel nieuwe technieken waarmee meer en accuratere resultaten kunnen bereikt worden. Maar toch. Al die antiekdeskundigen zijn geen 600 jaar oud. Die hebben de jaren 14-1500 niet zelf meegemaakt. Die moeten het weten dank zij studie. Dat kan ik dus begrijpen. Maar wat dan met een computerdeskundige? Die kan zijn kennis toch niet hebben van studie alleen. Want in de tijd dat een computerdskundige naar school ging bestonden er nog geen gesofistikeerde computers. Die moet dat toch verkregen hebben door eigen ervaring. Maar waar haalt hij die ervaring dan? Uit eigen werk? Dat lijkt me sterk. Want een deskundige is alleen maar deskundig. Een deskundige doet het eigenlijke werk meestal niet. Die is er alleen maar om raad te geven aan anderen. Maar toch moet er iets zijn. En dan bedenk ik iets. Als we het woord deskundige eens gaan ontleden. Misschien komen we dan tot een oplossing. Het woord deskundig bestaat eigenlijk uit twee woorden. Desk en kundig. En dat heb ik eens opgezocht. Een kundige blijkt een kenner te zijn. Een specialist. Een expert. En een desk is gewoon een toog. Een deskundige is dus een toogkenner. Een toogspecialist. Of in gewone omgangstaal, een tooghanger. Nu weet ik dus waar die deskundigen hun kennis en wijsheid vandaan halen. Aan den toog. Ik denk dat ik mij ga omscholen tot deskundige.
Er is veel op deze wereld dat ik niet begrijp. Vooral de zorg voor het milieu lijkt mij sterk overdreven. Ik weet het wel, het is nodig om er zorg voor te dragen. We hebben maar één wereld. Toch vind ik dat de zogenaamde geleerde koppen dikwijls niet verder kijken dan hun neus lang is. Waar ik met mijn simpel boerenverstand niet bij kan is de recente hype voor de elektrische auto. Op het eerste gezicht misschien wel nuttig. Maar ik heb zo mijn bedenkingen. Als er meer en meer elektrische auto's gaan rijden hebben we meer elektriciteit nodig. En waarmee word die elektriciteit gemaakt? Met andere brandstof. Meestal fossiele brandstof. Dat kan dan steenkool zijn, of afval, of olie, of gas of kernenergie. Allemaal zaken die we proberen te vermijden. We gaan dan wel elektrisch autorijden maar die elektriciteit word nog altijd grotendeels gemaakt met brandstof die we niet in onze wagen willen. Wat schieten we daarmee op vraag ik me dan af. Zouden we dan niet beter beginnen met investeren in windenergie, of zonne-energie, of waterkrachtcentrales of andere milieuvriendelijke zaken. Er zijn nogal discussies over de kernenergie maar toch kunnen we voorlopig niet zonder. Immers; geen kerncentrales is veel minder elektriciteit en we gaan dan meer elektriciteit nodig hebben voor de auto's. Dat lijkt mij nogal tegenstrijdig. Is er geen andere oplossing? Zou het technisch niet mogelijk zijn om in de woestijnen centrales op zonne-energie te plaatsen. Woestijnen genoeg op de wereld dacht ik toch. En daar doen we anders toch niks mee. Of nog iets: windenergie. Er staan al een aantal windmolens voor de kust in de Noordzee. Helaas nog niet voldoende om de kerncentrales te vervangen. Misschien moeten we er eens aan denken om daar een beetje haast mee te maken. Zo snel mogelijk windmolens bijbouwen. Al kunnen we heel de Noordzee natuurlijk niet volbouwen. Dan kunnen er weer geen schepen meer door. Zo is het altijd wel iets. Ach, het zal allemaal wel in orde komen. We zullen wel een oplossing vinden. Het zal er wel op uitdraaien dat we energie opwekken met verschillende soorten milieuvriendelijke middelen. Ondertussen blijf ik wel rondsnorren met mijn benzinemotor. En mij blauw betalen aan de taksen.
Dit moet absoluut tussen ons blijven. Zeg dit a.u.b. niet tegen iemand anders. Dit blijft ons geheim. Ik ben dit blogje beginnen schrijven zonder dat vrienden of familieleden daar weet van hebben. Ik reken dus op jullie stilzwijgen. Want dit mag zeker niemand weten. Ik zal het jullie verklappen, maar a.u.b. Mondje dicht. Een paar maanden geleden heb ik gewonnen met de euro millions. Om precies te zijn 83.752.845 euro. Jazeker, drieëntachtig miljoen euro en een beetje drinkgeld. Met dat drinkgeld wist ik wel raad. Daar kon ik wel een pintje mee gaan drinken. Maar die drieëntachtig miljoen euro, daar kon ik zo direct geen weg mee. In eerste instantie had ik dat geld gewoon op een bankrekening gezet. Maar die bank begon moeilijk te doen. Ze bleven maar bellen en mij lastig vallen met voorstellen om dat geld te beleggen. Als een bank ergens geld riekt dan zijn ze er natuurlijk als de spreekwoordelijke kippen bij om er iets aan te verdienen. Maar dat was voor mij dus een probleem. Ten eerste wou ik dat zelf in de hand houden en ten tweede, het moest heel discreet blijven. De discretie was voor mij primordiaal. Niemand mocht weten dat ik dat gewonnen had. Ik moest er dus ook zelf voor zorgen dat het niet opviel dat ik plots rijk geworden was. Voorzichtigheid en discretie was dus mijn eerste bekommernis. Goed ja, ik heb een nieuw autootje gekocht. Een rolls-royce ghost. Maar ik had hem wel in het rood laten schilderen. Want mijn oude lada was ook rood, dus dat zou niet opvallen dat het een andere auto was. Voor mijn vrouwke kocht ik een bentley continental supersport decapotabel. In het zilvergrijs, dat is een neutrale kleur. Dat zou dus ook niet opvallen als dat voor de deur staat. Oh ja, en een helikoptertje had ik mij ook aangeschaft. Om naar mijn bootje te vliegen. Dat bootje heeft een landingsdek waarop ik met dat vliegding kan landen. Makkelijk dus. Direct van thuis naar ons bootje. Dat helikoptertje stond wel in de tuin, dus daar had niemand zicht op. Discretie weet je wel. En dat bootje ja, maar daar wist niemand iets van. Dat bootje lag in de jachthaven in Saint-tropez. Voor de rest nog zo een beetje huishoudhulp, maar dat was het dan ook. Zoals ik hiervoor al aangaf. Ik wou het heel simpel en discreet houden. Niemand mocht weten dat we het een beetje ruimer hadden. We zouden ons leven niet veranderen. Gewoon en simpel blijven. Dat was althans mijn bedoeling. Maar dan gebeurde er iets totaal onverwacht. Ineens, zomaar, van het ene ogenblik op het andere werd ik....wakker.
Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Venus. Het is niet de eerste keer dat ik zoiets hoor vertellen. Volgens mij klopt dat toch niet. Ik heb het eens opgezocht, de planeet Venus heeft een gemiddelde temperatuur van 480 graden Celsius. Heel heet dus. Dat de gemiddelde vrouw van Venus komt maakt je mij dus niet wijs. Al ken ik enkele vrouwen waarvan ik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan zeggen dat ze Venusiaans bloed door de aderen hebben lopen. Maar dat zijn uitzonderingen. Witte raven. De uitzonderingen die de regel bevestigen. Maar de gemiddelde vrouw komt volgens mij eerder van Neptunus. Daar is de gemiddelde temperatuur min 225 graden Celsius en er heersen windsnelheden van 2000 km/uur. Storm en chaos alom op Neptunus. Want dat is het waar ik het wou over hebben. Een gemiddelde vrouw houdt niet van orde, regelmaat en oplossingbrengende oplossingen. Een gemiddelde vrouw houdt er van om chaos te creëren. Door praatjes en andere, volgens hen, heel belangrijke wetenswaardigheden. Mannen noemen dat gewoon roddels en schenken er verder geen aandacht aan. Maar volgens vrouwen zijn dat belangrijke zaken. Levensnoodzakelijke informatie. En het ene woord brengt het andere mee. Zo gaat dat dan verder. Terwijl een man hele dagen zijn nikkel staat af te draaien en dan nog de moed opbrengt om naar de futiliteiten van een vrouw te luisteren en bovendien een oplossing uitdenkt is dat niet wat een vrouw wil. Nee, een vrouw wil daarover praten. Een vrouw wil geen oplossing. Een vrouw wil praten. Zagen noemen mannen dat. Maar een vrouw zit anders in elkaar. Die wil lullen, praten, zagen, roddelen en vooral geen oplossing want dat zou het einde van het gepraat betekenen. Een vrouw wil dat een man luistert, begrijpt, meeleeft, knuffelt, en een bloemetje meebrengt. Want een man die geen aandacht geeft aan haar problemen is een man die haar niet begrijpt. Een neanderthaler. Een oermens. En laat dat nu precies het verschil zijn tussen mannen en vrouwen. Een man zit simpel in elkaar. Een man wil seks, eten en drinken en voor de rest rust. En als er een probleem is dan zoekt en vindt een man een oplossing. Een vrouw wil romantiek, knuffelen, maanlicht, kaarsen, haardvuur, praten, vriendschap, aandacht, roddels, steun, begrip, een bloemetje en wat weet ik nog allemaal. Zolang het maar geen seks is want dan is het hoofdpijn, ongesteld, zware dag, stress en nog zo van die zaken waar alleen vrouwen last van hebben. Het zullen Neptunusiaanse ziekten zijn zeker. Mannen en vrouwen komen dus wel echt van een andere planeet. Mannen komen van Mars en vrouwen komen van Neptunus. Als ik dat allemaal op een rijtje zet dan verwonderd het mij niet dat meer en meer mannen homo worden. Nu heb ik niks tegen homo's. Integendeel. Voor mij mogen alle mannen in de hele wereld homo worden. Dan zijn al die vrouwen voor mij. En alleen voor mij.
Senioren doen te weinig aan sport. Dat is niet mijn idee beste lezer. Dat is de mening van mensen die het zogezegd kunnen weten. Senioren moeten meer bewegen, dat is gezond. Wat ze daar precies mee bedoelen is mij niet duidelijk. Maar goed. Zelf ga ik regelmatig een wandeling doen. Is dat sport of is dat geen sport? Ik zou het zo direct niet weten. Wat ik wel weet is dat er veel leeftijdsgenoten zowat elke dag gaan fietsen. Alleen of met vrienden. In het weekend met een hele groep. Wielertoeristen dus. Wat ik ook weet is het feit dat er af en toe eentje een hartstilstand krijgt tijdens dat wielergedoe. Dat lees ik dan in de krant. Ik ben geen dokter maar zo'n hartstilstand lijkt mij toch niet echt bevorderlijk voor de gezondheid. Niks voor mij dus. En toch. Ik wou iets gaan doen aan mijn fysieke conditie. Na lang en diep nadenken heb ik besloten om gewichtheffen te gaan doen. Eerst en vooral moest ik dus een trainingsschema opmaken. Dat weet ik nog van sport. Je moet langzaam opbouwen. Niet ineens beginnen met de grote inspanning. Ik zou dus beginnen met een gewicht van 608 gram. Op te heffen met mijn rechterarm de ene dag en de volgende dag met mijn linkerarm en zo elke dag veranderen van arm. Dat zou ik een maand volhouden. De volgende maand zou ik de inspanning verdubbelen. 608 gram met mijn rechterarm en 608 gram met mijn linkerarm. Vermits zo een verdubbeling niet niks is zou ik daar een tijdje moeten aan wennen. Ook een maand dat ritme volhouden dus. De derde maand weer een verdubbeling van de inspanning. 2 x 608 gram met rechts en 2 x 608 gram met links. De vierde maand verdubbelen leek mij een beetje te veel hooi op mijn vork. Voorzichtig opbouwen is het devies. Niet verdubbelen maar wel 3 x 608 gram met elke arm. Dat leek me toch iets realistischer. De volgende maanden zou ik later nog wel uitstippelen. Nadat ik het hele schema op papier gezet had wou ik toch eens het advies van mijn dokter weten. Dat is ook belangrijk. Als je begint met sport doe je dat best onder doktersbegeleiding. Die dokter had maar één vraag: waarom precies 608 gram? Simpel dokter; een glas duvel weegt 608 gram.... Ik zal maar gaan wandelen.
Er staat ons groot onheil te wachten. Een mens zou denken dat het enkel in ontwikkelingslanden kan. Maar de ramp zal in ons land plaatsvinden. En het is te laat om er nog iets aan te veranderen. Het kwaad is geschied. We zullen er allemaal mee te maken krijgen. Uitdroging. Door de regen. Dat lijkt tegenstrijdig maar dat is het niet. Door de vele regen van de laatste weken kan de tarwe niet geoogst worden. De tarwe staat rot te worden op de velden. De stengels van de planten zijn al zwart geworden door het vocht. En de tarwekorrels beginnen al te kiemen aan de planten. Op het eerste zicht zou je kunnen denken dat het niet echt belangrijk is. Maar vergis u niet. Het is van levensbelang. Er is dan wel nog tarwe op de wereld en als er hier een tekort is kan er wel ingevoerd worden. Maar er zal een ernstige prijsstijging komen. Misschien wel een onbetaalbare prijsstijging. Ik lig er in ieder geval wel van wakker. Al enkele nachten. Wie een beetje nadenkt weet dat een tekort aan tarwe een ramp van nooit geziene omvang zal teweegbrengen. Hier in ons eigen landje nog wel. De berichten in de media zijn nog niet onheilspellend. Niemand schijnt zich voorlopig zorgen te maken. Maar toch. Het blijft een feit dat een tekort aan tarwe ons zal treffen. Ik ben wel geen pessimist maar dit is een heel ernstige toestand. Zoveel is zeker. Ik vraag mij af hoe het mogelijk is dat onze politiekers de toestand niet kunnen inschatten. Dat politiekers niet van de slimste zijn weten we allemaal. Maar dit kan echt niet. Er moet een speciaal fonds komen om tarwe aan te kopen. Opslagplaatsen moeten gezocht worden. Dringend. Anders kunnen we het allemaal vergeten. Dan zijn we allemaal de klos. Dan gaan we met zijn allen ten onder door uitdroging. Tarwe is immers een grondstof van bier.
Vandaag op het nieuws gehoord. De appelen en peren zijn goed gelukt dit jaar. De wereld is dan wel in crisis, maar dat doet er allemaal niet toe. De financiële markten zitten met de handen in de haren. Elke Belg is, virtueel, zo'n 300 euro kwijt. Pensioenspaarders zelfs bijna 800 euro. In Koekelare zijn twee cafés beboet omdat de klanten op de stoep stonden te roken. In het station van Charleroi was bomalarm. In Antwerpen zijn gewonden gevallen doordat burgers het recht, eindelijk, in eigen hand genomen hebben en het crapuul van de straat wilden vegen. In Luik is een man neergestoken omdat hij met zijn kinderkoets niet snel genoeg op de bus geraakte. In Londen Birmingham en Manchester zijn plunderingen aan de gang waar de politie nauwelijks vat lijkt op te hebben. In Congo krijgt men de cholera niet onder controle. Er zijn daar al een paar honderden doden gevallen. In de hoorn van Afrika sterven mensen bij bosjes door hongersnood ten gevolge van de droogte. In Somalië is dringend nood aan voedsel en medicijnen. In Mexico zijn, weeral, verminkte lijken ontdekt. In de Pakistaanse stad Peshawar zijn vijf doden gevallen door een bomaanslag. Heel Noorwegen is nog steeds onder de indruk van de slachting die een gek uitgericht heeft. De Noorse politie heeft nu zelf toegegeven dat ze tijd verspilden en reeds na tien minuten op het gruweleiland konden zijn. En de buurvrouw haar poesje is vermist. Maar er is ook goed nieuws. De appelen en de peren zijn goed gelukt.
Het moest er van komen. De beestjes werden in huis gebracht door een kleinkind. Het begon met een lusteloos gevoel om over te gaan op hoofdpijn, een verstopte neus, de kriebels in de keel en vervolgens een niesbui. Klaar en duidelijk een verkoudheid dus. Ik kon kiezen tussen naar de dokter gaan of niet. Uit ervaring weet ik dat zo'n verkoudheid tot zeven dagen kan duren zonder tussenkomst van een dokter. Met tussenkomst van een dokter duurt het gemiddeld een week. Het maakte dus allemaal niet uit. Ik koos ervoor om binnen te blijven en af te wachten. Het zou zijn tijd wel duren en dan zou alles vanzelf wel genezen. Dat is het rare aan een verkoudheid. Je moet gewoon wachten tot het voorbij is. Er bestaan geen medicijnen voor, alleen maar middeltjes om de symptomen te verzachten. En geen dokter op de hele wereld kan daar iets aan veranderen. Ik kreeg wel goedbedoelde raad ter verzachting van het gesnotter. Zoals warme melk met honing drinken. Dat leek me maar niks. Melk is voor kalveren en tot nader order ben ik nog geen kalf. Iets anders dus. Warme wijn met suiker begon er al beter op te lijken. Dat maakte mijn verstopte neus vrij en ik kon terug normaal ademen. Voor een tijdje toch. De kriebels in mijn keel ging ik te lijf met een glas whisky. Dat hielp gelukkig ook maar een tijdje zodat ik de behandeling vier maal daags kon herhalen. En zie. Na vier dagen gaat het al veel beter. Dank U. Het is toch ongelooflijk, de mensheid is er in geslaagd om de pokken, de pest en de meest akelige ziekten efficiënt te bestrijden maar voor een simpele verkoudheid is niks voorhanden. We sturen mensen naar de maan en terug. We zenden ruimtetuigen zoals voyager 1 en voyager 2 naar de grenzen van ons zonnestelsel op zoek naar andere beschavingen maar met een verkoudheid blijven we zitten. Ik zie het nog gebeuren dat we ooit in contact komen met één of andere beschaving om dan vast te stellen dat ze daar ook niks hebben tegen een verkoudheid. Dat onooglijk kleine virusje krijgen we maar niet onder controle. Zijn wij mensen dan wel de heersers van deze planeet? Ik ben er in ieder geval niet zo zeker van.
We moeten met zijn allen zorg dragen voor het milieu. De natuur staat op de eerste plaats tegenwoordig. Daarom moeten we ook besparen op energie. Dat is goed voor het milieu en voor onze portemonnee. Tenminste, dat proberen ze ons wijs te maken. Ik heb een beetje rondgekeken en volgens mij is dat een dikke leugen. Heb je al eens naar de prijs gekeken? Zo een spaarlamp is stukken duurder dan een gewone lamp. Bovendien krijg je de meeste spaarlampen niet in de bestaande armatuur. Je bent dus ook al verplicht om een nieuw armatuur te kopen en te installeren. Bovendien stel ik vast dat er in onze huiskamer zes lampen aan het plafond hangen. Die gaan alle zes gelijk aan. Dat betekent dus dat ik zes lampen zou moeten vervangen, want wie gaat er nu één lamp met armatuur vervangen en de overige niet. Als daar een vakman bij te pas komt dan word dat een serieuze factuur. Trouwens, welke vakman houdt zich bezig met het vervangen van één enkele lamp. Daarvoor komt die man niet buiten. Vergeet het dus maar. Je zal er dan zelf moeten aan beginnen. Als je dan een beetje handig bent kan het nog meevallen anders riskeer je je leven. Want spaarlampen zijn simpelweg bompakketten. Stuk voor stuk gevaarlijke terroristische wapens zijn het. Als zo een spaarlamp breekt moet je de kamer tenminste een half uur grondig verluchten. Wegens het hoge kwikgehalte dat zo een lamp bevat. Vooral ook niet met de blote handen de scherven aanraken. Levensgevaarlijk volgens de handleidingen. Ik moet er ook niet aan denken dat ik met bommen boven men hoofd rustig ga eten. Dat is Russische roulette spelen. In normale omstandigheden zal die lamp ook wel niet op mijn hoofd vallen. Maar toch. Al dat gevaarlijk kwik boven mijn hoofd. Veronderstel dat er ooit eens een brandje ontstaat in huis en die lampen springen stuk van de hitte. Zou de brandweer er op voorzien zijn om een giftige ruimte binnen te gaan? Met gasmaskers. Of gewoon buiten blijven en het zaakje maar laten branden. Ik moet er niet aan denken. En toch zullen we verplicht zijn om op een dag over te gaan op spaarlampen. Normale lampen zullen uit de handel genomen worden. Wegens te goedkoop en niet gevaarlijk genoeg. Ooit heeft men kwikthermometers uit de handel genomen wegens het gevaarlijk goedje dat er in zat. Nu moeten we gifbommen boven ons hoofd installeren. Maar toch heeft het ook voordelen. Ik ga spaarlampen kopen en als cadeau geven aan mijn schoonmoeder.
We leven in een tijd dat we draadloos met elkaar verbonden zijn. Er is echter iets mis met die verbondenheid. Enkele hooggeleerde dokters en professoren wijzen ons op de gevaren van ultra hoogfrequente microgolfstraling die gepulst is met laagfrequente elektromagnetische straling Wablieft? ultra watte? De benaming alleen al is voldoende om mij een punthoofd te bezorgen. Dat moet wel iets heel bizar zijn. Bovendien erg gevaarlijk volgens die professoren. Je kan er slaapproblemen van krijgen of hoofdpijn en gedragsstoornissen, vermoeidheid en algehele malaise, duizeligheid, prikkelbaarheid, problemen om zich te concentreren en zich uit te drukken, oorsuizingen, huidirritatie, ontstekingen, black-outs, hartritmestoringen, druk op de borst, krampen, hoge bloeddruk en verminderd libido. En alsof dat nog niet genoeg is kan je er hart- en vaatziekten van krijgen, je DNA kan van slag raken en, natuurlijk, is het een risicofactor voor kanker. Bovendien kunnen je hersenen opwarmen als je langer dan drie minuten belt. Als je dan weet dat een gemiddelde vrouw een half uur nodig heeft om een gesprek van twee minuten te voeren dan weet je ook waar hun gezond verstand naartoe is. Verdampt. Kortom, elke ziekte die je maar kan bedenken kun je krijgen. Je zou voor minder je GSM in de vuilbak kieperen. Maar dat helpt niet. Er staan overal antennes en masten die je dag en nacht bestoken met hun straling. Of je nu belt of niet, dat doet er niet toe. Wat mij opvalt in hun geleerde uitleg zijn de woorden kunnen en mogelijk. Als je vrouw begint te zagen dan kan dat het gevolg zijn van straling. Naar de dokter ermee. Dan ben je ineens van het gezaag af. Het is me toch wat met al die geleerde uitleggers. Ik herinner mij nog de tijd toen er van die straling nog geen sprake was wegens onbestaand. Ook toen al kon mijn vrouw een stukske zagen. Zou dat toen het gevolg geweest zijn van een soort pre-stralingseffect? Ziek geworden van iets dat nog moest uitgevonden worden of zo. Je kan het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een uitleg voor. Je zal maar leven in deze tijd. Alhoewel dat ook wel zijn voordelen heeft. De volgende keer dat ik naar de dokter ga stuur ik de rekening door naar de firma's die antennes geplaatst hebben. Ik vraag schadevergoeding. Ik ben immers ziek geworden van hun straling. Dat lijkt mij een interessante bijverdienste. En de volgende keer dat ik onvast op mijn benen thuis kom, wegens een pintje te veel, heb ik ook een prachtig excuus: duizelig van de straling schat. Het leven kan toch mooi zijn met de juiste uitleg.
Ik weet het. Roken, het blijft een teer onderwerp. En de strijd is gestreden. De niet rokers hebben gewonnen. Grandioos. Rokers zijn buiten de maatschappij gezet. Paria's zijn het geworden. Outlaws. Toch heb ik zo mijn bedenkingen. Niet rokers zijn geen sociale wezens. Egoïsten zijn het. Laat me even uitleggen. Ten eerste; rokers zorgen voor werkgelegenheid. De sigarettenindustrie was een miljardenzaak. En nu, fabrieken dicht werkloosheid armoede aan lager wal criminaliteit. Ik ken enkele gevallen die een schitterende toekomst hadden in de sigarettenindustrie. Nu, helaas, werkloos. Ten tweede; rokers betalen meer belastingen dan niet rokers. Kijk maar naar de taksen op een pakje sigaretten. Rokers zijn dus solidair met de gemeenschap. Ze betalen meer belasting. Ten derde; Rokers gaan zo'n tien jaar vroeger dood. Ze profiteren niet van hun pensioen. Kosten dus minder aan de gemeenschap. Wie is er hier sociaal? Ziektekosten zegt U? Wablieft? Precies of niet rokers niet ziek worden. Het is algemeen bekend dat de laatste tien jaar van een mensenleven het meest kost aan verzorging en ziekten. Rokers zijn dan al lang dood en begraven. Niks kosten dus. Maar ik weet het wel, er waren andere spelers in het spel. De verzuurders. Zij die het niet konden hebben dat er nog gezellig gepalaverd werd in een bruin café. Tussen pot en pint in een walm van stinkende sigarettenrook. Zij die jaloers waren op de soms briljante ideeën die ontstonden aan de toog. Zij die de vriendschap, de solidariteit, de spontaniteit en de gezelligheid wilden kapotmaken. De verzuurders. Zij zijn het die de kar getrokken hebben. Want de gemiddelde niet roker trok het zich allemaal niet aan. De zwijgende meerderheid werd de mond gesnoerd. En weg was de samenhorigheid. Samen met de werkgelegenheid roemloos ten onder gegaan. Maar de strijd is gestreden. De overwinning binnen. De verzuurders hebben gewonnen. En wat zie ik nu; de verzuurders hebben een andere vijand in het vizier gekregen. Alcohol. Het bastion van plezier en gezelligheid. Dat moet dus verdwijnen. De verzuurders beginnen zich te hergroeperen. Ze beginnen te herbewapenen. Al hun pijlen en bogen worden klaargezet voor de strijd tegen koning alcohol. Eens die strijd gewonnen volgt er nog een allerlaatste gevecht. Het gevecht tegen lachen. Ook die strijd moet koste wat het kost gewonnen worden. Er zal niet meer gelachen mogen worden. Het leven moet en zal ernstig en triestig zijn. Dan hebben ze hun einddoel bereikt.Weet je wat ik ga doen? Ik ga enkele doorrookte vrienden opzoeken. We gaan enkele frisse pinten soldaat maken en moppen vertellen dat de tranen over onze wangen lopen. Zolang het nog kan...
De meeste huisdieren zijn nog altijd katten en honden. En enkele deskundigen hebben een onderzoek gedaan. Een psychiatrisch onderzoek naar de baasjes. Het lijkt mij nogal vergezocht maar ze moeten zich blijkbaar met iets bezighouden. Waarom al die onderzoeken moeten gebeuren is mij ook al een raadsel. En de resultaten en besluiten van hun onderzoeken horen meestal thuis in het groot moppenboek. Al heeft dat ook voordelen. Zo kan ik er een stukje over schrijven. Er mag al eens gelachen worden. Het onderzoek dus. Iedereen weet dat het baasje een hond beter kan africhten dan een kat. Een hond heeft een baas. Een kat heeft een dienaar. En daar is duidelijk een verschil aan karakter van het baasje volgens die deskundigen. Want volgens het onderzoek zouden hondenbaasjes autoritair zijn. Mensen die een hond in huis nemen zouden de neiging hebben om de baas te willen spelen. En anderen te onderwerpen. Geen tegenstand te dulden. Het zouden simpelweg dictators in de dop zijn. Kattenliefhebbers daarentegen zouden wel oppositie dulden. Inspraak mag. De vrije wil van de kat aanvaarden als een normaal gegeven. Hondenliefhebbers ontpoppen zich gemakkelijk tot potentaat en kattenliefhebbers zijn eerder geneigd tot rede en inspraak. Het lijkt mij allemaal een beetje té simplistisch om het resultaat te zijn van een eerlijk onderzoek. Of misschien zijn die onderzoeken bevooroordeeld en zijn die onderzoekers ook maar gewone mensen met ideeën die voorspelbaar zijn. Ik weet het niet. Want laat ons eerlijk zijn. Er is dus een onderzoek gedaan naar honden- en kattenbezitters. Maar wat met die andere huisdieren. Wat met mensen die andere huisdieren hebben? Welk karakter kan je toedichten aan onze leiders? Wat bijvoorbeeld met onze eigen huidige eerste minister. Een geitenliefhebber. Moet ik besluiten dat onzen eersten een gietenwollensokker is of is het eerder een geitenneuker. Want naar geitenliefhebbers is geen onderzoek gedaan. Evenmin als er naar reptielenliefhebbers een onderzoek is gedaan. Wat moeten we besluiten uit het feit dat iemand een bepaald huisdier begint te houden? Heeft dat wel iets te maken met het karakter van een mens? Of heeft er dat gewoon helemaal niks mee te maken. Zelf heb ik vele dieren onderhouden. Dat waren er dan voornamelijk om op te eten. Ben ik dan een kannibaal in spe? Kan zijn. Als ik al die onderzoeken bekijk heb ik toch zo mijn twijfels over het verstandelijk vermogen van die zogenaamde specialisten. Waar halen ze het allemaal? Wat ik wel weet is dat je een kat ook regels kan aanleren. Ooit hadden we een kat en dat beest moest het niet wagen om zijn kop boven tafel uit te steken. Een flinke mep was het directe gevolg. En dat beest wist het maar al te goed. Geen haar op haar stomme kop dat er ook maar aan dacht om zoiets nog te riskeren. Net zomin als de hond die we ooit gehad hebben. Elk dier dat hier binnenkwam moest zich aan de regels houden. En zo hoort het. Mensen waren, en zijn hier de baas. En de rest moet zich aanpassen. Om maar te zeggen dat ik het verschil weet tussen honden en katten. Al kan ik het niet nalaten om een persoonlijke voorkeur te hebben. Dat gaat zo. Ieder mens heeft nu éénmaal een bepaalde voorkeur. En mijn persoonlijke voorkeur gaat nog altijd uit naar vrouwen. En duvels.
Voor de zoveelste keer stond ik weer in de keuken te wenen. Het is nu al veertig jaar dat we samen zijn en hoeveel maal ik daar in die keuken al staan wenen heb kan ik echt niet meer tellen. Eigenlijk verdien ik een standbeeld. Welke man kan tegenwoordig nog zeggen dat hij veertig jaar gehuwd is met dezelfde vrouw. Ik wel dus. Veertig jaar lief en leed gedeeld. En toch zo twee tot drie keer per week staan wenen in de keuken. Dit kon niet meer. Ik had er genoeg van. Er moest een beslissing genomen worden. De tranen rolden dan wel over mijn wangen, één ding wist ik zeker; hier moet een eind aan komen. Dit kon niet langer. Mijn vrouw zei dan wel steeds dat ze nooit weg zou gaan bij mij. Dit kon ik niet langer verdragen. Ik moest een beslissing nemen. Ik moest zelf de knoop doorhakken. Er zijn zo van die momenten in het leven dat het echt teveel word. Dan moet er iets gebeuren. Mijn geduld was totaal op. Het moest maar eens gedaan zijn. Ik had er genoeg van. Ik moest een fundamentele beslissing nemen. Een beslissing die ons beider leven zou veranderen. Daar was ik mij terdege van bewust. Maar ik kon het niet meer aan. Na veertig jaar was het genoeg geweest. Voor mij was het over en uit. Ik moest knopen doorhakken. Beslissen over de verdere gang van ons leven. Per slot van rekening hadden we allebei toch nog enkele jaren te gaan. Mijn besluit stond dan ook vast. De kogel was door de kerk. Het zou nu en hier gebeuren. Ik zou het klaar en duidelijk vertellen. Gedaan met wenen en schreien in de keuken. Vanaf vandaag moest ze maar zelf de ajuinen schillen.
Ooit droomde ik ervan om een varken te zijn. Dat leek me het ideaal. Varkens hebben namelijk een orgasme van een half uur. En toen vrouwlief me duidelijk maakte dat ik echt wel een varken was geloofde ik haar niet. Ik kreeg nog altijd geen orgasme van een half uur. Maar dat was volgens vrouwlief dan ook het enige dat ik niet gemeen had met een varken. Voor de rest, een schoolvoorbeeld van een varken. En toch bleef dat halfuur-orgasme door mijn hoofd spoken. Zou dat nu echt niet kunnen? Als ik nog meer mijn best deed om varken te zijn zou dat wel lukken dacht ik nog. Maar helaas. Niks aan te doen. Hoe ik ook mijn best deed, ik kwam zelfs niet in de buurt van een superorgasme. Tot ik een artikeltje op het spoor kwam. Daarin was sprake van een orgastische toestand die vier maanden kon duren. Vier maanden!?!? Jawel, ik had goed gelezen. Vier maanden. Mijn interesse was natuurlijk meteen gewekt. Daar moest ik het fijne van weten. Het was dan wel enkel een orgastische toestand en geen orgasme pure sang. Geen orgasme dat vier maanden duurde, maar goed. Het was toch al duidelijk een stap in de goede richting. Stel je voor, als ik dat kon verfijnen naar een echt vier-maanden-durend-orgasme zouden drie orgasmes per jaar volstaan. Meer moest het niet zijn voor mij. Tot ik het artikeltje helemaal las. Een ware teleurstelling bleek het te zijn. De vier maanden durende orgastische toestand was enkel en alleen voor vrouwen. Helemaal niet voor mannen. De man werd hier weer schromelijk verwaarloosd. Gediscrimineerd. Over het hoofd gezien. De man werd enkel gebruikt als werktuig. Een accessoire om er voor te zorgen dat de vrouw aan haar trekken komt. Want volgens de Amerikaanse schrijfster en zelfbenoemde sexperte Nicole Daedone is haar remedie enkel werkzaam bij vrouwen. In haar boek beschrijft ze hoe een man gewoon gebruikt kan worden als seksspeeltje. Een attribuut dat enkel dient om een vrouw te bevredigen. De schrijfster heeft helemaal geen oog voor wat een man wil. Volgens haar moet een man ervoor zorgen dat zijn vrouw in de orgastische toestand blijft. Door strelen en complimentjes. De man moet zelfs zijn kleding aanhouden. Het piemeltje moet gevangen blijven. De vrouw moet dan weer wel haar bovenkledij uitdoen zodat de man hele dagen haar tepels kan en moet strelen. En daardoor komt de vrouw in een orgastische toestand die vier maanden kan duren. Op het eerste gezicht leek het me wel iets. Alle vrouwen zouden dan elke dag topless rondlopen. En alle mannen mogen dan naar believen elke naakte borst strelen. Een opwindende gedachte, dat wel. Maar dat er niks meer mocht gebeuren was een flinke teleurstelling. Maar ik heb toch nog andere bedenkingen. Het is nog gebeurt in de dierenwereld. Koeien worden ook elke dag gemolken. En dus worden de tepels van de koeien elke dag bewerkt. Voor de rest mag een koe slechts mondjesmaat naar een stier. De gevolgen hebben we gezien: dollekoeienziekte. Als we dus allemaal de richtlijnen van die schrijfster gaan volgen komt er een nieuwe ziekte aan: de dollevrouwenziekte.
Neen, het gaat niet over mini rokjes. Want bij de titel van dit stukje hoor ik jullie verdorven brein al tot hier werken. Dat is totaal verkeerd gedacht. Het gaat niet over rokjes tot net boven de navel. Ook niet over kleedjes tot net onder de navel. Niks van dat alles. Het gaat over mini groenten. Dat lijkt wel mode te worden. Het is begonnen met mini tomaten. Maar om één of andere reden heten die kerstomaten. Tomaten ter grootte van kersen hebben die naam wel verdiend. Nu heb ik zelf in een ver verleden zowat alle soorten groenten gekweekt. Ook tomaten. En het gebeurde wel eens dat er aan een plant een takje was met van die petieterige tomaatjes. Die waren net goed om in de puree te draaien. Samen met andere minder mooi gevormde scharminkels. Daar hoorden ze thuis. Gaan haar op mijn hoofd dat er aan dacht om die op tafel te zetten. Al waren die zeker niet slechter van smaak. Maar het oog wil ook wel wat. Per slot van rekening had ik ook mijn fierheid. Zelf gekweekte groenten mochten er even mooi uitzien als die uit de winkel. Maar tegenwoordig worden die kleintjes dus ook verkocht. Ze hebben alleen een andere naam gekregen. Al moet ik toegeven dat er ook al gemanipuleerde plantjes verkocht worden waar niks anders aanhangt dan miezerige mini tomaatjes. En die worden verkocht. Want lekker zijn ze zeker. Vooral als aperitiefhapjes. Maar er is dus duidelijk een nieuwe trend bezig. Want ondertussen zijn er nog meer mini groenten te koop. Zoals mini wortelen, mini bloemkolen, mini prei en al wat je maar kan bedenken. Die krijgen dan wel geen andere naam. Die soorten noemt men gewoon bij de bestaande naam met mini ervoor. Tja, waarom ook niet. Dat is duidelijk. Maar toch denk ik soms terug aan de tijd dat ik zelf nog vrijetijdkweker was. Ook bij mij gebeurde het wel eens dat er bonsai groentjes tussen de grote jongens stonden. Bij mij gingen al die vernepelingskes de composthoop op. Niet eens de moeite om te versnijden en in de soep te doen. Maar wat ik mij dan afvraag is waarom die duurder zijn dan de normale groenten. Per slot van rekening is dat gewoon afval. Maar vooral, waar dienen die voor. Is dat allemaal om als aperitief te gebruiken. Of zijn dat groenten voor kabouters. Mini groenten voor mini mensen. Of zit er een complot achter. Een soort verborgen agenda. Van een vrouwenorganisatie die de bedoeling heeft om de mannelijke potentie te ondermijnen. Want er komen meer en meer mini groenten. Zou het niet kunnen dat het de bedoeling is om alle mini groenten in te burgeren. Ook de selder. De grote selder vervangen door mini selder. Want de grote selder is beroemd om het potentieverhogend vermogen van de man. Als dat vervangen kan worden door de mini selder komt er van die potentieverhoging niet veel meer in huis natuurlijk. Dat zal het zijn. Het kan niet anders of er zitten vrouwen achter.