Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (België) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: bloggen.
Het is nu toch al enkele jaren geleden. Het kon niet uitblijven. Volgens mijn vrouw moest ik een GSM hebben. Ik zag daar zo direct het nut niet van in. Integendeel, ik zag nogal wat nadelen. Zo zou ik altijd bereikbaar zijn. Dat was iets dat ik niet echt kon appreciëren. Waar is de tijd dat je nog rustig een pint kon gaan drinken met vrienden, zonder lastig gevallen te worden door het vervelende geluid van dat ding. En dan die vragen; waar zit je? waar blijf je zolang? en je moet nog dit en dat Toen kon je nog rustig doorlullen met vrienden of collega's. Over het werk natuurlijk. Tussen pot en pint werden de grootste problemen opgelost. Na een tijdje niet alleen de problemen van het werk, maar ook de grootste wereldproblemen. Allemaal zonder lastiggevallen te worden door moeder de vrouw die het belangrijker vond dat de patatjes niet koud werden. Ach, ik had zowat vijftig jaar rondgelopen zonder dat toestel. Waarom moest ik nu ineens altijd en overal bereikbaar zijn. Het leven zou zonder mij ook wel zijn gang gaan zeker. En als de patatjes eens koud waren, wat dan? Dat viel toch allemaal in het niets vergeleken met alle problemen die we opgelost hadden. Maar goed. Ik liet me overhalen door argumenten als; er moest maar eens iets gebeuren, of, als jouw iets overkomt kan je bellen. Ik zag niet in wat er zou kunnen gebeuren waar ik dan van op afstand ook maar iets zou kunnen aan veranderen. En wat zou mij kunnen overkomen waarvan ik iemand onmiddellijk op de hoogte zou moeten stellen. Nu loop ik dus rond met een GSM. Gelukkig staat er ook nog een uit knop op dat spul. Daar maak ik dankbaar misbruik van. Maar toch mag ik niet buiten zonder dat ding. Met steevast dezelfde opmerking; dan kan je bellen als je iets overkomt. Goed schat, als ik ergens doodval zal ik bellen.
Een tijdje geleden ben ik bij de dokter geweest. Dat viel tegen. Al van bij het binnenkomen begon het. Dokter: Alles goed? Ik: ja hoor, alleen een beetje pijn hier juist onder mijn ribben. Dokter: drinkt U? Ik: Ja natuurlijk, zonder drinken ga ik dood Dokter:Dat bedoel ik niet. Drink U alcohol? Ik: Jazeker, doet U maar wat U in huis hebt. Ik drink zowat alles. Dokter: Dat bedoel ik niet. U zou beter stoppen met alcohol drinken. Ik: Waarom? Dokter: Dat is niet gezond Ik: Ah zo Dokter: Rookt U? Ik: ja, doet U maar wat U in.... laat maar zitten. Dokter: U zou moeten stoppen met roken. Ik: Waarom? Dokter: Dat is niet gezond. Ik: Ah zo. Ik zweer het; ik wist wat de volgende vraag zou zijn. Ademt U? En het antwoord zou dan onvermijdelijk zijn: Dat is niet gezond. Maar zover ging het net niet. Wat is dat toch allemaal. Ik weet één ding zeker. Het ergste wat een mens kan overkomen is geboren worden. Daarvan ga je dood. Leven is een ziekte. Een dodelijke ziekte. Van te leven ga je dood. Dat is nog een zekerheid die we allemaal hebben. Koning of bedelaar. Sterven doen we allemaal. Wat ik tussen mijn geboorte en mijn dood doe, is mijn zaak. Ik maak mijn leven. Van te werken word je moe. Van niks te doen, verdien je niks en heb je niks. Dat is het leven. Ik beslis nog altijd wat ik doe met mijn leven. En een dokter is er om mij zo lang mogelijk in leven te houden. Daar betaal ik hem voor. Maar hij moet mij niet komen vertellen hoe ik mijn tijd verdeel tussen geboren worden en sterven. Dat is mijn zaak. Persoonlijk heb ik liever een kort en een goed leven dan een lang en een triestig. Mijn beslissing. Dat er mensen zijn die daar anders over denken, het zij zo. Dat is hun volste recht. Dat is hun beslissing. Daar heb ik zeker respect voor. Maar niet met mij. Ik kies voor het leven. Mijn leven. Ik wil genieten van het leven. Zolang ik kan , dat wel. We leven in een wereld van overvloed. Ik wil ervan genieten. Als ik wil drinken, dan drink ik. Als ik wil eten, dan eet ik. Als ik wil dansen, dan dans ik. Als ik wil seksen, dan...juist, ja. Geen dokter gaat mij vertellen wat ik met mijn leven moet doen. Ik wil genieten van de korte tijd dat ik hier ben. Mag het even? Maar goed, ik zal meer gaan wandelen. Ik zal minder roken en drinken en eten. Dan leef ik iets langer volgens de dokter....
Een tijdje geleden was ik in Leuven. Best wel een gezellige stad. Je kunt er eten en drinken wat je maar wil. Dacht ik. Tot het tot me doordrong dat er iets was dat ik mistte. Iets van lang geleden. Een geur, een smaak. Was het nostalgie? Was het iets van lang geleden dat totaal onverwacht tot me doordrong? Waren mijn hersenen van slag? Dat laatste leek me het meest waarschijnlijk. Tot ik het ineens zeker wist. Hamburgers. Van die lekkere, vettige, warme hamburgers. Met ketchup. Nergens meer te vinden. Tegenwoordig moet het allemaal gezond zijn. En die gezonde broodjes waren er wel te vinden. Met hopen. In alle soorten en maten. Met kaas. Met sla en worteltjes. Met ajuintjes. Met komkommer. Met al wat maar enigszins op groenten lijkt. Het lijkt wel konijnenvoer. En dan met een kwak mayonaise erop. Wablieft gezond. We zijn blijkbaar met zijn allen de gezonde toer op. We willen allemaal honderd worden. En slank blijven. En fit. Hoe meer ik rondliep, hoe meer zin ik kreeg in een hamburger. Was er nu nergens een hamburgerkraam te vinden? Niks dus. Maar wacht eens even. In het Brusselse noordstation was er toch een kraam met pensen en hamburgers. Zou dat nog bestaan? Ik zou het vlug weten. De trein op en naar Brussel. In het noordstation afgestapt en direct naar beneden. En daar kronkelde die heerlijke geur van hamburgers mijn neusgaten in. Eventjes dacht ik nog aan de goedmenende raad van mijn dokter. Heel even maar. En dan: dieet? de pot op. Cholesterol? den boom in. Bloeddruk? Loop naar de maan. Een lekkere, vettige, ongezonde hamburger was mijn beloning. Met ketchup. En nog eentje Mevrouw alstublieft. Lang geleden dat ik zo lekker gegeten had. Het was feest en daar hoort een duvel bij. Naar buiten dus. Naar een klein cafeetje waar ik vroeger ook regelmatig kwam. Verrassing, het café was van uitbater veranderd. Een lieftallige dame verdiende er nu haar boterham. Ze verkocht zaken die mij normaal gezien wel interesseren, maar nu even niet. Dan maar het cafeetje er naast. Ze hadden daar ook duvel van een goed jaar.
Heb je ze ook al gehoord? Die kleine brommerkes. Je hoort ze komen van vier straten ver. Als ze je voorbijsteken doe je beter gehoorbeschermers aan. En het duurt nog drie straten voor alles weer rustig is. Dat begrijp ik nu niet. Auto's met motoren die veertig maal krachtiger zijn, hoor je niet naderen. Die rijden de plooien uit je broek als je niet uitkijkt. Maar die brommerkes, lawaai dat die maken, je houdt het niet voor mogelijk. Is er nu echt geen mogelijkheid om daar een geluiddemper op te zetten. Bij auto's staan er toch ook geluiddempers op. Of moet dat veel lawaai maken. Is dat wettelijk verplicht misschien. Want zoveel weet ik ook niet meer van verkeersreglementering.
Het is zover. Ik heb een blogje aangemaakt. Het begin van een droom. Eindelijk kan ik mijn schrijverscarrière beginnen. Hier ga ik eens messcherpe analyses maken van alle onrechtvaardigheden in de wereld. Ik zal de mensheid eens tonen hoe het moet. Mijn ideeën tentoonspreiden. Machtsmisbruik tot op het bot uitspitten. Met bewijzen. De wereld zal aan mijn lippen hangen. De wereldpers zal in een lange rij aanschuiven om mijn mening te horen over alles en nog wat. De grootste wereldleiders zullen immers aan mijn deur staan. Gewoon om mijn mening te vragen. Bibberen en beven zullen dictators in de hele wereld. Als ze ook maar vermoeden dat ik een stukje over hen zou kunnen schrijven. Want dat zou betekenen dat er binnen de kortste tijd een einde komt aan hun alleenheerschappij. Mijn werken zullen vertaald worden in honderdveertigduizend talen. Mijn literaire ster zal als een komeet omhoogschieten. Binnen de kortste keren zal mijn naam op ieders lippen liggen. Mijn commentaren zullen keihard en meedogenloos zijn. Geen enkel machtsmisbruik zal aan mijn wakend oog ontsnappen. Geen geldverslindende vriendjespolitiek zal ik ongemoeid laten. Eindelijk zal recht en eerlijkheid hoogtij vieren. Een nieuw tijdperk is aangebroken. Hou je vast aan de takken van de bomen , want hier komt de man die het aanschijn van de wereld zal veranderen. Gisterenavond heb ik mijn grootse plannen aan mijn vrouw bekendgemaakt. Ik vertelde haar ook dat ik vanaf vandaag elke dag een stukje zal schrijven. Tot meerdere eer en glorie van het mensdom. Ze bleef nogal koel. Ze stelde een eenvoudige vraag: En wanneer ga je de afwas dan doen? Tja, ik vrees dat de Nobelprijs voor literatuur zal moeten wachten tot de afwas gedaan is....