Den Grooten Oorlog '14-'18
Welkom op mijn Eerste Wereld Oorlog blog!

Gastenboek
  • bedankt,info gevonden
  • Foto brand universiteitsbibliotheek Leuven

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek. Dank u !


    Zoeken in blog


    De Eerste Wereldoorlog Dag na Dag
    30-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.30 juli 1915 : 't Hooge in de vlammen

    Maar op 30 juli 1915 moesten ze de krater vrijgeven omdat ze door de Duitsers met vlammenwerpers werden bestookt.



    30-07-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-07-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.18 juli :'t Hooge opgeblazen

    Op 18 juli 1915 werd door de Britse 175° Tunneling Company Royal Engineers in een ondergrondse mijn 1.750 kg ammonal onder de Duitse uitkijkpost in 't Hooge tot ontploffing gebracht.


     


    Er ontstond een krater van 40 meter diameter en 16 meter diepte.

    Het 4° Middelsex (8° Brigade van de 3° Divisie) nam de krater onmiddellijk in.

    18-07-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 mei 1915 : offensief valt stil

    Uiteindelijk valt het offensief op 25 mei 1915 stil. De verliezen zijn groot: de Britten verloren 58.000 manschappen, de Fransen zo'n 10.000.

    Meer dan 100.000 Duitse soldaten sneuvelden of raakten gewond.

    Uiteindelijk trokken de Britten zich toch terug, zoals sir Horace Smith-Dorrien voordien voorgesteld had.

    Zo werd de Apex in de Ypres Salient, zoals de Ieperboog werd genoemd, afgezwakt.



    25-05-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.24 mei 1915 : Britten verdedigen Bellewaerde
    Op 24 mei 1915 doen ze een uitval naar de heuvelrug van Bellewaerde, maar door de Britse tegenaanvallen is het succes daar niet zo groot als verwacht.

    24-05-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 mei 1915 : Duitsers veroveren de Frezenberg

    De Duitsers veroveren op 8 mei 1915 de Frezenberg en houden daar stand.


    08-05-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 mei 1915 : generaalswissel aan het front

    Op 6 mei 1915 wordt generaal sir Horace Smith-Dorrien, de bevelhebber van het Britse 2e leger, ontslagen en vervangen door generaal Herbert Plumer.


      


    Hij wilde een tactische terugtrekking invoeren om de druk op de Ieperboog te verminderen, maar dit was geheel tegen de wil van veldmaarschalk John French.



    Deze laatste beveelt meteen verdere tegenaanvallen.

    06-05-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-04-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. 17 april 2015 : 2de Slag om Ieper

    Op 17 april 1915 werden zware mijnladingen onder de Duitse stellingen op Hill 60 tot ontploffing gebracht.

    Sinds de Duitse inname van de heuvel op 10 december 1914 groef de British Expeditionary Force, 24 à 30 m onder de heuvel, gangen die ze vulden met zware mijnladingen en dieptebommen.

    Na de ontploffing bestormden Britse en Franse troepen de Duitsers en namen de heuvel opnieuw in.

    Na deze ontploffingen kwamen er eigenaardige gassen vrij en ontdekten de Britten eigenaardige cilinders, maar ze konden deze niet thuisbrengen.

    Dit was echter de voorbode voor wat komen zou.

    De Tweede Slag om Ieper kon beginnen.

    Op zeer korte afstand liggen de geallieerden in een verdedigingslinie rond Ieper:

    • Belgische 6e divisie: westelijke kanaaloever van Steenstrate tot de kust
    • Franse 87e Territoriale Divisie: van Steenstrate tot Langemark
    • Frans-Algerijnse 45e divisie: noorden Langemark tot zuiden Poelkapelle
    • Canadese 1e divisie: van Franse linie tot "Berlin Wood" ('s Graventafel)
    • Britse 28e, 27e en 5e divisie: vanaf Berlin Wood

    De Duitse troepenopstelling:

    • 46e, 52e en 51e reservedivisie en 4e Marine Brigade: ten opzichte van Belgische 6e divisie
    • 2e Reserve Ersatz Brigade, 38e Landwehr Brigade en 37e Landwehr Brigade: ten opzichte van Canadese 1e divisie
    • 53e en 54e reservedivisie: ten opzichte van Britse 28e divisie
    • 39e en 30e Infanteriedivisie: ten opzichte van Britse 27e divisie
    • 3e Beierse Divisie: ten opzichte van Britse 5e divisie

    In de buurt van Steenstrate (nabij Houthulst) worden op 22 april 1915 Frans-Algerijnse troepen bestookt met granaten.

    Even later zien de Canadese soldaten pijpen boven de Duitse loopgraven uitsteken, maar ze negeren dit vreemde schouwspel.

    Zelfs aan de waarschuwing van een overgelopen Duitse soldaat, enkele dagen voordien, van een mogelijke aanval met gas, werd nauwelijks aandacht gegeven.

    Pas om 17.00 u in de namiddag zien ze een geelgroene nevel op zich afkomen. De Duitsers hebben 5730 gasflessen met chloorgas opengedraaid.

    De Franse troepen, territoriale Zouaven, worden meteen bevangen door het gas, zodat er een groot gat van 6 km ontstaat in het front.



    De Canadezen proberen het gat te dichten, maar ook zij kwamen in de gaswolken terecht en verloren meer dan 2000 manschappen.

    Om 18.00 uur is Langemark veroverd en de Duitsers rukken op naar "Kitcheners' Wood", het bos ten zuidwesten van Sint-Juliaan, dat bezet wordt door de Canadese 1° divisie.


     


    Deze improviseren gasmaskers, met zakdoeken natgemaakt met water of urine, tegen het gifgas en voorkomen zo op 24 april 1915 een grote Duitse doorbraak.



    De Duitsers hadden echter het succes van hun acties onderschat en hadden weinig of geen ondersteuning voorzien voor een verdere doorbraak.



    De Duitse aanvallen worden dus, bij gebrek aan ondersteuning, tijdelijk gestaakt, maar begin mei 1915 moeten de Britten hun stellingen op Hill 60 terug vrijgeven na hevige gifgasaanvallen door de Duitsers.

    De Duitsers kunnen tot de oostelijke rand van Hill 62 doorbreken.


     


    17-04-2015, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    25-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.25 december : het fameuze kerstbestand

    Rond Kerstmis 1914 vonden ook aan het Belgische front de zogenaamde kerstbestanden plaats, waarin Belgische, Britse, Franse en Duitse soldaten met elkaar verbroederden.

    Het bekendste voorbeeld van deze bestanden in België was de overdracht van een gouden monstrans door de Duitsers aan de Belgen op de dichtgevroren IJzer t.h.v. Diksmuide.



    25-12-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    08-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8 december : Slag bij de Falkland-eilanden

    De Slag bij de Falkland-Eilanden was een gevecht tussen Duitse kruisers en Engelse kruisers en slagkruisers op 8 december 1914.

    Het Duitse kruiser-eskader dat onder het bevel stond van vice-admiraal Maximilian Graf von Spee, had in de Slag bij Coronel (1 nov 1914) een brits smaldeel

    - onder het bevel van Sir Christopher Cradock - vernietigend verslagen waarbij de Britten twee kruisers met 1654 man (onder wie Cradock zelf) verloren.

    Spee had twee lichtgewonden... 



    De vreugde over deze eclatante overwinning in Duitsland stond in schril contrast met de verbijstering, het ongeloof en de gevoelens van ontzetting in Engeland,

    toen men het nieuws van de nederlaag tot zich had laten doordringen. Het was de eerste keer in anderhalve eeuw dat een Brits eskader was verslagen, laat staan vernietigd!

    Al spoedig volgde de roep om vergelding.

    Spee stond nu voor een moeilijke beslissing, de kruiseroorlog voort te zetten, of naar Duitsland terug te keren?

    In het eerste geval was er een probleem. Kolen en voedsel konden worden overgeladen van buitgemaakte koopvaardijschepen, doch alleen in Duitsland kon hij munitie aanvullen.

    Aangezien zijn eskader bij Coronel reeds meer dan de helft van de munitie had verschoten (slechts 54 schoten bleven over per 210mm kanon), werd besloten naar Duitsland terug te keren,

    hoewel Spee inzag dat de kansen op een succesvolle terugkeer door de Britse blokkade en de overmacht van de Britse marine in de Noordzee gering waren.

    Ook in de Stille Oceaan was het gevaarlijk door de aanwezigheid van de Japanse marine.

    Na een kort verblijf in Valparaiso rondde zijn eskader, bestaande uit Scharnhorst (vlaggenschip) en Gneisenau (beide 11.600 t en uitgerust met 8 21-cm-kanons)

    en de lichte kruisers Nürnberg (3.550 t), Leipzig (3.250 t) en Dresden (3.600 t) Kaap Hoorn richting Duitsland.

     Zijn sombere stemming door het besef van wat er waarschijnlijk te wachten stond was duidelijk.

    Toen hij in Valparaiso bloemen kreeg aangeboden, weigerde hij deze met het commentaar "dat men deze beter kon bewaren om op zijn graf te leggen".

    Beslist werd om eerst naar de Falkland-Eilanden te varen, een onbeschermde Britse vlootbasis, waar hij genoeg kolen zou vinden om zijn schepen vol te laden

    (het was in die tijd niet ongebruikelijk om bij het vooruitzicht van een lange reis extra kolen in zakken op dek mee te voeren en zelfs de kajuiten van de officieren vol met kolen te laden).

    Verder kon hij daar de zendpost vernietigen, de enige van de Britten in de zuidelijke Atlantische Oceaan.



    De Britse admiraliteit nam geen risico's en zette drie slagkruisers in, Invincible en Inflexible onder commando van Doveton Sturdee

    (beide 17.250 t, 25 knopen en bewapend met 8 305 mm L45 kanons), alsmede een zestal lichte en pantserkruisers en een bewapend koopvaardijschip.

    Dit was een merkwaardige beslising want Sturdee was een persoonlijke vijand van Fisher die deze laatste zelfs op landdienst had gezet.

    Nu kreeg Sturdee waarschijnlijk een mooie overwinning in een zeeslag in de schoot geworpen.

    Een derde slagkruiser, de Princess Royal (nog krachtiger dan de slagkruisers van Sturdee) werd de oceaan opgestuurd ter hoogte van de Bahama-Eilanden,

    voor het geval de Duitsers langs Sturdee zouden glippen, en om als verbinding te dienen tussen Sturdee en de admiraliteit.

    Dit alles gebeurde onder protest van de commandant van de Grand Fleet: John R. Jellicoe, die minder slagkruisers zou overhouden dan de Hochseeflotte.


    Op 7 december 1914 bereikte dit eskader de Falkland-Eilanden, waar het zich voegde bij het oude slagschip Canopus, dat deel had uitgemaakt van het smaldeel van Cradock,

    maar Coronel niet tijdig had kunnen bereiken. Dit laatste omdat de hoofdmachinist in zijn wanhoop had gezegd dat het schip slechts 11 knopen kon lopen,

    terwijl het waarschijnlijk 16 knopen of meer kon halen.

    Een dag later dan de Engelsen kwam Spee om 7.30 uur 's morgens bij de Falkland-Eilanden aan.

    Gneisenau en Nürnberg, die ter verkenning zagen eerst de schoorstenen van oude pantserkruisers van het type dat ze bij Coronel zo gemakkelijk vernietigd hadden.

    Toen ze dichterbij kwamen bij Port William zagen ze echter driepootmasten.

    Driepootmasten waren pas kortgeleden ingevoerd en konden maar één ding betekenen: dreadnoughts of slagkruisers, hoogstwaarschijnlijk de laatste.

    Sturdee moet even verrast zijn geweest als de Duitsers.

    Zijn smaldeel was immers net kolen aan het laden en slechts één van zijn oudere pantserkruisers was aan het patrouilleren aan de havenmond en gevechtsklaar.

    De schepen hadden nog geen druk op de ketels (wat zeer lang duurde om deze op te bouwen voor een schip zijn maximumsnelheid kon bereiken), en voerden kleine reparaties uit.

    De pantserkruiser Cornwall had zelfs zijn machinerie gedeeltelijk gedemonteerd voor een reparatie!

    Maar de Canopus had na de Slag bij Coronel van Fisher, de Britse First Sealord, die het volgende doel van de Duitsers juist inschatte,

    de opdracht gekregen aan de grond te lopen in de haven van port Stanley om als lokale verdedigingsbatterij te dienen.

    Als vuurleiding had men posten op de toppen van de heuvels gezet, waar dit schip overheen moest vuren om doelen op zee te bereiken.

    Deze vuurde een salvo af op de Gneisenau en dit eerste salvo raakte reeds een schoorsteen, zonder echter ernstige schade aan te richten.

    Dit had tot gevolg dat de Gneisenau zich terugtrok buiten bereik van de 305 mm kanons.

    De Glaslow wist als eerste de haven te verlaten kort voor 10.00 uur, het laatste schip na 11.00 uur.

    Het verschil in ontwerp-snelheid tussen de slagkruisers (25 knopen) en de Duitse schepen (23 knopen) werd nog verergerd doordat de Britse schepen nog niet lang uit dok waren.

    Bovendien was van de meeste schepen de machinerie recentelijk gereviseerd.

    De Duitse schepen waren reeds maanden uit dok, waren sindsdien niet schoongebikt en hadden slechts een maiximum snelheid van 18 knopen

    (hoewel de Gneisenau op een bepaald punt haar machines tot 21 knopen wist te persen).

    De Britten , waar Sturdee eerst de achtervolging had ingezet tegen 26 knopen in zijn slagkruisers, vertraagden het over de zee uitgespreide eskader om te hergroeperen, toen bleek hoe traag de Duitse schepen wel waren.


    overzicht van de slag
    Enlarge
    overzicht van de slag


    De slag begon om 13.00 uur, toen het laatste schip in de Duitse linie, Leipzig, door de snellere Britse slagkruisers werd ingehaald en door de Invincible onder vuur werd genomen.

    In een poging te redden wat te redden viel, gaf Spee zijn drie lichte kruisers om 13.20 uur opdracht te proberen te ontsnappen.

    De Britse lichte kruiser Glasgow (4.800 t) en de pantserkruisers Kent en Cornwall (beide 9.800 t) zetten de achtervolging in,

    terwijl Scharnhorst en Gneisenau het gevecht aangingen met Invincible en Inflexible.

    Vanzelfsprekend waren de Duitse pantserkruisers tegen de Britse slagkruisers even kansloos als de Britten dat bij Coronel waren geweest.

    Dat ze het gevecht aangingen was een opofferingsdaad, men hoopte daardoor tijd te geven aan de lichte kruisers om te ontsnappen.

    De Britten hielden de afstand meestal groot genoeg om zelf vrijwel buiten schot te blijven, terwijl ze op hun beurt door de reikwijdte van hun 305 mm geschut voortdurend in staat waren

    om de tegenstander te treffen. Later voegde de pantserkruiser Carnarvon er zich nog bij en wist ook nog enkele treffers te plaatsen.

    Eerst zonk Scharnhorst om 16.17 uur na een heroïsch gevecht dat meer dan drie uur duurde, 764 opvarenden onder wie Spee en diens twee zonen, die als jonge adelborsten deel uitmaakten van de bemanning, in haar ondergang meesleurend.

    Gneisenau vocht nog ruim een uur langer door tot alle munitie was verschoten en een groot deel van de bemanning gedood of gewond was.

    Van overgave was echter geen sprake; alle afsluiters werden opengedraaid om de ondergang van het schip te bespoedigen,

    de vlag werd gestreken en na een driewerf hoera voor de Duitse keizer werd het zwaargehavende schip, dat overdekt was met geel stof van de Britse lyddietgranaten,

    om 6 uur in de namiddag door de bemanning verlaten.

    Voor zover ze niet in het ijskoude water verdronken werden nog tientallen drenkelingen door de Britten opgepikt.

    Nürnberg werd door de Britse kruiser Kent ingehaald. Alles wat maar brandbaar was werd in de stookketels gegooid.

    Kent was immers maar net met het laden van kolen begonnen toen het bevel tot uitvaren kwam.

    Deze kruiser was nominaal veel langzamer dan de Nürnberg, doch door deze uiterste inspanning haalde deze oude kruiser, die ontworpen was voor 23 knopen

    en waarvan de machinerie eigenlijk versleten was, 25 knopen!

    De vibraties die dit veroorzaakte maakten het eerst zelfs onmogelijk om het geschut te richten.

    De Nürnberg zag dat ontsnappen onmogelijk was en voer uiteindelijk naar de Kent toe, die zijn snelheid kon verminderen en eindelijk zijn kanons serieus kon richten,

    om haar geschut in de strijd te werpen.

    Ze werd om 19.27 uur tot zinken gebracht; slechts 12 bemanningsleden (van een bezetting van 300 koppen) konden worden gered.

    Leipzig deelde het lot van de andere als laatste om 21.23 uur na een urenlang gevecht met de Britse kruisers Glasgow en Cornwall.

    Van de 300 koppen werden door de Britten 18 man levend uit zee opgevist.

    Alleen Dresden wist te ontsnappen. Doch i.p.v evenals haar zusterschip de Emden een bestaan als raider te beginnen verborg het schip zich maandenlang in de van talrijke baaien

    en eilanden voorziene doolhof van de Chileense kust en maakte slechts 4 koopvaardijschepen buit, waarvan er één ook nog Duitse vracht vervoerde!

    Na enkele maanden werd het door de Britse marine opgespoord.

    De kruisers Kent, Glasgow en de hulpkruiser Orama rondden de kaap waarachter het Duitse schip zich schuilhield.

    De kanons waren op de Britse schepen gericht, doch na 5 minuten ging de witte vlag reeds omhoog !

    Dresden had 15 gewonden en de Britten geen.

    De Duitsers verloren al met al behoudens vier schepen ca. 1900 man; de Britten slechts 2 op Glasgow en Kent.

    Invincible kreeg 20 en Inflexible 2 treffers te verwerken, die ondanks het lichte pantster van de slagkruisers weinig schade aanrichtten; er waren slechts enkele lichtgewonden.

    Fisher was uitgelaten, niet alleen was de schande van Coronel dan toch gedeeltelijk weggevaagd,

    doch zijn ontwerp van de slagkruiser had bewezen dat het geschikt was voor de rol waarvoor het ontworpen was: uitschakelen van vijandelijke raiders.


    Dat men meestal geen lessen leert uit een overwinning was ook hier waar.

    De Invincible en Inflexible hadden bijna heel hun munitievoorraad opgeschoten om de twee pantserkruisers uit te schakelen wat 4 uur duurde,

    terwijl men deze eigenlijk snel had moeten uitschakelen. Daar werd in de roes van de overwinning geen aandacht aan besteed.

    Dit gebrek had twee redenen: de Britse pantsterdoorborende granaten waren zeer slecht en hun doorboringscapaciteit lag ver beneden wat ze had moeten zijn voor zulke zware granaten

    doordat ze te bros waren en vaak op (ook licht of middelzwaar) pantsterstaal gewoon in stukken braken.

    Verder waren er problemen met de ontstekers: vaak werkten die niet en bij schuine treffers werkten ze bijna nooit.

    Ook was de vuurleiding heel slecht gezien het geringe aantal treffers tegenover de hoeveelheid granaten afgeschoten en de schepen waren eigenlijk niet geoefend in lange afstandsvuur

    (iets waar Jellicoe veel aandacht aan zou besteden tijdens de periode dat hij de Grand Fleet onder commando had).

    De granaten zouden pas na 1916 verbeterd worden nadat een Zweedse marineattaché die in contact stond met Duitse vlootcommandanten had verteld aan een Britse marineattaché

    dat de granaten braken op pantster. Het gebrek hieruit te leren, zou de Britten duur te staan komen bij de latere zeeslagen in de Noordzee.

    Waar de behaalde resultaten veel beter hadden kunnen zijn dan die in werkelijkheid gerealiseerd.


    08-12-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    05-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 december : Slag bij Limanowa-Łapanów

    Limanowa, stad in West-Galicië (Oostenrijk-Hongarije, sinds 1920 Pools), met in 1900 1.806 en in 1921 2.143 inwoners.

    Łapanów, dorp in West-Galicië (Oostenrijk-Hongarije, sinds 1920 Pools) met in 1921 468 inwoners.



    In de Slag bij Limanowa-Łapanów (5-17 dec. 1914) versloeg het Oostenrijks-Hongaarse 4de leger onder aartshertog Josef Ferdinand het Russische 3de leger onder Dmitrijew

    en wierp dit terug tot over en achter de Dunajec tot aan de Wisloka, waarbij zich vooral de generaals Boroević v. Bojna en Roth onderscheidden.

    05-12-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    17-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 november : Slag bij Lodz

    Lodz  is een stad in het voormalige Russische Polen, die in 1914 ca. 415.000 inwoners telde.

    In 1914 was de stad het doel van de operaties van de herfstveldtocht van het Duitse 9de leger onder Mackensen (Slag bij Lodz, 17 nov. – 15 dec. 1914).

    Een te vroeg ondernomen Duitse poging (18-22 nov) van het 25ste reservekorps onder Scheffer-Boyadel en de 3de gardedivisie onder Litzmann ("De Leeuw van Brzeziny",

    naar wie Lodz in WO II kortstondig vernoemd zou worden), de rechtervleugel van het Russische 2de en 5de leger aan noord- en westzijde bij Lodz te omvatten,

    faalde door felle tegenstand waarna de Duitse troepen, ondanks flankdekking door het korps Morgen tegen Russische aanvallen uit de richting van Warschau,

    zelf omsingeld dreigden te worden.



    Maar de legergroep brak op 24/25 nov. 1914 op Mackensens linkervleugel door de door de Russen onder Rennenkampf verdedigde stelling bij Brzeziny heen

    en maakte 16.000 gevangenen.

    Op 30 november werd opnieuw opgerukt naar Lodz en Łowicz welke steden op 6 resp. 15/17 dec. 1914 werden ingenomen.


    17-11-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21 oktober : Slag op Langemark

    De Slag om Langemark luidt op 21 oktober 1914 het begin van de Eerste Slag om Ieper in.

    Het 26e Duitse reservekorps staat opgesteld tussen Poelkapelle en Zonnebeke tegenover de Britse en Franse troepen in Langemark en Boezinge.

    Het Duitse korps bestaat voornamelijk uit vrijwillige studenten, zonder enige militaire opleiding. Het Britse korps bestaat uit doorgewinterde beroepssoldaten.

    Om 6:00 uur vallen de Duitse soldaten aan, maar worden letterlijk afgemaakt door de Britten.

    Volgens de legende gebeurt dit onder het zingen van "Deutschland, Deutschland über alles".

    Dit hardnekkige verhaal berust echter niet op werkelijkheid. Niet in de laatste plaats omdat dit lied totaal geen marslied is.

    De Duitsers houden dit vier dagen vol, winnen geen meter grond, en verliezen bijna al hun manschappen.

    Het Duitse 16e Beierse reserve-infanterieregiment, waarbij Adolf Hitler dient, doet op 29 oktober 1914 een tweede poging door te breken nabij Geluveld.

    Na drie dagen moeten ze de gevechten staken. Op 31 oktober 1914 veroveren ze Geluveld wel maar verliezen daarbij meer dan de helft van hun manschappen.

    De volgende dag nemen ze Mesen en Wijtschate in, maar verliezen Geluveld aan de Britten.

    Op 11 november 1914 vallen de Duitsers opnieuw Ieper aan via Menen.

    Ze zijn met hun 18.000 manschappen duidelijk in de meerderheid, maar kunnen de 8000 Britten die hen de toegang ontzeggen niet verslaan.

    De volgende dag valt de eerste sneeuw over het front wat voor een adempauze zorgt. De manschappen graven zich in en bereiden zich voor op de komende winter.

    Het Duitse oppercommando besluit op 22 november 1914 het offensief te staken. Ze schieten wel eerst de stad aan flarden, maar kunnen ze niet uit handen van de Britten krijgen.

    De Eerste Slag om Ieper is gestreden.

    Hill 60, een bebost heuveltje nabij Ieper, wordt op 10 december 1914 toch nog door de Duitsers ingenomen.

    Door deze uitkijkpost kunnen ze de Britse en Franse troepenbewegingen in de gaten houden.

     


    Tijdens de volgende jaren zal dit een belangrijk voordeel blijken te zijn.

    De Britse deelnemers kwamen in aanmerking voor de 1914 Ster met gesp.

    21-10-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    12-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 oktober : Gent en Brugge vallen

    Op 12 oktober rukten de Duitsers Gent binnen en de volgende dag wapperde de Duitse vlag op het stadhuis.

    Brugge werd op 14 oktober bezet.

    De volgende dag stelden Franse, Britse en Belgische troepen zich achter de IJzer en de Ieperlee op.


    Uitgeput groeven ze zich in in spoedloopgraven onder de belofte van hun oversten spoedig naar huis terug te keren.

    De Slag om de IJzer kon beginnen...

    12-10-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    10-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 oktober : de val van Antwerpen

    Op 27 september werd Mechelen door de Duitse generaal Von Beseler veroverd, en daarmee was de Duitse aanval op Antwerpen geopend.


    De volgende dag beschoten de Duitsers de forten rond Antwerpen met 420-mm en 305-mm granaten.

    Op 29 september 1914 bereikten de Duitsers de eerste bruggen, maar ze werden onder vuur genomen vanuit het Fort van Walem.

    Een Duitse granaat kwam in het munitiemagazijn terecht waarna het fort in de lucht vloog.

    Ook Fort Sint-Katelijne-Waver werd na 30 uur beschietingen ijlings verlaten.

    Enkele dagen later, op 2 oktober, gaf koning Albert I opdracht tot de terugtrekking tot Oostende omdat hij vreest dat Antwerpen het niet langer zou uithouden.

    De Britten arriveerden de volgende dag in Oostende en staken de bevolking en het leger een hart onder de riem.

    Toen Winston Churchill op 4 oktober Antwerpen bezocht was het reeds te laat en konden de Duitsers niet meer gestopt worden.


    Op 6 oktober was de Belgische verdediging van de Antwerpse haven zwaar toegetakeld en moest er geëvacueerd worden.

    's Nachts staken de Belgische troepen heimelijk de Schelde over. De volgende dag vertrokken ook de Belgische regering en het Corps Diplomatique naar Oostende.

    Vier dagen later, op 10 oktober 1914, was de val van Antwerpen een feit. Admiraal Von Schröder werd de Duitse militaire gouverneur van de stad



    10-10-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    09-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 oktober : Slag bij Iwangorod

    Iwangorod is een vesting in het Poolse district Lublin, gelegen aan de Weichsel, knooppunt van de spoorlijn Kowel-Warschau, vóór 1914 tot dubbel bruggenhoofd en vestinggordel

    (omtrek 22 km) met fortenketen uitgebouwd; vormde met Warschau, Nowo-Georgiewsk en Brest-Litowsk het belangrijkste Russisch-Poolse verdedigingscentrum. –

    De Slag bij Iwangorod (9-20 okt. 1914), het hoogtepunt van de Duits-Oostenrijkse herfstveldtocht in Zuid-Polen,

    eindigde met de terugtrekking van het 1ste Oostenrijks-Hongaarse leger op Krakau en het 9de Duitse leger tot aan de grens van Opper-Silezië;

    Op 4 aug. 1915 werd Iwangorod, in aansluiting op de eerdere overwinning bij Gorlice, door de Duitsers onder von Woyrsch en door de Oostenrijkers onder Kövess ingenomen.



    09-10-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 oktober : de Slag bij Warschau

    In de Eerste Wereldoorlog weerstond het Duitse 9de leger met 5 divisies tijdens de Slag bij Warschau, 9 – 19 okt. 1914, de Russische pogingen om vanuit het westen

    de gezamenlijke Duits-Oostenrijkse strijdmacht, die in Zuid-Polen in het offensief was, met 14 divisies te omsingelen.



    Door de overmacht van de Russen moest het 9de Duitse leger in de nacht van 18 op 19 okt. 1914 terugtrekken op de linie Rawa – Łowicz (tussen Lodz en Warschau).

    Op 5 aug. 1915 werd Warschau alsnog tamelijk eenvoudig door het Duitse 9de leger ingenomen en was tot nov. 1916 de zetel van het Duitse Gouvernement-Generaal Polen

    onder generaal v. Beseler en tot nov. 1918 van de voorlopige Poolse staatsraad.

    Ook kort na de Wereldoorlog was er sprake van een Slag bij Warschau, toen de Russisch-Poolse Oorlog op 14 aug. 1920 na een strijd voor de poorten van Warschau

    tussen het Rode Leger en de Polen ten slotte in het voordeel van de laatsten werd beslecht.

    09-10-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    17-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17 september : de belegering van Przemysl

    Przemyśl is een belangrijke vestingstad van Oostenrijk-Hongarije. Ligt in Polen aan de rivier de San en beschermt de 'poort naar Hongarije'.

    Om deze vesting werd in de Eerste Wereldoorlog felle strijd geleverd tussen Oostenrijkers en Duitsers enerzijds en Russen anderzijds.

    De fortificaties zijn ontworpen door de Zwitserse ingenieur Salis Soglio. Onder zijn leiding begon men in 1878 met het moderniseren van de bestaande fortificaties.

    Er ontstond een tweede ring van forten om de stad, gebouwd op 17 heuvels van 200 tot 400 meter.

    Zo ontstond een netwerk van tientallen infanterieforten, artillerieforten, ondersteuningsforten en verbindingsforten,

    waarbij men steeds gebruik maakte van de laatste inzichten van krijgstactiek en nieuwe materialen zoals gewapend beton toepaste.

    Vanaf 1890 werd een nieuw type van forten gebouwd waarbij de kleinere infanterieforten zich bevonden tussen grote bewapende forten,

    zoals Fort I Salis Soglio en Fort XIII San Rideau. Door gebrek aan financiële middelen kwam er rond 1900 een eind aan deze bouwperiode.

    Zo bestond de vesting Przemyśl in 1914 uit een binnenring van 15 kilometer met 39 forten en een tweede buitenring van 45 kilometer met 44 forten.

    Er bevonden zich een hospitaal, twee vliegvelden, een conservenfabriek en talloze magazijnen binnen de vesting.

    Op de eerste dag van de mobilisatie, 31 juli 1914, had de commandant van de vesting, Hermann Kusmanek von Burgneustätten, vijf infanteriebataljons en drie artillerieregimenten

    en enkele geniebataljons. Vanaf 2 augustus werd de vesting gevechtsklaar gemaakt en begon men met het rooien van duizend hectare bos in het schutsveld.

    De burgerbevolking van Przemyśl en omliggende dorpen kreeg het bevel tot evacuatie.

    Tientallen dorpen werden met de grond gelijk gemaakt.



    De eerste belegering door Russen was van 17 september 1914 tot 9 oktober 1914.

    Op 26 september was Przemyśl geheel omsingeld. In de vesting bevonden zich 131.000 soldaten en burgers en 21.000 paarden.

    Op 4 oktober stuurde de Russische bevelhebber generaal Dimitriew een onderhandelaar, maar Kusmanek weigerde op het voorstel in te gaan.

    Op 6 oktober bevond de Russische artillerie zich al op 500 meter van de forten.

    De voornaamste aanval was gericht op Fort I/1 Lysiczka, waar de Russen zelfs tot in het fort binnendrongen, maar daar door de Oostenrijkse troepen werden omsingeld

    en na hevige man-tot-mangevechten werden verdreven.

    De Russische aanval richtte zich ook nog op een aantal andere forten, maar ook hier boekte men geen succes.

    Aan het eind van de dag telde men aan Russische zijde 10.000 slachtoffers, waarvan 4000 doden.



    De tweede belegering vond plaats van 8 november tot 22 maart 1915. De voedselvoorziening was een probleem geworden.

    De voorraden, waarvan een groot deel naar het 3e leger was gegaan in oktober, raakten op. Voedselrantsoenen werden ingesteld en 13.000 paarden werden geslacht.

    De hospitalen waren overvol met zieken en gewonden. Het moreel van het K.u.K. leger, dat een afspiegeling was van de veelvolkerenstaat, was laag.

    Muiterij dreigde.

    Kusmanek besloot tot een laatste wanhopige uitval. Onder dekking van de duisternis zou men in de nacht van 18 op 19 maart uitbreken naar Medyka, in oostelijke en onverwachte richting.

    Maar natte sneeuw en uitputting leidde er toe dat de uitval pas bij daglicht op gang kwam. Het verrassingseffect was gering en er werden slechts enkele Russische posities veroverd.

    Een hevig artilleriebombardement en een tegenaanval maakte aan deze uitbraakpoging een einde.

    Vanaf twee uur 's middags trokken de K.u.K.-troepen zich weer terug op hun forten.

    Het mislukken van deze laatste mislukte uitbraakpoging, het grote aantal zieken en gewonden waardoor de gevechtskracht behoorlijk verminderd was

    en ten slotte de wetenschap dat men niet op hulp van buitenaf hoefde te rekenen, deed de legerleiding beseffen dat de situatie in de vesting hopeloos was geworden.

    Intensief overleg met het K.u.K.-opperbevel volgde.

    Op 19 maart werden reeds documenten en geld verbrand.

    Op 22 maart tussen 5 en 6 uur 's ochtends bliezen de Oostenrijkers zelf de forten, kanonnen, bruggen over de San en munitiedepots op en gaven zich over.

    Negen generaals en 117.000 soldaten van het K.u.K.-leger, waaronder de Oostenrijkse chirurg en Nobelprijswinnaar Robert Barany, werden krijgsgevangen gemaakt.

    Barany hoorde overigens pas in het Russische krijgsgevangenkamp Merw dat hij de Nobelprijs voor medicijnen van 1914 had gewonnen.

    Tsaar Nicolaas II bezocht de vesting op 25 april 1915.

    Hij inspecteerde enkele van de modernste forten, maar zijn belangstelling ging ook uit naar die forten waar tijdens de eerste belegering hevig strijd was geleverd.



    Meteen na de inname probeerden de Russen de verwoeste forten weer gevechtsklaar te maken.

    Met behulp van zandzakken, prikkeldraad en eigen artillerie kregen de provisorisch herstelde forten weer enige gevechtswaarde.

    Op 15 mei 1915 naderde een gecombineerde Duitse en Oostenrijks-Hongaarse strijdmacht Przemyśl.

    Het Duitse opperbevel, bevreesd voor een Russische opmars naar Hongarije besloot het K.u.K.-leger bij te staan.

    Het was genoodzaakt om een aantal divisies van het westelijk front over te plaatsen.

    Een groot gecombineerd offensief vanuit Gorlice had als resultaat dat onderdelen van de Xe legergroep Przemyśl vanuit het zuidwesten naderden.

    Met behulp van 420 mm-mortieren slaagde men erin om een aantal forten op de linkeroever te veroveren.

    Om niet omsingeld te worden trok het Russische leger zich terug naar het oosten.

    Op 3 juni verschenen eenheden van het K.u.K.- en Duitse leger in de stad en twee dagen later werd het laatste fort veroverd.

    Dit was het laatste wapenfeit van Przemyśl, K.u.K.'s belangrijkste vesting aan het oostelijk front.



    De stad komt nog voor in Jaroslav Hasek's roman 'De lotgevallen van de brave soldaat Svejk in de wereldoorlog'.

    De stad speelde nog een rol in de Pools-Oekraiense oorlog in 1920. In de tweede wereldoorlog, na de Duitse inval in Polen van 1939,

    vormde de San van 1939-1941 de grens tussen Duitsland en de Sovjetunie en maakten enkele forten op de rechteroever deel uit van de Molotov-linie.

    17-09-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 september : Antwerpen in de verdediging

    Toen op 9 september de Britse lieutenant commander Scott Littlejohns aankwam met zes kanonnen van 12 cm en van 15 cm lanceerde koning Albert I een aanval op de Duitse strijdkrachten.



    De kanonnen werden opgesteld op treinen in de spoorwegplaatsen te Hoboken.

    70 Belgische militairen onder bevel van kapitein Servais bemanden de trein.



    Op 23 september vertrok het eerste spoorwegkanon om, in samenwerking met een vliegtuig, vijandelijke stellingen te bombarderen.

    De Duitse keizer schrok van dit initiatief en beval de inname van de Antwerpse haven.

    09-09-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 september : de veldslagen in Mazoerië

    Mazoerië of Masoerië (de schrijfwijze wisselt soms) is een gebied, rijk aan heuvels, bossen en meren in de voormalige Duitse provincie Oost-Pruisen,

    die na WO II werd verdeeld tussen Polen en de Sowjetunie.

    Mazoerië ligt in het Poolse (zuidelijke) gedeelte. In deze regio vond in de Eerste Wereldoorlog een tweetal veldslagen plaats tussen de legers van Duitsland en Rusland.

    In de Wereldoorlog rukte het Russische 1ste leger onder Rennenkampf in 1914 op naar Mazoerië; het Duitse 8ste leger trok na de → Slag bij Gumbinnen (19-20 aug. 1914)

    terug naar het merengebied van Mazoerië, liet daar slechts een gering aantal troepen ter verdediging achter, en trok daarna op tegen het Russische 2de leger,

    dat uit de richting van de Narew (rivier ten zuiden van Oost-Pruisen in - toen nog - Russisch Polen) naderde.



    Na de vernietiging daarvan bij Tannenberg (23-31 aug. 1914) door Hindenburg marcheerde deze met uit het westen aangevoerde versterkingen op naar de linie Deime – Allenburg – Gerdauen

     – Angerburg, waar Rennenkampf, die het niet had gewaagd, met de Duitse vesting Koningsbergen in de rug bij Tannenberg in te grijpen, zich met 20 divisies had verschanst.

    Op 5 sept. waren de Duitsers gevorderd tot de linie Koningsbergen – Willenberg en maakten zich op voor de Slag bij de Mazoerische Meren (5-15 sept. 1914).

    De opmars voltrok zich met 4 korpsen frontaal tegen de linie Angerburg – Deime, 2 korpsen drongen dwars door het merengebied op, één divisie volgde gestaffeld

    (in gescheiden formaties opererend) achter deze vleugel die een omtrekkende beweging maakte, en 2 cavaleriedivisies werden achter het front gereedgehouden.

    Op 8 sept. gelukte de doorbraak door de linie bij de meren, waarop Rennenkampf in de nacht van 9 op 10 september terugweek om aan een dreigende omsingeling te ontsnappen.

    Op 12 sept. bereikte de 3de Duitse reservedivisie Suwalki. Na een achtervolging van meer dan 100 km zochten de Russen op 15 sept. toevlucht in het bossen- en moerasgebied ten westen van de rivier de Njemen in de regio Olita – Kowno – Willeny.


    Tot eind okt. 1914 bleef Mazoerië vrij van indringers, daarna drong het nieuwe Russische 10de leger het Duitse 8ste over de grens terug;

    bij de linie Spirdingmeer – Mauermeer hield dit echter stand.

    Eind jan. 1915 rukte links van het 8ste Duitse leger het nieuwe 10de Duitse bij Tilsit op, om in de Winterslag in Mazoerië (ook Slag bij Lyck genoemd, 4-22 febr. 1915)

    de rechtervleugel van het Russische 10de leger te omvatten.

    Op 7 febr. volgde een grote aanval van het 8ste Duitse bij Johannisburg dat op de 9de febr. Bialla bereikte; gelijktijdig drong het 10de Duitse leger door het Schorellenwoud via Pillkallen

    tot Wirballen (10 febr.) door. Op 14 febr. waren de Russen bij de linie Rajgrod – Seniken – Raczki – Suwalki – Sejny ingesloten door een grote boog van Duitse legers.

    Slechts restanten van het Russische leger ontkwamen in de wouden bij Augustow en Suwalki.

    Oost-Pruisen was definitief bevrijd, er werden 110.000 man gevangen genomen en 300 stukken geschut buitgemaakt.

    De Russische opperbevelhebber Sievers pleegde zelfmoord.

    05-09-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5 september : Eerste Slag bij de Marne

    De Eerste Slag bij de Marne werd uitgevochten tussen het Franse en het Duitse leger van 5 september tot 12 september 1914.

    Later in de oorlog werd er ook nog een Tweede Slag bij de Marne uitgevochten van 15 juli tot 6 augustus 1918.

    Voorgeschiedenis

    Het Duitse leger rukte vanaf begin augustus 1914 op door België, in grote lijnen volgens het Schlieffenplan.

    Aan het eind van augustus waren de geallieerde legers gedwongen tot een gestage terugtocht in de richting van Parijs.

    Het oorspronkelijke plan van Von Schlieffen voorzag in een brede beweging waarbij een grote troepenmacht door het westen van België en Noord-Frankrijk zou trekken,

    teneinde westelijk en vervolgens zuidelijk van Parijs een tangbeweging te forceren.

    De opmars werd vertraagd doordat de Belgische tegenstand aanmerkelijk heviger was dan verwacht.

    Hierdoor namen de problemen rond de bevoorrading toe. Tevens werden Duitse troepen op 26 augustus in allerijl naar het Oostelijk front overgebracht.

    Hierdoor werd de Duitse troepensterkte aanmerkelijk uitgedund.

    Von Kluck, de bevelhebber van het eerste Duitse leger, had bij zijn opmars een voorsprong gekregen op het tweede Duitse leger Von Bülow.

    Hierdoor ontstond een gat tussen beide legers. Von Kluck meende tevens dat de British Expeditionary Force reeds vrijwel verslagen was, niet meer tot vechten in staat of bereid was

    en zich in de richting van de zee zou begeven, en meende dat het verantwoord was om, teneinde dit gat te dichten, zijn opmars ten oosten van Parijs te verleggen.

    Hiermee stelde hij echter zijn flank bloot aan het Britse leger en het zesde Franse leger.

    De Britse minister van oorlog Kitchener had persoonlijk de Britse opperbevelhebber, veldmaarschalk French bezocht en had hem weten te overtuigen van de noodzaak stand te houden.

    Op 5 september verlegde Von Kluck zijn opmars in westelijke richting nadat hij bemerkt had dat het Britse leger zijn terugtocht gestaakt had,

    en samen met het zesde Franse leger zijn opmars hervat had.

    Hierdoor ontstond er een gat tussen zijn leger en het tweede Duitse leger onder bevel van Von Bülow, hetgeen tijdig door de geallieerden werd opgemerkt.

    De slag begon op 6 september nadat op 5 september de eerste gevechten waren geleverd bij de rivier de Ourcq.

    Von Kluck kreeg in de avond van 5 september opdracht zich terug te trekken op de rivier de Aisne.

    Tussen 6 en 8 september slaagden de geallieerde troepen erin de Duitse troepen te verslaan, daarbij geholpen door 6000 man die vanuit Parijs in gevorderde taxi's,

    bussen en vrachtwagens naar het front werden gebracht. (Aan deze taxis de la Marne is in de geschiedenis een doorslaggevende rol toegedicht; historici verschillen hierover echter van mening.)



    Op instructie van de Duitse opperbevelhebber Von Moltke bezocht de luitenant-kolonel Hentsch de hoofdkwartieren van de diverse Duitse legers

    teneinde zich persoonlijk van de situatie op de hoogte te stellen. (De verbindingen per radio en telefoon waren gebrekkig.)

    Het beeld dat hem geschetst werd, vooral door Von Bülow, was dat van een te zeer verspreid geraakt leger, dat het risico liep doorsneden te worden,

    met het gevaar van een omsingeling van een of meer van de Duitse legers.

    Met name het gat tussen het Eerste en Tweede Duitse leger werd gevuld door de Britse en Franse troepen.

    Von Bülow besloot, tot op zekere hoogte op eigen gezag, tot terugtrekking van zijn Tweede leger.

    Het Eerste en derde leger waren daardoor genoodzaakt zich eveneens terug te trekken.

    Op 10 september bracht Hentsch verslag uit, wat voor Von Moltke aanleiding was om in persoon de hoofdkwartieren van de diverse Duitse legers te bezoeken.

    Op 11 september beval hij de algehele terugtocht, over het gehele westelijke deel van het front, tot op de rivier de Aisne.

    Door logistieke problemen konden de Franse troepen hun succesvolle tegenaanval niet volledig uitbuiten.

    De Duitse troepen slaagden erin zich in te graven, wat het begin vormde van de loopgravenoorlog.

    Bij de slag waren circa 2,5 miljoen militairen betrokken, van wie circa een half miljoen sneuvelden.


    Door de uitkomst van de Slag bij de Marne werd een snelle Duitse overwinning onmogelijk. Het gehele westelijk front werd een stelsel van loopgraven.

    In de komende jaren werden slechts zeer geringe terreinwinsten geboekt, ten koste van miljoenen levens.

    De patstelling zou tot het einde van de oorlog aanhouden.

    05-09-2014, 00:00 geschreven door guy  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Zoeken in blog


    Inhoud blog
  • 15 juli : 2de Slag bij de Marne
  • 1 maart 1918 : vierde slag om Ieper en wapenstilstand op 11 november
  • 20 november 1917 : Slag om Kamerijk / Cambrai
  • 10 november 1917 : einde van de oorlog rond Ieper
  • 6 november 1917 : Passendale valt
  • 26 oktober 1917 : Passendale onder het gifgas
  • 12 oktober 1917 : Gen. Haig verliest opnieuw Passendale
  • 4 oktober : Slag bij Tyne Cot
  • 31 juli 1917 : Slag om Passendale
  • 11 juli 1917 : Britten bombarderen de Duitsers in Ieper
  • 7 juni 1917 : Slag om Mesen
  • 12 juni 1916 : Hill 62 in Canadese handen
  • 6 juni 1916 : de Hill's 60 en 62 in Duitse handen
  • 2 juni 1916 : de strijd om Mount Sorrel
  • 30 juli 1915 : 't Hooge in de vlammen
  • 18 juli :'t Hooge opgeblazen
  • 25 mei 1915 : offensief valt stil
  • 24 mei 1915 : Britten verdedigen Bellewaerde
  • 8 mei 1915 : Duitsers veroveren de Frezenberg
  • 6 mei 1915 : generaalswissel aan het front
  • 17 april 2015 : 2de Slag om Ieper
  • 25 december : het fameuze kerstbestand
  • 8 december : Slag bij de Falkland-eilanden
  • 5 december : Slag bij Limanowa-Łapanów
  • 17 november : Slag bij Lodz
  • 21 oktober : Slag op Langemark
  • 12 oktober : Gent en Brugge vallen
  • 10 oktober : de val van Antwerpen
  • 9 oktober : Slag bij Iwangorod
  • 9 oktober : de Slag bij Warschau


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs