Initiatie in het aanvankelijk lezen, schrijven en wiskunde
Ontwikkeling van het gevoelsleven
Lichamelijke opvoeding
Zelfredzaamheid
Een gestroomlijnde hoekenwerking
Variatie en gradatie in thema's en activiteiten
Continuïteit in de observatie
Bron: Boone, M., Groei- en leerlijnen in de kleuterschool, Plantyn, ISBN 978 90 301 9262 6
Categorie:Informatieve boeken
Kleuters met extra zorg
Titel: Kleuters met extra zorg "een werkboek vol handelingsplannen"
In dit boek komen volgende punten aan bod.
Vsie en uitgangspunten
Concept van de methode
Gebruik van het zorgpakket
Model- en kopieerbladen
Probleemgebiedend
Wiskundige initiatie
Lees initiatie
Motoriek
Taal- en spraakontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal- emotionele ontwikkeling
Spel- en werkhouding
Bron: Boone, M., Kleuters met extra zorg, Plantyn, ISBN: 978 90 301 8195 8
Categorie:Informatieve boeken
Het rad van fortuin
Ik heb een rad van fortuin gemaakt voor het thema "Kermis".
Dit rad ken je gebruiken voor een memory spel. Het ene kaartje hang je op het rad en het andere geef je aan de kleuter.
Je kan ook vragen op het rad hangen, de kleuters draaien aan het rad en als KO lees je de vraag voor en de kleuters voeren die uit.
Het rad is heel leuk. De kleuters zijn er dol op! Het is voor elke thema bruikbaar.
Categorie:Materialen
21-01-2010
Werken rond emoties
In de kleuterklas is het ook belangrijk dat je rekening houdt met de gevoelens/emoties van de kleuter. Dit is een spel die je in de hoeken kan aanbieden nadat je het gezamenlijk hebt overlopen.
Je vindt een lesvoorbereiding in bijlage. (onderaan)
Dit bied je zo aan in de hoeken. Eerst zoals hierboven. Dan bevraag je hoe het kindje zich op de prent voelt? Dan mag je het prentje verwijderen en eronder vind je het gevoel.
Er zijn verschillende spelen te verkrijgen in de handel in verband met Jules.
Hier onder de uitleg van het memo-spel:
Meng de 40 kaarten (20 paren) door elkaar en leg ze omgekeerd op tafel, in 8 rijen van 5 kaarten. Gebruik voor jonge spelers slecht 20 kaarten (10 paren).
Bepaal wie met het spel mag beginnen.
Draai om de beurt twee kaarten om.
Horen de kaarten bij elkaar?
Dan mag je ze voor je op tafel leggen en ben je nog eens aan de beurt.
Horen de kaarten niet bij elkaar?
Dan leg je ze weer op dezelfde plaats omgekeerd op tafel.
De volgende speler is nu aan de beurt.
Het spel eindigt als alle paren gevonden zijn.
Winnaar is de speler met de meeste paren.
Je kunt het spel ook alleen spelen om zo je geheugen en concentratie te oefenen.
Tel hoeveel beurten je nodig hebt om alle paren te vinden en probeer zo je eigen record te verbeteren.
Categorie:Materialen
Spelen met Jules: Lotto-spel
Er zijn verschillende spelen te verkrijgen in de handel in verband met Jules.
Hier onder de uitleg van het Lotto-spel:
Iedere speler kiest een plaat.
Speel je dit spel met 2 speler, dan kun je elk 2 of 3 platen kiezen.
Selecteer de kaartjes met afbeeldingen die horen bij deze platen en leg ze omgekeerd op tafel.
De resterende kaartjes stop je terug in de doos.
Speel je met alle platen, dan heb je alle kaartjes nodig.
Bepaal wie met het spel mag beginnen.
Draai een kaartje om en kijk bij welke plaat het kaartje hoort.
De speler die de afbeelding op zijn plaat heeft staan, krijgt het kaartje en legt het op de juiste plaats.
Nu is de volgende speler aan de beurt.
Winnaar is diegene die het eerst al zijn platen vol heeft.
Je kunt het spel ook alleen spelen en zo plaatjes herkennen en puzzelen oefenen.
Categorie:Materialen
Jules wacht
Titel: Jules wacht
Auteur: Annemie Berebrouckx
Info: De buurman van Jules gaat voor een paar weken op reis, naar een ver land. Hij belooft Jules dat hij hem een kaart zal sturen. Op die kaart staat dat de buurman langer wegblijft. 'Als ik terugkom, zul je zien waarom,' schrijft hij. Dan gaat Jules wachten...
Kritische bedenkingen bij ICT-beleid in het onderwijs
Ieder kind aan de computer en wel snel. Dat is een slogan die tegenwoordig heel wat leraars, directeurs en politici opjaagt. hoe jonger hoe beter, is een andere. Maar hebben kleuters en scholieren op de basisschool wel baat bij informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de klas?
Hier en nu dendert de technologische vooruitgang in een razend tempo voort en wie die sneltrein mist, is de klos. Vanuit die vaststelling lijkt het logisch dat de beleidsmakers in het onderwijs kinderen zoveel mogelijk en zo snel mogelijk willen voorbereiden op een gedigitaliseerd leven. Computers in de klas dus. In hun boek hype, hype hoer@ gaan Hans Annoot en Werner Govaerts, beiden werkzaam in Steinerscholen, in tegen het idee dat de computer het kleuter- en lager onderwijs alleen maar kan vooruithelpen.
"ik ben absoluut niet tegen computers, ik gebruik ze zelf dagelijks, maar ik vind het niet gezond dat het idee 'vroeg geleerd is oud gedaan' hierover zomaar klakkeloos aanvaard wordt", zegt Annoot. Samen met Govaerts vindt hij het ook erg vreemd dat beleidsmensen die stelling zomaar aannemen zonder dat het wetenschappelijk bewezen is dat een jong kind zich al surfend en klikkend inderdaad beter ontwikkelt.
"En waar mijn haar dus helemaal recht van gaat staan zijn die reclames waarin je wordt aangespoord om een kind een brein te geven. Dat brein is dan een of ander computerprogramma. Vanuit die filosofie zie je een mens als een robot waar je intelligentie kunt instoppen. Als de industrie daarbij dan ook nog die boodschap koppelt aan het idee dat jonge kinderen zo in elkaar zitten, dan zit je met een erg verwrongen kijk op de ontwikkeling van een kind. Dan stel je het gelijk aan een kleine volwassene. Maar dat idee past natuurlijk erg goed in de filosofie van het levenslang leren en het modieuze idee van de kennismaatschappij. Wat men vergeet is dat een kleuter andere dingen op andere manieren leert dan een volwassene, die tegenwoordig bezeten is door kennis." Want zegt Annoot, zoals ook de Steinerfilosofie benadrukt: een jong kind moet vooral spelen, contact leggen met de buitenwereld en rijke zintuiglijke ervaringen opdoen om een sterke persoonlijkheid te ontwikkelen.
"Computers zijn onontkoombaar en een puber moet er dan ook mee in contact komen in de klas. Maar ze op de lagere school integreren, of in kleuterklas, een idee dat werkelijk leeft op het kabinet Onderwijs, dat is onzin. Je gaat mij niet wijsmaken dat kleuters op een scherm op icoontjes laten klikken fantastisch is voor hun ontwikkeling vanwege de fijne motoriek. Bovendien worden vooral jonge kinderen sterker beïnvloed door de negatieve effecten van computers, zowel fysiek als psycho- socioaal. en dat is wel bewezen", zegt Annoot.
"Maar kritiek vindt geen gehoor, terwijl voorstanders van computers in kleuter- en lager onderwijs wel de stomste argumenten aanvoeren. 'Ze vinden het leuk', bijvoorbeeld. Maar tv en videogames vinden ze ook leuk, terwijl we toch weten dat die niet altijd even gezond zijn? Of 'een kleuter kan al muiservaring opdoen', een argument dat het levenslang leren bepleit. Welnu, iedereen, ook een bejaarde, kan in een mum van tijd leren omgaan met een muis."
In hun boek wijzen Govaerts en Annoot er bovendien op dat dat eigenlijk ook voor de rest van het computergebeuren geldt. "om niet gehandicapt op de arbeidsmarkt terecht te komen, wat nog een sterk argument is om er al in de kleuterklas aan te beginnen, volstaat het eigenlijk om in het hoger onderwijs de basis te leren. Zelfs om informatice te gaan studeren aan de universiteit heb je geen voorkennis nodig. Het is iets technisch, dat je sowieso wel leert. En het is jammer dat essentiële dingen zoals lezen of logisch denken ondergeschikt worden aan een training in computeren, iets wat je op elke leeftijd in een weekend kunt leren", klinkt het.
Maar wat met de vooruitstrevende directeur die 'wil dat zijn kinderen zelfstandig denkende wezens worden die zelf alle mogelijke informatie van het net kunnen plukken? "Daar heb je het. Dat kun je hoogstens verwachten van pubers, die daar al voldoende achtergrondkennis en oordeelkundig vermogen voor hebben. Trouwens, het is een illusie dat een kind intelligenter wordt omdat het iets kan opzoeken. Dingen opzoeken, dat is letterlijk kinderspel, en toch lijkt dat de basis voor de 'kennismaatschappij'. Het lijkt allemaal zo intellectueel. Maar wij moesten vroeger ook veel opzoeken, alleen zag het er niet zo flashy uit. De vraag is ook of iets met de gezochte informatie gedaan wordt, en hoe, of een kind kan beslissen wat bruikbare en betrouwbare informatie is en wat niet. Dat vermogen aanleren is veel belangrijker dan jonge kinderen al meteen het technische gebruik van computers bijbrengen, zeker als je bedenkt wat voor een chaotische verzameling het internet is", aldus Annoot.
Wat hem betreft is de ideale leeftijd om een kind met computers te leren omgaan ten vroegste tien en ten laatste veertien. "Maar ik pleit niet voor een strikte consensus, enkel voor een veelzijdig, echt debat over ICT in het onderwijs."
Onderwijs mag creatiever, zegt minister Vanderbroucke, maar leren kan niet altijd leuk zijn
Alle leerlingen, ongeacht hun moeilijkheden, laten bloeien en
groeien. Het is hét beleidsmotief van Vlaams minister van Onderwijs Frank
Vandenbroucke (SP.A). Riskeert het onderwijs door die alles overheersende
gelijke kansen niet de vooruitgang te missen? ,,Niet als we de lat hoog
leggen'', antwoordt de minister. ,,We mogen niet langer tolerant zijn voor
scholen die het niet goed doen.''
Kenniseconoom Martin Hinoul waarschuwde in het begin van
deze reeks dat ons onderwijs niet goed genoeg is voor de wereld van morgen.
,,Er is dringend een mentaliteitsverandering nodig'', zegt hij. ,,Vorm
ondernemende, meertalige denkers. Haal het maximum uit jonge mensen. Stel hoge
eisen. Jonge brains zijn nog heel soepel. Mis die kans niet.''
Het onderwijs is als de dood voor veranderingen. Minister van Onderwijs Frank
Vandenbroucke (SP.A) is bijgevolg zeer voorzichtig. ,,Ik pleit voor
vernieuwingszin'', zegt hij, ,,maar op basis van overleg en betrokkenheid,
respect voor wat leerkrachten kunnen en het gezag dat ze moeten hebben.''
Welke kennis en vaardigheden moet het onderwijs jongeren meegeven voor
morgen?
Vandenbroucke: ,,Ten eerste het trio creativiteit, deskundigheid en empathie.
Wie morgen zijn mannetje of vrouwtje wil staan, móet deskundig zijn. In iets
heel praktisch of meer theoretisch, maar het is ook heel belangrijk om mensen
te kunnen aanvoelen. Een zakenman moet kunnen achterhalen wat de klant wil. Een
loodgieter moet kunnen uitvissen wat er precies scheelt.''
,,De samenleving verandert heel snel. Elke dag word je wel met nieuwe
technieken en technologieën geconfronteerd. Het onderwijs zal hoogstens de
fundamenten kunnen neerzetten. Op die fundamenten zal je doorheen je leven
meerdere huizen moeten bouwen en terug afbreken. Dat betekent dat het onderwijs
jongeren vooral moet leren leren. Daarvoor moeten we de bekwaamheid ontwikkelen
en vooral zin hebben om te blijven leren.''
,,Alle mensen worden met veel nieuwsgierigheid geboren, maar dat gaat jammer
genoeg dikwijls verloren in het onderwijs. Laten we proberen het enthousiasme
en de leergierigheid zoveel mogelijk te behouden. Al hoor je mij niet zeggen
dat het op school altijd leuk kàn en móet zijn en dat we er voortdurend voor
moeten zorgen dat leerlingen zich goed voelen. De school is geen pretpark!''
,, Je moet vooral niet zeggen dat leren gemakkelijk is , hoorde ik een
afgestudeerde jonge man van Marokkaanse afkomst op een studiedag zeggen. Die
man moedigt jonge allochtonen aan om hoger onderwijs te volgen. Hij heeft
gelijk. Je moet een inspanning durven vragen. Jongeren uitleggen waarom het
belangrijk is een diploma te halen.''
,,Het onderwijs moet ook grondigheid bijbrengen. Het kan niet meer even grondig
als dertig, veertig, vijftig jaar geleden. Er zijn te veel onderwerpen
bijgekomen die belangrijk zijn. Maar het is wel essentieel dat leerlingen het
verschil weten tussen iets grondig en iets oppervlakkig kennen en kunnen. Dat
moeten ze minstens in enkele vakken geproefd hebben.''
Niet zelfgenoegzaam worden
Is het onderwijs wel goed bezig? Eén op de acht jongeren verlaat het
onderwijs zonder diploma middelbaar.
,,Dat zijn er absoluut te veel. Ons onderwijs is over het algemeen goed. Dat
blijkt ook uit internationale onderzoeken. Onderwijs gaat in essentie om mensen
die met kinderen werken. Een zeker conservatisme is dus verantwoord, maar we
mogen zeker niet genoegzaam achterover leunen. Omdat de wereld èn de leerlingen
veranderen. De eindtermen, dat zijn de minimale doelstellingen die we onszelf
opleggen, zitten - denk ik - goed. Er is heel veel aandacht voor vaardigheden
die steeds belangrijker zullen worden. De vraag is of we dat in de praktijk
waarmaken.''
Heel wat leerkrachten kennen de eindtermen niet omdat ze vaak ondergesneeuwd
worden in de leerplannen. ,,De leerplannen, die doorgaans door de koepels
gemaakt worden, moeten goedgekeurd worden door de inspectie. Ik zeg niet dat er
nergens problemen zijn maar ik hoor niet zeggen dat de meeste leerkrachten de
minimale doelstellingen niet kennen.''
Leerlingen klagen dat de leerstof niet boeiend genoeg gegeven wordt. Schort
er iets aan de didactiek van de leerkrachten?
,,Slagen we er voldoende in een grote dosis creativiteit in het secundair
onderwijs te brengen? Dat is een kritische vraag die we moeten stellen. Maar
dat is iets heel anders dan de didactische deskundigheid van leerkrachten in
vraag stellen. Ik heb vertrouwen in hun stielkennis.''
,,Onderschat niet wat er allemaal op een leerkracht afkomt. Ze worden enórm
bevraagd. Moeten meer opvoedingstaken op zich nemen. Vaak is er tevens een
probleem van gezag. Ouders moeten tegen hun kinderen zeggen dat ze respect
moeten hebben voor de leerkracht.''
,,Het kleuter- en lager onderwijs hebben de voorbije vijftien jaar veel
vernieuwingen gekend. In het secundair onderwijs zou de onderwijsvernieuwing
sneller mogen gaan. Daar is nog veel ruimte om het leren boeiender te maken en
de leerstof meer geïntegreerd aan bod te laten komen. Dat is makkelijker in het
basisonderwijs, omdat één leerkracht daar met alles bezig is.''
,,De meeste onderwijsvernieuwingen in het secundair gebeuren in het beroeps- en
technisch onderwijs. Ik heb al fantastische voorbeelden gezien. In de ene
school moesten de jongens een chassis voor zeilwagens ontwerpen en in elkaar
steken. De andere school telde overwegend meisjes en die maakten de zeilen.''
,,Tijdens het monteren en het testen van de zeilwagens op het strand leerden de
jongens en meisjes heel veel van elkaar. Op den duur stonden jongens mee die
zeilen te strijken. ( lacht ) Dat is buitengewoon creatief en écht leren
leren. Dàn mag leren leuk zijn. Voor dat soort aanpak moeten we meer aandacht
hebben.''
Strenger voor scholen
Wat kunt u doen om onderwijsvernieuwing te versnellen?
,,De scholen voldoende bemannen en organisatiemodellen aanreiken, zodat echte teams
ontstaan die ervaring kunnen uitwisselen en ook nog ruimte hebben voor zorg en
begeleiding. Schoolgemeenschappen - dat zijn samenwerkingsverbanden tussen
scholen - kunnen directies van heel wat technische en juridische beslommeringen
ontlasten, zodat ze zich meer met de didactiek kunnen bezighouden.''
,,In de komende cao die we aan het onderhandelen zijn, wil ik tegemoetkomen aan
de vraag naar meer omkadering. Maar geen lineaire verhoging van de staf, én
selectief.''
Scholen hebben meer middelen gekregen voor het Gelijke
Onderwijskansenbeleid. Maar het is veeleer een kwestie van aanpak dan van
middelen, zegt de inspectie.
,,Meer personeel en middelen volstaan inderdaad niet. Er is ook een andere
aanpak nodig, maar dat kan ik niet met een decreet regelen. Daarvoor reken ik
op de inspectie. De inspectie moet zich niet met beuzelarijen bezighouden, maar
zich op de essentie concentreren: wat zijn de zwaktes, moeilijkheden en
risico's in een school? Welke resultaten worden er gehaald?''
,,Vandaag levert de inspectie een rapport af en daar stopt het, terwijl een
doorlichting van een school het begin van een pad van verbetering moet zijn. We
mogen niet langer tolerant zijn voor scholen - en die zijn er, maar het is
gelukkig een minderheid - die te weinig kwaliteit afleveren.''
,,Ik ga kordater optreden! Oordeelt de inspectie dat een school het niet goed
doet, dan zullen we die school verplichten zich te laten begeleiden.''
,,Om te achterhalen of wat we zo mooi op papier hebben gezet, in de eindtermen
effectief ook waarmaken, moeten we meer testen en meten dan voorheen. Er hebben
nog maar drie peilingproeven van eindtermen plaatsgehad. De resultaten waren
doorgaans goed, maar voor het raadplegen van grafieken en tabellen bijvoorbeeld
haalt slecht de helft de eindtermen. Dat is toch een oranje knipperlicht waar
we de ogen niet voor mogen sluiten. Goed met informatie om kunnen is een van dé
vaardigheden van de toekomst.''
,,We zullen het aantal peilingproeven tot twee per jaar opdrijven, met
herhalingen. Er is een kalender in de maak tot het jaar 2018. Scholen nemen
daar op vrijwillige basis aan deel en moeten de resultaten gebruiken om
zichzelf een spiegel voor te houden. Ook als ze niet meedoen aan de
peilingproeven. Ze kunnen soortgelijke testen opvragen. Ook zullen we die
eindtermen eens herbekijken. Zijn ze adequaat? Niet te gedetailleerd? Maar dat
is niet voor morgen.''
Ondernemingszin, waar de arbeidsmarkt zo om schreeuwt, staat niet in de
eindtermen.
,,Dat belet scholen niet er iets aan te doen. Ondernemingszin gaat om
initiatief nemen. Hoe blijven we nieuwsgierigheid prikkelen? Hoe krijgen we
meer creatieve onderwijsmethoden? De Koning Boudewijnstichting heeft ooit onder
de noemer Accent op Talent een grote brainstorm gehouden rond die
vragen. Het eindrapport is een voorbeeld van hoe het moet.''
,,Dat vooruitdenken is in 41 proefprojecten omgezet. Ze gaan onder meer over
het overbruggen van de kloof tussen basis en secundair onderwijs, een juiste
studiekeuze maken, meer technologie in alle richtingen aan bod laten komen Ik
hoop uit die proeftuinen conclusies te kunnen trekken tegen het einde van de
legislatuur.''
Grote tanker op zee
Loert niet het gevaar dat het onderwijs de vooruitgang mist door zo sterk
het accent te leggen op gelijke kansen?
,,Ik leef elke dag met die vraag. Daarom moet je heel goed de kwaliteit
bewaken. We moeten scholen veel vrijheid geven, maar dat betekent dat ze ook
beleidskracht moeten hebben. Dus meer zelfcontrole. Als je de lat hoog legt,
bezielende leerkrachten wilt die vonken doen overslaan, dan moet je die
leerkrachten goed opleiden en zeker meer praktijkervaring geven.''
,,Vandaar de hervorming van de lerarenopleiding. Regenten zullen zich voortaan
in twee in plaats van drie vakken bekwamen. Zo zal hun vakkennis nog groter
worden én komt er ruimte vrij voor vaardigheden zoals leren omgaan met kinderen
die extra zorg vragen.''
Geen vernieuwingen zonder overleg met de basis, zegt u. Dat kan lang duren.
Te lang.
,,Er is een gevoel van dringendheid nodig. Nog meer werken aan gelijke kansen
is hoogdringend. De taalkennis, niet in het minst van het Nederlands, evenzeer.
Het onderwijs is een grote tanker op zee. Dat schip van koers doen veranderen,
is een heel delicaat manoeuvre, dat doe je heel behoedzaam. Maar juist omdat
het een groot en ingewikkeld manoeuvre is, moet je als je beslist de koers te
veranderen, tijdig beginnen. Maar niet door als een olifant door de
porseleinwinkel te hollen.''