De wielersport is in
België en meer bepaald in Vlaanderen tot een zekere bloei gekomen zodra de
fiets voor de gewone man betaalbaar was. Het wielrennen luidde de
democratisering van de sport in. Voordien was lichaamscultuur in de
verscheidene disciplines alleen bestemd voor de jongelui die er de tijd en het
geld voor hadden.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op
het eind van de jaren 1860
kenden zowel de fiets als de wielersport een voorzichtige doorbraak. Vooral in
het jaar 1869 waren er duidelijke tekenen van de opmars van de fiets. Bewijzen
van die opmars zijn de eerste verkeersreglementen die van toepassing waren op
vélocipèdes en melding van een aantal ongelukken. Bovendien is er sprake van wedstrijden
in Brussel, Ukkel, Gent,
Charleroi, Adinkerke, Moorslede, Borgerhout, Turnhout, Luik en Roeselare. Rond 1880
werden de eerste clubs opgericht, vaak onder invloed van Engelse studenten in
de universiteitssteden en ook de eerste Belgische wielerbladen zagen het
levenslicht.
In
1883 werd de Fédération Vélocipédique Belge gesticht en kwam er een zekere
structuur in de veelheid van clubs die reeds ontstaan waren. Interne
strubbelingen (o.a. rond het statuut van amateur) zorgden voor een woelige start
tot er in 1889 eensgezindheid kwam met de definitieve stichting van de LIGUE
VELOCIPEDIQUE BELGE. De BWB was dus geboren.
Ondertussen
daalde de prijs voor een fiets zeker met invoering van de safety-bike
stilaan en kon ook de gewone man beginnen dromen van het aanschaffen ervan. Dit
was zeker het geval toen er prijzen ingevoerd werden voor wielerwedstrijden.
Bovendien ging het organiseren van wedstrijden vaak gepaard met het inrichten
van zogenaamde wielerfeesten, typisch folkloristische gebeurtenissen waar men
prijzen uitdeelde voor de mooiste vaandels, wieleruniformen, voor de grootste
club, voor de beste fanfare per fiets en voor de beste acrobaten. De
wielerfeesten waren in deze periode zeker zo populair als de wielersport.
De eerste vermelding van
activiteiten rond de wielersport in onze streek, vonden wij terug in 1895. Het
betreft ook hier de melding van een wielerfeest met annex wielerkoersen ter
gelegenheid van de zomerkermis in Aalst.
Uit de uitslagen in de
kranten van toen moge duidelijk blijken dat de het niet de wedstrijden zelf
waren die primeerden.
Maar toch vinden we hier vermoedelijk de namen van de eerste twee Aalsterse
coureurs, een zekere Bonner bij de aangeslotenen van de bond Waas en Dender en
zijn bijna naamgenoot Borre, als derde in de snelheidskoers over 2000 meter (of
was hier reeds sprake van een zetfout en bedoelde men twee maal dezelfde
renner?)