Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Waterloo
De deelnemende eenheden Een opsomming en beschrijving van de deelnemende eenheden en hun commandanten
29-06-2015
Napoleon (af-)beeltenissen
Na Boeddha en Jezus/Maria, is Napoleon de meest afgebeelde wereldfiguur.
Auxonne: Stadje waar luitenant Napoleon Bonaparte als jongeman in een kazerne verbleef.
Auxonne herbergt het Musée Bonaparte met onder meer persoonlijke voorwerpen van de luitenant.
Ook is in het centrum een Bonapartecircuit uitgezet, een wandeling van ongeveer een uur.
Op de Col desÉcharmeaux staat midden op het kruispunt van wegen naar de Beaujolais, Lyonnais en Charolais, een standbeeld gemaakt door Jean Molette.
Op de sokkel is een vers gegraveerd: Oh toi puissant héros que lUnivers admire Oh toi qui nous donna la gloire avec lEmpire Supporte que ma main en ses loisirs retrace Et tes nombreux exploits et ton auguste face.
Corsica, Ajaccio, ruiterstandbeeld van Napoleon Bonaparte en zijn vier broers.
Standbeeld van Napoleon in Ajaccio
Opschrift: Napoleon I Empereur des Français 1769 - 1821
Napoleon maakte grote indruk bij het Franse revolutionaire bewind met zijn optreden tijdens het Beleg van Toulon en werd benoemd tot bevelhebber van de artillerie van het Armée d'Italie, het Franse leger aan het Italiaanse front.
In 1795 sloeg hij op bloedige wijze een royalistische opstand in Parijs neer (de opstand van 13 Vendémiaire).
Hij werd vervolgens bevorderd tot brigadegeneraal en kreeg op 2 maart 1796 het bevel over het Armée d'Italie.
Napoleon stak de Alpen over, veroverde Piëmont en ging vanaf dit punt via de Po-rivier richting het oosten.
Het leek erop dat het een makkelijke doortocht zou worden, maar Napoleon werd bij Caldiero staande gehouden en moest zich zelfs gedeeltelijk terugtrekken.
Dankzij deze overwinningen kon hij doordringen tot op 100 km afstand van Wenen, waar Aartshertog Karel om een wapenstilstand vroeg.
Expeditie naar Egypte
Na een triomftocht door Parijs met Italiaanse oorlogsbuit had Napoleon een tweeledig doel met de Egyptische expeditie:
Frankrijk een grotere koloniale macht laten worden dan het Verenigd Koninkrijk en de Britten treffen in het hart van het Britse Rijk.
Het Directoire (destijds het Franse revolutionaire bewind) zag de in macht rijzende Napoleon liever gaan, maar wilde daarvoor niet de hele vloot riskeren.
Bovendien werd het einddoel - Egypte veroveren en doorstoten naar India - als onhaalbaar gezien. Napoleon wist door te zetten en vertrok in 1798 naar Egypte.
Eenmaal aangekomen in Egypte en onderweg naar Caïro werd het leger - dat geen ervaring had met dit soort klimaatomstandigheden - geteisterd door hitte, uitdroging en ziekte.
Uiteindelijk zouden hierdoor meer soldaten sterven dan op het slagveld. Napoleon behaalde een overwinning op de Mamelukken in de Slag bij de piramiden.
Intussen stond het Italiaanse front op instorten en was de terugweg afgesloten doordat de Franse vloot in de Slag bij de Nijl was verslagen door de Britse vloot onder bevel van Horatio Nelson.
Daarnaast verklaarde de sultan van het Ottomaanse Rijk Napoleon de oorlog omdat hij de Mamelukken had verdreven.
Napoleon trok naar Syrië om de sultan voor te zijn. Na aanvankelijke successen moest Napoleon het beleg van Akko opgeven en toch terugtrekken.
Napoleon, die inmiddels terug was in Caïro, zag dat de situatie hopeloos was.
Hij verliet Egypte, wist langs de Britse vloot te komen en keerde terug naar Frankrijk.
Machtsgreep
Napoleon als eerste consul (geschilderd door Antoine-Jean Gros, ca. 1802)
In 1799 kwam het Directoire in steeds groter wordende binnenlandse problemen, terwijl Frankrijk werd bedreigd door buitenlandse mogendheden, die successen boekten tijdens de Tweede coalitie tegen Frankrijk.
Het land werd geteisterd door inflatie, enorme staatsleningen, grote armoede, een slecht functionerende ambtenarij en corruptie. Emmanuel Joseph Sieyès, een van de leden van het Directoire, plande een staatsgreep om het Directoire omver te werpen.
Hij vroeg de populaire Napoleon om hierbij militaire steun te verlenen.
Na deze staatsgreep van 18 Brumaire, op 9 november 1799, wilde Sieyès oorspronkelijk een soort president als staatshoofd aanstellen, een functie die hij voor zichzelf in gedachten had.
Bonaparte wees dit idee echter af en dwong een ander soort regering af, het Consulaat, met drie consuls (voor drie jaar benoemd) aan het hoofd van de regering.
Bonaparte, die de militaire macht in handen had en grote populariteit genoot, kon Sieyès passeren en zichzelf naar voren schuiven als eerste consul.
Hervormingen in het staatsbestel leidden tot de instelling van het Tribunaat en een Raad van State.
In de daaropvolgende jaren schakelde Bonaparte zijn tegenstanders stap voor stap uit en trok alle macht naar zich toe.
Na een mislukte aanslag op zijn leven op 24 december 1800, gepleegd door royalisten, gaf Bonaparte de schuld aan de jakobijnen en deporteerde 130 prominente jakobijnen naar Guyana.
Ook ontnam hij de gekozen Assemblée alle wetgevende macht, de senaat, die door Bonaparte zelf werd benoemd, behield die macht.
De meest republikeinse troepen werden in 1803 naar Haïti gestuurd; daar moest een opstand neergeslagen worden, wat niet zou lukken.
In 1804 werd een monarchistisch complot (geleid door onder meer Moreau en Pichegru) ontmaskerd.
Bonaparte had nu alle macht en regeerde als dictator. De weg was vrij om zich helemaal van de overgebleven schijndemocratie te ontdoen en zichzelf tot keizer uit te roepen.
Op 18 mei 1804 stemde de senaat om Bonaparte tot keizer te benoemen.
Tijdens Napoleons periode als eerste consul en keizer van Frankrijk voerden andere Europese landen, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Rusland, Oostenrijk en Pruisen, continu oorlog tegen Frankrijk.
Napoleon wist zijn vijanden echter keer op keer te verslaan en kreeg zo meer en meer controle over Europa.
Op het hoogtepunt van de militaire loopbaan van Napoleon, rond 1812, was bijna geheel Europa Frans, een Franse vazalstaat of een Franse bondgenoot.
Het huidige België en Nederland werden ingelijfd in Napoleons keizerrijk.
Bezette gebieden en bondgenoten
Frankrijk had Nederland en delen van het huidige Duitsland en Italië in zijn macht.
Napoleon had toen voldoende politieke rust en kon beginnen met de wederopbouw van Frankrijk.
Vijanden
Napoleon werd in eerste instantie door de Europese staten gezien als degene die in Frankrijk de onrust na de Franse Revolutie de kop wist in te drukken.
Zijn veroveringsdrang en zijn monarchistische neigingen boezemden echter vrees in. Zijn zelfkroning tot keizer in 1804 werd door Europese vorstenhuizen dus niet gewaardeerd.
Hij kreeg daardoor steeds meer vijanden. Mme de Staël en Benjamin Constant, zijn belangrijkste intellectuele tegenstanders in Frankrijk, vertrokken samen naar Duitsland.
De Britten zegden als eersten het bondgenootschap met Frankrijk op; daarna deden Rusland, Zweden, het Heilige Roomse Rijk, Oostenrijk en het Koninkrijk Napels hetzelfde en samen verklaarden ze Frankrijk de oorlog,
waarmee in 1805 de Derde Coalitieoorlog een feit was. De Oostenrijkers vielen op 8 september Frankrijks bondgenoot Beieren binnen, maar Napoleon trok snel tegen hen op.
Hij versloeg in oktober een groot Oostenrijks leger bij Ulm en marcheerde op naar Wenen en bezette zelfs de Oostenrijkse hoofdstad.
De Oostenrijkse en Russische legers wilden Wenen heroveren maar Napoleon boekte op 2 december in de Slag bij Austerlitz weer een grote overwinning.
Het resultaat was dat Oostenrijk en Rusland op 26 december 1805 de Vrede van Presburg moesten sluiten met Frankrijk.
Vooral voor Oostenrijk was dit een bittere nederlaag.
Het Heilige Roomse Rijk was in feite uit elkaar gevallen en Keizer Frans II trad dan ook af in 1806 en ging door als 'slechts' keizer van Oostenrijk en als koning van Bohemen en Hongarije.
Rusland moest zich sindsdien houden aan de boycot van de hardnekkigste overgebleven tegenstander van Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, dat op 21 oktober ter zee wel een beslissende overwinning op Frankrijk had behaald in de Slag bij Trafalgar. (zie verder)
De Russische veldtocht van "La Grande Armée"
Begin van de strijd
.
Het bondgenootschap van Rusland met Frankrijk leidde tot klachten van de Russische handel en nijverheid.
Zij waren grotendeels afhankelijk van handelsbetrekkingen met Engeland, terwijl één van de voorwaarden van het bondgenootschap deelname aan de blokkade van Engeland was.
Dit stond namelijk in het Continentaal stelsel. De Russische tsaar, Alexander I, zag dat zijn economie schade opliep, en trachtte deze voorwaarden te verzachten.
Napoleon gaf geen gehoor aan deze klachten, en uiteindelijk herstelde de tsaar het contact met zijn oude handelspartner Engeland.
Op 31 december 1810 liet Rusland weten geen bondgenoot meer te willen zijn van Frankrijk.
Napoleon ging hier niet mee akkoord, en trok naar Rusland; hij had het plan om heel Europa te veroveren.
In 1812 maakten Frankrijk en Rusland zich dan ook klaar voor de oorlog. (zie verder)
Napoleon stelde een leger van 500 000 man van verschillende nationaliteiten samen aan de oostgrens van het huidige Polen.
Naast Fransen (50% bij infanterie, 35% bij de cavalerie) waren ook Italianen, Polen, Pruisen, Zwitsers, Nederlanders, Duitsers en Spanjaarden vertegenwoordigd.
Het leger werd "La Grande Armée" genoemd. Op 22 juni verklaarde Napoleon aan Rusland de oorlog.
Hij inspecteerde zijn troepen die dag. De volgende dag begon hij met de oversteek van de Memel.
De oversteek werd gecompleteerd op 24 juni, waarna hij Rusland verder binnenviel. Toen de Russen zagen hoe groot het leger van Napoleon was, trokken ze zich terug.
Op hun terugweg pasten ze de tactiek van de verschroeide aarde toe en vernielden alles wat maar bruikbaar zou kunnen zijn voor Napoleon en zijn leger; ook waterputten werden vergiftigd.
In het leger van Napoleon braken allerlei besmettelijke ziekten uit, zoals tuberculose en vlektyfus.
Napoleon had gedacht de Russen vlak over de grens al te verslaan en verder van het veroverde land te leven, maar moest een uitputtende tocht maken met schermutselingen en gebrek aan voorraden.
Het voornemen van Napoleon was geweest om door te gaan tot de Russische stad Vitebsk en daar slag te leveren, of om te keren.
Maar ook daar waren de Russen hem op 18 juli ontkomen.
Napoleon koos ervoor om door te gaan, omdat de andere opties, het leger uitgedund terug te laten keren naar Parijs of te laten overwinteren, niet realistisch waren.
Op 15 augustus bereikte het Franse leger de Dnjepr.
Bij Smolensk vonden op 17 augustus daadwerkelijk gevechten plaats, maar niet de beslissende waarop Napoleon gerekend had.
Hierop trok het Russische leger zich weer verder terug.
Tsaar Alexander I droeg het bevel over de twee Russische legers over aan veldmaarschalk Michail Koetoezov en droeg hem op eindelijk het gevecht met de Fransen aan te gaan.
Een groot aantal Franse soldaten was onderweg gestorven of gedeserteerd en er moesten eenheden achterblijven om de flanken en bevoorradingslijnen te beschermen.
Op 5 september leverde een felle strijd de Fransen de controle op over de Schevardino-redoute, die een sleutelpositie innam voor hun verdere opmars.
Strijd bij Moskou
Op 6 september werd een adempauze ingelast, waarop op 7 september de strijd verderging.
Prins Eugène veroverde Borodino, en maarschalk Ney nam delen in van een belangrijke defensieve positie die bekendstond als de Drie Flèches.
Ney vroeg Napoleon de cavalerie van de Keizerlijke Garde in te zetten voor een beslissende actie, maar Napoleon weigerde dit, omdat dit een te groot risico zou zijn geweest.
Delen van de Franse troepen lagen uren onder vuur, zonder aan de strijd te mogen of te kunnen deelnemen.
De Fransen doorstonden echter de kogelregens van de Russen, en wisten de belangrijke Grote of Rajevski-redoute in handen te krijgen.
Het aantal gesneuvelden was hoog: 25.000 Fransen en 50.000 Russen. s Nachts verlieten de Russen vrijwel ongemoeid het slagveld en trokken zich terug.
De Russen werden niet achtervolgd door Murats cavalerie omdat Napoleon ervoor had gekozen zijn overwinning te consolideren.
Na 800 kilometer in 82 dagen bereikte hij Moskou. Op dat moment was al meer dan de helft van het leger van Napoleon omgekomen, en nog steeds had hij geen beslissende slag kunnen leveren.
De Russische verliezen waren groter, maar de Russen konden deze nog aanzuiveren.
Het Russische leger onder aanvoering van veldmaarschalk Michail Koetoezov had besloten Moskou niet te verdedigen, maar de stad te evacueren, en ook het leger oostelijk van Moskou terug te trekken.
Napoleon "kreeg" Moskou wel, maar de tsaar hoefde zich niet over te geven.
Bovendien staken de Russen ook hun eigen "tweede hoofdstad" in brand om Napoleon zo uit te putten.
De Russen wilden geen vredesverdrag, en door tekort aan voedsel kon Napoleon niet anders doen dan zich terugtrekken.
De grote brand in Moskou droeg zeker bij aan de Russische eindzege, maar de gouverneur Rostoptsjin haalde hier geen politiek voordeel uit; het aanstichten van de brand werd hem tot zijn dood aangerekend.
Terugtocht van de Grande Armée
De terugtocht uit Rusland was verschrikkelijk. Napoleon was al 400.000 soldaten en 100.000 paarden verloren tijdens de heenreis en deze verliezen zouden nog verder oplopen.
Diegene die waren overgebleven waren redelijk uitgerust, voldoende gevoed en goed getraind.
Het waren vooral de aanvullingstroepen die het zwaar te verduren hadden gehad. Napoleon besloot door een verkeerd uitgevoerde verkenning toch dezelfde weg terug te nemen.
Dit was een grote fout. Alles was al kaalgeplukt en kaal geroofd.
Vervolgens viel de winter in en vanaf 6 november kwam de temperatuur niet meer boven het vriespunt, hoewel de temperatuur voor Russische begrippen hoog te noemen was.
Veel soldaten stierven door bevriezing, mede doordat ze slecht gekleed waren.
De wegen waren door bevriezing onbegaanbaar, de weinige paarden die nog over waren braken hun benen en de vele gewonden vielen uit karren en werden verpletterd.
Toen het leger de rivier de Berezina overstak, begaf een van de geïmproviseerde bruggen het, waarbij vele soldaten in het ijskoude water omkwamen.
Het leger werd steeds aangevallen, en toen het op 18 december 1812 de Russische grens bereikte was nog ongeveer een derde van de soldaten in leven.
Napoleon wist dat de tocht naar Rusland een grote fout was geweest, maar gaf de strenge winter als de oorzaak aan.
De rampzalig verlopen veldtocht leidde tot een anti-Franse stemming in alle landen onder Frans gezag en tot onrust in Italië, de Nederlanden en Zwitserland.
In Spanje raakten de Fransen in het defensief. Pruisen, tot dan toe een onwillige bondgenoot, verklaarde de keizer de oorlog.
Rusland stond dus niet langer alleen. Frankrijk gaf zich echter nog niet gewonnen en versterkte zijn leger. In mei 1813 versloegen de Fransen hun Pruisische en Russische tegenstanders te Lützen en bij de Slag bij Bautzen.
Maar in augustus 1813 rukten drie tegen Napoleon verbonden legers op naar Saksen: de Oostenrijkers, een Russisch-Pruisisch leger en een legermacht van Zweden en Russen.
Tussen 16 en 19 oktober vond bij Leipzig de grote Volkerenslag plaats, waar 200.000 man (Fransen, Italianen en Duitsers) onder Napoleon zelf het opnamen tegen bijna 400.000 Russen ...waarin Napoleon verpletterend werd verslagen.
De keizer trok zich vervolgens terug achter de Rijn.
Ondanks zijn desastreuze nederlaag hoopte hij Frankrijk nog voor een invasie te kunnen behoeden.
Met zijn resterende troepen (ondanks een tekort aan manschappen) kon hij toch nog de geallieerden een tijdje op afstand houden.
Maar toen Napoleon naar Lotharingen trok om de geallieerde bevoorradingslijnen af te snijden, openden de verbondene troepen onverwacht hun offensief richting de Franse hoofdstad.
Deze bleek niet voldoende voorbereid op een dergelijke aanval.
Op 31 maart 1814 werd Parijs veroverd.
Napoleon werd op 6 april 1814 gedwongen afstand te doen van de troon, en werd verbannen naar Elba, een eiland in de Middellandse Zee vlak bij de kust van Italië.
Hij ging echter tot nieuwe zuiveringen over (Witte Terreur).
Waterloo
Tien maanden na de verbanning naar Elba ontsnapte Napoleon.
Hij landde bij Juan-les-Pins en keerde terug naar Parijs.
Hij reisde via wat later bekend zou worden als de route Napoléon naar Grenoble, kreeg steun van legeronderdelen, en kreeg de steun van het volk, dat niet tevreden was over Lodewijk XVIII.
Deze gaf nog wel opdracht Napoleon te arresteren, maar alle agenten en legers die werden gestuurd liepen naar Napoleon over.
Het volk had genoeg van de Witte Terreur, en bij het leger was Napoleon nog altijd zeer gezien; zij kozen de kant van Napoleon.
De geallieerden, die op dat moment juist in Wenen een congres hadden belegd om de nieuwe grenzen van Europa te bepalen, werden opgeschrikt toen Lodewijk XVIII naar Gent vluchtte.
Nadat Napoleon de macht weer had overgenomen verklaarde hij Frankrijk slechts vreedzaam te willen regeren.
Hij probeerde de Franse liberalen voor zich te winnen en benoemde Benjamin Constant om de grondwet aan te passen.
De geallieerden waren niet overtuigd van Napoleons intenties, toen die een nieuw leger samenstelde.
Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Engeland maakten zich vervolgens op voor een nieuwe oorlog.
Napoleon wilde in de Zuidelijke Nederlanden de Engelsen en de Pruisen verslaan, voordat ook de Oostenrijkers een leger konden sturen.
De Fransen, de Engelsen en een klein contingent Nederlandse troepen troffen elkaar vlak bij Waterloo.
Napoleon viel meerdere keren aan, maar de Engelsen, onder leiding van de hertog van Wellington, hielden stand en toen de Pruisen zich bij de Engelsen aansloten, verloor Napoleon op 18 juni 1815 de Slag bij Waterloo.
Napoleon wist te ontsnappen en vluchtte naar de havenstad Rochefort, waarvandaan hij naar de Verenigde Staten wilde vluchten.
De haven werd echter door de Engelsen geblokkeerd, en Napoleon zag geen andere uitweg dan zich over te geven.
Op 22 juni 1815 moest hij voor de tweede keer afstand doen van de troon en dit keer zou dat voorgoed zijn.
De Slag bij Waterloo was een veldslag bij Waterloo, een plaatsje destijds gelegen in de Zuidelijke Nederlanden, tegenwoordig in België.
Napoleon Bonaparte werd hier op 18 juni 1815 definitief verslagen door een coalitie van enerzijds Britse, Nederlands/Belgische en Hannoverse troepen onder opperbevel van de hertog van Wellington
en anderzijds een Pruisisch leger onder commando van maarschalk Gebhard Leberecht von Blücher.
Na in 1814 verbannen te zijn naar Elba, keerde Napoleon in maart 1815 naar Frankrijk terug. Hij installeerde zich daar opnieuw als keizer.
Zijn oude vijanden konden dat niet aanvaarden en vormden de Zevende Coalitie om hem weer te verjagen.
Engeland en Pruisen trokken grote legers samen in de zuidelijke Nederlanden om Frankrijk op 1 juli 1815 binnen te vallen.
Napoleon besloot ze voor te zijn en trok op 14 juni de grens van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden over bij Charleroi.
Hij hoopte de legers van Wellington en Blücher uiteen te drijven om ze apart te kunnen vernietigen maar dat mislukte grotendeels.
Zijn linkervleugel werd op 16 juni door de Nederlanders opgehouden in de Slag bij Quatre-Bras.
Hij bracht de Pruisen dezelfde dag met zijn rechtervleugel een nederlaag toe in de Slag bij Ligny maar die trokken zich naar het noorden terug om Wellington te blijven bijstaan.
Napoleon achtervolgde het Engels-Nederlandse leger op 17 juni met zijn hoofdmacht en liet de Pruisen volgen door maarschalk Emmanuel de Grouchy.
Wellington nam een verdedigende positie in op een heuvelrug ten zuiden van Waterloo in de hoop dat de Pruisen hem op tijd te hulp zouden schieten.
Na vertraagd te zijn door hevige regenval liet Napoleon op 18 juni tegen het middaguur de aanval openen.
Een grote massa Franse infanterie viel de geallieerde linkervleugel aan en dreigde door te breken.
Een flankaanval van Britse zware cavalerie dreef ze echter op de vlucht. Op dat moment arriveerden uit het oosten de eerste Pruisen, die Grouchy ontglipt waren.
Grouchy kon zich niet meer op tijd bij de Franse hoofdmacht voegen die daardoor zwaar in de minderheid raakte.
Napoleon liet zijn voornaamste infanteriereserve tegen de Pruisen opstellen. De Franse cavalerie moest alsnog de Britten verslaan.
Die stelden zich echter op in verdedigende vierkanten en bezweken uiteindelijk niet onder de herhaalde charges.
Napoleon beval zijn laatste reserves van de keizerlijke garde op te rukken in een wanhopige poging het tij te keren maar die werden verslagen door Nederlandse reserves.
De Franse rechterflank bezweek onder de groeiende Pruisische overmacht en het Franse leger sloeg op de vlucht.
Napoleon werd in Parijs gedwongen afstand te doen van de troon. De Britten verbanden hem naar Sint-Helena.
Na de eerste troonsafstand van Napoleon en zijn verbanning naar het eiland Elba komt in Wenen een Europees Congres bijeen (waarop ook een vertegenwoordiger van Frankrijk aanwezig is) om te beslissen wat er moet gebeuren met de gebieden die Napoleon zijn ontnomen, om de vredesvoorwaarden te ondertekenen, de grenzen vast te leggen en te proberen om een nieuwe duurzame en vreedzame orde in Europa tot stand te brengen.
Maart 1815
Napoleon slaagt erin uit Elba te ontsnappen en zet op 1 maart 1815 voet aan wal in Golfe-Juan, samen met 1028 manschappen en enkele getrouwen. Hij wordt door het Congres onmiddellijk en met eenparigheid van stemmen vogelvrij verklaard en de vier grote mogendheden Groot-Brittannië, Pruisen, Oostenrijk en Rusland verbinden zich ertoe elk een leger op de been te brengen om Frankrijk binnen te vallen en de usurpator af te zetten. Zes dagen later bereikt de onttroonde Keizer Gap, op 9 maart Grenoble en op 11 maart 1815 Lyon.
Op 20 maart kan hij opnieuw zijn intrek nemen in het Palais des Tuileries zonder onderweg ook maar één schot te hebben moeten lossen. Diezelfde nacht nog stelt hij zijn regering samen en wijdt hij zich aan de reorganisatie van zijn militaire huis en van het Franse leger.
Op 25 maart 1815 komen de Geallieerden Oostenrijk, Pruisen, Rusland en Groot-Brittannië samen en ondertekenen ze het militaire verdrag dat de naam Heilige Alliantie meekrijgt. Hiermee bevestigen ze de resoluties van het Verdrag van Wenen van 13 maart 1815, waarin Napoleon tot persona non grata in Europa is verklaard en de verschillende mogendheden zich ertoe hebben verbonden een leger van meer dan 900.000 man op de been te brengen.
April - Juni 1815
Ingaand op het verzoek van zijn ministers, die een nieuw conflict willen vermijden, schrijft de Keizer op 4 april 1815 een brief aan de vorsten van de geallieerde mogendheden waarin hij hun een duurzame vrede voorstelt. De bezorgers van de brief worden echter gearresteerd en gevangen gezet. Van dan af is oorlog onafwendbaar! Napoleon verneemt dat de coalitietroepen begin juli 1815 een aanval plannen en neemt daarom zelf het initiatief.
Op 12 juni 1815 om 4 uur s morgens verlaat Napoleon Parijs om zich bij zijn troepen te voegen.
Op 13 juni bereikt hij Avesnes waar hij zijn beroemde toespraak voor het leger houdt, die eindigt met de zin Pour tout Français qui a du cur, le moment est arrivé de vaincre ou de périr! (Voor alle moedige Fransen is het moment aangebroken om te overwinnen of ten onder te gaan). De coalitielanden bewapenen zich om Napoleon te verslaan. Het geallieerde leger onder het bevel van Wellington en het Pruisische leger aangevoerd door Blücher komen als eersten in België aan.
15 juni 1815 Napoleon steekt in Charleroi de Samber over en verdeelt zijn leger in twee vleugels.
16 juni 1815 Napoleon verslaat de Pruisen aangevoerd door maarschalk Blücher in Ligny, terwijl bij Quatre-Bras het andere deel van het Franse leger onder leiding van maarschalk Ney oog in oog komt te staan met de Brits-Nederlandse troepen onder aanvoering van Wellington. Het Pruisische leger verliest meer dan 20.000 manschappen, terwijl de verliezen langs Franse kant tot ongeveer 7000 oplopen. Het Pruisische leger is verslagen, maar niet overwonnen. Het is er immers in geslaagd het belangrijkste deel van zijn artillerie te redden en, wat nog belangrijker is, zijn strijdlust is onaangetast. Bij Quatre-Bras de Baisy-Thy komt maarschalk Ney tegenover Wellington en de Prins van Oranje te staan, maar hij slaagt er niet in om de Brits-Nederlandse troepen in moeilijkheden te brengen. De Franse verliezen lopen op tot meer dan 4000, terwijl Wellington ongeveer 5000 mannen verliest.
17 juni 1815 Wanneer hij het nieuws van de nederlaag van de Pruisen verneemt, besluit Wellington zijn eenheden bij Quatre-Bras terug te trekken op de verkende positie van de Mont Saint-Jean, waar Blücher beloofd had zich bij hem te voegen. De troepenbewegingen gebeuren discreet, gedekt door de cavalerie. Napoleon geeft Grouchy de opdracht de Pruisische troepen te achtervolgen en marcheert zelf met meer dan 70.000 manschappen in de gietende regen richting Waterloo.
Ik ben Guy
Ik ben een man en woon in Izegem (België) en mijn beroep is pensioen.
Ik ben geboren op 04/06/1955 en ben nu dus 69 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Geschiedenis.
Even dieper gaan graven naar de deelnemers van deze vierdaagse bloederige veldslag...