Maar ik besef vooral dat zij het leven leidt dat ik had willen leiden.
Met haar man ging ze in Argentinië wonen. Met haar man komt ze naar België. En volgend jaar gaat ze met hem in Colombia wonen.
De liefde is groot. En ik had in zijn plaats willen zijn. Overal aan haar zijde. Ik zou haar willen verrassen. Er zijn voor haar. Haar plots trakteren op een etentje. Haar een cadeautje geven. Gewoon in haar ogen kijken en zeggen "ik hou van u".
Diep in mij zit er een groot romanticus. Eén die met haar de wereld wil delen. Die overal met haar wil komen.
Maar diezelfde wereld zal voor ons gesloten blijven. In het beste geval zie ik ze nog af en toe volgend jaar. Maar de kans is minstens even groot dat dat niet het geval zal zijn.
De kans is groot dat er een grote leegte zal ontstaan, want mijn vriendschap wil meer. Ik wil haar een knuffel kunnen geven. Zeggen dat ik er altijd zal zijn voor haar.
Ik heb nog niet geweend vandaag, maar de tranen stonden toch even nabij.
En terzelfdertijd voel ik me een egoïst. De vrouw van een collega pleegt binnen een paar uur euthanasie, en hoewel het mij meer zou moeten bezighouden dan al het andere, blijf ik met mijn eigen kleine zorg zitten. Een kleine zorg, omdat ze vervalt in het niets tegenover de gigantische zorg die die collega moet doorstaan.
Het is raar hoe je in je eigen wereldje zit en dat wereldje zo belangrijk lijkt. Soms denk ik dat A. niet zo is. En dat maakt haar net zo speciaal.
Zij heeft ongetwijfeld al berichtjes gestuurd naar die collega. Woorden van troost in donkere dagen. Ik heb ook een berichtje gestuurd, maar diep vanbinnen hoop ik vooral op een berichtje van haar. Ze is nu al een week weg.
Hoe egoïstisch kan ik zijn.
Maar hoe menselijk is het ook om in de eigen zorgen te verdrinken...