Nablik op Expo 1958
Met de 50° verjaardag van deze tentoonstelling in het verschiet probeer ik enkele herinneringen op te duiken uit deze periode.
In 1958 was ik 21 jaar en deed ik mijn legerdienst in Heverlee.
Ik herinner me dat ik ieder vrij weekend (en dat waren er zeer veel) met een 1° sergeant kon meerijden naar Brussel tot aan het Meiserplein. Een voordeel dat we dan hadden was dat gedurende de wereldtentoonstelling er een rechtstreekse tramlijn naar de Expo voerde en ik alzo vlug bij mijn grootmoeder was die in de Dewandstraat in de onmiddellijke omgeving van de Expo woonde.
Mijn grootmoeder bereidde me dan een heerlijke maaltijd (heel wat lekkerder dan in het leger). Daarna wisselde ik van kledij en trok ik met veel enthousiasme naar de Expo, aangezien ik beschikte over een abonnement kon ik er om het even wanneer naartoe. Ik vertoefde er dan ook dikwijls.
Ik trad in het toenmalig domein binnen langs de wijk Dikke Linde en het eerste paviljoen dat ik tegen kwam vond ik altijd het mooiste. Het was het paviljoen van Thailand in de vorm van een bevallige pagode.
Van daaruit ging de uitstap dan verder.
Enkele paviljoenen die me bijzonder interesseerden waren respectievelijk deze van Rusland met de toen tot de verbeelding sprekende Spoetnik het allereerste ruimtetuig dat in de ruimte werd gelanceerd.
Men kon er dit ruimtetuig met passagier Laïka (het eerste dier in de ruimte) bewonderen in het immens grote paviljoen. De fotos van dit hondje kon men ter plaatse ook bekijken.
Waar ik ook graag vertoefde was het paviljoen van Oostenrijk waar ik fantastisch mooie concerten heb kunnen bijwonen.
Ook het paviljoen van Frankrijk was het zien waard.
Het paviljoen van Amerika was wellicht het grootste in grondoppervlak. Het staat er trouwens nog altijd en herbergt er nu de Vlaamse Radio en Televisie.
Al wandelend en verder kuierend kon met ook de pijl bewonderen van het gebouw Burgerlijke Genie die in een merkwaardig en spectaculair evenwicht ettelijke meters van het zwaartepunt verwijderd was. Onder deze pijl kon men een plan van België zien met de verschillende beroemde gebouwen die het land rijk was.
Even verder kwam men dan aan het toenmalig pronkstuk van de tentoonstelling, namelijk het Atomium. Dit gebouw dat het atoom van ijzer voorstelt heb ik dan ook buis voor buis, bol voor bol, weten opbouwen. Menigmaal kon ik me vergapen aan de acrobatische toeren die de arbeiders dienden uit te voeren om al deze zware metalen stukken op de juiste plaats aan te brengen en toch het evenwicht van het geheel niet in gevaar te brengen.
Vanuit de Heizel vertrok er ook een kabelspoor naar het hoogste plateau, namelijk waar het paleis gekend als de Centenaire stond en kwam ook onder het atomium door.
Dit was voorwaar een attractie en ik kon ook aan de verleiding niet weerstaan en heb me menigmaal naar boven laten voeren in deze gondels.
Het paviljoen de Centenaire gekend van wereldtentoonstelling 1935 werd dan ook in een nieuw kleedje gestoken voor Expo 58 en was als het ware ingepakt in een immense boog.
Niet ver van het atomium stond er ook een attractie die men zou kunnen vergelijken met het Benji-springen. Ik herinner me dat ik enkele malen van deze attractie van circa 10 meter hoog ben naar beneden gesprongen met een kabel aan mijn lichaam en enkel op een meter van de grond werd afgeremd door een soort veer. Dit gaf ons iedere keer een enorme kick.
Her en der stonden er kraampjes waar men ijsjes, belegde broodjes, prularia en aandenken kon bekomen, ook vlaggetjes in papier enz
Het was altijd een andere ervaring bij ieder bezoek. Inderdaad men werd er als het waren losgelaten op een hele wereld. Toeristen uit heel de wereld kon je er tegenkomen en eventueel mee verbroederen. Het was alsof er geen grenzen bestonden. Bovendien waren de mensen meestal ontspannen, vrolijk en communicatief.
Nu we het hebben over ontspanning, er waren namelijk nog twee parken waar volop plezier gemaakt werd en waar men bovendien kon genieten van mooie klanken bij een natje en een droogje.
Een ervan was Oud België. Menigmaal wou ik dat park bezoeken maar ik kon nooit voorbij twee attracties in de onmiddellijke buurt. Deze attracties waren Hawaï waar mooie Hawaïaanse muziek werd gespeeld door een typisch orkest vandaar en waar men danseressen kon zien dansen die op de tonen van deze muziek door de omgeving wervelden met hun bloemenkransen om hun hals.
Deze attractie waar men ontspannen kon vertoeven werd echter geteisterd door een brand en is nadien nooit meer herbouwd. Het was door het vele rietwerk een dankbare prooi voor de vlammen.
Er was ook een attractie De lachende koe genoemd waar men een kijkje kon in nemen en waar men op een bepaalde plaats in het circuit over een rooster diende te lopen. Voor de mannen geen probleem, wanneer een dame er echter overliep werd er een ventilator geactiveerd, waarschijnlijk geactiveerd door middel van een fotocel, en de rokjes van deze dames vlogen soms tot boven hun hoofd. En de mannen maar kijken natuurlijk. Het was een gezicht dat deed denken aan het beroemde rokje van Marylyn Monroe .
In de onmiddellijke nabijheid was er ook een attractie onder de vorm van een zeer grote herberg Oberbayern genaamd. Ik herinner me dat we daar heel vaak met mijn ouders naar toe gingen. Er werd bier geserveerd in immens grote stenen bekers. Het was mooi om zien hoe de dienstertjes ettelijke van deze bekers in hun handen hielden en laveerden tussen de tafels en gasten.
De dienstertjes waren getooid in de mooie Beierse klederdrachten, een streling voor het oog. De stemming werd er in gebracht door een Oberbayern orkest in traditionele Beierse klederdrachten, namelijk het orkest van Toni Witt (hij neme me het niet kwalijk indien ik zijn naam misvorm). Beierse dansen werden er gedanst alsook de typische volksdansen opgevoerd.
Het was er altijd een groot feest en het bier vloeide er in overvloed. Het bier werd Löwenbrau genoemd, maar wij noemden het kortweg Munich. Dortmunder bier was toen in België ook zeer geliefd, zij vloeiden dan ook beiden rijkelijk.
Wanneer een orkest een pauze hield werd het onmiddellijk vervangen door een ander orkest.
Wanneer ik samen met mijn ouders Expo 58 bezochten zakten we altijd af naar deze Oberbayern. Wanneer ik alleen ging kon ik het me niet veroorloven om er binnen te gaan. De consumpties waren er een beetje duur voor mijn magere geldbeugel.
Zo, dit zijn nog enkele flitsen en nostalgische terugblik op deze periode die nu bijna 50 jaar achter ons ligt. Het was voorwaar een mooie tijd, zeker als men weet dat we toen bijna 50 jaar jonger waren.
Etienne Van Moer
Enkele gebouwen van de Expo staan vandaag nog steeds op de Heizelvlakte:
[bewerk] Externe link
|