De vava ,dat was nu nog eens iemand waarvan men zegt “ een mens uit de duizend ”. Hij was een ietwat nogal bescheiden man, iemand van weinig woorden maar met een hart van goud. De goedheid zelve. Hij kon niet lezen of schrijven, maar was de beste timmerman die je kon vinden. Hij maakte zelf zijn karren en veel andere dingen, hij had zelfs zelf een eigen smidse gemaakt waarmee hij het ijzer naar zijn goesting kon smeden en veel gereedschappen zelf mee maakte. Daarbuiten kon hij ook goed metsen en heeft hij menig muurtje opgetrokken. Hij ging iedereen helpen waar hij kon, nooit moest je tevergeefs een beroep op de wannes doen steeds kon je op hem rekenen, hij was van vele markten thuis, dat mag gezegd. Om eerlijk te zijn was ik duizend maal liever bij de moemoe en de vava dan bij mijn eigen ouders. Zijn boerderijtje was gelegen op een hoek van de straat. Als je daar rechtsom draaide dan had je daar in de volgende draai een mooi kapelletje, ik vond dat een echt juweeltje, een minikerkje eigenlijk, en als je een goede honderdvijftig meter naar links ging waar die straat dan doodliep in de velden, daar stond een veel grotere boerderij, waar de familie Mampuy woonde. Ook een groot gezin met vijf of zes kinderen maar dat weet ik niet juist meer, maar waarvan een jongen de tweede jongste geloof ik, later priester is geworden. Als dat niet mooi is. Vader Mampuy heb ik nooit goed gekend maar die moeder wel. Dat was in mijn ogen een braaf en lief mensje. Haar naam ben ik rats vergeten en dat vind ik jammer, sorry Francine). Maar iedere keer ik langs hun huis naar het veld van de vava liep dat wat verderop lag, en ze zag mij, dan sprak ze me aan met haar lieve en zachte stem en kreeg ik van haar wat druifjes die daar aan de zijmuur omhoog groeide, of kreeg ik een snoepje of een rijpe tomaat uit haar moestuin. Dat vergeet ik nooit. Veel later huwde hun jongste dochter met een flinke vent, Frans Verbruggen ook afkomstig uit een boeren familie een heel eind daar vandaan, ik weet niet meer vanwaar, ergens in het Mechelse geloof ik. Zij kregen drie kinderen en daarna zoveel kleinkinderen dat je er een voetbalploeg kon mee samenstellen en dan hield je er nog een reserve aan over. De frans die wist van wanten, hij was een geschoolde kerel en wist op korte tijd het land met kennis van zaken te bewerken. Er kwamen tractoren en andere moderne machines. Hij verbouwde bloemkolen, spruiten en allerlei andere groenten. Later nog, samen met hun groot geworden zonen ,ook harde werkers, ging hij op grote schaal tomaten kweken. Er werden op wel duizenden vierkante meters serre gebouwd die uitgerust werden met de meest moderne technieken, zodat het land daar veranderde in een glazen dorp. Er werd ook een vrachtwagen aangeschaft om de groenten naar de veiling te brengen. Om nu terug te komen op de vava, die nog veel ging helpen bij de “ Verbruggens” na zijn pensioen, deed hij daar niks liever dan met de tractor werken. Je moet weten dat hij zijn hele leven zijn eigen land bewerkte met een paard. Daarom leek een tractor voor hem een ware openbaring, het was een soort van speelgoed voor hem. Als hij bijvoorbeeld aan het ploegen was dan wist hij van geen ophouden meer, zodanig dat hij vergat zijn eigen koeien te gaan melken. Ook heeft de vava daar nog veel metselwerk gedaan metsen wat hij ook graag deed, hij heeft er nog mee geloof ik, een grote koeienstal gebouwd of gemetst. Tot hij later niet meer kon, hij sukkelde al jaren met zijn benen tot er kanker uitbrak en hij vreselijke pijnen moest leiden, arme vava toch, en wat een prachtige mens. Wat heb ik toch van die man gehouden. Op de duur smeekte hij om te mogen sterven om van die ongelooflijke pijnen verlost te zijn (morfine hielp haast al niet meer).