Ga liggen en sluit je ogen
Er was eens een mierenhoop. Een hele grote berg zand in een
bos waarin allemaal mieren leefden. Alle mieren waren hard aan het werk. Elke
mier had zijn eigen taak. Sommige mieren bouwden tunnels, andere mieren zochten
eten en weer andere mieren mochten voor de kleine babymieren zorgen.
Op een dag was er een mier die elke dag aar tunnels
bouwde. Dat vond ze niet meer leuk. De mier besloot om de mierenhoop te verlaten.
De andere mieren vonden dat niet goed, maar de mier wilde het heel erg graag.
De mier vertrok door het bos. Ze kwam bij een beekje. Het
water klaterde zachtjes door het bos. Luister maar eens, hoor je het klateren?
De mier had dorst en besloot van het water te drinken. Brr,
koud. Voel jij het
ook? Voel maar eens met je handen aan het water. Proef je ook hoe lekker het
water smaak?
En toen, floeps, viel de mier in het water. Ze werd een
einde meegenomen door de rivier. Gelukkig kon ze zich vastgrijpen aan een
blaadje dat aan de rand van de rivier lag.
Het werd avond en de mier begon zijn vrienden te missen. Hij
zocht de weg terug. Hij hoorde hoe kleine takjes kraakten onder zijn voetjes.
Luister jij ook maar eens naar het gekraak.
En kijk, daar is de mierenhoop. De mier was dolgelukkig dat
hij terug bij zijn vrienden was. Ze ging vlijtig terug aan de slag met het
bouwen van mieren. Kan jij eens kijken in de mierenhoop of je de mieren tunnels
ziet bouwen, eten ziet zoeken, of voor de kleintjes zorgen of.. . wat doen de
mieren verder nog in de mierenhoop?
Kijk maar eens goed en vertel het mij morgen maar.
Slaaplekker!
|