Het werk in de drukkerij valt nogal tegen. Het is redelijk
eentonig en saai. Gelukkig hebben we die Waldschänke nog. Met we bedoel ik Willi,
Manfred en Fritz. Daar verorberen we dagelijks enkele pintjes. We hebben
namelijk veel tegenslagen. Onze baas, Udo Posbich, is een echte tiran. Dit is
dus helemaal niet aangenaam. Het bezoek aan het café is dus onze enige troost.