Daar we gisteren nog al laat ter plaatse aan kwamen, moesten we vandaag nog
heel wat bezienswaardigheden bezoeken. We hadden onze wekker om 06u00 gezet en
waren gepakt en gezakt om 06u50. Een ritje van zon 18 miles bracht ons naar
Badwater Bassin (een grote, 85m onder de zeespiegel liggende zoutvlakte, ooit
was dit een groot meer).Vervolgens reden we richting Devils Golf Course (een
immens bijna verblindende zoutvlakte, de wind heeft het zout en de verdroogde
aarde geboetseerd tot fonkelende kunstwerken met messcherpe ribbels). Hierna volgde
Artist Drive en Artist Palette (een route doorheen een berglandschap van
vulcanisch gesteente dat door minerale pigmenten sterk gekleurd is)
Hierna reden we terug lang de Ranch om van een uitgebreid ontbijt te
genieten. Rond 10u30 vertrokken we richting Las Vegas, op onze route maakte we
nog een ommetje langs Dantes Vieuw (rotuitloper van 1500m hoog, die een
weergaloos uitzicht op een groot deel van Death Valley biedt)
Ook Zabriskie Point bood ons een magistraal zicht.
Een rit van ongeveer 180km bracht ons naar de gokstad. Onderweg namen we
nog een snelle lunchpauze en reden we met onze wagen langs de carwash.
Reeds vanop een heel eindje kan je de stad zien liggen. Mastodonten van
hotels, een voor heen copies van bekende steden en monumenten.
Na onze incheck, de auto werd door een chauffeur weggebracht, zochten we
ons een weg door het gigantisch grote Excalibur hotel (grappig middeleeuws
kasteel, in het teken van koning Arthur en Robin Hood, het lijkt wel een
sprookjeskasteel). Onze kamer is gelegen op de 15de verdieping met
zicht op de strip (Las Vegas boulevard).
De benedenverdieping is bijna volledig gevuld met goktafels en gokmachines.
Na een verfrissende douche trokken we de strip op. Onze volledige avond
dwaalde we van hotel naar hotel (MGM, New York-New York, Excalibur). We
bezochten eveneens de Coca Cola- en de M&M store, Hardrock Café (Jonas moet
immers vanuit iedere stad een t-shirt hebben) . De avond bracht ons een
fenomenaal lichtspektakel, we genoten eveneens van een prachtig waterspektakel
voor het Bellagio Hotel.
Rond 00u30 trokken we naar onze hotelkamer, morgen meer van dat.
7u00 : Oh wat vroeg, maar we hadden geen keuze. Vandaag richting Death
Valley, dus recht de woestijn in. Rond 8u00 uitgecheckt, ontbijt ingeslagen in
de lokale supermarkt en richting Yosemite park gereden. Aldaar afrit Tioga Road
genomen en onze fuel tank bijgevuld. We zochten ons een mooi viewpoint met
zicht op de vallei om ons ontbijt te nuttigen : genieten !
Verderweg halt gehouden bij Olmsted Point waar er alweer prachtige
plaatjes konden geschoten worden. We hadden hier nog een laatste maal zicht op
de Half Dome. Tijdens de rit over de Tioga pas nodigde bijna iedere bocht ons
opnieuw uit om een kijkje te nemen. Adembenemend !
Aan het eind van de pas, aan Mono Lake toekomend, namen we een
verfrissing. Oh wat toevallig hier zijn onze vrienden weer. We besluiten aldaar
om toch de omweg naar Bodie te maken. Dit is een spookstadje dat terug voert
naar het mijnbouwers verleden van Nevada. De meeste gebouwen zijn wel
afgesloten, maar door de groezelige ramen kan je schaduwen uit het verleden
opvangen. Het volledige houten dorp enState Park geklasseerd.
Van hieruit starten we aan een 400km lange tocht naar Furnance Creeck
Ranch in Death Valley. We maakte een zeer korte stop aan het Mono Lake (meer
met zoutpilaren), wat ons door zijn geweldige stank niet kon bekoren. In Lone
Pine bezochten we voor de tweede maal deze trip een Mc Donalds, een snelle hap en vlug mijn e-krant binnengehaald
(we hadden reeds twee dagen geen internetverbinding).
Vanuit Lone Pine reden we recht Death Valley binnen. Een twee uur
durende rit door de heetste en dorste plek van de hele VS. Een streek van
verschrikking, tussen de steile flanken van de vallei brandt de zon meedogenloos.
We lazen temperaturen tot 49°C af op ons dashboard.
Het landschap is grandioos in zijn schraalheid: bergen en zoutmeren, canons
en cactusvelden, palmtuinen en zandduinen, kraters en geologische formaties, geweldig
om doorheen deze hete tuin te rijden.
Vrij laat, het was ondertussen donker, kwamen we op onze bestemming toe, een mooie
Ranch met alles wat je dromen kan temidden in de woestijn. Met een pizza aan
het zwembad sloten we deze weeral mooie dag af.
Afgelopen nacht meermaals gewekt door de telefoon, nochtans geen wake-up
calls aangevraagd. Uiteindelijk legden
we de hoorn van de haak. Rond 9u00 richting Yosemite Park gereden (een elftal
km verderop). Op een picnicplaats ons ontbijt genuttigd en doorgereden naar het
zuidelijke gedeelte van het park : Wawona. Van hieruit namen we shuttlebus naar
Mariposa Grove. Dit is een prachtig Sequoiapark, met tientallen mammoetbomen van
honderden jaren oud. We maakten een trail van ongeveer 5 miles die ons
o.a.langs de Bachelor & Three Graces, de Grizzly Giant, het Faithfull
Couple en de Fallen Wawona Tunnel Tree leidde. De omtrek van deze bomen kan
tot 30 m belopen.
Nadat we de shuttle richting parking genomen hadden, reden we richting
Yosemite Valley waar we een bezoek brachten aan het Ahwahnee Hotel. Een stevig
uit de kluiten gewassen chalet van hout en grote brokken natuursteen. Heel
gezellig interieur in chique plattelandsstijl. Heel hoge standing.
Daarna nog even pootje gebaad in de Merced river en klimmers gaan
spotten op de Tom Waes Berg (El Capitan). Je moet het maar durven 1000 m
klimmen op een vertikale wand.
Onderweg, op zon 7 miles van ons motel dropten we Jonas voor een
looptraining. Zo kon hij meteen zijn nieuw triatlonpak eens testen.
Ondertussen was de familie Van Cauteren ook gearriveerd in het motel.
Het duurde slechts een kwartiertje dat Renka en Eline samen het zwembad
indoken. Toch best wel leuk elkaar ontmoeten aan de andere kant van de aardbol.
Nadat we gezellig samen
gedineerd en bijgepraat hadden, was het weer tijd om in ons bedje te kruipen
(00u30).
5u30 : moeke op de skype. Die grootmoeders toch. We spreken af om om 8u
terug te bellen, zoals geschiedde. Moeke voor de webcam bij onze buurman. Dat
vond ze geweldig. Ze was duidelijk blij de kids te horen en vooral te zien. Om
8u30 ontbijt in café Franco. Na de inpak en de uitcheck, vertrokken we rond
9u30 richting Lombard Street. Dit is het kronkeligste stukje straat van San
Francisco. We moesten dit toch eens gedaan hebben met onze wagen, nietwaar.
Na een tankbeurt, richting Basement Sports (outletsportwinkel), dit op
vraag van Jonas. Conclusie : veel te laat vertrokken. Via de Bay Bridge reden
we richting Yosemite NP. Na een rit van ongeveer 400 km arriveerden we aan ons
motel. Het was hier aanzienlijk warmer, 96° Fahrenheit (36° Celsius) en dit nog
rond 17u30.
Na het inchecken en uitpakken trokken we nog even het park in. Daar passeerden we voor het eerst de
alombekende El Capitan, een bijna kaarsrechte granieten monoliet met een1000m
hoge vrijwel loodrechte wand (de droom van vele bergbeklimmers). Even verderop
stopten we bij de Bridalveil Falls (bruidssluierwatervallen). Het water heeft
hier een vrije val van 189m. Vervolgens haasten we ons naar Glacier Point waar
we bij de gepassioneerde uitleg van een parkranger genoten van de
zonsondergang. Van hieruit heb je een prachtig zicht op de Half Dome, het
symbool van Yosemite Park. Moe maar voldaan reden we in de volledige duisternis
richting motel.