Gedachten en gedichten Leef intens,
doe een wens,
blijf altijd dromen,
en een lach zal komen.
21-01-2011
Droom
Naar een lang vervlogen bestaan, daar wil ik heen gaan. Naar ridders met kanonnen, naar prinsessen en baronnen . Naar heksen en tovenaars. Naar het leven heel barbaars. Naar de mooie jurken en de feesten, naar de spoken en de geesten. Ik wil naar een vervlogen tijd, waar men nog met paard en kar rond rijdt! Naar spanning en avontuur, naar de bouw van de Chinese muur.
Laat me nu maar vertrekken, laat me nu toch gaan. Want mijn mooie droom is bijna gedaan.
Ik wil je niet storen Mij toch laten horen Vertellen wat er scheelt Niemand die deze wonde heelt Niemand die het begrijpt Een meisje vol met spijt Vol met verdriet Het vormt een eindeloos lied Akkoorden die vallen Woorden die knallen Leegte en pijn Zo zal ik zijn.
Niet hier, niet daar, niet te vinden wat ik voel.
Niet te verwoorden, niet te begrijpen wat ik bedoel.
Vlinders die vliegen,tranen die vallen.
Heen en weer moet ik wiegen.
Zeg me wat ik moet, zeg me wat ik wil...
Want dit wil ik niet en straks wordt het stil.
Kleine meisjes worden groot Er is niets of niemand die de tijd doodt Het lijkt wel of ze steeds versnelt Het is elke seconde die telt Ik ben maar een gewone meid En ik ben iemand dierbaar kwijt Daarom ben ik soms droevig en ben ik soms triest Een gewoon meisje dat haar oma mist Nu ben ik haar echt kwijt Er is nog zoveel dat me spijt Ik kan het haar nu niet meer vertellen Dat is iets wat me zal blijven kwellen Toch ben ik ook vrolijk en ben ik ook blij Want in mijn hartje, ja, daar is zij Ze was een Gods geschenk Daarom dat ik nog steeds aan haar denk Ik vertel nog steeds alles tegen jou Gewoon omdat ik zo van je hou Ik zou er echt alles voor geven Maar nu heb je een beter leven Nee, je bent daar niet alleen Met zoveel liefde om je heen Niemand die doodt de tijd Ik ben je niet voor altijd kwijt Ik zie jou nog wel terug Ook als is dat niet zo vlug Ons sprookje is nog niet gedaan Want ooit kom ook ik eraan Want kleine meisje worden groot en er is niets of niemand die de tijd doodt.
Een ster, mooi en glinsterend. Zo wil ik zijn. Ze zijn heel groot, maar lijken piepklein. Daar, een klein stipje aan de hemel. Je raakt er maar niet bij. Zo'n stipje, precies iets voor mij. Gewoon naar de wereld kijken en bewonderen. Mij ver van de anderen afzonderen. Geen beslissingen meer nemen. Hadden ze zo'n leven maar aan mij gegeven.
Jij mijn verleden tijd, een ander pad. Maar nu niets meer dan een kleinigheid. Vanaf nu, mijn eigen weg volgen. Heel hoog klimmen, al ligt mijn weg verborgen. Want jij was mijn gisteren, niet mijn vandaag. Ik weet niet wat mijn morgen brengen zal. Blijven klimmen denk ik, maar ik weet wat dat hij mijn hartje stal!