Ik heb vandaag een hamburger met frieten gegeten. Guy is ontzet: Allez wat eet gij nu? Nen hamburger in Aziƫ, terwijl hij zijn noodels vol ketchup spuit. Het is waar, hier eet ge geen hamburgers, maar ik kon het niet laten. Als iemand mij ooit een bicky burger of kebab naar binnen heeft zien spelen, zal die wel beamen dat op zo'n moment mijn dark side de overhand neemt.
Maar er is een reden voor dit feestmaal. We zijn de laatste drie dagen in Hoi An. En iedereen die in Hoi An is geweest weet dat in Hoi An alles draait rond 1 ding: genieten. Hier vind je lokale delicatessen als cau lao en white rose en talloze gebakjes in de markt, heerlijke fruit sappen en shakes aan de kade terwijl de veerboten elkaar aflossen, rustige koloniale straatjes met Mozart door de speakers ipv tuuterende of sputterende camions, kunst en kleren winkels waar de vrouwen in sierlijke gewaden ons op een zacht meerminnige maar doelgerichte toon proberen binnen te lokken: hello, how are you, where are you from, what is your name, you are very handsome, buy something. Paf. Na drie dagen beginnen we al wat minder te blozen en hebben we onderhand wel door dat het heel vriendelijke lieve mensen zijn, maar toch met een kapitalistische fundering.
We komen hier volledig tot rust. En dat was echt nodig. Er was een diepe vermoeidheid binnen geslopen, bij mij toch zeker. De laatste dagen kreeg ik het zwart voor de ogen als ik recht stond en zo. Ik heb bijna een volledige dag geslapen in onze luxe kamer. Ik voelde me als een gsm die al jaren in de kast lag en dan in de stekker gestoken werd. Opladen geblazen vriend.
Als Guy gelukkig is dan fluit hij Vivaldi en Bach en als ik gelukkig ben eet ik een hamburger. Als ik ongelukkig ben ook wel, maar met minder smaak. We zijn Hoi An heel dankbaar, het was een oase van genot. Onze kleren zijn gewassen door een masjien dat daarvoor gemaakt is ipv dat wij in een emmertje er wat op met onze vuisten op liggen te stompen, onze fietsen zijn hersteld, mijn schoenzolen speelden al dagen voor remblokjes. Straks heb ik een gat in mijn schoen, wat een belachelijk zicht zou dat zijn. De spierpijn begint weg te ebben, Guy heeft Shithead, een typisch backpacker kaartspel dat op Uno lijkt, geleerd. Allez 'geleerd' is misschien wat te scherp afgelijnd als term. Misschien eerder: 'kennis genomen van'. Maar we hebben ons goed geamuseerd. Dat mocht ook wel, we zijn wel diep gegaan de laatste twee weken in de bergen. Een deel van ons geld gepikt, de rest bijna kwijt in een attempted robbery, een hernia voor guy, een opkomende lies ontsteking voor mij en af en toe een spontane casus van overmoedige transit.
Vandaag kwamen we toe aan de kust en hebben we uren naar het water gekeken. Hoi An. Drie jaar geleden was ik hier ook. Ook toen heel mooie herinneringen van heel mooie mensen opgenomen. Daarstraks nog een oude banden hersteller gezien. We moesten er stoppen voor Guy zijn achterband. Ik herkende hem direct van toen hij me een uur in het Frans toesprak -waar hij zeer trots op was- nadat hij jaren geleden ons brommertje had hersteld. Ik blijf wat op de achtergrond en Guy doet dezelfde ontdekking als ik toen dat deze man goed Frans kan spreken. Dat was echt mooi om te zien. Exact dezelfde scene, maar nu als toeschouwer ipv acteur. Guy was heel blij, Frans kan hij goed. Engels eigenlijk ook al, al zijn er nog een paar addertjes die hem zo nu en dan te pakken krijgen zoals 'bedscheet ipv bed sheet', 'bevrijdde rijst ipv gebakken rijst' en zijn resort doet me eerder aan een veersysteem in een matras denken dan aan een hotel. Plezant.
Hoi An was al een tijdje ons echt fietsdoel en we zijn er geraakt. Morgenvroeg vertrekken we naar Hanoi met de bus. We verleggen het accent van fietsen naar toeristen. Hopelijk kunnen we later in Laos nog een mooi stukje fietsen tussen Luang Prabang en Vientiane. We zien wel, we kunnen maar blij zijn met wat we krijgen, de rest gunnen we een ander.