Al drie weken willen we graag eens zien hoe het is als de vissers hun netten binnenhalen.
We plannen om vandaag naar Lac de Togo te gaan: een familieuitstap want Eugenie en de kinderen gaan mee. Ik vind Lac de Togo een heerlijke omgeving: rustig, vredig en kalm, aangenaam gezelschap. Ik ben blij dat mijn band met Eugenie langzaam maar zeker sterker wordt. We steken van het Hotel Lac de Togo met een bootje over naar Togoville. Eugenie is bang: ze kan niet zwemmen. Echt ontspannend is het niet voor haar. Maar ze is toch wel blij erbij te zijn. Het hotel is helemaal gerenoveerd sinds ons vorige bezoek in 2006. Verrassend en mooi!
Maar vooraleer we naar Lac de Togo gingen zijn we eerst langs de kustlijn gereden. We wilden zien of er vissers waren. Ja hoor, we stoppen en gaan mee naar het strand. We bekijken vanaf het begin hoe groepjes mensen (vooral mannen) met koorden de zware netten uit het water trekken. Alexis en de kinderen proberen wat mee te trekken. Wat een zwaar werk! Het vraagt ook veel teamgeest. Tijdens gezangen worden de touwen steeds verder op het strand getrokken. Na een tijdje veranderen de touwen in blauwe visnetten. In het water zijn ook enkele mannen die uren bezig zijn om de touwen te leiden. 's Morgens vroeg rond vier uur worden deze netten (die wel 10 km lang zijn) in het water gebracht. In de namiddag worden ze eruit gehesen. Het is een grote lus die in het water hangt. Ik ben verbaasd dat zoveel mensen van dit visnet leven: degene die het net erin leggen, eruit trekken,de vrouwen die vis komen halen om rechtstreeks op de markt te verkopen. Dit is pas verse vis: op 100m van de zee is immers de markt.
Nog twee keer slapen en de tijd om te gaan is weer gekomen. Spijtig, het is ongelooflijk snel gegaan weeral.
Toen ik deze keer de reis voorbereidde stuitte ik op de website 'icilome' en ik begon er te surfen. Ik kwam op een leuk onderdeel terecht, waarbij een wedstrijd werd uitgeschreven voor jongeren uit het secundair onderwijs, waarbij zij hun dorpje mochten voorstellen. Ik drukte de teksten van de regio Maritime (rond Lomé) af en maakte een selectie van dorpjes die me interesseerde. Mijn doel was: ik wil graag in die dorpjes komen,maar je kan toch niet zo maar aan komen. Laten we de jongere die deze tekst heeft geschreven gaan zoeken. Voila, dinsdag 3 augustus was het zover. Alexis heeft een auto ter beschikking en we beginnen aan een 'tour des villages'. We vertrekken noord-west, richting Kpalime. Het eerste dorpje waar we stoppen is Sanguera. We zoeken een jongen... maar we stellen vast dat het helemaal niet zo eenvoudig is als we denken. We hebben enkel een naam een een leerjaar. We weten niet wanneer deze wedstrijd heeft plaats gehad en we kennen evenmin een geboortedatum. In het dorp gaan we op zoek naar de school. Eerst vinden we eenlagere school, vervolgens en 'secondaire'. Hoewel het vakantie is, vinden we toch wat mensen die bereid zijn ons verder te helpen. Ze zetten de computer aan... klinkt heel evident, maar wij beseffen wel dat hier wel 'een computer is'! Deze staat op een schamel bankje, in een klein kamertje, een secretariaat of zo? Achter de tafel liggen op een hoge kast enkele afrikaanse drums. Na wat zoeken op naam, voornaaam enz stellen we vast dat we de jongen hier niet zullen vinden. We weten zelfs niet of deze jongeman de tekst in deze school heeft geschreven of dat hij naar een school in een andere stad ging? We geven op en plannen om naar het volgende dorpje te gaan.
Maar eerst wil Alexis nog gaan ontbijten bij een vrouw die hij zonet zag koken: njam, zijn favoriete ontbijt van schapevlees en foufou op basis van yam. Ze had gezegd dat het over een half uurtje tot een uurtje klaar zou zijn. Dat kwam goed uit. Alexis gaat er naar toe, terwijl wij wachten aan de auto.We hadden thuis immers al ontbeten. Heel teleurgesteld komt hij vijf minuten later terug. De vrouw had haar helemaaltijd verkocht aan een man die alles heeft opgekocht. Pech voor Alexis. We rijden verder met een hongerige Alexis.
Ons volgende dorp is Noépe, een tiental kilometer verder. Onderweg moeten we 300CFA betalen voor een péage.Noepé ligt helemaal tegen de Ghanese grens, in een groen gebied. Hier spreken ze ook engels, zo schrijft het meisje in haar tekstje.
In Noépe gaan we op zoek naar Mable. Het stadje bestaat uit enkele wijken of gebieden. Ze beschrijft in haar tekst gelukkig waar we juist moeten zijn, dus we gaan er in een cafeetje iets drinken, natuurlijk worden we overal wel begeleid door enkele mannen die een zee van tijd hebben en zich stante pede kunnen vrij maken om ons verder te helpen. Nadat Alexis hier toch heeft kunnen ontbijten (niet het favoriete, maar toch ok), komen ze met een meisje. Het is een mooi 15-jarig meisje met heel kort haar. Ze spreekt inderdaad Ewe, Frans en Engels. Leuk! Dat verwacht je niet in deze omgeving. Alexis zegt dat hij niet zeker weet of dit 'het' meisje van 'la contesse' is. We praten met haar en ze kon toch zo goed als op alle vragen antwoorden. Dit was toch wel een speciale ontmoeting: ze lezen je tekst aan de andere kant van de wereld, ze zijn erdoor gecharmeerd en ze komen je zoeken!! Natuurlijk vroeg Mable of ze mee mocht gaan naar Belgie en of ze een telefoonnummer kreeg enz. We leggen uit dat dit toch wel bijzonder moeilijk is om haar mee te nemen. We geven enkele cadeautjes en zetten onze tocht verder.
De weg naar Kovie is een verharde rode weg, maar toch wel in een redelijk goede staat.
Ik vind dit toch wel een fijne manier om wat in de dorpjes binnen te geraken. De plaatselijke bevolking vindt het maar iets raars, maar daar trek ik me niet zo veel van aan.
In het volgende dorpje, Kovie haalt Alexis zijn hartje op: hij vindt er de plaatselijke sterke drank op basis van palmolie. We kopen er twee verschillende soorten in een bidon van twee keer vijf liter.. daar zal hij wel een tijdje mee toekomen.
Na Kovie rijden we terug richting Lome. Deze weg is eveneens rood en verhard, maar er zijn veel putten. Dat leidt vaak tot platte banden,maar gelukkig blijven we daarvan gespaard.
We hebben nog tijd om in Ibis te gaan zwemmen: weer feest voor ina dus.
We genieten nog na van de heerlijke avond aan 'la plage'. Ik bedenk dat we weer een fijne tijd hier hebben.
Eén van de gespreksonderwerpen gisterenaovond was het feit dat er in Belgie zo veel zelfmoorden zijn. Dat komt hier echt maar heel weinig voor. Ik probeer een verklaring te bedenken, maar die heb ik niet. Zou het te maken kunnen hebben met het feit dat de mensen hier veel dichter bij de echte dingen staan? Bij de kern van de zaak: je weet hoe je eten op tafel komt (recht van de zee of het veld op je bord bij wijze van spreken). Elke CFA die je verdient wordt rechtstreeks omgezet in de dagelijkse dingen zoals kleren of eten en dak boven je hoofd? Wij kennen veel meer al de omwegen vooraleer het bij ons komt. We maken ons zo druk niet over wat er op tafel komt, want er zal altijd wel iets zijn om te eten of doorgaans hebben we voldoende geld om de nodige dingen te kunnen doen. Ik heb zo het idee dat we in Europa veel meer met existentiële vragen te kampen hebben. We kennen geen ontbering, onze kinderen mogen bijna alles en als we 'nee' zeggen is dat eerder een principskwestie dan dat het niet kan. Onze kinderen, en wijzelf ook eigenlijk, hoeven zelden echt te knokken om een bepaald (materieel) doel te bereiken.
Ik realiseer me ook weer hoe het zou zijn als er bij ons oorlog of zoiets uit breekt. Ik weet begot niet hoe ik moet overleven. Hier overleeft iedereen: vis haal je uit de zee, een kip dood je, water haal je uit de put, een vuurtje maak je simpel aan met wat hout, groenten en fruit kan je vinden op het veld: overleven. Die kernachtige dingen zijn het leven van elke dag... van de eerste stap (hoe kom ik eraan) tot de laatste stap (consumeren).
we beslissen om vanavond een klein feestje te houden in het exotische strandcafeetje. Elke zondagavond is daar iets te beleven. Alexis nodigt familie en vrienden uit om er samen met ons iets te drinken en wat tijd door te brengen. Het is een aangename omgeving op het strand, aan de zee, onder een rieten afdak, rond een tafeltje kijken we toe hoe enkele artiesten het beste van zichzelf weggeven: acrobatie, zang, dans. Geweldige gratis animatie voor ons en de kinderen; enkele ex-collega's, Eugenie en de kinderen, José en zijn vrouw Helene zijn er met hun zoon Stephen en dochter Louise, nog wat vrienden van vroeger. We genieten van het gezelschap en de ambiance die er hangt. 's Avonds stromen de jongeren toe. Dan is deze heerlijke plek een uitgangsoord voor la jeunesse. Wij gaan met ons gezin nog uit eten in Marox. Wat vind ik het vlees van daar toch heerlijk!
De eerste dagen hebben we vooral wat rustig aan gedaan: rondgehangen, gezwommen (ina's favoriete bezigheid, waarbij ze het liefst van al handstand in het water doet). 's Avonds komen nog een heleboel mensen op bezoek. We zien Jo Beringo alias Bernard met zoon Edmo. Hij lijkt het leuk te vinden om in onze aanwezigheid te zijn. Ook Eugenie en de kinderen komen langs. Ze hebben Hannah nog niet gezien. Orianne is echt een schat van een kind: ze loopt op je toe en springt met een overweldigende en overtuigende manier op je om je welkom te heten. Dit dit kleine, tengere meisje is zo opgewekt en aangenaam in de omgang. De vierjarige spring-in-'t-veld Daniel is een deugniet die niet naar zijn naam luistert, maar hij reageert steevast als Alexis 'hey' roept. Het is een klein ventje met pit die als geen ander een pruillip kan opzetten om zijn mama te overtuigen om toe te geven. Je kan hem in een mum van tijd zover krijgen dat hij helemaal door het dolle heen is.
We hebben in ergens een groot spandoek gezien, waarop staat dat er in het 'palais de congres' van alles te doen zal zijn in de maand augustus. Het gekke is dat niemand weet wat er te doen is. We vinden geen folders,geen brochures,.. nikske. Bizar. Is het een soort kermis? Is er een festival? niemand die het weet.
Ik wist niet zo goed of ik dit in een blog moet zetten of niet, maar het hoort nu eenmaal bij de dingen die hier gebeuren, dus schrijf ik het toch. Niet elke dag is rozegeur en maneschijn. De eerste dagen nadat we van Ghana terug waren, waren niet de gemakkelijkste. Het lijkt wel alsof Alexis en ikzelf op relationeel vlak even terug een evenwicht moeten zoeken hier in Togo. De onderlinge verhoudingen tussen ons liggen hier anders dan als we in Belgie zijn. Bovendien zijn we 24u op 24u in aanwezigheid van de meisjes, waardoor rustige gesprekken en bijsturingen niet zo vanzelfsprekend zijn. Alexis heeft een heel andere invulling van wat 'vakantie' betekent in vergelijking met mezelf. Hij wil graag vrienden van vroeger zien, herinneringen ophalen van vroeere tijden,even 'vrij' zijn, lachen en plezier maken, aan niets hoeven denken. Ik wil graag dingen zien, naar de markt gaan, iets meemaken,, voelen, proeven, ondergaan, samen zijn. Ik wil vooral niet mijn tijd doorbrengen tussen de vier muren van het appartement en wachten tot Alexis terug is van 'ergens'. Ina wil het liefst van alles gewoon naar Ibishotel gaan om er te zwemmen. Ze gaat niet graag naar de marktjes met hun drukte en opdringerige manier van verkopen. Hannah wil een beetje van dit alles. Daarbij komt dat Alexis zich bezorgd of verantwoordelijk voelt voor bijna elke stap die we zetten en wil hij erop toezien dat ons niets overkomt of dat we niet afgezet worden waar het gaat om aankopen doen. Ikzelf voel me aan handen en voeten gebonden en dat is natuurlijk een hemelsbreed verschil met België.
Een goed gesprek, waarbij de normale ingredienten van een goede relatie weer 100% tot uiting komen, zorgen voor het nieuwe evenwicht: wederzijds begrip voor mekaars gevoelens, wensen en verlangens, een portie vertrouwen in mekaar en... we geraken er weer uit.