Het zijn van een Stijn
Inhoud blog
  • Weekend op lijn 30
  • De getuige
  • De getuige
  • Een vijfdaagseweekblokje
  • 8 dagen, 1 spannende
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Het banale leven en lijden van een chauffeur bij De Lijn
    03-02-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een blokje werk

    Good afternoon


    Eventjes een disclaimer: de dagelijkse blog-updates werden wat vermoeiend en erg moeilijk om bij te hebben, dus ga ik het vanaf nu zonder verplichting doen. Het is nu 5 dagen geleden, en vandaag (zondag 03/02/2019) is de laatste dag van mijn werkblok van 4 dagen.


    Mijn eerste werkdag – donderdag – was een late op lijn 20. Lijn 20 is één van de enige twee lijnen waar we theoretisch gesproken buiten de gemeente Antwerpen rijden: deze rijdt tussen het Centraal Station (de Quellinstraat) en Borsbeek. Een vrij kort edoch druk ritje.

    Het eerste wapenfeit van die dag was al in het tweede stuk van mij rijprestatie. Ik had net afgelost richting Borsbeek, waardoor ik een vertraging van 3 minuten had opgelopen. Ik kom in de Berchemlei aan. Tussen twee haltes in loopt een man. Hij ziet mij aankomen en begint druk en boos te gebaren met zijn handen en wijst naar zijn hypothetische horloge.

    Jawel, ik was 4 minuten te laat en dat was schandalig veel voor meneer, die al was beginnen wandelen. Vreemd genoeg niet eens in de richting vanwaar mijn bus reed.

    Sorry, beste reizigers, dat wij soms (/vaak) te laat rijden: dat heeft met veel factoren te maken die in 98% van de gevallen niet de schuld van de chauffeur zijn. Zelfs niet de schuld van De Lijn: maar eerder overmacht. Zoals een aflos. Zoals file. Zoals een defecte of koppige bus. Zoals mensen die je ophouden. Zoals te weinig tijd krijgen. Zoals een overweg. Zoals controle enz...

    Verder die avond heb ik mij alleen eventjes geërgerd aan een vrouw die opstapte en mij heel vies aankeek. Ik weet niet waarom: toen reed ik op tijd en ik had een voormaat (zie verder). Ik zeg altijd tegen iedereen die zegt goedendag, in de vorm van “goedemorgen”, “goedemiddag” of “goedenavond”. Ik knik daarbij en zet een kleine glimlach op (soms misschien zelfs onopmerkelijk). Ik zeg ook een goedemiddag tegen elke persoon die opstapt. Zeggen, niet roepen. Soms horen ze mij niet. Maar iedereen die mij eventjes een blik gunt, weet dat ik hen begroet. Ik vind het dan niet meer dan beleefd om iets terug te doen: een goedendag is mooi, een glimlach of een knik is ook al meer dan genoeg. Zo erken je mij als mens en niet als een onderdeel van de bus. En we maken elkaars dag beter. Bedankt!

    Wat sommige mensen dan bezielt om mij aan te kijken alsof ik lucht ben, of mij zelfs vies aan te kijken omdat ik hen begroet, ik weet het niet. Maar ik vind dat zeer onbeleefd. Zelfs al is er een bus niet komen opdagen of ben ik te laat.


    Het grappigste van de afgelopen week geschiedde op het kruispunt van de Keyzerlei met de Van Ertbornstraat/Quellinstraat.

    Laat me de fase van het verkeerslicht daar uitleggen: eerst krijgen de auto's van de Quellinstraat en Van Ertbornstraat groen. Dan wordt het rood voor de auto's van de Quellinstraat. Vervolgens voor die komende van de Van Ertbornstraat. Dan krijgen in alle richtingen voetgangers groen, en fietsers groen komende van het Operaplein. Vervolgens krijgen die allemaal rood, en mogen bestuurders vanuit de Keyzerlei doorrijden.

    Die avond kom ik daar aan en voor mij staat een politiewagen. Braaf te wachten.

    Op het moment dat de voetgangers groen krijgen, rijden mijnheer de arm der wet door. Door door het rood. Hij heeft dat duidelijk niet door, dus ik knipper met mijn lichten. Hij stopt abrupt in het midden van het kruispunt. Dan rijdt hij op z'n gemak verder.

    Hij had zich duidelijk vergist. Maar of het een goed voorbeeld is? Ik betwijfel het. Zeker omdat dat één van de favoriete kruispunten van voetgangers is om door het rood te wandelen.


    De dag daarop, vrijdag 01/02/2019, reed ik lijn 21. Een late dagdienst van pakweg 12u30 tot 21u.

    Op mijn eerste stuk evenwel had ik geen voormaat. Dat is ferm ambetant.

    Een “voormaat” is vakjargon (of gewoon een simpel woord) voor de bus die normaal voor jou moet rijden. Als ik dus om 15u20 aan een halte aankomt met mijn bus, en de lijn rijdt om de 10 minuten, dan zou mijn voormaat daar dus om 15u10 gepasseerd moeten zijn en zou mijn achtermaat daar om 15u30 moeten passeren.

    Wel, mijn voormaat reed dus niet. Naar ik vermoed – omdat ik meer dan 4 uur zonder voormaat heb gereden – omdat ze de diensten niet gevuld krijgen door personeelstekort. Alleszins, waarom is dat zo ambetant?

    Er valt dus een bus uit. Ik rijd met andere woorden voor twee bussen: ik pik dubbel zoveel mensen op. Mijn bus zat dan ook meermaals stampvol.

    Daarnaast worden mensen vies gezind omdat ze langer op hun bus moeten wachten. Op de 21 was dat toen niet meer dan 30 minuten, maar dat is al vrij lang als je binnen het kwartier een bus verwacht. Dat zijn natuurlijk wel alleen de mensen die op de vorige bus aan het wachten waren.

    Doordat je het veel drukker hebt op je bus, wordt je tijd ook krapper: je begint gemakkelijker te laat te rijden.

    En dan begint de cyclus van te laat te rijden: je pakt al mensen mee voor de volgende bus, je krijgt het nog drukker dus je verliest nog meer tijd enz...

    Zo erg is het gelukkig niet geworden. Ik ben niet veel te laat beginnen rijden ondanks de drukte, omdat je veel tijd krijgt op lijn 21.


    En dan... zaterdag. Op lijn 22.

    Het gebeurt niet gauw, maar ik had op een gegeven moment veel stress die dag.

    Wie herinnert zich de pastoor Bauwenslaan nog? “De bulten van Wilrijk”? Wel, die straat moest ik in twee richtingen door. Veel te smal en veel te hoge drempels. Bovendien nog wat tijdverlies. 's Middags werd het dan nog eens vreselijk druk, met een stilstaande VIIde Olympiadelaan als gevolg. Met als gevolg te laat te rijden. Bovendien reden de mensen die dag om de één of andere reden bijzonder agressief. Als ik in de bebouwde kom pink om uit mijn halte te rijden, heb ik voorrang: die dag niet. En ze deden erg agressief als ik traag vertrok. Anders sta je eeuwig op de Boomsesteenweg, terwijl zij zelfs moeten stoppen.

    Maar dat is al vooruitlopen.

    De stress begon eigenlijk al tijdens mijn eerste ritje.

    Vertrekkende vanuit het UZA rijden we een vrij rustige baan op. Er staat een STOP-bord, dus moeten we stoppen en voorrang verlenen.

    Ik wil dus die baan oprijden, kijk links, kijk rechts, kijk links en ik zie niets. Dus ik vertrek. Er zit één persoon op mijn bus.

    Plotseling hoor ik een hels getoet en kijk in mijn rechterspiegel. Ik zie een kleine auto tegen (zelfs een stukje in) de struiken stilstaan.

    Ik schrok mezelf een bult. Hoe kan ik die auto niet gezien hebben? Ik wachtte even om te zien of hij zou uitstappen en om te kennen te geven dat ik het niet uit agressie deed.

    Hij stapte niet uit dus reed ik kalm verder en de auto deed hetzelfde.

    Ik heb mezelf een hele ritje afgevraagd: hoe kan ik die auto niet gezien hebben? Ik was er zeker van dat ik rechts gekeken heb.

    Toen ik er het volgende ritje opnieuw vertrok, heb ik extra goed gekeken en toen zag ik waar de fout wellicht lag: bij mijn voorste deuren, waar zij sluiten, is een vrij grote dode hoek. Ik zag het onmiddellijk: daar kan een auto achter zitten. En als je dan verder rijdt, verkleint die hoek niet waardoor die auto weggestopt blijft.

    Alleszins, ik wou dat ik tegen de bestuurder sorry kon zeggen. Het was 100% mijn eigen fout, zowel omdat ik hem had moeten zien als natuurlijk het feit dat je wettelijk verplicht moet stoppen bij een stopbord, en niet kijken en blijven rijden, al was het misschien maar aan 10km/u. Nee, ware het een ongeval geweest, het had volledig mijn fout geweest. Gelukkig had de bestuurder goede reflexen.


    Maar die dag op lijn 22 was niet al kommer en kwel. Aan de Bist in Wilrijk wilde een vrouw opstappen toen ik net de halte uit was.

    Dat mag niet. Om meerdere redenen.

    Je stoort het verkeer en doet een manoeuver is een eerste.

    Je geeft een slecht voorbeeld aan mensen om dat meer te doen.

    Maar het belangrijkste: als er dan iets gebeurt, in het bijzonder met de opstappende persoon, ben jij niet verzekerd. Als zij dus een been zou breken, dan zou ik opdraaien voor de kosten.

    Ik hekel mensen die mij dwingen de keuze te maken: emotioneel gezien zou ik hen direct laten opstappen, rationeel gezien mag het niet en is het eigenlijk niet slim.

    Wat ik ook doe, meestal voel ik mij wat ambetant achteraf.

    Deze keer niet. De vrouw stapte met een grote glimlach op en zei me: “U zijt ne schat, meneer, dank u!”

    En voordat ze ergens in het centrum afstapte, kwam ze nog speciaal naar voren om me nog eens te bedanken.

    Voor zo'n reizigers doet een mens als eens graag iets extra. Zo geven die mensen je een goed gevoel.

    Niet zoals twee anderen die enkele ritten later aan kwamen lopen en voor wie ik een hele bus liet wachten (er moest niemand anders op- of afstappen). Toen ze zagen dat ik stilstond, begonnen ze te wandelen tot bij de voordeuren en zonder mij nog een blik te vergunnen (en zonder een vervoersbewijs te valideren of te tonen) gingen ze zitten.

    Dán heb je echt zin om door heel die bus te roepen “BEDANKT!” maar ik blijf dan liever braaf. Het is vooral triestig dan, vind ik.

    Maar laten we dan liever aan de hierbovengenoemde vrouw denken.


    Als laatste verhaaltje nog een stukje over mijn allergie: alcohol. Of het is te zeggen, zatte mensen. Ik had voor het eerst echt de neiging om rap door te rijden, maar ik voel me daar iets te verantwoordelijk voor.

    Ik sta aan een halte terwijl ik aan de overkant van de straat (nogmaals: ik rijd altijd met mijn raampje open) hoorde roepen. Een oudere man wil nog mee. Hij maakte een luid, schel geluid en wankelde wat.

    Toen hij opstapte rook ik de afschuwelijke alcoholgeur. Hij ging zitten en begon zo van tijd tot tijd zowel slijm te snuiven als een korte, diepe lach te uiten. Vrij storend, zeker omdat die lach onvoorspelbaar luid was.

    Ik was blij toen hij afstapte. Hij brabbelde ook nog vanalles naar mij, waar ik dan niets van verstond.

    Voor zo'n momenten ben ik blij dat ik een spuitbus Febrèze bij heb. Liever mijn bus geassocieerd zien met een proper toilet dan met een zatte vent!


    Alleszins, dat was het weer. Deze keer voor deze week.


    See ya



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)

    Archief per week
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019

    Mijn e-mail

    stinokonino@hotmail.com


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs